Dt lilt Mlaritt
fENHUIS
lacao
Donderdag
28 Februari.
1901.
middel Eareka
bode
39e Jtaarg&iig.
Tan week tot week.
IIS
Drop
■Bonbons,
Ivoor Verkoudheid,
DOMMISSE.
ÜPPERT.
I Onschadelijk
garantie binnen
i ongewenschten
bet gelaat, op
ben, zonder pijn,
bollige Haargroei
1 Prijs per groote
8s 15 cent porto
a 1.50.
5LOEMEN-
Columbusstraat
Ikt, F. 55.
I. Loön acht gulden
i D 28.
?io. 50
|ya
wil, de Echte 1
ontvangentesamen-
iroefnemingen in den I
?n naam des uitvinders
aardigd op de beste
Idberoemde étabblisse- I
pllwerck te Keulen,
sefeaefig»
met melk gekookt
|de drank voor dage-
2 theelepel* van 't
Icolade) Als genees-
p,l van diarrhee slechts
naamste H. H. Apo-
Ko. proBfbnsjes
Ie. 0,90, c. 0.35-
ger voor Nederland
:tenklodt,
ialverstTaat 103
MD IENST
in KlDDEIiBüaa v.v
Inise?m 4 50 5 55
Van Zeilmarktvra
15 mm 12 80 1 15
|5 10 5 55 6 55 7 45
ar Zeümarkt Vlittm.'
glsen op werkdagen^
m 12 35 1 20 2 5
6 7 7 50 8 35
HAVENDIENST.
6— 6 20 7— 7 50
10— 1020 10 40
i 1 10 1 30 2 220
4 4 20 5 5 20
20.
vu 6 10 6 30 7 10
0 9 50 10 10 10 30
12 10 ma 1 20 1. 40
§3.30 3 50 410 4 30
40 8—1 30.
uü-Maldegbesa,
shtijd.j
8.25, 10.37, 1,18,
uis 5,31, 6.9, 7.35,
5, 5.33, 8.24. 9.25
2, 10.—, 1.38, 4.32,
ïg 5.51, 6,29. 8.10
8.3,9.5,9.45.
nm 3 30b)
3 55
11 55
215
3 30b)
3 50
8 10
40
naar Breekene en
an Vlisnitigen naar
maakt.
et apoorwegata-
VLISSINGSCBE COURANT.
PrQa per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 6 cent. Men abonneert zich by alle Boek
bandelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks b(j den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
VersehQnt dagelQka, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
ADYERTENTIËNvan 1-4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. - B(j directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaai berekend. Groote letters
en cliché's naar plaatsruimte.
Telephoonnummer ÏO.
Abonnement»-Advertwtiën op zeer voordeeiige voo -waarden.
Keizer Wilhelm is niet gelukkig tegen
woordig. In zijn houding tegenover de
Eogelsche regeering en hare uitverkore
nen heeft hij al menige onhandigheid
begaan. In het Londensche parlement
drijven de Ieren openlijk den spot met
hem. Nu zit het weer scheef met dat
ongelukkige tegenbezoek van zijn oom
koning, die in Vlissingen zoo geestig
met het Transvaalsehe volkslied werd
verrast en in Duitschland wel niet
veel anders dan o f f i c i e e 1-vriendelyke
gezichten zal zien.
En dan die ongelukkige historie in
Konstantinopel. Daar laat Z. M. in de
heilige stad der geloovigen zoo'n mooie,
dure bron bouwen, als geschenk aan
zijn waarden vriend den Sultan, versierd
nota bene met keizerskronen en chris
telijke kruisen en daar dringt hij net
zoolang, tot de groote heer waarachtig
toestemming geelt, dat een groot Duitsch
oorlogschip, sterk bemand en gewapend,
door de Bardanellen vaart, om luister
bij te zetten bij de inwijding der bron
en laat die op Duitsch-militaire wijze
plaats hebben, waarbij de Turken in
hun eigen hoofdstad de tweede viool
't Is waarachtig geen wonder, dat het
volk woedend is geworden, door wat
het noodzakelijkerwijze als een verre
gaande onbeschaamdheid der christenen
moet beschouwen, en dat het nog op
lien eigen dag moedwillig geschonden
prachtstuk voor verdere vernieling dag
en nacht moet bewaakt worden.
