Woensdag
1 Januari.
Oud en ITieuw.
FflUIbtETflB.
JEN SPROOKJE
40e Jaargang'.
1902.
10. 1
UIS.MMSCIE (#IKV\T
Prys per drie maanden 1.30. Praneo per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 6 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bQ den i t g e e r
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTEMTEËN van 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de {sijs slechts tweemaal berekend. Groot» letters
en cliché's naar plaatsruimte.
Veneh|nt dag«l$ks, sitjesonderd op Zon- on feestdagen.
Telephoonnummer IO.
Abonnements-AdvertentlSn op «eer voordoellge voorwaarden.
"Wegens den Nieuwjaars-
lag verschijnt de »VLIS-
UNGSOHE OOXJRA.NT»
norgen "Woensdagniet.
Een Kerstfeest als in het zuiden'! -
)at mag nu niet bijzonder eigenaardig
rezen; 't is toch aangenamer dan de
arre winter, die, als hy ons in deze
lagen overvalt, zoovelen doet lijden.
De ditmaal al bijzonder donkere dagen
lebben we doorgeworsteldmaar dat
ve nog in de korte dagen zijn,
bemerken wij maar al te goed. Dag
wordt het soms haast niet, en, o wat
moeten we ons dan reppen 1
Een levensbeeld, voorwaarwant,
moeten we ons ook in het leven niet
leppen omdat onze dag zoo kort is?
We behoeven die waarheid niet terug
te houden, al past ons ook geen klacht.
Een feit is het, dat uren, dagen, maan-
ien, jaren, als het ware vliegen, dat de
yd als een bergstroom voortrolt. Vooral
n oogenblikken als deze bemerken we
lat maar al te goed. We staan aan
ie grenzen van twee jaren en 't is ons,
ils werd het „heil en zegen" van vóór
irie honderd vijf en zestig dagen, eerst
'isteren vernomen.
Maar neen, we worden alweer geroe
pen lot een nerhaiing er van. Rusteloos
ging de tijd voortsoms met ijzing
wekkende vaait. De levensstroom is er
een die geen stilstand kent. 't Zijn
maar drie hondeid vijf en zestig dagen
en toch, welk een geschiedenis ligt er
In die kleine spanne tijds. Al de bij
zonderheden daarvan na te gaan, zou
ras voor heden veel te ver voeren.
Vanneer we straks al die beelden uit
iet verledene Dog weer eens voor den
tetst terugroepen en al die afzonderlijke
'eiten in samenhang en verband be-
cbouwen, dan zullen wij zeker geen6
.anleiding vinden om die opmerking
erug te nemen, al is dan ook het jaar
lat achter ons ligt, wat den algemeenen
oestand der wereld betreft, geen jaar
raarop wij met genoegen terugzien.
Schokkende gebeurtenissen beroerden
e volkental van feiten kwamen de
istorie verrijken en de geschiedenis van
ns eigen leven was geteekend door
lenig feit, hetzij dan heerlijk of bedroe
end, waarvan we ons nauwiyks kunnen
oorstellen dat het vóór enkele maanden
og een verborgenheid was, of althans
og in een verte toekomst scheen te liggen.
Voor Oud- en Nieuwjaar.
Door M. c. Buys-van Hoeve.
t Is nacht, een koude, bitter koude
internacht. De stad aan den voet van
en heuvel sluimert, warm toe-
edekt met een witwolligen sneeuw-
lantel. Aan den zoom van het woud
ilverwtge den heuvel ligt een grjjs-
ird. Wit zyn haren en baard als de
leeuw om hom heen en moe en mat
lijden zyno halfgebroken oogen over
et laLdschap Hy heeft geene krachten
n zich op heffen en verder te
rompelen hy voelt, dat zijn einde
uit is en dat hy spoedig in zal slapen
n nooit meer te ontwaken. Maar juist
hem, aan -et einde van zijn
ven, of dat leven no; 6ens geheel voor
Er zyn er die het een dwaas denk
beeld vinden, als het ware willekeurig
een afgerond tydperk daar te stellen en
als het voorby iB, daaraan een plechtige
herdenking te wyden.
