BIJ VOEGSEL,
UIL
van Maandag 10 December 1900 No. 291.
Vervolg Advertentiën.
Gemengd Nieuws.
BEHOORENDE BIJ DE
\I.ISSr\!iS( i:£ COURANT
(Telephoonnummer 10)
Vlissingen, 8 December.
HULDEBLIJK.
Op uitnoodiging van de heeren Jhr.
Mr. A. A. van Doorn van Koudekerke
en A. L. A. van Unen kwamen Vrijdag
avond tal van ingezetenen in de zaal
van den heer Stofkoper hijeen, teneinde
een plaatselijke commissie in het leven
te roepen, die zich hier belasten zal
met de inzameling van gelden voor het
Nationaal Huldeblijk aan te bieden aan
H.M. de Koningin bij gelegenheid van
Hoogstderzelver huwelijk.
Bjj de opening sprak de heer van
Doorn van Koudekerke ongeveer het
volgende
M. H.
Ik heet U hartelijk welkom aan deze
piaats en dank U, dat Gg in zoo groote
getale aan de tot U gerichte uitnoodi
ging om hier samen te komen hebt
gehoor gegeven.
Ik kon ook niet anders verwachten,
waar het weder geldt een blijk van
Uwe belangstelling te geven aan onze
geliefde Koningin bij gelegenheid van
haar aanstaand huwelijk.
Immers, toen op 16 October j.l. de
merkwaardige proclamatie verscheen,
waarbij H.M. in zoo hartelijke bewoor
dingen aan haar volk van Hoogstder
zelver verloving kennis gaf, hebben wij,
ingezetenen van Vlissingen, ons met de
geheele natie ten zeerste verheugd over dit
heuchelijke berichten ook uit uw
naam heeft de gemeenteraad van Vlis
singen als uwe vertegenwoordiging
besloten om H.M. de Koningin en H.M.
de Koningin-Moeder een hartelgken
gelukwensch te zenden, waarop wjj dan
ook den dank van H.H. MM. mochten
ontvangen. Daarbij kon het echter niet
blijven.
Eenigen tijd nadat de procla
matie verschenen was, werd alom in
den lande de wensch geuit om aan de
Koningin een nationaal geschenk aan te
bieden en overal vormden zich commis
sion om voor dat doel gelden bijeen te
brengen.
Toen de ttjd zoover verloopen was,
dat ik het er voor moest houden, dat
uit den boezem der burgerij geene
pogingen zouden aangewend worden, om
voor het genoemde doel eene commissie
te vormen, heb ik gemeend niet langer
te mogen wachten om zelf het initiatief
te nembn.
Terwijl ik nog overwoog, hoe ik op de
beste manier tot de samenstelling eener
commissie kon geraken, ontving ik van
de Provinciale commissie voor Zeeland
het volgende schrijven.
WelEd. Gestr. Heer
Namens de Prov. commissie voor het
aanbieden van een Nationaal Huwelijks
geschenk aan de Koningin, hebben wij
de eer U onder toezending van 30
circulaires van het Hoofdbestuur en 20
inteekenlijsten, uit te noodigen ons bij
het bijeenbrengen der gelden Uw ge-
waardeerden steun te willen verleenen
en wel op de wijze die U het doelmatigst
oordeelt. Wij verzoeken U beleefd de
gelden, na aftrek van eventueel
gemaakte kosten, te zenden aan den
tweeden ondergeteekende.
De Prov. Commissie voorn,
(w.g.) Van Lijnden, Voorzitter.
(w.g.) de Casembroot, Secr.Penningm.
Daarop schreef ik het volgende
HoogEdGeb. Heer!
Alvorens te voldoen aan Uw verzoek
vervat in Uw schrijven van 23 dezer
om mijn steun te verleenen bij het bij
eenbrengen van gelden in deze gemeente
voor een nationaal huwelijksgeschenk aan
H.M. de Koningin, wensch ik U mede
te deelen, dat het mijne aandacht en
die van vele anderen getrokken heeft,
dat in uwe commissie wel drie leden uit
Middelburg, maar niet één ingezetene
uit Vlissingen, zitting hebben.
Daar ik het ten zeerste in het belang
der zaak zou achten, indien aan uwe
Commissie alsnog die uitbreiding kon
gegeven worden, zal het mij zeer aan
genaam zijn liefst zoo spoedig moge
lijk van U te vernemen, of U daaraan
gevolg kunt geven.
(w.g.) Van Dookn Van Koudekerke.
