3ene rax, 1000. I, 6,29. 8.10 .5, 9.45. 6 December No. 288. 88e Jaargang. Donderdag Van week tot week. FEinXXETQiS'. :en. aagtl ie ïendheid [mplaar. s met goede ds Wal- of uurwaarde en Ier D, aan het tinge. wordt zoo den Boek- jENST DELBÜB3 7.7 4 50 5 55 'éilmarld .- vm 12 30 1 15 6 55 7 45 narkl 7iw«m- werkdagen) 65 1 20 2 5 7 50 8 35 iDIENST. 20 7—7 50 1020 10 40 30 2 220 |20 5 5 20 10 6 30 7 10 1010 10 30 m 1 20 1 40 50 410 4 30 8 30. ftldegliem. 110.37, 1.18, 1, 6.9, 7.35. 8.24.9.25® 1.38, 4.32, I") VLISSI16SCHE COURANT PrQa per drie maanden f 1.30. Franco per post f 1.50. Afzonderlijke nummers 6 cent. Men abonneert zich bjj alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks b(j den Uitgever F. VAM DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. Verschijnt dagelQks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. ADVERTENTIÉNvan 1-4 regels 0.40. Voor eiken rege meer 10 cent. BJJ directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de pr|js slechts tweemaal berekend. Groote letters en cliché's worden naar plaatsruimte berekend. Abonnements-Advertenöën op zeer voordeelige Toorwaarden. „Gegroet. Heb dank voor alles Leve Frankrijk Dat moeten wel woorden geweest zyn, geweld uit het hart en die gingen tot de harten. Jammer, dat het in den grond altoos zoo sympathieke Fransche volk, nooit die eigenaardige wuftheid kan verloo chen, waardoor zijn karakter zich steeds kenmerkte. Nadat zoovele waardige woorden waren gesproken, zooveel wat wel door de wereld ter harte diende te worden genomen, vinden wij, één dag later, in de Fransche bladen grove scheld- en smaadwoorden aan het adres van den Duitschen keizer, omdat het dezen, ongedacht, althans ongehoopt, nu eens niet geraden voorkwam* het Fran sche vuur naar Duitschland te laten overslaan. De Fransch-Belgische triomftocht is te Keulen gestuit door een enkel woord uit den mond van den man, die nu eenmaal niet de collega van den heer Kruger is, maar de machtige leider der staatkunde van een zeer groot rijk, wiens woorden en daden op het wel en wee van geheele volken van bedui denden invloed kunnen zyn. Wij hebben het betreurd, dat keizer Wilhelm de reis des grijzen staatsmans stuittewant wij hadden een weinig hoop, dat de ontvangst, ofschoon op andere wijze dan te Parys, toch zou hebben plaats gehad. Maar laat ons bedenken, dat de Duitsche reis oorspronkelijk niet in het plan heeft gelegen. Er moet iets gebeurd zyn, wat bij den heer Kruger dit plan deed rijpen en dat gebeurde kan met het woord des keizers in verband staan. Vergeten wij niet, dat keizer Wilhelm niet gezegd heeft, president Kruger niet te willen ontvangen alleen maar dat hy hem, tot zj]n spijt, thans niet ontvangen kon. De mogelijkheid bestaat intusschen, dat alleen de schitterende Fransche ontvangst en de hoop, daar in de borst van den president opgewekt, hem ge bracht heeft tot het Duitsch-Russische plan, en, indien dit zoo mocht wezen, zouden wij het ons zeer goed kunnen verklaren, dat keizer Wilhelm een weinig beducht was, dat de Fransche tooneelen zich ook op Duitschen bodem zouden voordoenzooals te Keulen trouwens reeds is geschied. Ook wij zullen nimmer het telegram van den keizer na Jamesons inval ver geten. Maar men vergete ook niet, dat de gespannen verhouding, die een natuur- Een verhaal uit de Russische Rechtspleging, v an EB WIN BAEEB. ljjk gevolg was van deze nobele daad, maar tusschen Duitschland en Engeland onder andere omstandigheden tot ernstige moeilijkheden aanleiding had kunnen geven, er den Franschen minister van buitwilandsehe zaken toe leidde, de Engelsche regeering over eon g e- meenschappelijk optreden tegen Duitschland te polsen. Men moge dit zoo schandelijk vinden als men wil en bovendien dwaas het historisch feit staat vast, en al zijn de betrekkingen tusschen Frankrijk en Duitschland nu verbeterd, al heeft men van een Delcassé niet hetzelfde te wachten, en al is Engeland op dit oogen- blik te land vrij wel machteloos, een weinigje voorzichtigheid is geboden. Tot slot van de rekening is het ons toch alleen te doen om het belang der Zuid- Afrikaansche republieken, en dat belang zou zeer slecht