ran ÜNEDBEEF, TE LAAT! Zaterdag 4 Januari. No. 3 1902. ibodt. 40e Jaargang. iemeentebestuur. F8UIU8T8M. r 128) schreef: gebruik Uwer 3D, maar ook con voelde ik ïeel lier- ke mensohen ebben, ik zou 3. STOK. Te Vlissingen YLI.SSlYtiNCUE C0VR11 Prjjs per drio maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent.' Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. YAH DK VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. Vmehg»? «Hfesondord op Zea- en feestdagen. ADVEETENTIËN van 1 4 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend, öroote letters en cliché'a naar plaatsruimte. Telephoonnummer ÏO. Abonnements-AdverteatlSn op «eer Toordeellge voorwaarden. rer ome. F. Haarsma. verkoopers per kist vraagt Mevrouw 6, tegen Mei eene MDIENSÏ en &IDBELBU33 7.1 tuM.-vm 4 50 (alleea Van Zf-Htitrklvrj 45 cm 12 30 115 5 10 5 55 6 55 7 45 BESSIJFffS 8Sft48«lK«. Afkondiging van een kohier der bedrijfs- belastingdienst 190111902. De Burgemeester van Vlissingen ■maakt bekend ■dat op heden by hem ontvangen en aan den Rijksontvanger is gezonden, een doer den Directeur der directe belas- tijgen te Middelburg executoir verklaard kolder wegens de bedrijfsbelasting, dienst 1901/1902 de daarop voorkomende belastingschul digen worden uitgenoodigd om hunne Kanslagen op den bepaalden tijd aan te zuiveren, ook ter voorkoming van ver- Algingen en herinnert Kdat de bezwaarschriften binnen zes Weken na heden behooren te worden ingediend. 8 En is hiervan afkondiging geschied Waar het behoort, den 3 Jan. 1902. De Burgemeester voornoemd, I VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. BE8I£tölE&EIM<*. Afgekeurd Vleesck Burgemeester en Wethouders van Vlis- ricgen maken bekend I dat in de maand Dec. j. 1. door den keurmeester van het slachtvee en Ceesch afgekeurd zijn als nadeellg toor de gezondheid, als ongeschikt voor de consumptie 1 II am. 1 partij Ingewanden. 1 partij Zult. HVoorts herinneren zij belar ghebbenden voor zooveel noodig, aan het bepaalde bij artikel 207, 3e lid der Alg. Verord. van Politie, luidende 1: «Wanneer het herhaaldelijk voorkomt, dat bij eenzelfden slager of vieeschverkooper voor de gezondheid nadeelig vleeseh wordt aangetroffen, zonder dat daarvan aangifte is gedaan, zijn Burgemeester en Wet houders bevoegd, zulks met vermelding van de namen der belanghebbenden, ter openbaie kennis te brengen. Vlissingen, den 3 Januari 1902. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, WITTE VEEN. Zsilmarkt VInwri' werkdagen 6 23 m 12 35 1 29 2 5 6 7 7 20 8 35 aar op HAVENDIENST. m. (40 Een bezuinigingscommissie voor het leger. In het Hbl. wordt het in de Kamer by de begrooting voor Oorlog besproken denkbeeld aanbevolen om een commissie tepenoemen, die zou onderzoeken of in bezuiniging zou kunnen 6— 6 20 7—7 50 10— 1020 10 40 m 1 10 1 80 2 221 oorlogszaken 04—4 20 5 5 i. worden aangebracht. 820. ievm 6 10 6 80 71' 20 9 50 1010 10" 12 10 nm 1 20 1 40 3.30 3 50 410 4 7 40 8— 8 30. 0 '0 14 !fl Novelle van L. Kopelowitz. 