22 December
Zaterdag
fEUlLLBlQn
$8e J&argaüg
3de VOOR- |M
alle bestaande gJ
A. JET.
aDVERTENTEEN van 1-4 regels 0.40. Voor eiken rege
meer 10 cent. - BJJ directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemast berekend. Groote letters
en cliché's naar plaatsruimte.
KBSUIOS SAJET
AEIINOES, t£
ilstraat. »>-
Abonnements-AdvertentiSn op zeer voordeelige voorwaarden,
inwoningon
)ek, en een één-
At nis. Adres
raat.
blikken als
[ween, -Dojp-
irzieboonen,
pinazie en
Verkrijgbaar bij
li. DOMMISSE,
Nederlandsche of Belgische steen.
Bij de behandeling der begrooting van
waterstaat in de Tweede Kamer is
ipmtrent het gebruiken van Nederlandsche
of Belgische steen voor de werken toe
verbetering van het kanaal van Gent
naar Ter Neuzen tusschen den heer
Kolkman' en den minister van gedachten
gewisseld. Het Kamerverslag van het
Handelsblad zegt daaromtrent het vol
gende
De heer Kolkman was van meening
dat bp dit werk het bezigen van buiten-
landsche steen beslist moest worden
verboden. Hp vroeg dit in het belang
van het werk zelf, omdat de Nederland
sche Staat met het onderhoud is belast,
terwijl door een deskundig onderzoek
eenige jaren geleden is uitgemaakt, dat
de Nederlandsche steenen door sterkte,
duurzaamheid en netheid boven de
Belgische de voorkeur verdienen. Hoofd
zaak in het betoog van den afgevaar
digde uit Rhenen waren evenwel de
voordeelen door de Nederlandsche in-
dustrieelen en hunne werklieden, be
nevens door de binnenlandsche scheep
vaart uit de levering van steenen voor
dit Rijkswerk te genieten. Volgens den
heer Kolkman is de Nederlandsche Mi
nister ook van „nijverheid» ver
plicht te zorgen, dat onze industrie
inderdaad ontvangt hetgeen haar recht
matig toekomt.
Van dat „toekomen" heeft een pro
tectionist altijd eigenaardige denkbeelden.
Het buitensluiten van alle concurrentie
van buitenlandsche steenen bij Neder
landsche publieke werken zou zooals
de Minister Lely te recht deed uitkomen
een zeer aanzienlijke prijsverhooging
van dit materieel ten gevolge kunnen
hebben. En te minder bestond er aan
leiding voor deze uitsluiting, nu het
werk, waarvan sprake is in de rede des
heeren Kolkman, wel door de Neder-
Zaak-Schermbeek.
De feiten, welke den burgemeester
van 's-Gravenhage door den oud-hoofd
commissaris aldaar,den heer Van Scherm
beek, ten laste gelegd worden en aanlei
ding tot eene rechterlijke behandeling
gaven, zpn de volgende
Dat de burgemeester den hoofdcom
missaris opzettelijke beleediging zou
hebben aangedaan lo. door op 9 Sept.
1898 op straat te 's-Hage op luiden
berispenden toon eerst in de Parkstraat
in tegenwoordigheid van den hootdcom-
mies ter gemeente-secretarie, jhr. mr.
Röell, later vóór het kon. paleis in de
nabijheid van ambtenaren der politie en
van genoemden heer Röell, hem onrecht
vaardige beschuldigingen toe te voegen,
eindigende met de woorden, dat hij
verzoeker „zou weten te vinden» 2o.
door, nadat de hooidcommissaris zich
per brief bij den burgemeester op het
getuigenis van den kolonel der huzaren
Wiippermann en van diens adjudant
beroepen had, ten betooge, dat hij voort
durend gezorgd had, geen deel uit te
maken van den koninklijken stoet door
daar vóór te rpden op een afstand van
meer dan 50 a 80 meters, vervolgens
op 16 September op het Raadhuis in
bijzijn van genoemden heer Röell e. a.
het in dien brief geschrevene twee
malen „grove leugen» te noemen, en
3o. door, nadat de hoofdcommissaris
schriftelijk op 4 October daaraanvolgende
aan den burgemeester medegedeeld had,
in het bezit te zijn van een verklaring,
door zeven ingezetenen, die zijn opgaven
ravenhage,
AEE, 3.
1RBEELDEN van
7instuitkeeringen
rijn gratis te be
ICIEER,
lissingen (Haven).
DIENST
......KiHLB'JEO v.V
s via 4 50 5 55
an ZeümarHv»a
aai 12 30 1 15
.0 5 55 6 55 7 45
Z'ïilmarLt VtiMiif
a O! werkdageiD
12 35 120 2 5
- 7 7 50 8 35
De leerplichtwet in werking.
De heer C. B. Zelverder, districts
schoolopziener te Heerenveen, heeft te
's Hage voor de afdeeling 's Gravenhage
I van „Volksonderwijs" eene rede ge
houden over „de Leerplichtwet in wer
king."
