LLO
24 Januari.
No. 20
1901.
an
[JUR,
Donderdag
"Van week tot week.
bereid
het de
keuken,
wordt
van Portugal.
4444
39s Jaargang.
van de
Firma
enzeer
er den
rkocht
RDER,
ijgbar.
i
it Station en Haven,
letter Z., aan het
ja wil, de üchte
ontvangentesamen-
roefnemingen in (len
Ti naam des uitvinders
lardigd op de beste
(lbercemde étabblisse-
llwerck te Keulen,
lehaeBj'
laeao
met melk gekookt
drank voor dage-
2 theelepel/» van 't
colade) Als genees- I
yan diarrhee slechts j
naamste H. H. Apo- j
Ko. prmfbusjes
ï7o,9Öi cTÖ. 35
voor Nederland
tenklotlt,
ilverstraat 103
MDIENST
ÏUDDEIiE'JES r.T
»«£.- vm 4 50 5 55
Van Zeilmarktvir
5 nm 12 30 1 15
10 5 55 6 55 7 45
Zeilmarkt Vlissm'
sen op werkdagen 1
12 35 1 20 2 5
7 7 50 8 35
1VENDIENST.
6— 6 20 7—7 50
10— 1020 10 40
1 10 1 30 2 220
4 20 5 5 20
30.
vm 6 10 6 30 7 10
9 50 10 10 10 30
2 10 nm 1 20 1 40
30 3 50 410 4 80
0 8 S 30.
us-Sfaldeghem.
tijd.j
8.25, 10.37, 1.18,
ia 5,31, 6.9, 7.35,
5.33, 8.24. 9.25 t
10.—, 1.38, 4.32,
5.51, 6,29. 8.10
8.3,9.5,9.45,
vLissmvsrae courant
PrQs per drie maanden 1.30. Franco per post f 1.50.
Afzonderlijke nummera 6 cent. Men abonneert zich bjj alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bQ den Uitgever
F. VAK DE VELDE Jr., Kleine Markt, X. 187.
ADVERTEKTIÊKvan 1-4 regels 0.40. Voor eiken rege
meer 10 cent. By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prt)s slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's naar plaatsruimte.
VemliQnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telephoonnummer IO.
Abonnements-AdvertontiCn op zeer voordeelige voorwaarden.
Gemeentebestuur.
Afkondiging van het kohier der grond
belasting, dienst 1901.
De Burgemeester van Vlissingen
maakt bekend
dat het op heden bij hem ontvangen
kohier der grondbelasting, dienst 1901,
ter invordering aan den rijksontvanger
ia verzonden
en noodigt mitsdien de daarop voor
komende belastingschuldigen uit, om
hunne aanslagen op de daartoe bepaalde
termijnen aan te zuiveren.
En is hiervan afkondiging geschied
waar het behoort, den 23 Jan, 1901.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOOEN VAK KOUDEKERKE.
Op het oogenblik dat wij deze regelen
schrijven, is het ons nog onbekend,
welke beschikking de Beschikker over
leven en dood en over het lot der volken
genomen heeft in de zaak die, begrijpe
lijkerwijze, geheel Groot-Brittan je in
spanning houdt. De mogelijkheid be
staat natuurlijk, dat de dunne levens
draad der bijna een en tachtigjarige
vorstin van het rijk, dat in de jongste
eeuw een wereldrijk geworden is, nog
niet zal worden afgesnedenmaar dan
zal dit onvermijdelijk einde toch wel
nabij zijn of, zoo ook dit nog niet het
geval mocht wezen, dan zullen nu toch
zeker kroon en scepter, na een vier en
zestigjarige regeering, wel in andere
handen overgaan.
Of die handen gereed zijn om deze
betrekkelijk altijd zwaar wegende siera
den in ontvang te nemen Het moest
wel een schoone gedachte zijn, zich
eeus koning te kunnen noemen en die
gedachte zal ook wel menigmalen gegaan
ziju door het hoofd van Albert Edward,
prins van Wales. Maar het wil ons
voorkomen, dat de eischen, die de natie
het lecht heeft aan een nieuwen vorst
te stellen, dezen vorst wel degelijk
zeer zwaar zullen wegen en dat hij die
zwaarte te veel zal gevoelen, om zich
aan de nieuwe taak met lust en ijver
te wijden.