Het antwoord luidde
Hoogwelgeb. Heer
In antwoord op Uw schrijven dd.
gisteren, i.z. de samenstelling van de
Provinciale Commissie voor het Nationaal
Huwelijksgeschenk aan H.M. de Koningin
diene het volgende
Daartoe uitgenoodigd door de hoofd
commissie ter bevordering van eene
spoedige organisatie omdat de tjjd zeer
kort is, heett men gemeend ook in ons
gewest de Provinciale commissie te
mogen samenstellen op de wijze, destijds
gevolgd voor het aan H.M. de Koningin-
Regentes aangeboden huldeblijk.
Aan het feit dat de burgemeester van
de hoofdplaats in die hoedanigheid
ook thans weer lid van de Hoofdcom
missie ook nu het eerevoorzitterschap
bekleedt, kan toch bezwaarlijk grond
ontleend worden voor de bewering dat
er drie leden uit Middelburg in de com
missie zitting hebben, nog daargelaten
dat ondergeteekende geen ingezetene is
van Middelburg maar van Koudekerke.
Bij de vorming der commissie is
trouwens geen rekening gehouden met
eenige stad in ons gewest, wel met de
verschillende onderdeelen daarvan en
werd zij dientengevolge samengesteld
uit één lid in ieder onderdeel, terwijl
de voorzitter en de secretaris zich belast
hebben met het platteland van Walcheren
en met Tholen.
Gevolg geven aan Uwe uitnoodiging
om alsnog uitbreiding te geven aan de
commissie door de benoeming van één
lid uit Vlissingen, kan ik niet zonder
aanleiding te geven tot conflicten met
de overige steden in de provincie, ter
wijl bovendien de door de zorg van de
Hooidcommissie gedrukte circulaire reeds
is rondgezonden.
Ik mag niet aannemen, dat Vlissingen
in het niet zitting hebbon van een harer
ingezetenen in de commissie, grond zal
kunnen vinden tot onthouding of tot
verminderde medewerking in deze het
geldt daarbij toch niet ons, maar de
gevoelens van vreugde en dankbaarheid,
die ons bezielen met het oog op het a.s,
huwelijk van onze geliefde Koningin.
Ook twijfel ik er niet aan of het zal
na de hiervoren gegeven opheldering
aan uwe reeds aanvankelijk verleende,
zeer gewaardeerde, medewerking ook
verder niet ontbreken.
Hoogachtend
(w.g.) Van Lijnden.
Ik heb daarop niet meer geantwoord,
maar wensch na de mededeeling van
deze correspondentie door uwe verga
dering straks te doen beslissen of
Vlissingen mede zal doen aan het Nat.
Huldeblijk en zoo ja, aan wie wij de inge.
zamelde gelden zullen afdragen.
Eerst wensch ik u nog even mede te
deelen dat, waar het natuurlijk onmoge-
ljjk was, om de geheele burgerij hier
bij elkaar te roepen, ik toch mijn best
gedaan heb om deze vergadering waaruit
straks de plaatselijke commissie gekozen
zal worden, zoo uitgebreid mogelijk te
maken.
De heer van Unen verklaarde zich op
mjjn verzoek dadelijk bereid om mij bg
te staan en samen hebben we ruim 250
circulaires rondgezonden, waarbij werd
gezorgd dat ook de meeste hier be
staande vereenigingen vertegenwoordigd
konden zijn. Daarenboven zijn in een
advertentie in de Ylissingsche courant
alle belangstellenden alsnog opgeroepen.
Ook onze Belgische broeders zijn
uitgenoodigd zij hebben waarlijk het
voorbeeld niet noodig, dat de Belgische
vrouwen in haar land geven, door ook
samen te werken voor de ar-nbieding van
een huldeblijk; reeds bij herhaling heb
ik gelegenheid gehad op te merken, hoe
flink en waardig zg weten mede te doen
met ons voor elk goed doel maar bg
uitnemendheid als het geldt de belangen
van ons geliefd Vorstenhuis en van
ouze Koningin. Daarom zie ik hen ook
in ons midden (Applaus.)
Thans wensch ik in de eerste plaats
de vraag aan de orde te stellen zal
Vlissingen mede doen aan het nationaal
huldeblijk'? Onder een daverend applaus
werd hiertoe besloten.
Vervolgens werd gevraagd hoe de gel
den bijeengebracht zouden worden en
na eenige discussie werd besloten, dat
door eene Commissie eene inzameling
zou gehouden worden aan de huizen
der ingezetenen.
Daarbij bleek, dat, ofschoon door het
leger en door de marine afzonderlijke
huldebetuigingen zullen aangeboden wor
den, het leger zich toch tot de burgerg
rekent en zich gaarne zal aansluiten
waar het hier een nationaal huldeblijk
betreft.
Nu moest nog beantwoord worden de
vraag aan wie de ingezamelde gelden
zullen afgedragen worden.
