Au Bon Marché 1UIS, iVING. /raagd: CACAO Donderdag 20 December No. ;300 $8e Jaarg&ag. 1900e r, POLAK. CAOFABRIEK D. ÏlDE. >DINGS. de. G emeentebestuur. «A*S*wsx£H. HOOFDELIJKE OM Ui. Van week tot week. er beate standen en wordt en een naar de cht te Kamers, Bad Gas- en water- franco letter A ieder van Cacao. C.BLOOKER VAM. en van 1/2, 1/4 ei 160, 85 en 45 Cenl seft beleefd ken- belast met het SN, HUREN en EN en ZAKEN, ershands, tegen Dw. Dr., at. ng-, liefst met eer leurwagens aat of gelegen vaneen berg- tf, overeenkom- ordening, ireau Vlissing- DNING." I .<v Bellamykade, 1E N S T 1DBL3ÜB3 v.v vm 4 50 5 55 Zeümarkt.- vtn 1.2 30 115 55 6 55 7 45 'marl:' Vlitsin- p werkdagen 1 35 1 20 2 5 7 50 8 35 V DIENST. 20 7—7 50 10 20 10 40 30 2 220 20 5 5 20 10 30 7 10 1010 10 30 am 1 20 1 40 50 4 50 4 SO - 8 30. nldegheui. 10.37, 1.18, 11, 6.9, 7.35, 8,24. 9.25F? 1.38, 4.32, 6,29, 8.10 .5, 9.45. £S&»fg. ?>resktJD6 en iiitgen waar 'WHgata- I'LISSIlieSCBB COURANT. Pry a per drie maanden 1,30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 6 cent. Men abonneert zich by allo Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by don Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 137. ADVERTENTEENvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken rage meer 10 cent. By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prys slechts tweemaal berekend. Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. Verschuilt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telephoonnummer IO. Abonnements-Advcrtentlön op zeer Toordeellge voorwaarden. Zijdie zich met het volgend kwartaal, aanvan gende 1 Januari a. s., op de „Vlis- sii gsche Courant" abonneeren, ontvangen de van heden af tot genoemden datum verschijnende nummers gratis, Men kan zich ook abonneeren PER WEEK a 10 cent, nDE UITGEVER. Verandering van Marktdagen. Burgemeester en Wethouders van Vllssingen maken bekend dat de marktdag van Dinsdag 25 December verzet is op Maandag 24 De cember en die van Dinsdag 1 Januari op Woensdag 2 Januari e. k. Vlissingen, den 19 Dec. 1900. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, J. H. DOMMISSE, L. S. Afkondiging van het uitvoerbaar ver klaarde tweede suppletoir kohier van den hoofdelijken omslag voor het jaar 1900. Burg. en Weth. van Vlissingen; maken bekend dat het tweede suppletoir kohier van den hoofdelijken omslag voor het jaar 1900, na door Gedeputeerde Staten van Zeeland bij hun besluit van 8 December j. 1. no. 41a te zijn goedgekeurd, op neden in afschrift gedurende den tijd van vijf maanden op de Secretarie der gemeente voor een ieder ter lezing is nedtirgelegd. Eu is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den 19 December 1900. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, I. H. DOMMISSE, L. S. Toen ons laatste overzicht uit de pen vloeide, had de Duitsche rijkskanselier zich juist schuil gehouden voor den eersten steen, die ter zake van de kei zerlijke weigering in den Rijksdag op hem zou worden geworpen. De andere steenen kwamen minder fel aan, en ondertusschen had graaf von Bülow zijn verdediging, een koud stuk werk, op het papier gezet en, onberispelijk naar stijl en vorm, ten gehoore gebracht. PEUtH-ETOH. Eene vertelling VAN KAKI, GI IST. 2). Zij omarmde h,em met een van g0- luk stialend gelaat en kuste hem innig. „Zijt gij nu tevreden Henri beantwoordde haar kus, zooals men dit van een gelukkigen minnaar kan verwachtenop hare vraag ant woordde hij echter met zekere terug- louding. „Wel, ik moet immers wel tevreden Ijn. Maar dit neemt niet weg, dat de handige staatsman een zedelyke neder laag ondergaan heeft. Hy moest natuurlyk wel betoogen dat de keizer op zyn raad gehandeld had, maar moest dan tevens de gevolgen van dien raad dragen. De kalme redenaar, van alle kanten aangevallen en gelaakt, ver gat voor de eerste maal in zijn nog zeer jong kanseliersleven zijn kalmte en werd boosmaar, onze Franscbe naburen zeggen terecht„U n'y a que la vérité qui blesse." Hij werd prikkelbaar omdat het de stem der waarheid