Uit zijne uitvoerige rede stipt de Avond
post de volgende punten aan dat spr.
niet gelooft dat van de gelegenheid tot
vrijstelling wegens gemoedsbe
zwaren veel gebruik zal worden
gemaaktdat de vrijstelling voor werk
zaamheden in het landbouwbe
drijf door hem werd afgekeurddat
de gelegenheid voor herhalings-
onderwijs vooral door hem werd
toegejuicht als middel tot voorbereiding
voor de vakopleidingdat de lijsten,
waarover zooveel te doen is geweest,
VEN DIENST.
- 6 20 7— 7 50
j— 1020 10 40
10 1 30 2 220
- 4 20 5 5 20
'Haldegliein.
opstaan en liep de kamer eenige malen
op en neder. Daarop ging hij naar
zijne schrijftafel, opende een binnenvak,
nam daaruit eene photographie,en plaatste
die, leunende tegen een paar boeken,
voor zich op de tafel. Hij bezag haar
lang en met aandacht, en zij verdiende
dat ten volle. Het was het portret van
een meisje, niet van een bepaalde schoon
heid, daartoe was de uitdrukking ook
te bescheidenmaar over het geheel
lag een waas als van een zonnigen voor
jaarsmorgen en tegelijk van jonkvrou
welijke schuchterheid.
Aan de beeltenis was het dus moeielijk
te wijten, dat de beschouwer zich onbe
hagelijk gevoelde de schaduw, die over
zijn gelaat lag, moest dus wel van binnen
uit haar oorsprong hebben. Een en ander
maal zuchtte hij, wendde daarop den
blik van het portret af en zag naar
buiten.
Dat bood echter niets opwekkends
aan, maar maakte de uitdrukking van
Wohlgemuth's gelaat nog mistroostige!.
Eensklaps nam de jonge arts een blad
postpapier, zette zich neder en begon te
schrijven
Mijn beste Robert.
Uw naam beteekent „beroemde raad
gever», hebt gij dus ook een raad voor
mij ik kan dien best gebruiken. Ik
zou haast vergeten, dat wij op de aca
demie alles beroemd" pleegden te noe
men, al was die benaming ook dikwerf
zeer ongepast. Wij waren daar echter
ook op de hoogeschool van het leeren,
niet van het leven. Dat dit twee ver
schillende zaken zijn ervaart men eerst
later.
Daar zit nu uw vrooljjke kameraad
wat stukjes hebben wij wel samen
uitgevoerd als nieuwbakken men-
schendokter in een nest vol schapen,
kaas en haringen. Waarom ik juist hier
zit Daarop kan ik u niets meer ant
woorden, dan dat de „homo doctissimus
et rite cum laude examinatus» toch
I ergens moet zijn. Ik zit hier, want uit-
weldaaig aandeed.
Op het licht afgaande, kon het tegen
drie uur des namiddags loopen. Het was
doodstil buiten en de straat geheel ver
laten. Nog sneeuwde het niet, doch de
lucht stond er naar, dat het spoedig
weer zou beginnen. Op eenmaal liet zich
een torenklok hooren, wat den lezer op
zijn horloge deed zien on zichzelve vra
gen: „Waarom luidt men heden om
dezen tyd Heeft een mijner collega's
een vrachtje voor de eeuwigheid bezorgd
Ik mag er roem op dragen, dat mij
zulks nog niet is voorgekomen. De men-
schen moesten dat, dunkt mij, wat
meer waardeeren."
Lachende ging hij in zijn stoel achter
over liggen, toen zijn oog op eene vrouw
viel, die juist het huis voorbij ging, en
een denneboompje droeg. „Och ja, het
is Kerstavond, daarom wordt ei geluid."
Een trek van moedeloosheid vloog
over zyn gelaatzijne heldere, schoone
oogen zagen weemoedig. Hij schoof het
boek ter zijde, ging met overhaasting
Ongeveer in het midden der straat
stond een huis, klein en bescheiden als
zijne geburen, dat zich echter van deze
onderscheidde door een porceleinen schild
aan de deur, waarop stond „Dr. med.
Ernst Wohlgemuth." Het schild zag er
nog nieuw uitde schelknop glom alsof
hij dien dag nog niet was aangeroerd,
en de sneeuw op de stoep had nog door
geen voetstap hare reinheid verloren.
Ook daar binnen, in de wachtkamer
ter linker- en de woonkamer ter rech
terzijde, blonk alles, zelfs de vloer, van
jonkvrouwelijk-frissche zindelijkheid.
De laatste kamer was eenvoudig, maar
zeer bebagelyk ingericht, de meubels
bescheiden, hier en daar boeken aan den
wand en ginds een kast met helder
blinkende chirurgische instrumenten.
De eigenaar stond er voor, nam een en
ander ter hand, legde het weer neder,
kreeg daarop een boek en zette zich te
lezen. Zijn jeugdig, geestig gelaat maakte
een aangenamen indruk. Er sprak een
zin voor welwillenden humor uit, die
WILHELM n;\si.\
In eene kleine Noordduitsche stad
strekte zich eene straat met bescheiden
huizen, van het marktplein af, tot aan
het vlakke, opene veld uit. De straat
was wit als een reusachtig blad papier,
want de versch gevallen sneeuw bedekte
haar gelijkmatigslechts hier en daar
werd de eentonigheid verbroken door
groote, zwarte kraaien, die tegen den
wind in vlogen. Het uitzicht werd er
niet door opgevroolijkt.
'liBaiageo nar.
lorwogsta-