Uit de nu gevolgde discussie bleek,
dat waar het Provinciaal Comité geene
notitie van Vlissingen genomen had,
men ook geen lust had verder voeling
met dat Comité te houden en werd be
sloten, dat de gelden rechtstreeks aan
de hoofdcommissie te Amsterdam zouden
gezonden worden.
Thans moest overgegaan worden tot
de benoeming van de leden der plaat
selijke Commissie.
Op voorstel van den heer van Raalte
werd de Burgemeester bij acclamatie
tot Voorzitter der Commissie benoemd.
De heer J. H. Dommisse stelde hierop
voor om in navolging van andere ge
meenten den Burgemeester tot Eere-
Voorzitter te benoemen. Ofschoon ook
hiermede door de veigadering instem
ming betuigd werd, dankte de heer Van
Doorn van Koudekerke voor de eer die
men hem toedacht en verklaarde met
genoegen de functie, van Voorzitter te
aanvaarden.
Vervolgens werd de heer L. A. H.
Bonemeijer, Garnizoens-commandant, on
der applaus tot Vice-Voorzitter benoemd.
Wat de overige commissieleden betreft,
vroeg de Voorzitter of de vergadering
tot de benoeming wenschte over te gaan,
dan wel of zij er genoegen mee nam,
dat door hem eenige namen werden
voorgelezen.
De bedoeling is eene zeer uitgebreide
commissie te krijgen teneinde daardoor
de taak der inzameling voor ieder zoo
veel mogelijk te verlichten.
Daarna werden een tachtigtal inge
zetenen genoemd, die voor zoover zij
aanwezig waren,de benoeming aannamen,
terwijl de afwezigen van hunne benoe
ming kennisgeving zullen ontvangen.
In eene later door de aanwezige com
missieleden gehouden vergadering werd
de heer mr. dr. F. S. Witte veen be
noemd tot Penningmeester en de heer
A. L. A. van Unen tot Secretaris, terwijl
ook Besloten werd dat de inzameling zal
geschieden op Maandag 17 dezer, waar
voor eenige dagen van te voren de
ingezetenen nog door middel van strooi
biljetten eene opwekking tot ruime bij
dragen zullen ontvangen.
Nadat de Voorzitter nog eens herin
nerd had aan de moedige daad van
H. M. om aan den President der Z. A
Republiek voor zijn overtocht naar
Europa, de „Gelderland" beschikbaar te
stellen, welke daad bewondering afdwong
aan nagenoeg geheel ons werelddeel, en
nadat hij de aanwezigen opgewekt had
tot eene algemeene medewerking om
de inzameling volkomen aan haar doel
te doen beantwoorden, werd de bijeen
komst gesloten.
Den 13 December zal de Nederland-
sche schouwburg uit Antwerpen onder
directie van den heer F. van Doeselaar,
te Middelburg een voorstelling in den
schouwburg geven.
Te Scherpenisse is een 3-jarig knaapje
in een sloot gevallen en daaruit levenloos
opgehaald.
Kerk- en Sclioolnieuws.
Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Oud-
dorpe ds. J. van den Berg te Bieselinge.
De Rechtbank te Middelburg heeft J.
M., 17 jaar, visscher, wonende te Arne-
muiden, die zich bij een arrestatie hevig
verzette en een rijks-veldwachter een
zoodanigen slag gaf dat hij bloedde, tot
2 maanden gevangenisstraf veroordeeld.
Naar men verneemt, zal de straf
vervolging, ingesteld tegen den burge
meester der residentie door den oud
hoofdcommissaris van politie, den heer
van Schermbeek, 20 dezer voor de
Haagsehe rechtbank worden behandeld.
De stucadoor Martens te IJmuiden
is, na een onderzoek der justitie ter
zake van het voorval van Maandag 1.1.,
weder op vrije voeten gesteld.
Te Oudenbosch zijn vier naast
elkander staande schuren, gevuld met
graan, hooi en stroo, tot den grond
afgebrand. Alles is verzekerd.
Moord te Lommei
Een vreeselijke misdaad heeft te Lom
mei, nabij de Limburgsche grenzen
plaats gehad.
Reeds sedert Donderdag van de vorige
week, werd zekere V., een jonge vrouw,
vermist. Men vermoedde een ongeluk,
doch de nasporingen der politie waren
vruchteloos.
Eergisteren was een klein hondje aan
het spelen op een stapel mutsaards, ge
legen op 10 meters afstand van de
woning der vermiste. Eensklaps begint
het te wroeten en te huilen op erbar
melijke manier.
Door het ongewone doen van het beest
opmerkzaam geworden, haalde men de
takken weg. Een akelig schouwspel
doemde voor de oogen der aanwezigen op.