was, die de keizerlijke Duitsche regeering hare hartlooze en daarom ontrouwe politiek verweet. En dat vooral gewezen werd op de verhouding tot Nederland, in de laatste jaren zooveel verbeterd, tot het land, geregeerd door den „eenigen man op de Europeeache vorstentronenen welks sympathie men thans bezig is weer te verspelen, kan niet hebben nagelaten eenigen indruk te maken. Men kan, alles bij elkaar genomen, met volkomen gerustheid zeggen, dat keizer en rijkskanselier hun staatkunde in deze hebben hooren veroordeelen, niet door den Rijksdag alleen, maar door de groote meerderheid van het Duitsche volk, dat zich thans weer oprechtelljk in de schitterende wapenfeiten der Boeten verheugt. En Chamberlain heeft bepaald geboft, want nauwelijks was het parlement naar huis gestuurd,na in het verbruik van een nieuwe zestien millioen pond ster ling te hebben toegestemd, of daar komt, als een donderslag bij helderen hemel, het bericht van Olements nederlaag, de hachelijke positie der Engelschen te Komatipoort en de volkomen ontwijfel bare ontsnapping van de Wet, den ge vaarlijksten van alle gevaarlijken. Gebeurd is, wat wij vermoed hadden dat gebeuren zou. Nadat Roberts van Pretoria uit over Middelburg oostwaarts was gegaan, het Lydenburgsche ten deele had bezet en tot Komatipoort was doorgedrongen, om echter spoedig te gevoelen dat hij noch verder kon, noch kon houden wat hij had, overal gehin derd en overal bedreigd, zijn de Trans- vaalsche generaals niet werkeloos ge bleven, maar hebben hun macht gere construeerd en slechts den tijd afgewacht om hun slag te slaan. De Engelschen zijn nu ongeveer even ver als een maaDd geleden, met dit onderscheid, dat een nieuwe tocht naar het noord oosten hun absoluut onmogelijk is. Wij verheugen ons van harte in de goede tijdingen die Kruger thans door de beleefdheid van generaal Kitchener ontvangt. Misschien is deze eerlijker „Ondankbare!" zeide Bertha mis moedig. Doch dadelijk voegde zij er bij alk wil echter, dat gij van harte te vreden zult zyn, daarom verzoek ik u ditmaal, bij uitzondering „Wat, Bertha, gij veroorlooft mij «Nu dan, ja. Breng my den armband van GrWij zyn hedenavond bij uwen overste genoodigddaar wil ik hem dragen." Henri was reeds bij de deur. Zy hield hem echter terug en zeide „Bedaard, besteik heb nog niet uit gesproken, ik wil eerst mijne voorwaar den zeggen. In de eerste plaats zal deze mijne bewilliging, zooals zij de eerste is, ook de laatste zijnzij mag niet de voorloopster zijn van de onbepaalde vrijgevigheid van mijn toekomstigen heer en meester, die my nu reeds gaarne van het hoofd tot de voeten in goud zou zetten." „Ja, dat zou ik willen!" riep Henri uit. „Ik weet het wel," antwoordde Bertha. dan Roberts en zegt hij de volle waar heid. Misschien is hij het ook niet maar dan zullen er wel dingen gebeurd zijn, die voor de Britsche vanen hoogst bedenkelijk zyn. Te weten komt men het eindelijk toch wel. De Engelschen zullen het nu verder wel laten, te beweren dat slechts eenige ongeregelde troepen in het veld staan en voor hen is het te hopen dat zij, na anderen zoovele fabeltjes te hebben opgedischt, niet met gelijke munt worden betaald. In elk geval schijnen de legerhoofden, aan welke de vereerende taak is opge dragen den man te vangen, die de ziel van den oorlog is en aan wiens krijgs bedrijven de ongelukken in het noorden voor een voornaam deel zijn toe te schrijven, het er nu over eens te zyn, dat de Wets leger slechts te dwingen is met een zoo groote macht van bereden troepen, dat het al te voren vast staat, deze macht nimmer by een te brengen, veel minder te houden is. Waar is de macht van French, die den inval in den Vrijstaat deed? Waar liggen de paarden en waar zijn de ruiters Wie zal de geheimen van dezen oorlog ver klappen? Wanneer in het gevecht by Frederikstad, in het begin van November, het verlies der Engelschen dat der Boeren vijf en dertigmaal overtrof, ter wijl het slechts, met het oog op het aantal, om gelyk te staan, „ongeveer tienmaal mocht wezen, moeten wy er