Een Kerstavond Maandag- 24 December ten. 38» JfsSrgang. Bi: to Courant behoort een bp®e Geestdrift. N". 303. iVHKI. I'LISSINGSCHE COURANT. Pry a per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummera 5 cent. Men abonneert zich by alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. ADVERTENTIËNvan 1-4 regels 0.40. Voor eiken rege meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend, Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. Yersehgnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telephoonnummer ÏO. Abonnements-Advertentlën op zeer roordeeiige voorwaarden. m Uitlioolde van het KERST EEEST zal de „Vlissingsche Courant" a.s. Dinsdag en W oensdag NIET ver schijnen. «w-gJS*» Zijdie zich met het volgend kwartaal, aanvan gende 1 Januari a. s., op de „Vlis singsche Courant" abonneeren ontvangen de van heden af tot genoemden datum verschijnende nummers gratis, Men kan zich ook abonneeren PER WEEK a 10 cent, DE UITGEVER. Onze tijd is arm aan geestdrift, zegt men. De zorgen voor het bestaan, de meer practische richting in onzen tijd ingeslagen, de zucht naar waarheid, die in onzen tyd- het ontleedmes zet in tal van zaken, waarvan het verhaal ons in geestdrift deed ontvonken, of het on barmhartig wegnemen van den sluier, dio over beroemde personen hing, het neemt nu wel de geestdrift niet weg maar het leert ons voorzichtig te zijn met het uiten van onze bewondering. De kinderen van onzen tijd hebben van niets meer afkeer dan zich in het uiten van hunne geestdrift belachelijk te maken of die aan een onwaardig voor. werp te besteden. Arm aan geestdrift Maar wie kan beweren dat de geestdrift uitgedoofd is by liet thans levende geslacht of onder gegaan in den nacht van het dorre prozawie heeft recht lot zulk eene bewering waar millioenen en millioenen van geestdrift blaken voor den helden moed van een klein zwaar beproefd volk of in allerlei betoogen hun bewondering uiten, waar een eenvoudig man als een Kruger, maar groot door wat hij voor zijn land leed of deed, een geweldig koor van bewondering doet opgaan, nauwelijks geëvenaard door het gejuich voor enkele zeer geliefde vorsten. Wie juicht zulk eene uitbarsting van echte geestdrift niet toe, wie ziet daar niet het bewijs in dat de zorg voor het FEUILLETON. Naar het Hoogduitsch v^jr WILHELM JENSEN. 2). Vaarwel, beste Wohlgemuthgij zult u elders beter te moede vinden dan hier in het donker. En meteen ge luk met het nieuwe jaar, daar ik u in den eersten tijij wel niet weer zal zien." Hoe ik naar beneden gekomen ben, weet ik niet meer. Ik hoorde den ouden heer nog op kalmen toon boven roepen „Greta, het is etenstijd, ik heb honger en kwam daarna by u terug. Robert. Gij meendet toen, dat ik de kleeding ter eere van de bowl had aangetrokken. Het was geweest: mijn beste meneer Habenichts, mijne dochter is eens rijken mans kind. Als hij het groote lot ge- stofielijke bestaan en de realistische richtiDg, waarin zich onze tyd meer dan eenige andere beweegt, de bewondering van wat werkelijk groot is niet ver drongen heeft. Geestdrift is een der schoonste eigen schappen van den menscheiyken geest. Een mensch die onder alle omstandig heden des levens kalm blijft er zyn er meer dan men wel denkt en volkeren bij wie eigenbelang deze eigen schap verstikt heeft, zulke koudbloedige wezens of gevoellooze volken, zij wekken slechts onzen atkeer op en wij teklagen ben waar nooit eea uiting van gevoel voor wat schoon is en] wel luidt, of voor lijden het gemoed verwarmt. De geestdrift kan soms tot een vlam uitslaan, maar bergen verzet zij niet al tijd. De door Rusland vertrapte Polen, de door den „Grooten Slachter» te Kon stantinopel zoo onmenschelijk geregee Armeniërs, de door den Czaar van hunne eenmaal door zijn voorvaderen bezworen rechten en voorrechten beroofde Finnen het door het onrechtvaardige vonnis van een Dreyfus in heftige beweging ge brachte Europa, wat hebben de vlammen van opgewondenheid door