Men zal zien dat Z. M. de Duitsche
Keizer, die er zoo van houdt overal zijn
vlag te vertoonen en waar hij ze ver
toont in de verbeelding christendom en
Duitsche beschaving plant, op den
langen duur noch den staatkundigen
toestand van zijn groot Rijk verbeteren,
noch zijne eigene stelling tegenover zijn
volk handhaven zal.
Ook in China heelt de Duitsche keizer
zijn zin gekregen en speelt er door graaf
Von Waldersee de eerste viool. Maar
wie zal beweren, dat het staatkundig
beleid hier niet heeit gefaald
Het heet dan nu, dat er een keizerlijk
decreet verschenen is, waarbij wordt
gelast de ter dood brenging van de
hooge ambtenaren, die de gezanten der
mogendheden als schuldigen hebben
aangewezen maar die, men vergete
dit toch vooral niet, niet schuldig
zjjn in de oogen der Chineezen en hunne
regeering. En nu moge men gelooven
wat men wilmaar als de Europeesche
autoriteiten die heeren niet in handen
FIUI i LIT Et.
Naar
BEDOIPH LIXI)A11.
8).
Toen hij 5oor den tuin gedragen werd,
die vóoi haar huis lag, zag hij op de
veranda de jeugdige gestalte van Edith.
Z|j ijlde hem te gemoet, maar bleef
«enige schreden van hem afstaan, en
Werd even bleek als hij.
.0, George, George Is het mogelijk
spreek zeg, dat ik mij vergis!"
Maar hij kon niet spreken, 't was
tarn, als moest hij stikken. «Mijne
Edith, mijn lieve, goede, arme Edith!"
krijgen, dan zullen zij hun zoogenaamde
straf evenmin ondergaan, als de mogend
heden den staat van zaken in China
hebben verbeterd. De christenen en
alm vreemdelingen zyn er zwarter ge
worden dan ooit te voren, en al slaagt
men er in, voortaan gemeenschap te
houden met Peking de gezantschappen
voldoende te beschermen en zich voor
onverhoedsche gebeurtenissen te bevei
ligen, geen enkel zendeling en geen
enkel christen zal in het Hemelsche rijk
veiliger zijn dan voorheen de beschaving
heeft bij al het gebeurde niets gewonnen
en van lieverlede zal opnieuw de brand
stof zich ophoopen om, wellicht over
eenige tientallen van jaren, met ver
nieuwde woede uit te barsten.
Is De Wets inval in de Kaapkolonie
mislukt
Om op die vraag een bevestigend ant
woord te kunnen geven, zouden wij
moeten weten wat het doel van den
inval geweest is en daaromtrent ver-
keeren wij vrijwel in het duister. V e r-
m o e d e 1 ij k wil men vooral de agitatie
in Kaapland levendig houden en tevens
afleiding bezorgen voor het noorden. Dat
De Wet nu weer over de Oranje-rivier
terugweek, is duidelijk genoeg, als men
weet dat ook in Kaapland de voornaamste
vervolging tegen hem gericht was. Hoe
weinig ons ook van den Staat van zaken
bekend is, dit weten wij toch wei, om
dat het, uit alles blijkt, dat het van
kleine Boerenafdeelingen in Kaapland
krielt en de Engeischen daar meer last
van zullen hebben, dan van één groote
krijgsmacht.
En wat nu het zuidoosten van Trans
vaal betreft, van daar vertelt men ons
het naadje uit de kous niet. Waarom
die zaak, dat optrekken van de zeven
colonnes, waarmede men zoo lang draaide
tot het hoog tijd werd, met zooveel op
hef aangekondigd Toch niet om ons
te komen vertellen dat er honderd vijftig
duizend schapen buit gemaakt zijn Die
zullen de Boeren wel weer in termijnen
terugkrijgen. Maar het is toch zeker
niet bepaald om trekossen en schapen
te doenGesteld dat de Boeren, wat
mogelijk is, een vijfhonderd man tot
22 Februari verloren hebben, waartegen
de Engeischen honderd vijftig, dan moet
toch zeker zeer ernstig gestreden zijn
en dan is het maar de vraagwelk
resultaat de Britten daarvoor verkregen
hebben De Boeren, door French op vijf
duizend geschat, wijken terug, dat is
duidelijk genoeg, maar hieruit volgt
weer niet, dat zij, zooals men het ge
lieft uit te drukken, verstrooid en gedes
organiseerd ztjn.