Daar lag in een kuil het lijk van de
vrouw, gewurgd en met drie messteken
in den hals.
De politie werd geroepen, die een
onderzoek instelde.
Gevangen werd genomen, verdacht
den moord gedaan te hebben,een zeventig
jarig kantonnier.
Er heerscht begrijpelijker wijze veel
ontsteltenis in deze streek.
Hoe vol het St. Nicolaasavond te
Amsterdam op straat geweest is, blijkt
wel uit het feit, dat daar niet minder
dan 6 kinderen verdwaald zijn. Zij werden
door de politie tgdelijk op de bureaux
onder dak gebracht.
Toen de familie B. in de Oever-
straat te Arnhem Woensdagavond St
Nicolaas ontving, kwam het paard van
St, Nicolaas de groote spiegelruit door
stappen, een groot deel van de etalage
verwoestend. Het bleek echter weldra,
dat het niet de traditioneele schimmel
van St. Nicolaas was, maar een voor
een vrachtwagen gespannen paard, dat,
eenige oogen blikken zonder toezicht, de
vrijheid had genomen, het troittoir op
en den winkel in te willen stappen. De
schade was nogal groot en de St.
Nicolaasvioriug geheel gestoord.
Een heer te Groningen, ontving
Dinsdag een brief, waarin hem aange
zegd werd, per keerende post aan den
afzender 25 te zenden, bij gebreke
waarvan zijn huis in brand zou worden
gestoken. De schrijver had den brief
behoorlijk onderteekend en zijn adres
opgegeven. Daardoor had de politie spoe
dig de hand gelegd op den 57-jarigen
J. H. H., in naam photograaf, in wer
kelijkheid een zwerveling, die reeds aan
de justitie is overgeleverd.
Op St. Nicolaasavond is te Delft
uit de vestibule van het hotel „Balke
nende" ontvreemd een winterjas, toe-
behoorende aan den griffier van
het kantongerecht aldaar.
Te Haarlem bestaat een soort
onderlinge bond van bierhuishouders,
ten einde zooveel mogelijk te waken
tegen het constateeren van overtredingen
van de Drankwet, door elkander te
waarschuwen wanneer rechercheurs in
de nabijheid zijn. Het is gebleken, dat
zoowel kindoren van 7 jaar als mannen
van 70 bij dezen waarschuwingsdienst
helpeD.
Toevallig is de politie daar achter
gekomen.
Aan den bekenden dienstweige
raar De Bruin van het 3de regiment
veld-artillerie te Breda werd gisteren
kwijtschelding verleend van al de hem
opgelegde en nog niet ondergane straffen.
Hij keerde denzelfden dag naar zgn
korps terug.
Vermoedelijk is De Bruin met dienst-
weigeren opgehouden. (Noordbrabanter.)
Eenigen tijd geleden werden in
de Belgische gemeente Leffinge, bij
Ostende, acht personen door een hond
gebeten, die toen onder opzicht gesteld
werdt.
De geraadpleegde veeartsen verklaar
den dat de hond niet dol wasmen
dacht niet meer aan dit ongeval, toen,
enkele dagen geleden een boer, een van
degenen die gebeten waren, dol werd
en onder een vreeseljjken aanval aan
die ziekte bezweek.
In den nacht van Woensdag op
Donderdag heeft, meldt de N. R. Ct.,
in Keulen en de omliggende plaatsen
een soort van orkaan gewoed. De
Ringstrasse was 's ochtends bedekt met
afgerukte stukken zink, dakpannen,
schoorsteenen, weggeslingerde vuilnis
bakken, bakkersmanden, enz. en in de
plantsoenen waren veel boomen ont
worteld. Een dienstmeisje kreeg een
baksteen op het hoofd en werd zwaar
gewond. Te Nippes woeien de daken
van kerken, scholen en vele andere
huizen. Ook de glazen fabrieksdaken
hebben veel geleden. Van een lgsten-
fabriek werd de geheele kap afgerukt
en 100 M. ver op eenige andere huizen
geslingerd. De boeren die 's ochtends
te Keulen ter markt kwamen, vertelden
dat er in den geheelen omtrek kleine
boerenwoningen verwoest of beschadigd
waren.
Keizer Wilhelm heeft naar men
zegt, afgezien van zijne reizen naar het
Noorden. Zijn jacht is naar een werf
gesleept om daar buiten dienst gesteld
te worden.
De keizer schijnt in geen vacantie-
stemming te zijn. Er is wel reden voor.
Volgens de Magdeb. Zeitung zullen
bij gelegenheid van den 200en verjaar
dag van het ontstaan van het koninkrijk
Pruisen aan negen voorname heeren
de titel van prins worden verleend.