Vrijdag
14 December
Jaargang.
1
Leerplicht op de grens.
JSo. 295
G omeentebestuur.
Een Kerstavond in het
gebergte.
Si.
S 55
tvm
1 15
7 45
7 10
10 30
140
4 30
1.18,
7.35,
>.25$
4.32,
8.10
e en
war
VLI5.SIH.SriE COURANT
PrQa per drie maanden 1.30. franco per post 1.50,
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich by ale Boek
handelaren,- Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTIËNvan 1 4 regels 0.40. Voor eiken rege
meer 10 cent. BQ directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend, Groote letters
en cliché's naar plaatsruimte.
Verschijnt dagelQks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telephoonnummer IO.
Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
Vccartsenij kundig Staatstoezicht.
De Burgemeester van Vlissingen;
brengt ter kennis van belanghebbenden
oat blijkens bericht van Zijne Excel
lentie den Minister van Binnenlandsche
Zaken de invoer van melkvee
in lielgië langs Selzaete (Sta
tion) met ingang van 15 December a. s.
wederom is toegestaan.
Vlissingen, 12 December 1900.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
(r n g e z o n d e n.)
Toen het ontwerp op den Leerplicht
in de Kamer nog aanhangig was, hebben
wij er in dit blad reeds op gewezen,
dat in genoemd wetsontwerp geen reke
ning gehouden was met de Nederiand-
sche grensgemeenten, in sommige waar
van een aantal kinderen worden aan
getroffen, die Belgische scholen bezoeken.
Wij hadden gehoopt dat ons stukje de
aandacht op deze aangelegenheid zou
gevestigd hebben, doch het blijkt dat
onze stem niet gehoord is geworden,
want na ingewonnen information door
belanghebbenden bij bevoegde autoriteiten
is geileken, dat de wetgever er vol
strekt niet aan gedacht heeft, dat er
ouders zouden kunnen zijn, die voor
hunne kinderen de voorkeur geven aan
het onderwijs op een buitenlandsche
school. Nergens wordt ook in de wet
gezegd, dat kinderen, die in de termen
der Leerplichtwet vallen en geen huis
onderwijs ontvangen, eene Neder-
andsche school moeten bezoeken,
terwijl van den anderen kant geene
regelen zijn vastgesteld voor die kin
deren, welke eene buitenlandsche school
mochten bezoeken. Van controle op
het schoolbezoek kan by die kinderen
geen sprake zijn de Belgische onder
wijzers toch kunnen niet verplicht
wovdori inlichtingen te verstrekken aan
onze autoriteiten. Hieruit volgt dat,
indien deze leemte niet spoedig wordt
aangevuld, de deur wijd openstaat voor
wetsontduiking in de zuidelijke grens
gemeenten van Nederland. Reeds hebben
een tweetal ingezetenen van Overslag
wier meisjes de welingerichte school
van Mevrouw De ICerckhove-Lippens te
Moerbake bezoeken, verklaard, dat zij
zullen trachten ook hunne jongens op
eene naburige Belgische school geplaatst
te krijgen.
Wanneer op deze wijze de wet kan
ontdoken wordeD, zal de school te
Overslag weldra geen enkele vrouwelijke
leerling me6r tellen, en zal ook het
aantal mannelijke leerlingen sterk af
nemen, temeer daar de hooldonderwijzers
in sommige Belgische gemeenten een
zeker percentage van het schoolgeld
genieten, en de overloopers natuurlijk
allen schoolgeld zullen moeten betalen.
In hetzelfde geval als die van Over
slag verkeeren de scholen van Koewacht,
St. Jansteen en Clinge en wie weet
hoeveel andere in de gemeenten, liggende
langs de grenslijn van Maastricht tot
Sluis.
Vooral voor onze knapen zou ik het
eene ramp achten, wanneer die desertie
naar de Belgische scholen kon plaats
hebben.
Vooreerst zouden zij verstoken blijven
van de zegeningen, welke de Leerplicht
naar wij vast gelooven, brengen zal, en
ten andere zouden zij terecht komen
op scholen, waar het onderwijs zeer
veel te wenschen overlaat. Wij willen
hier geen blaam werpen op de Belgische
onderwijzers integendeel, het heeft dik
wijls onze verbazirfg gewekt dat de
menschen er nog zooveel van terecht
konden brengen. Stel u voor scholen,
zoo als men er in België zeer vele vindt,
waar slechts twee leerkrachten staan
voor 120, 150, ja nog meer leerlingen.