55a) nm 3 30b) SOa) 3 55 nm 1 55f| 2 15 t 3 30b) 8b0 8 10 8 50 1,39 naar Breaken», van VliBaingan naar gemaakt. van Neuzen naar apiKfi, M 2. Na afloop helpen zy elkaar den boel reinigen en weer in de meegebrachte mand pakken, waarna het gesprek wordt voortgezet. .Ik ga deze winter voor mtjDe studies naar München», zegt zy. „Ik heb al btjna genoeg gespaard". »0, hoe benijd ik u dat 1" „München ,Ja.» „Is u daar al eens geweest?" .Neen, ik heb nog geen gelegenheid tehad. U moet bedenken dat ik mijne •Blilie moet onderhouden." ..ifc,,dat weet ik'" antwoordt zij op «Welpen toon. Eene lange pauze. Dan maakt hy de Daar de minister als zijn meening beeft uilgesproken, dat de zaak moet uitgaan van de Kamer, acht de schrijver het van zelf sprekend, dat de Kamer heeft te beslisten of het zal geschieden bij enquête of door een commissie van de zijde der regeering irgesleld en zal de minister ook in het laatste geval bereid zijn medewerking te verleenen. In eerstbedoeld geval zou het instellen van een etquête zonder medewetking van den minister bij het vaststellen der punten, waarover het onderzoek zou loipen, ong twijfeld het karakter ver krijgen van wantrouwen in zyn beheer. Na deze verklaring van den minister zal het aan de Kamer zijn, om te toonen, dat het baar ernst is met de bezuinigings commissie, en komt aan het blad de beste weg voor, om by motie den minister uit te noodigen, een staats commissie te benoemen. Een parlemen taire enquête zou de schryv°r niet gewenscht athten, aangezien daar, niet tegenstaande vredelievende verklaringen, tech te veel een onderzoek naar wan beheer zou doorstralen. De schrijver betoogt, dat zich by deze quaestie de volgende drie vraag punten voordoen 1. Is het benoemen der bezuinigings commissie noodig 2. Zoo ja, wie moeten er dan zitting in nemen 3. ts er veel resultaat van te wachten? Op de eerste vraag zou de schrijver niet gaarne ontkennend antwoorden, en hij meent, dat allereerst op het gebied der toelagen e6n ruim veld voor bezui nigingen is te vinden. Hiervan worden talrijke voorbeelden aangehaald, waarna het militair onderwijs de wyzigiDgan in de reglementen, de geneeskundige dienst, buieel- en administratiekosten, het trein- wezen, de uniformen enz. worden aan gehaald, dit alles ten betooge, dat er voor een bezuinigingscommissie werk genoeg te vinden is. In de tweede vraag echter acht de schrijver de groote moeilijkheid gelegen. Het werk van die commissie is niet aangenaam, want men zal veler belangen er mede aantasten. Een officier, die zonder aanzien des persoons de wonde- plekken aanwijst, zal zich in het Uger vrijwel onmogelyk maken, terwyl per sonen buiten het lfgsr staande zeker niet voldoende kennis van zaken zullen hebben. Als voorzitter van de commissie zou de scbry ver in het Hbl. liefst willen be noemen een van de Kamerleden, die zich voor het denkbeeld hebben uitge sproken, verder eenige andeie Kamer leden van verschillende partyan, zeker ook een socialist, want in die party geeft men blijk van groote vindingrijk heid, voorts eenige ltden van de Reken kamer en eindelijk officieren van alle wapens en dienstvakken, liefst gepensi- onneerden, terwyl het misschien aanbe veling zou kunnen verdienen, er ook boot van den oever los en langzaam varen ztj naar huis terug. Helga is thans in Mitnchen. Met een gelukkig hart slentert zij door de straten, die met eene feestelijk uitgedoste menigte zyn gevuld, want 't i3 vandaag Zondag. Heiga's vurigste wensch is vervuld Een schilderij van hare hand is door de jury aangenomen. Ztj heeft haar werk vandaag eens laten rusten om naar de kunsttentoonstelling te kunnen gaan. In het gebouw aangekomen, wandelt zy de verschillende zalen door, nieuwsgierig om te weten te komen waar men haar stukje wel heeft verstopt. Plotseling biyft haar oog rusten op een schildery, dat zoowel door meesteriyke techniek als origineele opvatting in hooge mate treft. Circe heet het. De hoofdfiguur is eene vrouw fascineerend mooi, eene duivelsche