gediend zijn door een gespannen toestand, tusschen de Engel sche en eene andere regeering ontstaan. En dan vergete men ook niet de Chineesche aangelegenheden de soldaten der verschillende nationaliteiten in China verdragen elkaar als vuur en water. Welk een toestand zou het toch veroor zaken, wanneer een ernstig geschil ontstond tusschen twee mogendheden, wier troepen thans in die verre streken naast elkaar optreden. En zou dan niet de Chineesche zaak onherroepelijk ver loren zyn en opnieuw leven en eigen dom in China dingen van hersenschim mige waarde zyn geworden Ja, het valt wel eens hard, het koele verstand te moeten laten spreken, waar het hart warm en luide kloptmaar hier althans is het plicht. De Fransche ontvangst en de nagalm daarvan in België en Duitschland be hoeven daarom niet zonder invloed te blijven op den loop der geschiedenis. Integendeel: de volken zyn weer eens wakker geschud en het is als een onweer, dat langs de bergen trekt, dat machtig geroep om vrede en arbitrage. En alzoo is nu toch het bezoek des presidenten aan zijn geliefd Nederland aanstaande. Donderdag wordt hij ge wacht. Hier althans geen teleurstelling, maar, hier ook, zoo wij hopen, geen overdrijving. Geen overdrijving ook tegenover Duitschland mede met het oog op de toekomst. Het schelden der Fransche bladen is onwaardig en kan Krugers doel nooit bevorderen. Het is nu tjjd om te handelen. Wanneer de president, het zijn zijne eigene woorden, eenigen tijd in den Haag zal hebben doorgebracht, dan zal hij zijn verzoek om eene audiëntie herhalen, en dan zal de keizer wel niet weigeren. Een zachtmoedig man als oom Paul preskens en ringen naar 'Wegatü- 1). De procureur-generaal had de gronden *óor zijne aanklacht uiteengezet en zyn M'sch ingesteld. Hij liet zich langzaam 6P zijn zetel neder, terwijl daarbij zijn blik vluchtig door de rechtszaal rond waarde, als om zich te vergewissen van lien indruk, dien zijne rede op de toe hoorders had gemaakt. Geheel Odessa peen zich in de zaal opeengehoopt te kan niet nalaten vertrouwen te stellen in des keizers rechtvaardigheidszin. Laat ons ook trachten iets van den mantel deelachtig te worden, die dezen profeet dekt. Laat ons de zachtmoedigheid be waren en de hoop behouden. Der volken kreet om vrede en arbitrage te smoren, waarlyk, de taak zal thans niet licht meer vallenniet lichter dan die andere taak, in het verre zuiden, op het tooneel dat Roberts thans verlaat en van waar op nieuw voor Engeland zulke verontrustende tydingen komen. Op dit oogenblik kan men zelfs moei lijk van de „guerilla'" spreken en heeft het heel wat meer van een wezenlijk oorlogvoeren weg. Ook dat kan de goede zaak slechts ten bate komen. Hoe minder de feiten bij de beweringen aanpassen, hoe beter men de laatsten weerleggen kan. Huldeblijk aan de Koningin. De fantasie heeft weder ruim spel gekregen door de aanbieding van een huldeblyk aan de Koningin. Veel oor spronkelijks heeft zy echter nog niet tot stand gebracht. Daaraan gaat zeker niet het plan van den heer W. G. Amons, te Oirschot, mank, die voorstelt.F. M. de Koningin nederig te verzoeken de „Gelderland", die Kruger naar Marseille bracht, te herdoopen in „Paul Kruger", „waardoor", zegt de heer Amons, „deze Oranjedaad voor de traditie beter bewaard blijft." Jammer dat de „Gelderland" die traditie slechts zoo lang kan bewaren, tot zij in het lot van alle andere schepen deelende, gesloopt wordt. Bovendien is het plannetje, hoe spotgoedkoop ook, niet zoo geheel onschuldig als het lijkt, maar zou eigenlijk eene nuttelooze uit tarting van Engeland zijn. Wij vreezen dat de heer Amons nul op zijn request zal krijgen. hebbenman aan man, met eene koort sige spanning op de gelaatstrekken, vormde de menigte als het ware een muur, die bijna tot aan de zoldering opliep. En zij scheen al even levenloos als een muur; geen geluid deed zich hooren ook toen de procureur-generaal zijn laatste woord had gesproken. De gezworenen lieten treurig hunne reeds vergrijsde hoofden hangen; de rechters zaten als versteend voor zich uit te starende procureur-generaal legde zyn handen moedeloos neder, en de opeen gepakte menigte, door een en