Wat zullen we zeggen, vrienden?
Menigeen die het hoofd schudt over
dergeiyke dingen en ze dwao den
noemt, kan er zich evenmin o wy
van los maken. En werkeiyk, eer
we die opmerking maakten en ze feite-
ïyk giDgen toepassen, wy gelooven dat
wy slechts onszelven er mee zouden
bedriegen.
Men yvert in onze dagen zeer voor
Zondagsrustmaar het is geenszins
alleen in stoffelljken of lichameiyken
zin, dat er Zondagsrust in het jven
moet zyn. Ook moeten we dar niet
al to veel hechten aan het voord
Zondag. Onze geest heeft boefte
aan iets wat we ook Zondagsrust zouden
kunnen noemen; al komt het nu juist
niet om de zeven dagen terug. Waar-
ïyk, het zyn sterke beenen, die de
weelde kunnen dragen en we moeten
helden zyn, als we, zonder schade voor
ons geestelijk bestaan, den levensweg
zonder rustpoozen kunnen aflegge;
Wy vreezen, dat er weinig lulke
helden zyn en houden ons overtuigd,
dat het in dezen zin althans maar
beter is, een heel gewoon mensch te
wezen.
Wy moeten de myipalen 1 den
weg niet zoo gedachteloos voorbij walen.
Zy wyzen ons immers ook de ware
richting aan By elk moeten wy daar
om stilstaan om later den weg beter te
kunnen vervolgen. Het staat vast dat
wy bjj brood alleen niet leven kunnen,
omdat het leven te veelzydig, onze be
hoeften te tairyk en te verschillend zyn
omdat alles zyne eigenaardige eischen
stelt en aan alle eischen toch moet
worden voldaan.
Natuurlijk is die opmerking van zeer
algemeenen aard en geldt zy volstrekt
niet alleen voor de plaats, waar de
grenssteen tusschen twee jaren ligt. Zy
geldt b.v. voor de scheiding tusschen
onze eigene levensjaren, voor onze gods
dienstige feesturen. Even als de ver
dwenen geslachten hebben wy behoefte,
ze in eere te houden en te gedenken,
't Zyn de stations en de halten op de
levensreizo. Er zyn wel expresse en
sneltreinen, die ze voorby stoomen,
maar er is toch niet één trein, die niet
heeft een uitgangspunt, die nergens
stopt of nergens stilhoudtwant dan
zou hij ten slotte ergens biyven steken,
waar het niet zonder ongelukken zou
afloopen.
hem oprijst en hy bedenkt, wat by der
wereld gegeven heefc aan liefde en leed,
vreugde en smart. Hy ziet zich zeiven
als kind, jong, schoon en vol moed en
hy ziet hoe men hem met gejubel ont
vangt en hoe alles hem toejuicht. Wat
is ervan overgebleven
Meer en meer heeft men hem den
rug toegekeerd zich van hem afgewend,
want by gaf niet, wat men van hem
verwacht had, hy was niet die geweest,
dien men gedacht had, dat by zyn zou
en al heeft hy velen geluk gebracht, in
zyn weemoedig pessimisme denkt hy,
dat er geen enkele vriend is overge
bleven om hem de oogen toe te drukken.
De maan verlicht met hare zachte
stralen den geheelen omtrek en doet de
sneeuw glinsteren op de takken der
dennen, alsof het kleine lichtjes waren
aan een kerstboom. Helder beschynt
zy ook het gelaat van den stervenden
grysaard, die onafgebroken staart naar
den donkarblauwen hemel met zyne ster
ren, die zoo klein en nietig schynen nu
by dat groote stille maanlicht.