Maar er is een ander belang met de
zaak gemoeiddoor de opvoeding op
Belgische scholen gaat het nationaliteits
gevoel te loor en maakt plaats voor
onverschilligheid voor, zoo niet voor
afkeer van het geboorteland. In de
grensgemeenten van Zeeuwsch-Vlaan-
deren bestaat het gebruik, dat de kinde
ren van gegoede ouders, na volbrachten
leertijd op de lagere school, of soms
nog eer, voor twee of meer jaren op
een Belgisch persionnaat gaan, alsof
in Nederland geene goede pensionnaten,
ook voor katholieken, bestonden. Wy
hebben van die jongelieden gekend, pas
van de kostschool teruggekeerd, geheel
Belg geworden in taal, gewoonten en
gebruiken, het hoofd vol van Vlaamsche
sympathiën, het nationaliteitsgevoel ge
heel verdwenen.
Door velerlei omstandigheden moge
deze richting van hun geest zich
later eenigsziDs wijzigende ont
vangen indrukken verdwijnen zelden
gehdel. Zoo vindt men in onze grens
gemeenten mannen, die volkomen op
de hoogte zijn met de Belgische politieke
toestanden en de namen der Belgische
Kamerleden op hun duimpje kennen,
maar vraag hun niet nacr de namen
onzer eigen ministers Z0 lezen eene
Belgische krant, leven geheel met België
mee en stellen niet het minste belang
in de aangelegenheden van het eigen
vaderland. By eene verkiezing in
België staan zij in vuur en vlam, maar
worden zy zelve ter stembus geroepen
om een vertegenwoordiger te kiezen in
een onzer regeeringslichamen, dan blijven
zij thuis. 't Zijn oud-leerlingen van
eene Belgische kostschool.
Wat heeft de Nederlandsche staat aan
burgers, die hunne sympathieën elders
geplaatst hebben Neen, wij moeten
burgers hebben die belang stellen in de
openbare aangelegenheden van het
vaderland, ook aan de grenzen, ja,
daar vooral, en deze zullen niet
gekweekt worden op de Belgische
scholen.
Wij voedeD geen haat tegen onze
zuidelijke buren, verre van daarwij
zijn de eersten om hunne goede hoe
danigheden te roemen, en vooral, waar
ons dit mogelijk is, sporen wij aan tot
verdraagzaamheid, maar het moet
ons van het hart wy zien met zorg
den Belgischen invloed in onze streek
wassen, m die mate dat ons gewest
reeds veel begint te gelijken op een
wingewest van België, en ongaarne
zouden wij zieD, dat de Leerplichtwet,
die bestemd is om zegen te brengen
over de Nederlandsche jeugd, de' oorzaak
zou zijn dat onze knapen, in plaats van
opgevoed te worden aan den vaderland-
schen haard, pleegkinderen zouden wor
den van België.
Fi-Ui. LLET QN.
Naar
W. ,r E X S E IV.
3).
Op de vraag van den knaap stond hij
teer op, greep de handjes der beide
anderen en zeide beklemd„Kom mee,
zal je in de kamer hierover brengen."
„Ja, het is hier koud, moeder zou
'tommei als zij wist, dat wy in de
leuken waren,antwoordde het meisje,
I» said en gingen zij mpt hem in de
;aime voorkamer. Het was daar beha-
lijk een aangenaam verblijf te midden
o de besneeuwde, koude wildernis.
„Ziezoo, vertel ons nu eene mooie
•«chkdanis tot dat zy komen," zeide
knaan.
De vreemde antwoordde echter, ter-
II hij hunne handjes loslietBlijft
ik heb nog iets in de keuken te
doen."
Maar het meisje greep zijne hand en
hield die vast. „Neen, gij moet bij ons
blijven in de keuken is het te koud.
Waarom is moeder toch weggegaan
zeide zij en streelde daarbij zijne hand.
Hij wilde zich los maken, maar de klei
ne, mollige vingeren boeiden hem als
met ijzeren ketens.
„Houdt gij dan zooveel van uwe
moeder?" vroeg hij.
Zij zag hem verwonderd aan en
zeide„Van moeder Allen hebben
haar lief. Gy niet?"
In het donker hoorde men zijne tan
den klapperen. Hij wilde iets zeggen,
maar even als zijne hand verlamd was,
scheen ook zijne keel dichtgesnoerd. On
bewust, half verstaanbaar, vroeg hij
alleen „Hoe heet gij
„Weet gij dat niet? Johanna, even
als moeder."
Als glas zoo helder klonk haar stem
metje door de donkere kamer.
„En heet gij Adolf?" vroeg hij daarop
aan den knaap.
„Neen, zoo heet vader myn naam
is Wolfgang," antwoordde deze.