schoonheid. Zy zit op een marmeren vloer, de handen om de knieën geslagen, terwyl het zware loshangende haar om de schouders valt. In hare grysgroene oogen schittert de triumph, maar een triumph die doet rillen. De vrouw richt haar blik op den toeschou wer, en op iedereen maakt het stuk een machtigen indruk, een gepensionneerd adjudant onderofficier of serg6ant majoor in te benoemen. Deze commissie zal met groote nauw gezetheid dienen na te gaan over ver schillende dienstjaren, welke uitgaven als niet strikt noodig zyn te beschouwen en daarover een omstandig rapport uit brengen. Men banoeme dan een tweede staats commissie, geheel samengesteld uit actief dienende officieren uit het leger, om na te gaan, ia hoeverre de voorstellen van de eerste commissie overweging ver dienen of voor wederlegging vatbaar zLju. Eerst dan zal de Tweede Kamer zich een eenigszins juist beeld kunnen vormen omtrent hetgeen meD met een verzamel woord zou kunnen noemen het leger- beheer. Ter beantwoording der derde vraag, of nl. het onderzoek iets zal uitrichten, geeft, de schryver als zijn meeniDg te kennen, dat men zich ti gen alle be zuinigingsvoorstellen met hand en tand zal verzetten en ongetwijfeld redenen zal weten aan te voeren om t,e betoogen, dat deze of die toelage hoog noodig is, of wel dat de gewraakte uitgaven toch Diet vermeden konden worden. Op verschillend gebied is men inder daad zuinig in zake het legerbeheer en ééa zaak mag niet uit het oog verloren, alle uilgaven worden gedaan in het werkelyk belang van het leger, zonder dat by iemand het denkbeeld zou mogen rijzen, dat van wanbeheer sprake is, van het aanwenden van rijksmiddelen ten eigen bate. Ingrijpende wij'.igingen zal men niet van een commissie mogen verwachten, wel echter wanneer cr te ceniger tyd eens een krachtig, energiek man aan het hoofd van het departement van oorlog kwam, die met vaste hand aan het werk ging. Het napluizen van begrotingsartikelen zal niet veel licht verschaffen omtrent aan te brengen bezuinigingen, men moet die hoofdzakelijk halen uit de geldelijke verar twoordingen, zooals die aan de Rekenkamer worden ingediend, en dan over meerdere jaren. Eerst dan zal men zich een denkbeeld kunnen vormen van de wijze van werken b.v. aan de ar tillerie inrichtingen, aan de magazijnen van kleeding en uitrusting, bij de genie over alle uitgaven voor kleeding, leder goed, zadeltuig, bewapening, munitie, voertuigen enz. Totingrypende, radicale bezuinigings maatregelen zal men by ons, naar de schryver vreest, niet gemakkelyk over gaan daartoe moeten te veel inge wortelde, vastgeroeste denkbeelden om trent toelagen en bureelwerk worden overwonnen. Da vangst van werkelyk zonder al te grooten tegenstand door- voerbare bezuinigingsmaatregelen kon dan ook wel eens zoo gering zyn, dat het totaal bedrag voor een jaar nog werd overtroffen door de kosten van de bezuinigir.gscommissie. Ten slotte wijst de schrijver op een Lang staat ook Helga in bewondering van het stuk verdiept, vóór zij op de gedachte komt den naam van den kun stenaar in den catalogus te zoeken. Juist, daar staat hot: „Circe— van Fritz Hellburg. Munchen. Is het mogelyk Hellburg in Mun chen I Weer ziet zy naar het schilderij. Dan wendt zy zich af om hare wandeling door de zalen te vervolgen. Plotseling ziet zy Hellburg staan. Ook hy staart het beeld aan, maar met een uitdruk king van minachting op het gelaat. Hij ziet er wel tien jaar ouder uit. Zyne geheele versobyniDg drukt zooveel bittere teleurstelling