Zal de Vorst wezen wat hij in onzen
tijd moet zijn, dan is zijn taak er eene
die den ganschen mensch vordert, en
Albert Edward is noch in staat, noch
gezind, om aan dien eisch te voldoen.
Ka een zeer stormachtige jeugd vroeg
oud geworden en gebukt gaande onder
de kwalen van dien vroegen ouderdom,
bovendien reeds op den leeftijd, dien
men gewoonlijk als de terugkeer van
FÊU«LLET@N.
door
ADALBERT MEIMIARBT.
8).
En z(] trekt den witten sluier vaster
om hare jonge schouders, buigt het hoofd
en gaat van hem weg.
Van nu af is het alsof het schip een
lijk met zich voert. De tocht gaat ver
der en steeds stiller wordt het op het
dek, aan beide zijden van den mastboom.
Marquart von Altstetten kan, hoewel
hq thans genezen is, zich in zijn herste
het glanspunt des levens beschouwt,
met zeer middelmatige begaafdheden, is
de prins van Wales allerminst de man,
om, koning geworden, Engeland te sturen
in de richting die het behoort te volgen,
om blijvend een rol van beteekenis op
het wereldtooneel te vervullen.
Wij voor ons zouden wel wenschen
dat het der grijze vorstin van Engeland
gegeven mocht worden, als een vorstin
des vredes te sterven, beter, te eterven
op een oogenblik dat haar groot rijk de
zegeningen van den vrede genoot. Welk
oordeel de geschiedenis ook zal vellen
over de eenmaal schitterend schoone en
begaafde dochter van George van Han
nover, een vredevorstin zal men haar
niet kunnen noemen. De wil misschien
wel, maar de wilskracht heeft zij niet
getoond om de natie af te leiden van
het spoor van den krijg, en veertig
oorlogen hebben hars vier en zestigjarige
regeering gekenmerkt, waarvan de aller
laatste zoo niet de hevigste, dan toch
zeker de minst glorievolle is.
Voor de toekomst kan het alleen de
vraag wezen, welken invloed het op
treden van den prins van Wales als
koning van Groot-Brittanje zal hebben.
Vermoedelijk zal in de eerste plaats aan
de menschelijke en aan de volksijdelheid
worden voldaan en Albert Edward niet
als koning maar als keizer van Groot-
Brittanje in de Sint-Pauls kathedraal van
Londen worden gekroond.
Men kan daar vrede mee hebben,
Niet ieder kan keizer worden onder zoo
gunstige omstandigheden en met zooveel
eere als een Wilhelm I. Maar voor het
overige mogen wij Engeland wel toe-
wenschen, dat de nieuwe regeering het
nog iets anders dan dit klatergoud zal
brengen.
Voor het tegenwoordige mogen wij
daarvan echter geen groote verwachtin
gen hebben. Dat de vriend van Cecil
Rhodes, die zonder eenigen twijfel in
zijne persoonlijke belangen bij den oorlog
in Zuid-Afrika is betrokken geweest en
die vooial veel gevoel heeft voor spel
en weddingschap, den bestaanden toe
stand bestendigen zal, lijdt geen twijfel.
Dat hij de man niet is om in de regee
ring een krachtig willen ten goede aan
den dag te leggen is even zeker. De
regeering van den nieuwen koning of
keizer, zal wel niet bestemd zijn om
verandering te brengen in de richting,
die de parlementaire regeering in Groot-
Brittanje heeft ingeslagen noch om
e.r- .ige der groote staatkundige quaesties,
zooals b.v. de Iersche, tot eene bevre
digende oplossing te brengen noch om
Engeland met vasten tred den weg van
sociale en legislatieve hervorming te
doen opgaan. Het treft dat Albert Edward
niet verheugen, nu hij zijn jongen
meester, in somber gepeins verdiept,
langzaam ziet wegkwijnen. Aan gene
zijde van het schip zit de prinses onder
haar bontkleurig dak met strakken blik
voor zich uit te staren. Zij heeft naar
het schijnt, het spreken verleerd, en
wenscht spijs noch drank, ja zelfs
geen slaap tot latenis. De schoone Amisa,
aan haie voeten, kijkt al even somber
als hare meesteres. Hoe meer het doel
der reis nadert, des te wanhopiger wringt
zij in stilte de handen.