„Wolfgang," zeide de vreemde, en
Nederland en Portugal,
De Parljsche berichtgever te Lissabon
van het Parijsche Journal klaagt er over
dat de Portugeesche regeering scherp
toezicht houdt op de dagbladen der
oppositie, die daardoor niet den juisten
indruk kunnes weergeven van wat het
volk over het geschil met Nederland
denkt. Die stemming van het volk moet
zoo ongunstig voor de regeering zyn
dat deze haar best doet dat de buiten
wereld daarmede onbekend blijft.
Het is, zegt de correspondent, niet
onopgemerkt gebleven hoe 't incident Pott
juist samenviel met het Engelsche vloot-
bezoek en de vriendelijke telegrammen,
die bij die gelegenheid tusschen Konin
gin Victoria en haar „waarden neef",
Koning Karei, zijn gewisseld. Wellicht
zal men daar ook in gaan zien, dat het
oprakelen van een veroordeeling van
eenige maanden geleden, op dit oogen-
blik, niet zonder invloed van buiten kan
zijn geschied dat, indien de veroordee
ling werkelijk van ernstigen aard was,
de Portugeesche regeering ongelooflijk
zwak was, niet onmiddellijk daaraan
iets te doen, en dat, indien voor een
ingrijpen destyds geen reden was, deze
thans niet anders dan van buitenafkan
geïnfluenceerd zyn.
Van dit alles moge het Portugeesche
volk zich bewust worden. Enkele be
wijzen er van, dat in het land niet
iedereen met de politiek der regeering
medegaat, drongen tot ons door. Wij
herinneren aan het telegram van de
studenten van Coïmbra aan President
Kruger. Het republikeinsche blad Van-
guarda ging verder en bevatte een lof
artikel op het Nederlandsche volk. Het
is begrijpelyk, dat de Portugeesche re
geering van dit alles liefst naar buiten
zoo min mogelijk wil laten bemerken.
De Secoio had de onhandigheid tegen
over de helden uit den oud-Hollandschen
tyd de mannen uit het roemrijke ver
leden van Portugal te stellen. Wy
wenschen allerminst te kort te doen
aan don naam dier holdon en erkennen
gaarne de kracht, die ook eenmaal van
dat rijk is uitgegaan maar is dan de
houding der Portugeesche regeering van
tegenwoordig niet in schril contrast met
dat verleden Moest het beroep van
de Secoio haar niet in de eerste plaats
tot het inzicht hebben gebracht, hoe in
Portugal de tijden zijn veranderd
Waarlijk, indien de Portugeesche regee
ring een censuur wilde toepassen, had
zij dan niet moeten zorg dragen, dat
dergelijke oitingen niet over de grenzen
van het land kwamen
bijzonder aanbeveelt omdat Hare Ma
jesteit en haar gemaal niet noodig heb
ben den Haag te verlaten om „buiten"
te kunnen vertoeven en aldus in de
onmiddellijke nabyheid der residentie een
goed hebben, in een gezonde streek ge
legen en waar men zich geheel vry kan
hetzelfde steunende geluld, dat de kin
deren reeds eenmaal verschrikt had,
kwam wederom uit zyne borst. Doch
tegelijk deed hy eene wankelende schrede
in de duisternis, tastte om zich heen
en viel daarna bewegingloos, met ge
bogen hoofd, op een stoel neder. Buiten
huilde de wind, anders was alles dood
stil ook de kinderen stonden zwygend
bijeen, totdat ten laatste het meisje
vroeg: „Zyt gy bedroefd, vreemde man,
dat gy zoo schreit Kry'gt gij van avond
geen Kerstgeschenken?"
Op die vraag werd de knaap onge
duldig. „Ik val nog in slaap, als het niet
spoedig Kerstavond wordt."
Nu hief de man bet gebogen hoofd
op en zeide langzaam en kennelijk be
wogen „Gij wildet, dat ik je iets ver
telde, Wolfgang. Welnu, luisterEr
was eens een booze wolf, die kwam in
de schemering boog in het genergte
aan een huis
Maar de knaap viel hem in de rede
„O, die geschiedenis ken ik wel, die is
vervelend." En schreiende vervolgde hij
„Vader en moeder moeten komen en
den Kerstboom aansteken."
„Ja, ik kryg ook al slaap," zeide
Huwelijksgeschenk aan de 'Koningin.
De vraag welk geschenk aan de
Koningin by haar huwelyk te geven,
houdt nog steeds de aandacht bezig en
heeft vele plannen doen geboren worden,
die alle nog op vervulling wachten. Het
laatste nieuws op dit gebied is het voor
stel van A. v. G., die in de Haagsche
Courant de aandacht vestigt op het
buitengoed van wyien den Groothertog
van Saksen, „Zorgvliet» dat hy uitne
mend geschikt acht om als huwelijks
geschenk te worden aangeboden en zich
Johanna, met hem instemmend.