ons dan over verbazen, dat het schijn baar onmogelijke hier wel mogelijk blijkt. Er komen, als in den tachtigjarigen oorlog, critieke oogenblikken, oogenblik- ken van schijnbare moedeloosheid en wanhoop, en zij, die van verre staan, laten dan van zelf den moed wel eens zakken. Ook wij hebben oogenblikken van twijfel gekend, die toch blijkbaar niet gerechtvaardigd waren, en nu Kruger eenmaal in Europa is en de staatkunde aan het woord, nu twijielen wij liet meer, dat het ergste niet aan onze broeders zal worden voltrokken. Een lichtpunt is het ook, dat de Gzaar, zooals wel verwacht werd, er in heeft toegestemd, den president na zijn geheele herstelling en terugkeer in het winterpaleis te ontvangen. Nu keizer en rijkskanselier niet alleen de gevoelens der natie, maar ook van een aanzienlijk deel der vertegenwoor diging kennen, zijn wij vast overtuigd, dat de receptie te Berlijn zal plaats hebben. Dat de keizer van Rusland zijn Fransche bondgenooten in deze niet alleen zal laten zitten, was wel te be grijpen en dan kan men in Duitschland „En dan reken ik er op, dat gij mij geen duur stuk zult brengen. Ik zou mij er niet van harte in kunnen verheugen, als het bovenmate kostbaar was. Het liefst zou het mij zijn, als het niet meer kostte, dan mijne eigene be- scheidene middelen mij zouden veroor loven." Een verlegen trek vloog voor een oogenblik over Henri's gelaat. Hij her stelde zich echter dadelijk en zeide „Zeker Sneeuwwitje, het zal een baga tel zijn, zóo zelfs, dat ik mij bijna schaam het u aan te bieden." Daarop ging hij heen. Op den avond van dienzeltden dag was er een groot gezelschap ten huize van den commandant van het regiment byeen. Nauwelijks was de treule von Hor- stenau met haar verloofde verschenen of jonge en oude dames hadden een zeer belangwekkend onderwerp voor hare ge sprekken in de bewondering van het gevoegelijk de aangenomen houding laten varen. Waar heeft dan al die drukte voor gediend? De heeren moeten weer eens iets opeten, als een zekere hond die tot een zeker iets wederkeert. De tijd is voorby, toen de zee der publieke opinie met een boos gezicht of een nijdig woord kon worden bezworen en de weigering van den Duitschen keizer heeft de Tiansvaalsche zaak in Duitschland geen kwaad gedaan. Van kwaad gesproken. Alleen de Engelsche regeering doet zich zelve en hare zaak kwaad met hare schandelijke doordrijverij. Chamberlain heeft het toch doorgedreven, en Alfred Milner, de man die voor zulk een aanzienlijk deel den oorlog op zijn geweten heeft, is met het bestuur der zoogenaamde ge annexeerde landen belast. Waarschu wende woorden, protesten, verzoeken, niets heeft mogen baten. Db vyand van het Afrikaanderdom zal Afrika regeeren. Maar nog hooren wy die stem in het Engelsche parlement, die waarschuwende en profetische stem „dan zult gij Zuid-Afrika verliezen." Dan, namelyk als deze man aan het hoofd der zaken wordt gesteld. En, nu is hy er gesteld, laat ons zien wat de geschiedenis van hem verhalen zal en of hij veel genoegen zal beleven van zijn nieuwe residentie, waar de kogels der Boeren hem nog wel eens vóór konden zyn. Discussiën bij de oorlogsbegrootiug, De begrooting voor oorlog is nu en dan in een tamelijk oorlogzuchtige stem ming afgehandeld, tot welke stemming de socialistische leden der Kamer zeker wel niet het minst bijdroegen. Het feit dat men nu leeds 25 jaar aan het voltooien van ons vesting stelsel arbeidt en nu voor diezelfde zaak weer 8Vs ton op de begrooting is aan gewezen, schonk den socialisten de ge legenheid hun afkeuring van wat zij geldvermorsen noemen, neder te leggen in een amendement strekkende om verdere „voltooiing" voorloopig te staken. Dit amendement en ook de leer door de socialisten aangaande de weerbaarheid des lands in de Kamer verkondigd, biachten den heer Van Vlijmen op de bres, die de denkbeelden der socialisten als drogredenen qualificeerde en betoogde dat het christelijk beginsel bij de ver dediging van het vaderland moet op den voorgrond staan en de oorlog voor de verdediging van huis