Zoo niet het hazewindje en de jonge
Moorenknaap er waren geweest, die
menigmaal tot vermaak van het scheeps
volk samen speelden en elkaar plaagden,
en zoo niet de donkerkleurige gezel aan
het stuurrad nu en dan een vreemd
klinkend wijsje had aangegeven, zou
men dagen lang geen lach, geen geluid
vernomen hebben op de karveel, die,
langs geurige eilanden, de zuidelijke
wateren bedaard doorklieft. Er ligt in
de lucht eene angstwekkende zwaarte,
misschien dan keizer Edward I) met
een conservatieve regeering en met een
conservatief volgende Kamer aan het
roer komt te staan. Wanneer de storm
losbreekt, waarvan de teekenen zich
langzamerhand boven het hoofd van het
Britsche rijk samenpakken, wanneer
de verschrikkelijke reactie komt na de
opwinding der laatste maanden en de
loop der zaken dringt tot het volgen
van een meer liberalen weg, dan zal
de weg van den nieuwen vorst zich al
spoedig door doornen kenmerken.
Trouwens, er is aan moeilijkheden op
ander gebied geen gebrek. Zelden zal
een vorst geroepen worden om onder
zoo ODgunstige omstandigheden het be
wind over een rijk te aanvaarden. In
de laatste jaren is Engelands aanzien
in en buiten Europa zeer sterk gedaald
en slechts de betrekkingen tot de grijze
vorstin waren oorzaak, dat men zich
wat intoomde. Waarlijk, voor den prins
van Wales, een der minst geziene
vorsten van Europa, zal niemand zich
intoomen. De in Duitschland en andere
landen steeds warmer wordende uiting
van sympathie voor de Boeren zal zich
wel sp oedig te luide uiten, dan dat de
regeeringen er doof voor zouden kunnen
blijven en, om tot regeling der verschil
lende hangende quaesties te geraken,
zal men vermoedelijk wel wat minder
zoetsappig optieden als tot dusver. Neen,
de weg van den nieuwen keizer zal
niet over rozen gaanGelukkig mis
schien voor alle partijen, dat hij
wel wat korter regeeren zal dan de
naar het vredige graf neigende moeder.
God save the king!
Als de prins Van Wales, als koning den
Engelschen troon beklimt, zal men niet
veel van hem te zeggen weten. Hij is nu
zestig jaar maar heeft zich als politiek man
nog niet doen kennen. Als hij den
schepter voert over Brittanje en zijne
kolonies zullen de modewereld, die van
het sport en der vermaken,zijn bijzonder
leven en zijn geldgebrek heel wat van
hem te vertellen hebben, heel wat blad
zijden kunnen openbaren, die in het
levensboek van een man aan wien het
bestuur over een der machtigste rijken
der wereld is toevertrouwd geworden,niet
moesten staan.
Engelschman is hij tot in merg en
been, men zegt dat hij „jingo* is. Wat
men van zijn partnerschap met Cham
berlain, Rhodes en de geheele kapitalis
tische bent vertelt, laat haast geen
die als eene betoovering werkt, den
moed verlamt en het hart benauwt.
En het moet wel eene betoovering zijn
wat bij de beide jongelieden, het fiere
koningskind en den dapperen von Wer-
denberg eene zoo treurige verandering
tot stand kon brengen.
En in dezen droevigen gemoedstoestand
hebben zij, na verloop van eenige dagen,
het doel hunner reis, de haven van
Rhodes, bereikt.