De vreemde man scheen het benauwd
te krijgen in de warme, vriendelyke
kamer. Naar buiten in storm, nacht en
sneeuw I Naar buiten in de frissche
lucht I En ijlings opstaande schreed hij
naar de nauwelijks zichtbare deur. Maar
het kleine meisje zeide, terwijl zij de
moede oogleden opsloeg «Daar moogt
gij niet binnen gaan, dat is de Kerst
kamer."
„Kerstkamer Kerstavond," her
haalde hij op verwarden toon. «Daar
ik als kind er nooit een gezien heb,
wil ik er nu eens ingaan." Hy opende
de deur en sloot die achter zich. Eenige
oogenblikken hoorden de kinderen hem
in de kamer op en neer gaan, daarop
werd de deur weder geopend en riep
hy „Komt, kinderen En zich de
oogen wrijvende, die door het ücht
werden verblind, traden de kinderen
met een jubelkreet binnen.
„Zorgvliet" zou dus niet onder den
hamer behoeven te komen en H.M'
stellig een welkom geschenk zyn, als
het den voorsteller gelukt zyn denkbeeld
bij de natie ingang te doen vinden.
De Haagsche Courant toont zich echter
met het denkbeeld van A. v. G. niet
ingenomen. Zij ontwikkelt er het vol
gende bezwaar tegen
„Zorgvliet" moet nl., naar de over
tuiging van ieder nadenkende, binnen
kort zoo mogelijk eigendom van
de Gemeente worden, die er dan, naar
men mag vertrouwen, een openbaar
park, gedeeltelijk villapark, van zal
maken. Voor 's-Gravenhage, zoo als dit
vermoedelyk al in 1925 zal zyn, zal dit
volstrekt wenscheiyk en zelfs noodig
wezen. Bleef „Zorgvliet» een afgesloten
landgoed, dan zou het weldra een ontzag-
lijk hindeilyke belemmering opleveren
voor een goede regeling van het verkeer
in de gemeente.
Ziedaar waarom het plan v. G. en
anderen gesteld dan er kwamen genoeg
millioenen voor byeen o.i. een ramp
voor de stad zou zijn."
President Kruger in Nederland.
Ruim 80 burgerlijke en militaire
vereenigingen te Amsterdam hebben
hare medewerking toegezegd bij het
huldebetoon aan president Kruger bij
zyn komst in de hoofdstad.
Bij de ontvangst eergisteren door
Kruger van de gouvernementsambtena
ren der Z. Afr. Republiek tydelijk te 's
Hage en elders vertoevende, werd door
den secretaris van de aldaar opgerichte
vereeniging van Regeeringsambtenaren,
den heer Bok, een adres voorgelezen. De
ambtenaren, 50 in getal, werden en
corps door den president in zyn salon
ontvangen.
In het adres werd den President al
lereerst een hartelijk welkom toegeroepen.
Verder werd medegedeeld dat de
ambtenaren zich aaneengesloten hebben
met het doel om, zoover in hunne
krachten ligt, de zaak der Zuidafrik.
Republieken te bevorderen en te ver
dedigen.
Eindelijk werd de wensch geuit dat
het den president gegeven zij na niet te
Buiten was de jonge vrouw een kwar
tier lang door sneeuw en stormwind
voortgeloopen. De hond ging, van tyd
tot tijd omziende, steeds vooruit, terwijl
zyne meesteres volgde. Da beklemdheid,
die haar vroeger bevangen had, was
voorby, en krachtig en met zekeren
tred schreed zij voort. Zij was er op
voorbereid haar man gewond of dood te
zullen vinden, maar gaf toch een gil
van ontzetting, toen de hond eensklaps
luid blaffend vooruitsprong. De weg was
versperd een hooge boom was dwars
over het pad gevallen. Haar oog kon
niets onderscheiden dan een verwarde
massa, waarin de hond wegkroop. Op
haar angstkreet kwam er echter van
daar eene droomerige stem, die vroeg:
„Wat is er wie riep daar?»
Zij wist niet of zij het werkeiyk ge
hoord of gedroomd had, maar vloog
vooruit, roepende: „Adolf AdolfI»
Daar lag hij voor haar, door de tak
ken van den neergestorten boom be
dekt, maar niet, zooals zij gevreesd bad,
gewond of dood, want hij hief het hoofd
op en vroeg, nog steeds als droomende
„Wat wil je, Hanna
„Gy leeit!» riep zy' uit en klemde
hare handen om zijn hoofd.
Slot volgt.)