die feiten opgewekt, teweeggebracht voor de zaak der verdrukten De Polen lijden voort, de Armeniërs vervloeken nog steeds het Turksche juk, dat loodzwaar op hen drukt, naar de klachten der Finnen wordt niet meer geluisterd, de Dreyfus- zaak dreigt heropend te worden en Frankryks zonen tegen elkander te verbitteren, maar de geestdrift die zich zoo luidde uitte voor de martelaars van despotische regeeringen en voor den mar telaar van het Duivelseiland, ze schijnt reel uitgedoofd te zijn by de talloos velen, wier gemoed door al die gruwelen in heftige beroering werd gebracht. Zoo weet zich het menschdom in faits accomplis te schikken de grootste geestdrift verdwijnt bij gebrek aan voedsel en het komt zelfs voor dat we later ons zeiven belachelijk vinden, dat we ons zoo lieten opwinden en lieten medesleepen, want wat is het bij de meerderheid der menschen in den grond der zaak anders dan een zich laten meesleepen dikwijls door eene eenzydige voorstelling der zaken, die veeltijds afhangt van de richting der dagbladen die men leest. Om een voorbeeld te noemen. Zou het Engelsche volk als het qmtrent de oorzaken van den oorlog in Zuid-Afrika volledig ingelicht was geworden, wel zoo op dien oorlog vol wonnen of een schip met goud uit Indië onder weg hadt, of Gedeemoedigd, alle hoop afgesneden, uit zijn huis verwezen, was ik toen ter tijd doodelijk verbitterd thans zeg ik, dat hij recht had wat hij deed, kon hij misschien beleefder, met meer ver schooning voor mijne dwaasheid hebben gedaan, maar als een verstandig vader kon hij niet anders handelen. Ook hierin handelde hij wijs, dat hij reeds den vol genden dag met Margaretha naar Italië op reis ging. Om de kosten behoefde hy het immers niet te laten. Toen ik, gepromoveerd zynde, de academie ver laten en mij hier gevestigd had, schreef ik hem nog eens, doch kreeg geen ant woord en hoorde later toevallig, dat hy zijn huis verkocht en de stad voor goed verlaten had. Uit Venetië ontving ik eens een brief, die geen woord inhield; alleen het portret van Greta, 't welk nu vóór mij staat, zat in de enveloppe. Denkelijk had zij haar vader moeten beloven, dat zij nooit aan mij zou schrij ven het adres was van een vreemde band. Dit, Robert, is mijne Kerstgeschiedenis van het vorige jaar. Maar ik ben er nu erger aan toe dan vroegerde wonde gruwelen aangedrongen hebben zou als het geweten had waarom de oorlog be gonnen werd, dan niet oen kreet van verontwaardiging o'gegaan zijn tegen het helsche komplot dat tegen de vrijheid der Boeren gesmeed werd maar bovendien, zouden niet talloos velen, die nu in koor met de opwinding mede doen, verlegen staan als men hun naai de bewijzen vroeg waarop zich hun geestdrift grondt Zal het nu gaan met de geestdrift voor de Boeren, zooals bet gegaan is met onze onverholen sympathie voor alle •lijdende volkeren, in wier geschiedenis ook prikkelende dramatische momenten voorkomen, al moge de tragedie van de lydende Boerenvolken in hoogere mate op het gevoel werken Zal als eenmaal de stryd volstreden is, hetzij Afrika een wingewest is geworden van Engeland en aan duizenden wonden bloedende, aan de genade van den overwinnaar is overgeleverd, of zijn vrijheid, zij het door stroomen bloeds herkregen heeft, ons gevoel weer verstompen als de geschiedenis niets belangwekkends heeft te verhalen en wij zooals vroeger byna vergeten zullen dat daar in Afrika nog stamgenooten van ons wonen Als dat werkeiyk zoo mocht zijn, als de band in tijden van harde beproeving gelegd, verbroken mocht worden en we Transvalers enVrystaters als gewone vol ken beschouwen zullen, us slechts ietwat meer belang inboezemende omdat zij met ons van denzelfden oorsprong zijn, welke vruchten draagt dan onze geestdrift voor hun heldenmoed, wat geeft het hun dan dat wij den ouden man met zooveel blijken van onze sympathie als den machtigsten vorst begroetten, met een uitbarsting van geestdrift die een volk dat de gerechtigheid liefheeft, vereert