No. 296 1900. Zaterdag 15 December 88e Jaargang. FEUILLETON. Len Kerstavond in het gebergte. "LISSIAIGSCHE (OIRANT. PrQs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 6 cent. Men abonneert zich by alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. ADVERTENTIES van 1-4 regels 0.40. Voor eiken rege meer 10 cent. - By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prys slechts tweemaal berekend, Groote letters en cliché's naar plaatsruimte. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telephoonnummer Abonneinents-Advertentiën op zeer voordeelige voo,-waarden. Verdediging van Ibsen. Ibsen heeft aan den heer Elout, redac teur van het Algemeen Handelsblad, het volgende schrijven gezonden. Zeer geachte Heer Door middel van P o 1 i t i k e n hebt g|j mij de eer gedaan, mij een open brief te schrijven en ik zal mij ver- oorlooven, door middel van hetzelfde blad u in 't kort een open antwoord te geven. Ik ben, geiyk gij wellicht weet, op politiek gebied een man des vredes en ik had allerminst gedacht dat het mij zou zijn beschoren om in den Zuidafri- kaanschen oorlog te worden gewikkeld. In den strijd tusschen Boeren en Britten heb ik mij tot dusverre even zorgvuldig achteraf en even neutraal gehouden als de groote Hollandsche koloniale mogend heid zelve. En myn aphoristische uitingen in het Noordsche Oereblad hadden waarlijk niet de bedoeling om den Boeren eenige schade te berokkenen in de wereld van politieke belangen. Gij stelt mij een boek in uitzicht dat nog niet is verschenen maar dat mij moet overtuigen, dat de Boeren hun land niet op onrechtvaardige wijze ver kregen, en dat de Engelschen in Zuid- Afrika niet meer hebben gedaan voor de zaak van ontwikkeling 6n beschaving dan de Boeren. Wij zullen zien. Gelukt het dat aangekondigde boek ot dier brochure mij te overtuigen van dat alles, dat mijn tot nu toe gevestigde overtuiging omver zou werpen, dan zal ik dat eerlijk bekennen. Uw natie, mijnheer de redacteur, ben ik persoonlijk groote dankbaarheid schul dig. Maar men mag niet vergen, dat ik iets van die schuld zal afbetalen door miju overtuiging geweld aan te doen Gij zegt ten slotte, dat de Hollanders in Europa de natuurlijke verdedigers der Boeren zijn. Waarom hebben uw landgenooten dan niet een meer effectief gevechtsterrein gekozeD, toen het nog tijd was Ik d;.nk aan Zuid-Afrika. Nu verdedigt men zijn verwanten met boeken en brochures en open brie ven zyn er, mynheer de redacteur, geen wapenen die beter werken Ik denk aan Hoogachtend, HENRIK IBSEN. Kristiania, 9/12 1900. Naar W. JENSEN. 3). «Wat praat gij toch Droomt ge? Ik wilde maar even het bosch in, maar ja," zeide by, zich bezinnend, „nu weet ik het. Zoo straks kreeg ik een slag op myn hoofd en viel neder." En daarop zich oprichtend en rond ziende, vervolgde hy „Nu begrijp ik het. De boom is door den storm omgewaaid ik heb een tak op het hoofd gekregen en ben bewusteloos neergevallen. Als gij my niet gpvonden hadt, zou ik hier door de koude zijn omgekomen." Daarbij stak hij haar verheugd de hand toe, kuste haar en vroeg „Is het niet Kerstavond Het is mij alsof wij elkander op nieuw zijn gegeven." Dat wekte hare herinnering op. „De kinderenZij zullen angstig zyn, zoo lang in het donker alleen. Marianne is er ook niet „Laat ons dan spoedig huiswaarts gaan!" Maar zijne voeten waren nog onvast door den val en de verdooving, en, zijne gedachten verzamelend, vroeg hy thans, hoe zij de plaats, waar de hoorn gevallen was, had gevonden. Zij President Kruger. Door het comité te Delft is aan Kruger het verzoek gericht deze stad met een bezoek te vereeren. Ook de studenten van Oporto hebben aan den Staatspresident eene betuiging van sympathie gezonden. Naar men verneemt zal Kruger ook een bezoek aan Rotterdam brengen en wel na het bezoek aan Amsterdam. Bij de receptie in het Gebouw voor kunsten en wetenschappen te 's Hage werd de president o.a. nog aangesproken door een Engelsche dame uit Hastings,die uit naam van