dezelfde gedachte schijnbaai tot een enkel levend wezen versmolten, richtte haar groot, uit duizenden blikken bestaand oog strak op de bank der beschuldigden. Op deze zat onbewegelijk Paul Lartschenko; hij hield zijne slanke gestalte hoog opge richt en de armen over de borst gekruist diepe ernst lag over z{jn jeugdig, schoon gelaat verspreid, en zijne oogen staarden vastberaden naar de rechters en de ge zworenen Kruger's afwijzing door keizorWilhelm. De Berlijnsche correspondent van het Handelsblad schrijft daarover het vol gende, dat wei alle aandacht verdient. „Enkel te dreigen, zonder zoo noodig tot een oorlog te willen overgaan, is een dwaasheid. Engeland heeft met zijn vele bedreigingen aan Rusland's adres de ervaring moeten opdoen, dat daaruit slechts vernederingen voortkomen en de andere partij toch doet wat zij wil. De Duitsche keizer wil het voorbeeld van Engeland niet volgen, en Engeland Diet tarten en dreigen, gelijk dit ryk Rusland steeds beleedigt en dreigt. zonder iets te doen. In Duitschland heeft het volk met groote warmte partij getrokken voor de republieken. En daar geen Europeesche hoofdstad, —zelfs Parijs niet_— zulk een onstuimige bevolking heeft als Berlyn, zal de keizer een bezoek van den pre sident te Berlijn weinig wenschelp geacht hebben. Door Zr. Ms. beroemd telegram na den rooverinval van Jameson staat de keizer in geheel andere verhouding tot de Boeren dan het hoofd van welken grooten staat ook. Tusschen ja en neen is er geen mid denweg als de Duitsche keizer in deze spreekt. Het is neen. Van interventie, in welken vorm ook, kan geen 3prake zjjn! Wij stellen ons den toestand aldns voor Ware de Cz&ar niet ziek geworden, dan had deze zich ais de bijeenroeper van het congres te 'sGravenhage vriendschappelijk kunnen wenden tot de Britsche regeering met aanbod van be middeling. Hierbij hadden andere mo gendheden zich kunnen aansluiten. Maar indien de Engelsche regeering aan de groote mogendheden van te voren officieus kennis heeft gegeven dat zij zelfs een aanbod van bemiddeling als een onvriendschappelijke daad beschouwen zon gelp ze, naar wij vernemen, gedaan heeft dan is het duidelijk, dat de mogendheden dit aanbod niet zouden doen. Want geen Europeesch rijk denkt er zelfs aan, oorlog te voeren ter wille van de republieken in Zuidafrika. En niemand, die beseft wat een Europeesche oorlog zou beteekenen, welk ontzettend lijden daarvan het gevolg zou zyn, kan dit betreuren. Niet met geweld is het heldhaftige volk in Zuidafrika meer te helpen.Want in elk geval zijn daarvoor de tijd en de gelegenheid voorbij. En daar de Engelsche regeering elke arbitrage weigert, is er van hulp van gouvernementen niets te verwachten. eenigd Afrika», gecomponeerd door den heer Spoel. Toen verhief zich langzaam de ver dediger en begon: „Mijne heeren gezworenenDe hoogste gerecbtigheid is één met de volstrekte waarheid: laat ons de laatste zoeken, dan zullen wij aan de eerste kunnen voldoen. Wij staan voor een ingrijpend geval, dat slechts éen uitspraak toelaat, indien wij alleen de doode letter der wet laten spreken. Doch wee den rechter die meent, dat de geschreven paragrafen van het strafwetboek in alle mogelijke gevallen voorzien en een voldoend ant woord geven in alle conflicten, 1fi welke de aard van den menseh en het noodlot hem brengen Het wetboek kan en mag ons slechts een richtsnoer zijn, dat uit de ervaring van een duizendjarig cultuurleven voortgesproten ons den weg wijst, dien wy in het algemeen hebben te gaan, dat ons de grenzen bepaalt, waar wij met straffen moeten beginnen en waar ophoudende ontel bare, door geen enkelteeken aangegeven tussohenruimten moeten ons verstand De extratrein die president Kruger uit Keulen naar 's-Gravenhage brengt, zal Donderdag a. s. te Arnhem aankomen te 12 u. 30 min. n. m. en daar 10 min stilhouden. Te Ede (aankomst 12 u. 50 min.) blijft de trein 5 minuten staan Het koor, dat onder leiding van den heer A. Spoel, in het „Hótel des Indes" te 's Hage, president Kruger bij zijn aan komst aldaar met zang zal begroeten zal ten gehoore brengen het liedVer en ons hart, moet ons geweten in elk afzonderlijk geval aanvullen. Zoo