en haard nood jonge meisje. Bertha droeg een aamband zoo onvergelijkelijk schoon en kostbaar, dat het de algemeene opmerkzaamheid trok. Het was slechts een brillant op een gouden bandmaar het geheel was zóo fyn en teer en toch weer zóo degelijk en sterk tegeiyk, dat men er wel verrukt over moest zijn. Spoedig ging het prachtige stuk van hand tot hand. „Hij is uit het magazijn van Gr Henri heeft hem mij van daag meege bracht.» „Die zal een mooie som gekost heb ben zeide, minder bescheiden dan onbedachtzaam, eene naive, nog zeer jonge dame. „Toch niet, integendeel," zeide Bertha, „Henri heeft hem goedkoop, zelfs zeer goedkoop gekregen." „Dat zou eigenlijk nog niet eens het verwerpelijkste er van zyn, als hy voor een redelijken prijs te krijgen was," merkte de overste op, wiens echtgenoote zeer bijzonder met den armband inge zakelijk is. Steeds moet echter het christelijk beginsel buiten of in den oorlog in het leger en op de vloot op den voorgrond staan en daarom ergerde het hem dat Gods naam nog altijd wordt gelasterd en de onzedelijkheid niet krach tiger wordt tegengegaan. De heer Schaper stoof op by het woord „drogredenen" door den heer Van Vlymen gebezigd. Het verbaasde hem dat de voorzitter dezen niet tot de orde geroepen had. Een oogenblik later klonk het van den heeren Schaper's lippen dat e heer Van Vlijmen een „papieren kolo nel" was, waarmede hij wilde zeggen dat de afgevaardigde Van Vlijmen kolonel en later als luitenant-kolonel is gewor den, zonder ooit in werkelyken dienst te zyn geweest. De voortzitter moest in deze scher mutseling van den heer Van Vlymen het verwijt hooren dat hy de uitdruk king „papieren kolonel" zónder aanmer king had laten doorgaan, terwyl hy te kennen gaf dat als hy 't woord „drog redenen" gehoord had, hy den heer Van Vlymen zou verzocht hebben zulke woorden niet te bezigen. Uit het verder debat bleek bet dat sommige ministers het niet al te best kunnen verdragen dat ambtenaren wel eens de pen opvatten om onthullingen te doen, die hun niet welgevallig kunnen zijn. Zoo klaagde minister Pierson over net geschrijf van een zyner ambtenaren en de heer Eland eveneens over de ongunstige uitlatingen van officieren over het reserve-kader en over de beschul diging van drang dien hij als minister op de militaire examens uitoefende. Natuurlijk werden deze beweringen met kracht door dezen minister wederlegd, Zeer sterk trok de afgevaardigde De Ras tegen het reserve-kader van leer, O. a. was de diensttyd te kort en de oefening daardoor onvoldoende. Er kleef den om kort te gaan, zooveel gebreken aan deze instelling, dat het hoog tyd was tot eene algeheele zuivering over te gaan. Van opheffing sprak de heer De Ras nog niet, wat men na zijne heftige philippica toch wel zou gewacht hebben. Gelukkig vond het reserve-kader verdedigers in de heeren Van Vlijmen en Verhey. De minister betoogde dat het reserve-kader eerst dan zijn groote vruchten zal afwerpen bij de landweer wanneer de reorganisatie onzer levende strijdkrachten zal tot stand gebracht zijn. Eene klacht van den heer Lieftinck over het afnemen van vry willigere by de cavalerie en dat zelfs de aanplakking van groote biljetten of het aanbieden van hoog handgeld hierin geen verbe tering brachten, ontlokte den heer Troelstra de woorden „een gunstig teeken." nomen scheen te zijn. Henri heeft er twee honderd gulden voor gegeven." zei Bertha eenvoudig weg. „Wel drommels," riep de overste uit, „dat is mij onbegrijpelijk 1 Mag ik hem nog wel voor een oogenblik nader be zien, freule Hy bekoek het pronkstuk van alle kanten, legde het daarop weder galant om den aim der eigenaresse en trad op Henri toe, die in de nabijheid met eeni ge heeren stoud te praten. „Hebt gij werkelijk maar twee hon derd gulden voor dat prachtstuk gege ven, kameraad Henri was een weinig verbluft en antwoordde niets, alsof hy niet begreep, waarover gesproken werd. De overste nam zijn stilzwijgen als eene bevestiging op en riep verbaasd uit Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1900 | | pagina 1