een damescomité aldaar hem sympathie betuigde, met de bede dat zyn ongeschokt vertrouwen op God zou beloond worden. Deze dame sprak hem eerst in het Engeisch aan, maar vervolgde haar toespraak in het Hollandsch. Uit Duitschland ontving de president tal van telegrammen van sympathie o.a. van drieduizend burgers en burgeressen van Hamburg. De Gedep. Staten van Zeeland zonden hem een betuiging van sympathie. Door de heeren H. J. Byleveld, mr. J. C. Kakebeeke en J. A. Wormser jr., allen te Amsterdam, is een circulaire tot alle Nederlanders gezonden en oud-Ne derlanders die evenals zij in Zuidafrika gewoond hebben en nu tydelyk verbiyf in Nederland houden om Kruger te Amsterdam bij de receptie in het Paleis voor Volksvlijt een adres van hulde aan te bieden, waarvan de handteekeningen zullen verzameld worden in een pracht- album. De bijdrage is gesteld op een minimum van 50 cent. Opstootjes in den Haag. Het „donkerste" 's Graven..age heeft druk gebruik gemaakt van de hulde aan Kruger gebracht om daarbij allerlei schandalen uit te voeren. Troepen van 2 a 300 man liepen onder aanvoering van bij de politie bekende belhamels rond en bedierven,zooals de burgemeester in een beroep op de burgerij zich uit drukte, de grootsche hulde door de burgery aan president Kruger gebracht. De politie gelukte het steeds zonder geweld te gebruiken maar toch met veel moeite, die groepen uiteen te dry ven. Thans zijn echter huzaren verschenen op het tooneel, maar is de rust ook reeds zoo goed als hersteld. Het werd tijd, zegt een Haagsch blad voor krachtige maatregelen, want het begon gevaarlijk te worden. uitgeoefend op een van daar af te zenden telegram dat betrekking had op het Pott-incident. Het geschil met Portugal. Naar aanleiding van de interpellatie in de Tweede Kamer, betreffende het ge schil met Portugal, schrijft 't Vaderland A priori zullen weinigen genegen zijn aan de volkomen onpartijdigheid van Portugal te gelooven, vooral na het beteekenisvolle Engelsche vlootbezoek waarby te Lissabon woorden gesproken zyn die van een bondgenootschap met Engeland en van goedediensten aan Engeland waardeerend gewagen, wat neutraliteit uitsluit. Waar Portugal zoo grooten bondgenoot achter zich heeft en waar onze sympathieën voor Enge- land's vijand ook op de dadeu van onze ambtenaren licht den schijn van partijdigheid werpen, is er voor twijfel of het geschil te onzen gunste zal afloopen alleszins plaats. Gelukkig echter staan wij tegenover Portugal in éen opzicht zeer sterk. Portugal toch is het eenige land waarmede wy een tractaat hebben (nl. de handelsconventie van 1894) dat arbitrage vooralle geschillen niet alleen de uit dat tractaat voortvloei ende maar geheel in het algemeen imperatief voorschrijft. Worden wij het dus niet eens, dan is een onpartydige rechtspraak ons ver zekerd. Met zekerheid kan de N R. Ct. mede deelen dat in een Vepaald geval aan het telegraafkantoor te Lissabon censuur is vertelde daarop wie haar geroepen en geleid had, en dankbaar streelden beiden den van vreugde luid blaffenden hond. Op den duisteren, met sneeuw bedekten wegkwamen zij slechts langzaam vooruit, hoewel het eind niet ver was. Toen zij uit het bosch traden en hun hui3 voor hen lag, schrikten beiden terug, want een fonkelend licht straalde hun van daar tegen. Van ontroering stil 3taande, zeide Eisenhut„Goede God, het huis staat in brand." Ook de jonge vrouw had op het eerste gezicht een gil ge geven, maar zich snel bezinnende, riep zij uit: „Neen, het is de Kerstboom! De lichten branden Hoe is dat moge lijk Nu zagen zij het duideiyk. Een vijf tigtal brandende kaarsen wierpen haar licht door de vensters op de sneeuw. Zonder een woord meer te zeggen, liepen zij ademloos op het huis aan en stoven naar binnen. Daar zaten de kin deren juichend, lachend, tusschen het verstrooide speelgoed onder den boom op den grond. Zij bekommerden zich niet meer om het wegbiy ven der ouders, noch om hun terugkomst, maar hielden zich alleen met hunne