en ontgoocheling uit dat zy hem een tyd lang sprakeloos biyfc aan staren. Eindeiyk draait hij het hoofd om, alsof hy haren blik voelde. „Juffrouw Von Bsrnhausen, u hier „Enu, mynheer Hellbuig?" „'t Doet mij werkeiyk genoegen u te zien. U heeft hier een schildery, nietwaar „Een heel bescheiden stukje en dat is het uwe „Zoo is het „'t Is heeriyk mooi I" „Bsvalt het u verschijnsel dat zich in de Tweede Kamer jaar op jaar sterker voordoet, n.l. het y veren van verschillende leden voor lotsverbetering van sommig t categorieën van personen. Hy noemt slechtstrak- tementsverbooging van officieren, ver betering der posiiie van onderofficieren, z,g. sergeanten-majoor-tUulair, van werk- i lieden aan de artillerie inrichtingen, van wapenpoetsers aan de K. M. A., van kwartiermeesters, van paard -nartseo, vrIj wonen voor g- huwde muzikanten enz. Ja, toen enkele jaren gel dm door een minister de toelage uit de veslingbe- grooting voor gecie officieren werd afge- schaft, bracht de Kamer die er weer in, Waar dus de Kauer'eden zelf aan- dringen op grootere uitgaven, die zich niet uiten in meerdere weerbaarheid, is het minstens genomen vreemd, dat zy den minister een bezuinigingscommissie wil.en opdring jn. T«n 1 ure Woensdagmiddag verleende H.M. de Koningin audiëntie aan de Ministers, hoofden der Departementen van Algemeen Bestuur, den vice-president van den Rxad van State, de vootzitters der beide Kameis en de leden van de verdere hooge colleges van Staat, tot het ontvangen van de gelukwenschon bij de jaarwisseliog. Na üfljop van deze receptie ontving Hare Majesteit de leden van Haar Civiel en Militair Huis, benevens de leden van de Hofhoudiag van Hare Majesteit de Koningin-Moeder. Z.K.H. de Prins der Nederlanden was by deze Nieuwjaarsreceptie tegenwoordig. Aan de regeering en de beide Kamers der Staten-Generaal zal binnenkort een adres gericht worden tot het verkrijgen van wyziging der artt. 95 ea 106 der gemeentewet (willekeurig ontslag aan gemeente-ambtenaren.) Alvorens het adres in te zenden, zal op het ontwerp daarvan het advies ge vraagd worden van alle erkende admi nistratieve voreenigingm van gemeente ambtenaren hier te lande. Het hoofdbestuur van het „Noderl. Onderwijzers Ge .ootschap" heeft zich met een adres tot H. M. de KoniDgin gewend, met het doel zich aan te sluiten by het adres van de vereeniging „Volks onderwijs" in zake het onderwys aan achterlijke kinderen. Het bestuur dringt er by H. M. op aan, zoodanige maat regelen te nemen, dat aan op te richten afzonderlyke scholen of klassen voor acbteriyke kinderen op denzeifden voet als aan de gewone lagere scholen, ry'ks- subsidie worde verleend, tengevolge waarvan de oprichting van dergelijke scholen en klassen zal worden bevorderd in het belang zoowel van hot onderwys aan die kinderen, als van het lager onderwys in zyn geheel. „Ik vind dat het schitterend is ge slaagd, te schitterend. Waar heeft u het model gevonden „Ze is mooi, nietwaar „Ja de schoonheid eener duivelin I" „U hoeft gelyk. Zij is eene duivelin. Zij is goed getroffen." Dan wendt hy zich van de schildery af en zegt„Laat my het uwe eens zien I" Na lang zoeken vinden ztj het eene aquarel, frisch en levendig, een land schapsstudie. „Ik mag uw werk heel graag. 