Heden is het Amajubadag. Het was
stiet hij er eindelijk uit. Daarop stortte
het meisje met een gil ter aarde. Haar
onmacht gaf hem zijne krachten terug.
Hij nam haar op, [droeg haar op de
yeranda, op hetzelfde oogenblik dat
mevrouw Onslow verscheen.
„Vrijgesproken!" zei Buchner kortaf;
en daarop wilde hij mevrouw Onslow
bij de bewustelooze bijstaan.
„Laat ons een oogenblik alleen," zei
mevrouw Onslow kalm„dat gaat
spoedig voorbij. Soep het kamer
meisje, dat zij koud water en Eau de
Cologne brenge."
Buchner verwijderde zich schielijk en
deed wat hem gezegd was. Van verre
zag hij hoe de beide vrouwen met de
lijdende bezig waren, maar waagde zich
niet nabij.
Het kamermeisje kwam en ging.
Mevrouw Onstow draaide hem den rug
toe, en onttrok daardoor de voor haar
liggende Edith aan zijn oog. Eindelijk
keerde zij zich om en wenkte, met een
vriendelpen lach, Buchner tot zich.
op dienzelfden dag, dat Cronjé zich bij
Paardeberg aan Roberts overgaf, en.
blijkbaar is men er in Engeland verzot
op, dat op nieuw deze dag zich door
iets bijzonders zal kenmerke: Daaraan
moet vermoedelijk het gerucht worden
toegeschreven, als zou Botha met Kit
chener een bijeenkomst hebben, welke
door den laatsten bepaaldelijk is vastge
steld op 27 Februari.
Wy geloeven vooralsnog van dit ge
rucht niets, maar achten het toch zeer
merkwaardig dat thans niet de bood
schap teruggezonden zou zijn, dat alleen
van onvoorwaardelijke overgave sprake
kan wezen. Wat de Britten in hun
schik zouden wezen, wanneer er eens
zeer fatsoenlijke voorwaarden konden
worden aangenomen met andere woor
den, wanneer er nu toch eindelijk eens
goede „zaken" te doen waren, zooals
dat tusschen kooplui gebruikelijk is, en
dan liefst zóó, dat men er over het
kanaal eenige honderden percenten aan
verdienen kon 1
Enfin, 't is het beste, dat men er zijn
crediteuren nog maar niet te veel op
uitstelt. Intusschen mogen wij wel in
de ooren knoopen, dat de geduchte samen
komst precies ten twee uren zou plaat»
hebben een mooi uur om den goeden
heer Botha iets te presenteeren. Waar
schijnlijk zal hij wel weten, dat men
niet tegen den heer Kitchener op kan
drinken en het dus zaak is, hel
der to blijven 1
Nu, we zullen het dan maar afwach
ten en hier besluiten met een woord
van Botha zelf„de Heer zal er in
voorzien,"
Een interview over Curagao,
Iemand, die jaren lang in onze West-
Indische koloniën zaken gedaan heeft,
en, door het Hbld. geïnterviewd, over
die koloniën aan het praten kwam, was
van meening dat Nederland mooi op weg
was de koloniën van zich te vervreemden
en dat de kolonisten van Curagao en
bybehoorende eilanden, wordt er niet
spoedig iets voor hen gedaan, langza
merhand zullen gaan wenschen maar
onder Amerikaanseh bestuur te kunnen
komen.
Naar de reden over deze beschouwing
gevraagd, antwoordde hij
„Curagao, Bonaire, en al die eilanden
verarmen hoe langer hoe meer, en dat
heeft verschillende oorzaken, die men
hier te lande blijkbaar niet zien wil.
Men geeft hier jaarlijks een subsidie
Vóór hem, met losse, vochtige haren en
een bleek gelaat, maar met de uitdrukking
van innig geluk in de groote oogen,
lag zijne verloofde.
„Dwaze man," zeide zij, wat hebt gij
mij doen schrikken."
„Maar waarmee dan Ik begrijp het
niet."
„Gij zaagt er uit als een veroordeelde."