feestgaven bezig. Het duurde eenigen tijd voor de moeder, op hare vraag wie de lichten had aangestoken, van de kleine Johanna ten antwoord kreeg„De vreemde man „Welke man vroeg zij verwonderd. „Die in de sneewjacht kwam, toen gy met Melac voortliept, om vader te halen." „En waar is die man gebleven „Weg!" zeide het kind, op de deur wijzend. Daar hare moeder haar sprake loos en verward bleef aanzien, voegde zij er bjj „Hy schreide, toen hij heen ging hij zal wel geen Kerstgeschenken krygen." Nu was het of den houtvester plot seling een licht opging. „Wolfgang Machwitz was hier," zeide hij. Daarop trad hij op zyne vrouw toe en sprak fluisterend met haar. Aanvankelyk keek zij hem angstig aan, maar toen hij uitgesproken had, zeide zij „Gij hebt gelijk en op dien weg heb ik ook geen vreeze voor u." „Hij kan nog niet verre zijn," ging Eisenhut voort. „Op een Kerstavond deed ik hem onwillekeurig onrecht aan ik zal het als een gunst van boven beschouwen, als het mij gegeven wordt op dezen Kerstavond aan hem goed te maken wat mogelyk is." Hy drukte zijne vrouw de hand, nam zyne buks en ging de deur uit, den verwonderd opzienden hond tot zich roepend. Aandachtig voor zich ziende, liep de houtvester om het huis heen, tot hij twee breede voetstappen in de sneeuw zag, die zich bergopwaarts voortzetten. Er op wyzend, zeide hy „Zoek, Melac!" Snuivend volgde deze het spoor. Nog niet lang hadden zij geloopen, toen de hond eensklaps toor nig blaffend vooruit schoot. „Terug, Melac!" gebood zyn meester die op hetzelfde oogenblik als versteend bleef staan. Eenige schreden vau hem Staatsuitgaven. Het departement van oorlog heeft ten allen tijde behoord tot de meest bespro kene, maar vooral nu is dit het geval omdat zich een steeds machtiger stroom onder de bevolking tegen alle legeruit- gaven kant en wel zou willen dat het leger opgeruimd werd om de vele daar door vrykomende millioenen te besteden aan sociale verbeteringen. Dan zyn er weder die aanmerking vinden op de weelderige wyze, waarop ons leger en de verweermiddelen zijn ingericht en daarom steeds op zuinigheid aandringen, en dan nog weer anderen die voor onze verdediging een veel minder kostbaar en eenvoudiger stelsel zouden willen ingevoerd zien. Met al die bezwaren heeft een minister van oorlog rekening te houden en het maakt zyne taak zeker niet gemakke- lyker, dat het budget van oorlog gedurig klimt, omdatwij nu eenmaal niet kunnen ten achterblyven waar alle natiën zich wapenen en ons land niet ten prooi kunnen laten aan een eventu- eelen inval. De begrooting beloopt nu 23 millioen, waaronder 850,000 voor de voltooiing van het vestingstelsel, waarvoor men al den tijd neemt, daar men er reeds 25 jaar aan arbeidt. Enkele posten der begrooting verdienen de aandacht, o.a. die voor tractementen enz. van officieren bijna 3 en een kwart millioen, die voor soldijen 6,762,981, materieel der artillerie 2,256,885, voor voeding 2,429,693 en voor pen sioenen 2,588,319. Het Handelsblad maakt hierbij de opmerking dat daar het getal officieren ongeveer 2500 bedraagt, het duidelijk wordt dat eene som van nog geen 3a/2 millioen, dus gemiddeld nog geen 1300 per persoon, niet bovenmatig hoog is. Op deze begrooting zijn posten van 1000 en 2500 uitgetrokken onder den post „Oefeningen en Onderwijs', en wel de eerste tot bevordering van schietoefeningen buiten het leger, onder leiding van militair personeel, in de zomermaanden, eenmaal per week, voor ingezetenen van 16 24 jaar die met vrucht het voorbereidend schietonderwijs hebben doorloopen, en de andere om den Ned. Gymnastiekbond te steunen in zyn streven, in een groot aantal plaatsen volksoefeningen in te voeren. Deze bescheiden posten zijn opmerke- lyk omdat er uit blijkt dat men tegen woordig ook met het stelsel begint te breken dat alleen de soldaat weerbaar moet zijn. De verschillende inrichtingen van onderwijs voor militairen worden begroot op 377,655. De aanschaffing van geschut, projec tielen, geweren, patronen