Wij hopen beter, wij hopen dat het Ware geestdrift, geen stroovuur zal ge weest zijn die geweldige uiting van sympathie voor de verdrukten, die als een machtige, mocht het zijn onover winnelijke stroom in onze harten bruiste en de regeerders niet langer onverschillig kan doen zijn. Laat dan uit onze sympathie dit besluit geboren worden dat wat ook het lot van onze broeders in Afrika moge zijn, de betrekkingen met hen nooit afgebroken worden. Voor ons beteekent dit versterking van het Hollandsch element en aanknooping van handels betrekkingen, wat ons zeker niet van nadeel kan zijn. Moge ook ten slotte de geestdrift voor recht en gerechtigheid er toe leiden dat de ooriog zoovele tegenstanders krijge dat eenmaal het Hof van Arbitrage de eenige weg zij, langs welken de ge schillen tusschen de volken worden beslecht. is niet geheeld, integendeel dieper inge vreten. Gij weet het, ik ben niet by- zonder sentimenteel, maar tocb, het Kerstgelui buiten Het was van lieverlede donker ge worden, maar hij had den zin toch wel kunnen voleindigen. Nu vatte hij, plotseling afbrekend, het portret, hield het voor de oogen en staarde er zoo lang op, tot hy er niets meer van onder scheiden kon, hoewel het lieve gelaat nog tot zijn kleinsten trek zich duidelijk voor zyn geestesoog vertoonde. Het was reeds volslagen donker, toen de deur geopend werd en iemand bin nentrad. „Zijt gij tehuis, dokter, of zyt gij er niet vroeg de binnenkomende. Ja« zeide deze, zijne gedachten ver zamelende „goeden avond, assessor. Vergeef mij, ik dacht niet ik had u niet hooren aankomen „Infaam weêr," viel de ander hem in de rede, „maar eigenlijk een nog ellen diger avond voor jongelui zooals wij. Overal zet men de dennenboomen in licht en viert huiselijk feest, waarvan wij echter zyn uitgesloten. Ik was bij den ingenieur en vroeg hem 'wat bij er zoo van dacht, als wij in den „Beer" bij een punchbowl eens een partijtje Huwelijk van H. M. de Koningin. De in de zitting van de TweedeKamer ingekomen vier wetsontwerpen betref fende het huwelijk van H.M. de Koningin, zijn Woensdagavond rondgedeeld. Het eerste ontwerp betreft de goed keuring met gemeen overleg der Staten- Generaal van Harer Majesteits huwelyk en regeling van de wijze van voltrek king en van eenige gevolgen van dat huwelijk. Het bevat 7 artikelen, waarvan het le de goedkeuring inhoudt van het huwelijk door H.M. aan te gaan met Zyne Hoogheid HendrikWladimir Albrecht Ernst, Hertog van Mecklenburg, Vorst van Wenden, Schwerin en Ratzeburg, Graaf van Schwerin, Heer van de landen Rostock en Stagard enz, enz., geboren te Schwerin 19 April 1876, wonende te Schwerin. In de volgende artikelen wordt be paald dat met afwijking van het bepaalde in het Burgerlyk. Wetboek en in de wet, regelende de samenstelling, inrich ting en bevoegdheid der gemeentebe sturen, de voltrekking van het huwelijk zal plaats hebben ten overstaan van den minister van justitie, als ambtenaar van den burgerlijken stand dat bet huwelijk zal worden voltrokken ten Paleize aan het Noordeinde te 's-Gravenhage, in tegenwoordigheid van zes getuigendat ten aanzien van zyne Hoogheid niet gelden zullen de wettelijke voorschriften betreffende den leeftijd, waarop men tot eenige landsbediening benoembaar is dat ten aanzien van Z. H. en van de kinderen uit het huwelijk geboren, in geval van naamverandering de artikeleD 64 en 65 van het Burgerlijk Wetboek niet van toepassing zijn. (Dit voorschrift beoogt, blijkens de toelichting, om iedere naamsverandering of naamsbyvoeging, welke ten aanzien van den Hertog of van de kinderen, die uit den hoogen echt mochten geboren worden, door de Koningin wordt toegestaan, op een door Haar te bepalen tijdstip te doen ingaan) maakte. Hij meende, dat dit nog zoo kwaad niet was, het gaf wat afleiding. Gij weet, dat de geluksvogel geëngageerd is maar hij kan heden niet weg, omdat het water te hoog staat. Hoe denkt gij over mijn voorstel, dokter? Dat wil