„Om Godswil! Zeg dat niet. Hoe
kondt gij zoo iets denken?" En huiverend
kromp hjj ineen.
„Nu is alles goed. Geef mij je hand,
mijn goede, oude, besto George."
Een maand lang scheen het, alsof
alles weer goed zou worden. Buchner's
vrienden wedijverden met elkander, om
hem te toonen, dat hij hun vertrouwen
niet had verloren. Hij ontving talrijke
uitnoodigingen, tot het bekend werd, dat
hij zich nog afgemat gevoelde door de
overspanning der laatste weken, dat hij
tot aan zijn huwelijk stil en terugge
trokken wenschte te leven en alleen
met zijne verloofde en de Onslow's te
aan de kolonie Curagao, dech de helft
daarvan is noodig om het pensioen der
ambtenaren te betalen, die in de kolonie
werkzaam waren en door de Nederland -
3ohe regeering werden aangesceld. Ik
weet o.a. dat in Curagao werden aange
steld rechterlijke ambtenaren, die reeds
vijftien jaar in Nederland hadden
gediend, daarna vijf jaar op Curagao
werkzaam waren en vervolgens rechtens
gepensionneerd werden ep hun halve
traktement, dat de kolonie betalen kan.
Wat heeft op die wjjzq de kolonie aan
de subsidie?
„Dan zijn er gezaghebbers met hooge
traktementen, welke onnoodig zijn; want
wanneer men deze ambtenaren aanstelde
uit de ingezetenen, zouden deze den
post als bijbetrekking voor een veel
kleiner traktement kunnen waarnemen;
alles geld weggooien ten nadeele der
kolonie.
„Doch," vervolgde hij, „het ergste is
dat men de kolonie laat verarmen.
„Gij weet dat het groote handelsartikel
van Curagao en voornamelijk van Bonaire
is het zout, dat van zeer goede qualiteit
is. Dit zout ging alleen naar Amerika
jaarlijks bedroeg de uitvoer naar Ameri
ka ongeveer 70 a 80,000 vaten, elk vat
van 1Ï5 kilo. De Vereenigde Staten
heffen thans echter voor dat artikel 8
dollarcenten per 100 Amerik. ponden
(45 KG,) recht, als middel om hun eigen
kunstmatige zoutkweekerij te bescher
men.
„Bovendien, nu de Yankees Porto
Rico hebben geannexeerd bestaat de
vrees dat het met d« zoutindustrie van
Curagao spoedig geheel uit zal zijn.
omdat Porio Rico evengoed zout levert
dat dan vrij in Amerika kan worden
ingevoerd. Een jaar of tien geleden
ontvingen wij nog 30 en 40 dollarcent
per vat, thans hebben wij die prijzen
reeds op 18 en 24 dollarcent moeten
brengen.
„Er liggen dan ook duizenden vaten
zout in de kolonie in voorraad, waar
wij geen weg mede weten. De bevolking
verarmtde waarde der perceelen daalt
aanmerkelijk, en als er geen verandering
komt, zullen de zouthandelaars honder
den negers moeten ontslaan.
„De Nederlandsche Regeering kan de
geheele industrie redden. Thans krijgt
Nederland zijn zout uit Portugal, Rus
land, Engelandhet zou het kunnen
krijgen uit ztjn eigen kolonie, indien wij
het hier maar konden invoeren."
„Waarom doet ge dat dan niet?"
„Omdat de vracht te hoog is in ver
band met den accijns die hier wordt
geheven, wij kunnen daardoor niet
tegen Portugal en Engeland concur-
ceeren.
verkeeren.
Men billykte dit en gedroeg er zich
naar. De eenige, die zich niet uit zijne
nabijheid liet verdrijven, was Prati, die
ook met mevrouw Onslow vriendschap
had gesloten, en geen dag liet voorbij
gaan, zonder Buchner in hare woning
op te zoeken.
Prati was ijverig in de weer, om eene
verzoening tusschen Rawlston en Buchner
te bewerken. Maar bij Buchner leed al
zijne welsprekendheid schipbreuk. Als
Edith zich met hem verbonden had, zou
het aan beiden misschien gelukt zijn
Buchner's halsstarrigheid te overwinnen
maar het jonge meisje deelde de ge
voelens van haar verloofde. „James heeft
te 'slecht gehandeld," zeide zij. „Het is
onmogelijk, dat George hem nu reeds
vergeeft. Eene verzoening nu zou eene
schijn vertooning zijn. Ik zelf wensch
mijn broeder nog niet weer te ontmoeten.