'tDoet zoo weldadig aan, net al3 een frissche wind na al dien tropischen onzin." „'t Doet mij genoegen dat myn werk u zoo goed bevalt. Mijn werk is my alles I" „Alles?' „Ziet ge ik ben alleen - ik heb geen vaderland, alleen een paar vrienden 1" „Uwe zuster „Is heel goed ea hartelijk, maar ik bezoek haar alleen in de vacantie. Ik ben al byna twee jaar hier en woon samen met een paar Amerikaansohe dames, heel gezellig". „U ziet er niet zoo byzonder goed uit.' Maatregelen tegen de pest. De minister van binnenlandsche zaktn heeft by beschikking van 2 Januari opgenomen in de „St. Ct." van heden- de voorschriften vastgesteld, die zyn in acht te nemeu by lo. onderzoek van personen en goede ren op de aanwezigheid van pe->tmest- stoffen door middel van proefnemingen op dier. n 2o. het verrichten van ïykopening op lyken van personen, overleden aan de pc-st of verdacht vaD aan de pest lijden de te zyn geweest J 3vervoer van stoffen die pestmest- st. ffen, zyn of verdacht worden het te zyn. Invoerrecht voor werktuigen. Herbaaldeiyk wordt teruggaaf gevraagd van hot invoerrtcht voor werktuigen (bijv. dynamo's, ekctrische motoren e. a.), waarvan eerst na den invoer wordt aan getoond, dat zij als fabriekswerktuigen worden gebezigd en dus vrij van rechten zijn. Daarvoor is het evenwel noodig dat de indentiteit van het ingevoerde werk tuig en dat, waarvan de bestemming la'er meestal door andere ambtenaren wordt onderzocht, voldoende va-tstaat. Ten einde den twyfel, die hieromtrent kan ryzeD, zooveel mogelyk weg te nemeD, zullen de visiteerende ambtenaren voortaan by invoer van werktuigen, waarvoor het invoerrecht wordt betaald, doch waarvan bekend is of vermoed wordt, dat dit zal worden teruggevraagd, aanteekeniDg houden van datum en nummer van het betrekkelijk paspoort, alsmede van zoodanige kenmerken (afme tingen, nummers enz.) als waaruit later zoo noodig, dd eenzelvigheid kan worden afgeleid. De minister van oorlog brengt in de Staatscourant (no. 2) ter kennis van de belanghebbend, de bepalingen betrekkeiyk de opleiding van militie-plichtigen tot vesting-telegrafist. Er is een leerzaam boekje versohenen in de kleinere uitgaven van 't Nut „Opmerkingen omtrent den geldelijken toestand van Nederland in de 19e eeuw.» De heer A. H. van der KoJff geeft een beknopt, maar duidelijk overzicht van den toestand waarin Nederland in de laatste eeuw heeft verkeerd, leert ons wat verstaan moet worden onder uitge stelde schuld en onder werkelijke schuld vermeldt de maatregelen in 1843/44 genomen by de giiwongen leenrog en gaat verder den loop der zaken na, sedert alles een geheel regelmatig ver loop heeft gekregen. B-vredigend klinkt het voor Neder land, dat in de laatste halve eeuw de staatsschuld in de meeste landen be- langryk is afgenomen. „Ik Och ja, ik ben wel goed in orde, maar dikwijls vermoeid van het werken. U ziet er ook ni9t zoo goed uit. Woont u hier in Münehe i? „Ja, mijn moeder stierf een half jaar „Dat doet mij werkelyk leed. U znlt haar wel missen." „Ja, ik mis haar erg. Mijne zusters zyn ook getrouwd, behalve de jongste, die is verpleegster. Zoo had ik ai spoedig gelegenheid mijn fortuin te zoeken. Ik wist een beetje vooruit te komen en was gelukkig en tevreden, tot ik nu ja, tot ik in deze vervloekte stad kwam I" Verbaasd zag zy hem aan. „Bevalt Müochen u dan niet Zij hadden thans het groote paviljoen bereikt,waar het beeldhouwwerk was ten toongesteld, en namen op eene groene bank plaats. Gedachtenloos stiet hy met zyn stok gaatjes in het gele zand. „Heeft u genoeg van de tentoonstel ling?" vroeg hy eindelijk. „Voor vandaag, ja 1" „Permitteer my dan u naar huis te brengen. Is het ver „Volstrekt niet,» (Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1902 | | pagina 1