Inmiddels was de jonge Arbogast
door zorgvuldige verpleging hersteld en
weder tot krachten gekomen. Van den
jongen Griek, die zyne beeltenis ver
vaardigd had, terwijl hij zwaar ziek
lag, en wellicht ook van heer von
Pfiert, had hij het een en ander ver
nomen omtrent den ridder, die zulk een
verre reis gemaakt had om naar hem
navraag te doen. De tijding deed hem
bijzonder goed en hielp meer dan al de
geneesmiddelen, die de goede Johanniter
broeders hem konden geven. Zij ver-
dreet zijne ziekte. Hij richtte het hoofd
twijfel over of hij behoort tot dien Bond.
Men zegt ook dat hij Frankrijk verfoeit, I
maar dan toch zeker Parys niet, waar hij
zich vroeger gaarne ophield, Duitschland
en zijn keizer, Rusland en zijn Czaar,
in 't kort alles wat geen Engelschman
is. Hij zou dus een echte „jingo" zijn.
De vraag is echter of dat alles wel
waar is
Dan zegt men .nog dat hij gretig
gebruik zal maken van de macht die
hem op hoogen leeftijd in de handen
komt en zich hoopt schadeloos te stellen
voor den verloren tijd en dat zijn aard,
zijn levensgewoonten, zijn geldelijke be-
hueften hem nauw zouden verbinden
aan de partyen, die den rug toekeerende
aan het glorierijk verleden van het
land, slechts bevrediging vinden in
hebzuchtige politiek.
Maar hij neemt die macht in handen
op het uur dat die partij zeer vernede
rende lessen ontvangt. Indien hij met
zijn verstand, dat men zegt dat zeer
gezond is, die lessen niet aanvaardt, zal
het verstand van zijn volk hem dwingen j
er over na te denken. Ongelukkig ge
noeg is die stem in Engeland nog niet
overweldigendhet kost het volk nog
moeite ze in zich op te nemen.
Hoe dit ook zy, niemand kan zeggen
wat Engeland zal overkomen en wat
het lot der wereld zal zijn bij de troons- j
bestijging van den nieuwen koning.
Het kan ook zeer goed zijn dat er in
het geheel geen verandering komt.
En dan heeft de geschiedenis menig
maal geleerd dat een prins op den troon
niet altyd de beginselen voorstond,
waarvoor hij in zijn niet verantwoorde
lijke positie ijverde.
Dat zou wel eens met dezen nieuwen
koning het geval kunnen zijn nu zulk
eene groote verantwoordelijkheid op zijne
schouders rust. (Uit het Fransch.)
Ontbrekende bruiloftsgasten.
Groothertog Wilhelm Ernst van Saksen
éeeft moeten bedanken voor de uitnoo-
diging om het huwelijk van koningin
Wilhelmina en hertog Hendrik bij te
wonen, omdat hij ziek ligt aan de
mazelen, waardoor ook verscheidene
personen van zijn hot zijn aangetast.
De gemalin van den prins-regent van
Mecklenburg lijdt aan dezelfde ziekte.
De prins-regent van Mecklenburg is
nu ook zelf door de mazelen aangetast.
De N. R. Ct. verneemt dat het over
lijden van koningin Victoria geen wijzi
ging brengt in het programma der
feestelijkheden en plechtigheden ter
viering van het huwelijk van koningin
Wilhelmina met hertog Hendrik.
op en schepte weder moed. Arbogast's
grootste bekommernis, die hem zwaar
had nedergedrukt, was geweest, te
moeten denken, dat een gevangene,
een zieke, een overwonnene, onbekwaam
tot den strijd der eere, onwaardig wordt
geacht. Thans begon hij echter weder
hoop te koesteren. Hij noemde den
edelen Johanniter ridders zijn naam
en herkomst, en smeekte vrijgelaten te
worden, daar hij zeer verlangde op nieuw
in het strijdperk te treden. Wie weet,
misschien zou het hem ditmaal beter
gelukken, om roemrijke daden te vol
brengen, waardoor hij zich uit zyn
nederigeu staat zou verheffen en de
edellieden niet meer laag op hem neer
zouden zien. Hij smeekte zoo vurig, dat
zijn wensch ingewilligd werd. Als stryder
voor de orde, aldus werd besloten, zou
hij uittrekken, zou hij met het eerste
schip, dat in de haven aanlegde, naar
Jeruzalem, naar het heilige graf trek
ken.