Later misschien, maar nu nog niet.»
„Maar mijn lieve, beste miss, wees
toch niet zoo hard," antwoordde Prati.
„De invoerrechten op zout bedragen
hier f 30 per 1000 kilo de vracht van
Portugal hierheen bedraagt op die
hoeveelheid ongeveer f4 a f5, van
Curagao hierheen f 15 a f 20, wanneer
men ook rekent de hooge assurantie -
kosten op zout en bijkomende kleine
kosten.
„Wanneer de Regeering den accyns
voor Curagaosch zout nu bepaalde op
f 10 a f 15, zoodat wij als 't ware onze
vracht vrij hadden, dan zouden wij
geholpen zijn en kunnen concurreeren".
„Dus protectie
„Protectie, als ge het zoo noemen
wilt. Doch ik verzeker u dat men hier
te kiezen zal hebben tusschen die
protectie of tusschen de kans dat de
Curagaosche bevolking verhongeren zal
en den dag zal zegenen dat ze in stade
onder de Nederlandsche, onder de
Amerikaansche vlag zal zetelen. Ik ver
zeker u, men heeft slechts te kiezen".
Tot zoover de zegsman van hetHW.,
welk blad er op volgen iaat: Wanneer
inderdaad de toestanden op de West-
indische eilanden zóó zjjn als hij ze
afschildert, dan dient daaromtrent alle
licht op te gaan. In allen gevalle ver
wachten wjj dat bij da eerstvolgende
behandeling eener begroeting van Curagao
over den werkelgken toestand van de
kolonie, van de Regeering uitvoerige
mededeelingen worden uitgelokt.
Het huwelijk van de Koningin.
Bij gelegenheid van den feestelijkea
intocht van H.M. de Koningin an Z.K.H.
den Prins-Gemaal te Amsterdam werden
in de dienstregeling der Staatsspoorwegen
op 5 en 6 Maart de volgende wijzigingen
gebracht
Op 5 Maart zal de dienst op station
Weesperpoort worden gestaakt van 9,15
vm. tot 1,30 nm. en zullen alle treinen
der SS. alleen te Amsterdam Centraal
station aankomen en vertrekken.
Op 5 en 6 Maart wordt 6,20 's avonds
tot den volgenden ochtend de dienst op
den verbindingsweg te Amsterdam
gestaakt. Alle treinen richting Abcoude
zullen derhalve op deze beide dagen
van af 6,20 uur 's avonds alleen vaa
het station Weesperpoort vertrekken en
aldaar aankomen. Van Rotterdam Maas
en Gouda zal een extra trein loopen naar
Amsterdam G.S. voor reizigers der dri»
klassen; vertrek Rotterdam Maas 8 uur
Gouda 8,24 en aankomst Amsterdam G.
S. 9,28 vm. Voor dezen extra trein zijn
geldig gewone enkele reis- en retour-
kaarten, gezelschapsbiljetten, kilometer
boekjes en abonnementskaarten.
„Men moet barmhartig zjjn tegenover
den berouwhebbenden zondaar. En als
gij wist hoeveel berouw uw arme broe
der heeftGij ztjt eene goede, goede
zusterZiet gij dan niet, dat gij hem
ongelukkig maakt, dat gij zjjne positie
hier bederft Want geen van Buchner's
vrienden wil met hem omgaan, zoo lang
gij niet met hem verkeert."
„Dat spijt mij," antwoordde Edith,
„maar het is zijn eigen schuld. Bedenk
toch, dat hy mij met geweld van
George wilde scheiden. Hoe was het
mogelijk, dat hy hem ooit tot diefstal
in staat kon achten I Neen, het gaat
werkelijk nietWy kunnen elkander
voorloopig niet ontmoeten."
„En de brief, dien hij aan den rech
ter van instructie geschreven heeft
Bewijst die niet zijns ingenomenheid
met Buchner?"
„Mijn beste mijnheer Prati, laat het
hierbij blij ven Gy wilt het beste. Ik
ben u dankbaar voor de vriendschap,
die gij ons in deze moeielijke dagen ba-