en kruit en ander materieel is op l1/, millioen ge rekend. Het onderhoud en andere uit gaven voor kazernes, vestingwerken enz. eischen ongeveer l3/„ ton. Dat de lage prijzen der granen het brood voor do troepen goedkoop maakt blijkt hieruit dat het te hakken ration brood op 4'/j ct. berekend en ook bij de andere levensbehoeften het ration 1 ct. lager geraamd is. De minister heeft ook weder een be wijs van zorg voor eene goede voeding der troepen gegeven door uitbreiding van het aantal „gediplomeerde koks" in het vooruitzicht te stellen. Dat ransels zwaar drukken, is den genen, die ze moeten torschen, genoeg zaam bekend. Voor den Nederlandschen soldaat kan het een soort van troost zijn dat de ransels in Rusland, Duitsch land en Frankryk nog zwaarder wegen en dat het gelukt is een model te vinden dat slechts 1 kilo weegt. Ook op het gebied van bevrachting van den soldaat dus groote vooruitgang. De verscheidene kilo's wegende ransel van voorheen is nu al ingekrompen tot een van 1 kilo. Voor de keuring van paarden, die voor den krijgsdienst geschikt zyn in het belang van eene spoedige mobilisatie, is eene som van 17,000 uitgetrokken. Onder de pensioenen noemt het Hdbl. als een geheel bijzonderen post een „lijf rente" groot 5250, „toegekend aan den Pruisischen generaal graaf Bülow von Dennewitz en diens mannelijke afstammelingen in de rechte linie". lag, tegen den rotswand aangeleund, een lang, donker lichaam in de sneeuw en hief by het geblaf en den aanroep van den hond, het hoofd op. Daarop viel, door een scheur in den wolben- sluier, voor een oogenblik het volle licht der maan neder, en uit een spookachtig vaal gelaat klonk het den naderkomende met eene oude doffe stem tegen „Zijt gij het, Adolf Eisenhut? Ik wilde u en uw huis te 'gronde richten. Neem uw buks en schiet my neer als een wild dier. En als gij het niet doen wilt als eene vergelding, denk dan nog eens terug aan de oude dagen, toen wij vrien den warendoe het als een vrienden - dienst, ik zal er u voor danken!' „Wolgang Machwitz,» riep de hout vester ontroerd uit, „zijt gij op Kerstavond ten mijnent gekomen, om de lichten voor rnyne kinderen te ontsteken?" Een luid steunen kwam over de lippen van den aangesprokene, die de hand van den naast hem neergeknielden hout vester heftig terugstootte. „Wat wilt gij? dat is de hand van een moordenaar „Neen, het is die van een ongeluk kige, by wien ik veel heb goed te maken," zeide Eisenhut weemoedig. „Vergeef mij, om onzer oude vriend- schaps wille, Machwitz Deze trok zich echter krampachtig terug. „Uwe hand? Neem haar weg! Als gij wist met welke gedachten ik uw huis betrad „Zwijg!" fluisterde de houtvester, hem de hand op den mond leggende, „ik wil niets weten. Over de geheele wereld klinkt thans het „Vrede op aardo," laat het ook tusschen en in ons vrede zijn," en hem met kracht oprichtend, gaf hij den wankelenden man zijn arm en voerde hem mee. Werktuigelijk en zonder een woord te spreken, liet deze zich leiden 6erst toen de schemering van den Kerstboom door de zwarte dennen zich een weg baande, bleef hij eensklaps staan, rukte zich los en stamelde „Waarheen Tot haar? In uw huis? Een tuchthuisboef? Dat nooit „In een huis, waar menscheh wonen, die om u hebben getreurd," antwoordde Eisenhut met warmte. Eigenaardige klanken drongen van beneden tot hen doorde wind, die naar het oosten was gedraaid, droeg voor eenige oogenblikken duideiyk het klokgelui uit het Ryndal naar boven, en op plechtigen toon vervolgde de houtvester: „Hoor! Het is Kerstavond Gy komt van verre, Wolfgang, rust by ons uit en blyfbij ons, zoo lang als gij gevoelt onder vrienden te zijn Daarop schreden zy weder voort en toen de houtvester de huisdeur opende, riep hij zijne vrouw op vroolyken toon toe „Johanna, bereid een plaats voor een welkomen gast, en vergeet niet aan Melac een dikke worst te gevenhij heeft die van daag dubbel verdiend." EINDE.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1900 | | pagina 1