Zoo zat de jonge man in zyn vertrek
President Kruger.
Aan bewijzen van belangstelling heef
het den staatspresident gedurende zijn
Yerblyf in den Haag niet ontbroken.
Honderden brieven met gelukwenschen
voor het succes door de Boeren behaald,
getuigen er van. Uit het buitenland
komen nog gedurig telegrammen vooral
uit Duitschland, van volksvergaderingen.
Uit Lier (België) werd hem een prachtige
krans aangeboden, waarvan eene
welgeslaagde photografle is vervaardigd.
In ons land hield men zich veel bezig
met den gezondheidstoestand van den
president. Men zond zelfs geneesmid
delen en allerlei raadgevingen.
Kruger is natuurlijk gevoelig voor
zoovele blyken van sympathie, maar
vooral waardeert hij die uitingen als ze
vergezeld gaan van geldelijke bijdragen
voor gewonden, weduwen en weezen.
By zyn vertrek uit 'sHage naar
Utrecht, gisterenochtend ongeveer half
twaalf, stonden honderden menschen op
het voorplein van het hotel deslndes,
waar de president zyn verblijf houdt.
Zyj onthielden zich van gejuich. Aan het
perron was ook eene talryke schare
aanwezig, die met den hoed salueerden
toen de trein voorbijreed.
Te een uur omstreeks kwam de
president met gevolg te Utrecht aan,
waar hy begroet werd door jhr. C. R.
F. Kraijenhoff namens het comité van
ontvangst en hem een lauwerkrans met
linten in de Utrechtsche kleuren werd
aangeboden. De president reed daarop in
een dichte berline met 4 paarden,waarop
verschillende andere rijtuigen volgden,
naar het hotel des Pays-Bas op het
Janskerkhof, welk hotel met de Trans-
vaalsche, Vrtjstaatsche en Hollandsche
vlaggen was versierd. Het publiek was
zeer talryk, velen waren getooid met
Transvaalstrikjes. Op den weg dien de
stoet volgde, woeien van veie huizen
Transvaalsche vlaggen. In den wintertuin
van het het hotel werd door een groot aan
tal zangers den president hetTransvaalsch
volkslied en daarna „Bede» van Heinzs
toegezongen. De president dankte voor
deze ovatie en begaf zich daarna naar
zijn particuliere vertrekken,terwijl buiten
eon groote menigte het Transvaalsche
volkslied aanhief.Enkele malen vertoonde
hij zich voor een der vensters en werd
dan met gejuich begroet. Omstreeks half
twee was de plechtigheid afgeloopen.
Op het diner dat den president werd
aangeboden, was de hoofdschotel visch,
waarvan hij veel houdt. Vleeschspijzen
kwamen niet op het menu voor.
Vermoedelijk zal Kruger heden door
prof. Snellen Sr. bezocht worden. Zijn
oogen schijnen dus nog niet genezen te
zyn.
en wreef zijn zwaard, opdat het blank
en scherp zou zijn, als destijds, toen in
Portugal de koning het hem had toege
reikt. En hij dacht aan de gitzwarte
oogen, welke hem bij die gelegenheid
aangestaard hadden, voor welke hij ten
strijde was getrokken en nogmaals wilde
strijden, zijn leven wagen en thans
overwinnenEn terwijl hij zoo dacht
en het zwaard beproefde of het wel
goed was om er mee te vechten, vernam
hij rumoer van den havenkanc. Dat
dacht hem eene blijde boodschap. Er
was zeker een schip binnengeloopen,
waarmede hij spoedig van hier zou
kunnen vertrekken. Hy luisterde aan
dachtig toe en vernam de nadering van
veel menschen en, - nauwelijks durfde
hij zijne ooren te gelooven, het kwam
hem voor, dat vrouwenstemmen de Por-
tugeesche taal spraken, die hij in zoo
lang niet gehoord had
Daar ging de deur open. Heer von
Pfiert trad binnen, meteen vriendelijken
lach op zijn eeriyk, rood gelaat. „Wol