Plotseling valt er eene schaduw op
het gelaat van den grysaard en hy blikt
Laat ons ook dit ten levensbeeld zyn
en laten we het maar bekennen, dat
we onze rust- en feestponden ook Qlet„
willen prys geven en gevoelen
dat ze den grondslag "an ons gezonde
leven vormen.
Allerminst willen we het plechtig
oogenblik missen, waarop we aan het
station des levens worden uitgenoodigd
om „over te stappen.*
We verlaten het rytuig, dat afgehaakt
en voor eeuwig op stal gezet wordt.
Niemand zal er ooit meer in plaats
nemen niemand er ooit meer in reizen.
Wel beschouwd was het zóó, met elke
seconde, die op den uurwyzer verliep.
De tyd rolt niet alleen als een berg
stroom voort maar keert ook nooit tot
de bron terug en vervolgt zyn loop, tot
hy opgenomen wordt in den onmeteiyken
oceaan. Een aangrypende waarheid, en
die dubbel aangrypend wordt, wanneer
we tevens bedenken, dat er wel eens
verloren oogenblikken in de hoekjes
biyven liggendat die verloren tyd
nooit weer wordt ingehaald 1
Waariyk, die gedachte zou al genoeg
wezen, om er ons van terug te houden,
gedachtenloos heen te stappen over de
scheiding der jaren 1
Wanneer we later neg eens in gedach
ten den afgelegden weg beschouwen)
dan zullen wy, behaive de dankerken
tenis, waartoe ieder onzer zich, wat zyn
eigene ervaringen betreft, zal genoopt
gevoelen, ook zeker (jennen dat de
algemeene toestand van vaderland, ge
west en stad onzer inwoning veel reden
tot tevredenheid geeftal zal het afge-
loopen jaar ons er vooral aan herinnerd
hebben, dat we mtt stilstaan niet komen
waar we wezen moeten en dat, om te
behouden wat men heeft, een krachtig
opgewekt leven een eisch van den tyd is-
Ons blad meg in dat gevoel van
dankbaarheid deelen en verheugt zich
by voortduring in de gunst van het
publiek. De courant- en het publiek zyn
oude en trouwe vrienden geworden, die
eikaars dageiyksch gezelschap niet
zouden willen onissen en dit zal vooral
zóo zyn en biyven waar uilgever en
redactie van den ernstigen wensch
bezield zyn, om het beste te geven
wat zy bezitten en voortdurend het oog
gericht te houden op die verbeteringen
waarvoor hun blad nog mocht blyken
vatbaar te zijn.
Dit woord van dank zy tevens een
woord van aanbeveling. En met dit
woord vergunne men ons, op nieuw den
grooten stap te doen, met een harteiyk,
welgemeend
„Veel heil en zegen
in een paar groote, heldere oogen, die
hem glinsterend aanstaren.
Een kind staat voor hem, schoon als
de dageraad, eene sierlijke gestalte met
blonde lokken, die omlysten een gezichtje
zóó rein en onschuldig, dat een traan
opwelt in de oogen van den stervende.
Teere, witgaren vleugeltjes schitteren
in het maanlicht en in de fyne witte
handjes draagt het een takje edelweis.
„Wie zyt ge", vraagt de grysaard,
„zyt ge een engel Gods, gekomen om
my te zeggen, dat myne stervensure
daar is, gekomen om my de oogen toe
te drukken.*
„Neen", zegt het kind, „ik ben ge
boren, om goed te doen en gelukkig te
maken, om vrede te brengen en vreugde
ik ben het Nieuwejaar.*
„Kind", zoo zegt de stervende en
zyne stem wordt zwakker en zwakker,
„ik was eenmaal als gy moedig, krach
tig en vol zelfvertrouwen trad ik de
wereld in. Ik had alle menschen lief,
ze juichten my toe en verwachtten alles
van my, zooals zy dat straks van u
zullen verwachten. Ik wilde, evenals gy,
slechts geluk en vrede brengen, maar
Technische adviezen.