alleen zullen wij de wanverhouding tusschen de doode letter der wet en de eischen der menschelijkbeid kunnen veronzijdigen als wij zoo alleen het ambt van rechter uitoefenen, zullen wij de waarheid vinden en in hoogeren zin gerechtigheid oefe nen Gij kent de zware aanklacht die heden voor u is uitgebracht, en die gebiedend een „schuldig 1' vordert, gij weet even goed als ik, dat ook niet éen regel van de strafwet mij het recht geeft, om de aanklacht en den eisch van het openbaar ministerie af te wyzen. En toch in de heilige overtuiging recht te doen durf ik u toe te roepenSpreekt het vernietigend oordeel niet uitl Stelt den geest der menschelykheid tegenover het voorschrift van het strafwetboek! Stelt tegenover de doode letter, die een ruwe verleden heid heeft nedergeschreven en die tot nog toe is bestendigd, het levendige be wustzyn van een verhevener moraal Wijziging der Kieswet. De minister van binn. zaken heeft in de volgende woorden de critiek weder- 1 op de houding door hem aange nomen bjj de discussiën over zp ont werp tot wijziging der kieswet in de Tweede Kamer. De regeering ontkent dat het hier gold eene politieke wet bij uitnemend heid. Zij neemt de vryheid er aan te herinneren, dat reeds bij de algemeene beraadslagingen in de Tweede Kamer, toen het nog geheel onzeker was hoe de stemming over de onderdeelen en over de wet zelve zoude uitvallen, van de Ministerstafel werd verklaard, dat de Regeering dit ontwerp beschouwde als van niet groote beteekenis, en dat zij, die beweerden dat deze wetsvoor- drachthen noch koud noch warm maakte, juist in het bezit waren van de tempe ratuur, geschikt voor de behandeling van een dergelijke wetsvoordracht. In hooge mate zonderling is ook het verwyt, dat de Minister de „verminking" van zijn ontwerp iets later blijkt weer dat de leden, hier aan het woord, de wijzigingen, door hen «verminking" genoemd, zelfs als groote verbeteringen beschouwen niet heeft kunnen of willen tegenhouden, maar er integendeel kalm in heeft berust. Ongetwijfeld er zijn wijzigingen aan gebracht, die de Regeering niet wilde tegenhouden, omdat zy ze zelve als verbeteringen beschouwde, maar sinds wanneer is het een bewijs van gouver- nementeele kracht in een Minister, dat hy hooghartig afwijst, wat hij in zijn hart goedkeurt Er zyn echter ook beslissingen genomen die door de Regeering zeer worden be treurd, maar kan men in ernst beweren, dat de betrokken Minister in die gevallen niet al het mogelijke heeft gedaan om de Kamer te bewegen een beslissing in anderen geest te nemen Maar het is toch een feit, zoo wordt beweerd, dat de Regeering, nadat de beslissingen waren gevallen, er kalm in heeft berust. Als men den nadruk wil leggen op „kalm" en daarmede wil t6 kennen geven, dat de ondergeteekende alleen argumenten heeft gebezigd en zich niet boos heeft gemaakt, dan ligt daarin, waarschijnlijk ook naar de meening van de meeste leden dezer Kamer, het tegen overgestelde van een verwijt. Maar het verwijt van te hebben berust, moet waarschijnlijk zoo worden verstaan, dat men gewild had, dat de Regeering bij deze of gene gelegenheid - welke wordt niet gezegd haar ontwerp had inge- Rechtvaardigt het grondbeginsel van de menschelijkheid, dat de grootste mild heid in sommige gevallen de strengste rechtvaardigheid is, spreekt den aan geklaagde vrij I „Ik zeide u, myne heeren gezworenen, dat mij de heilige wensch bezielt, recht te erlangen. Van uwe lippen lees ik de vraag, hoe ik dezen wensch kan ver- oenigen met de wetenschap aan de ge pleegde misdaad Er is een moord begaan, ik loochen dit niet. Maar ook in dit geval komt het er, zooals zoo dikwijls in het leven, niet op aan wat er geschied is, maar op het „hoei" Alles weten, ^is' alles vergeven Ik zal u de geschiedenis van den aangeklaagde vertellen, zooals zij zich voor den scher pen blik van den zielkundige uit de daadzaken van de aanklacht tot een treurspel omzet, en ik leef in de vaste hoop dat, zoo ooit, in dit geval, de waarheid van het werkelijke leven het winnen zal van de vormen van het rechtdat mijne overtuiging ook

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1900 | | pagina 1