zeggen, als uwe praktijk u vry laat.» Dit laatste zeide hij spottende. Wohl gemuth had licht aangestoken en snel en ongezien het portret in zijn borstzak gestoken en antwoordde„Afleiding behoef ik niet te zoeken, ik heb geen beminde. Maar gij hebt gelijkhet wordt een lange avond ik ben uw man.» Hy sprak haastig en trok oen over jas aan buiten kraakte iets, doer de sneeuw slechts onduidelijk te hooren maar op hetzelfde oogenblik, dat beiden wilden uitgaan, werd de huisdeur ge opend en trad er een man binnen, in een dikke jas gehuld en geheel be sneeuwd. Kennelijk was het een land man en voerman tevens, want hij hield een lange zweep in de hand en vroeg „zyt gy de dokter „Ja, wat verlangt gy „Gij moest dadelijk naar Kaltenhof komen, maar wat spoedig." Wohlgemuth zag den spreker ver dat overal waar in wetten of wettelyke voorschriften de uitdrukking „Lid van het Koninklijk Huis", „Leden van het Kouinklyk Huis", Prinsen van Ons Huis", of Prinsen van het Koninklijk Geslacht" voorkomt, daaronder mede zal begrepen zyn Zyne Hoogheid en eindelyk dat deze wet in werking treedt op den dag harer afkondiging, daar met het oog op het tydstip van de voorgenomen voltrek king van het huwelijk, een spoedige in werkingtreding dezer wet gewenseht is. Het tweede ontwerp strekt tot natura lisatie van Z. H. den Hertog. Daarin wordt o.a. bepaald, dat de Hertog, van het oogenblik waarop Hoogst- degë'ive de hoedanigheid van Nederlander verfcrygt, ingezetene van het Rijk wordt dat het Nederlanderschap wordt verloren na de ontbinding van het huwelijk, indien Z. H. van den wil om den staat van Nederlander niet langer te behouden, schriftelijk kennis geeft aan den minister van justitie, die daar van onmiddellyk aankondiging doet in de Nederlandsehe Staatscourant. Het ver lies van het Nederlanderschap is niet van invloed op den staat der kinderen, uit dit huwelijk geborendat de wet terugwerkende kracht zal hebben tot op den dag waarop Z. H.- uit het Duitsche staatsverband zal zijn ontslagen. Uit de toelichting blykt, dat de aan staande gemaal der Koningin deze natu ralisatie wenscht en dat aan Z. H. ont slag uit het Duitsche staatsverband, vóór de voltrekking van bet huwelyk zal worden verleend. Het derde wetsontwerp bepaalt dat aan den hertog gedurende zyn weduw- naarstaat ten gevolge van het overlyden der Koningin, een jaariy'ksch inkomen uit 's lands kas van honderdvyftig dui zend gulden wordt toegezegd. Volgens art. 28 der Grondwet geniet eene Koningin-Weduwe een jaariyksch inkomen uit 's lands kas ten bedrage van 150.000. De Regeering meent - aldus leest men in de toelichting dat de redenen die voor de opneming van dit artikel in de Grondwet hebben gegolden, de toe kenning van een gelijk inkomen aan den Gemaal van Hare Majesteit, indien voor Hoogstdenzelven de weduwnaar- staat mocht intreden, rechtvaardigen. Het vierde ontwerp eindelyk, eene verhooging van het Hoofdstuk Marine der Staatsbegrooting vooi 1901, houdt in eene verhooging met 1500 van het artikel zeetraktementen en soldijen enz., ten einde aan den Hertog, aan strooid in bet gelaat. „Ik en waartoe dat „Is iemand ziek.» „Waarom gaat gij dan niet naar uw dokter „Ja, zijt gij dan geen dokter De assessor begon te lachen. „Ja, man, men moet aan alles gewoon raken, anders vergist men zich wel eens. De dokter is echcer van daag reeds zoo dikwijls naar buiten geweest, dat hy nu onmogelyk kan meegaanhij moet zich sparen en heeft bovendien nog een ernstiger patiënt hier in de stad. Ga de straat maar verder in en dan rechts om, daar woont dokter Kühlmeier, die heeft het zoo druk niet." De jonge geneesheer was ietwat rood geworden; hij had een gevoel, als kon men de reden zijner verstrooidheid en zijner zonderlinge antwoorden op zyn voorhoofd lezen en zeide nu snel „Meneer spot, maar waarom komt gij tot my „Ik zou den eersten den besten dok ter uit de stad gaan halen." Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1900 | | pagina 1