Het hoofdbestuur der Vereeniging flt
bevordering van Fabrieks- en Hand-
werksny verheft in Nederland heeft een
nota uitgegeven over de oprichting van
een bureau voor technische adviezen in
Nederland.
De algemeene vergadering der ver
eeniging had het hoofdbestuur opgedra
gen over deze zaak in overleg te treden
met deskundigen en zoo mogeiyk plannen
voor te bereiden. Allereerst werd toen
de hulp ingeroepen van den heer G. A.
A. Middelberg, die aan het hoofdbestuur
een schema iret toelichting deed toe
komen. Daar de inrichting van dit schema
stond of viel met de houding, welke de
Delftsche professoren daartegenover zou
den aannemen, werd het oordeel van den
directeur der Polyt. School gevraagd.
Deze vroeg de meening van verschillende
hoogleeraren, welke echter bleken zeer
verdeeld te zyn.
De algemeene vergadering achtte de
zaak van groot gewicht, doch van te
grooten omvang en te kostbaar, dan dat
er voor de vereeniging aan te denken
zou zyn, al ware het ook met behulp
van belanghebbenden, een technisch
bureau te stichten.
Intusschen is de tegenwoordige minister
van waterstaat voornemens een commissie
te benoemen voor de voorbereiding van
de oprichting van een Rijksstation voor
physisch technologisch onderzoek, aan
geduid als een centraal yk- en verificatie
bureau. Het hooldbestuur der VereeDiging
tot bevordering van de Fabrieks- en
Handwerksnijverheid is nu van oordeel,
dat zoodanige instelling tevens de ge
legenheid zou behooren te bieden om
adviezen te ontvangen over nieuwe be
werkingen of bereidingswijzen. Uit de
mededeelingen van den Minister biykt,
dat de mogelijkheid bestaat, dat aanstonds
of bij latere opdracht het onderzoek der
commissie ook wordt uitgestrekt tot de
vraag van een technisch bureau. Het
komt daarom het hoofdbestuur voor, dat
het oogenblik geschikt is voor de nanst
belanghebbenden om zich te doen hooren.
Mocht blyken van groote belangstelling
by dezen van de gezindheid om de
kosten van een ingesteld onderzoek geheel
of op ruimo schaal te vergoeden aan
een van Rykswege beheerd bureau
wellicht van de bereidwilligheid tot het
aanbieden van een bydrage in de kosten
der stichting dan zou er aanleiding en
grond bestaan aan te dringen op het
oprichten van Staatswege ook van een
technisch bureau.
Het hoofdbestuur stelt zich voor, in
dien van genoegzame sympathie aan
vankelijk blijkt, te Amsterdam eene
vergadering byeen te roepen van be
langhebbenden en belangstellenden, die
door toezending van een naamkaartje
of op andere wyze instemming met de
grondgedachte hebben betuigd. Op die
kind, er is leed en verdeeldheid, die gy
niet weg zult kunnen nemen, evenmin
als ik dat kon. Hoe ouder ik geworden
ben,hoe meer men zich van mij afwendde,
van den ouden man, die niet meer
schenken kon, wat men hem vraagde.
„Zoo zal het u gaan. Belooft den
menschen niet te veel, want hoe meer
gy hun belooft, hoe meer zy van u
eischen zullen."
„Het kind staat stil te luisteren de
kleine handjes gevouwen, de mooie
heldere oogen met een zweempje van
ernst gericht op het bleeke gelaat van
den ouden man, wiens stem thans in
een gefluister is overgegaan.
Gelooft het, wat de grysaard het gezegd
heeft
Op eenmaal daar klinkt uit de stad
in de diepte de heldere eerste slag van
het middernachtsuur door de lucht. On-
beweegiyk luisteren beideo, het kind en
de grysaard twee. drie. vier.vyf
en zoo steeds voort, onverbiddeiyk
zes zeven het gelaat van den
stervende wordt bleeker, de adem houdt
bykans geheel op achtnegen
vergadering di6nt dan overwogen t»
worden op welke wyze deze aangelegen
heid 't best zal worden behartigd,terwyi
eene uitvoerende commissie wordt aan
gewezen.
Met aandraog roept het hoofdbestuur
de medewerking in, zoowel van de
verschillende Kamers van Koophandel
en Fabrieken en van de verschillende
corporaties, welke landeiyk of plaatseiyk
de bevordering van nyveiheid beoogen,
als van hare individueele leden, alsmede
van alle andere industrieelen in Neder
land. Het hoopt, dat ai dtze officieels
personen, deze corporaties en deze par
ticulieren, ook zonder dat zy een by-
zondere uitnoodiging tot betooning van
instemming ontvangen, binnen 14 dagen
van hun gevoelen zullen willen doen
b'yken.
Secretaris van het hoofdbestuur is
mr. C. J. H. Schepel, ta 's Gravenhage.
Moigen zal het een halve eeuw geleden
zyn dat in ons land de postzegels
werden ingevoerd.
Nederland en Zuid-Afrika.
Het totaal der gestorte gelden by da
Nederl. Zuid-Afrikaanache vereeniging be
droeg op 28 December 11. 1,356,673,81
en werd in bet geheel ongeveer f 755,000
uitgegeven.
De uitvoer van vee naar België heeft
van 16 tot en met 30 November be
dragen 2205 stieren, os ren, koeien en
vaarzen, 333 hokkeiingjn en kalveren,
35 varkens, 2465 schapen en 980 lam
meren, totaal 5968 stuks vee.
Vlitsingen, 32 Dec.
Met leedwezen zal zeer zeker door
zeer velen, met ons, vernomen zijn dat
de heer A. L. A. van Uaen binnenkort
onze gemeente gaat verlaten om te
Leiden weer een betrekking als ambte
naar ter secretarie te aanvaarden. Vooral
als gvmeente ambtenaar deed de heer
Van Unen zich hier ter stede kennen
als iemand van buitengewone werkkracht
en door zyn voorkomendheid en wel
willendheid was hy voor velen een
vraagbaak.
Is reeds uit dat oogpunt zyn vertrek
een groot verlies, in hoeveel andere
commissies en besturen van vereenigin-
gen is by niet werkzaam geweest in
het belang en het welzyn van Vlissingen,
dat hem zoo na aan het harte ligt en
hoe zullen vooral vele dezer laatsten
zyn belangelooztn yver en voorlichting
missen. Want waar de heer Van Uaen
een taak op zich nam, volbracht hy
di ze op een wyze, die hem met volle
recht de algemeene tevredenheid deden
verwerven.
De v.reeniging „Hulp in Nood" verliest
door zjjn vertrek zyn secretaris en zoo
éen vereeniging hem dank verschuldigd
is, is het wel deze. Bij de moeieiyke
het kind heeft nog steeds da handjes
gevouwen, maar zijne blikken zyn niet
meer geiicbt op den g.-yze maar staren
naar de stad in de diepte en zyne wan
gen zyn hooggekleurd van verwachting
tien elfde grysaard lektde stram
me leden uit, gereed om heen to gaan en
aan het kind wordt alles leven, zyne
oogen Bchitteren en de kleine voetjes
kunnen byna niet meer stilstaan.Twaalf
de oude man heeft het hoofd ge
bogen, een laatste zucht komt over zyn»
lippenhy is heen. Even werpt het
kind nog eenen ernstigen blik op hem,
dan glimlacht het en in het zilveren
maanlicht ontplooit het zyne witgaren
vleugels en vliegt de wereld daar bene
den te gemoet. Met klokgelui en jubel
tonen wordt het ontvangen en vergeten
is de waarschuwing van den doode.
De wereld is zoo schoon, zelve is het
zoo jong en krachtig, zou het niet alles
kunnen schenken, wat men het vraagt
Het twyfelt er niet aan, zeker kan
het dat en met eon z lfbawust glim
lachje op de roode lippen zet het zyn»
voetjes op de aarde.