e
Maandag
3 December
lOiHEEfi en THANS.
STRIJD.
Ko. 285.
$8e Jaargang-
1909.
d
Gemeentebestuur.
BEKENBNAILiNfi.
feuilleton.
tij tn Courant lieiioort bbb isfe.
VLISSIifiSCHE COURANT
PrQs per drio maanden 1.80. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Hon abonneert zich by alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever
F. VAN DE VELDE Ji., Kleine Markt, I. 187.
ADYERTENTIÊNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken rege
meer 10 cent. By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prys slechts tweemaal berekend. Grooto letters
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Yerscfcflnt dagelflks, aitgeae«ierd op Zon- en feestdagen. Telephoonnummcr IO. i Abonnement-IdvertsnttEn op «eer voordeelige voorwaarden
Veeartsenij kundig Staatstoezicht.
De Burgemeester van Vlissingen;
brengt ter kennis van belanghebbenden:
dat blykens bericht van Zijne Excel
lentie den Minister van Buitenlandsche
Zaken de invoer van melkvee in Belgié
langs de tolkantoren Santvliet en De
Clinge met ingang van 1 December
1900 wederom is toegestaan.
Vlissingen, 1 December 1900.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
Wie geen vreemdeling is op 't plat
teland, zal wel gezien hebben, dat er
op landbouwgebied in den laatsten tyd
veel is veranderd en verbeterdzal
wel ervaren hebben, dat zeer eigenaar
dige dingen hebben plaats gegrepen.
In het landbouwbedrijf is er als het
ware een geheele omwenteling gekomen.
Vroeger toch legde de landbouwer zich
uitsluitend toe op korenbouw, thans is
dat geheel anders. Vele korenmarkten
bestaan nog alleen in naam graan- of
korenmarkt zijn voor vele plaatsen nog
alleen namen, die er op wijzen, dat er
een tijd was, dat daar het koren werd
verkocht. Misschien maak ik my hier
aan een kleine overdrijving schuldig,
maar zeker is het toch, dat waar men
vroeger het aantal hectoliters bij hon
derdtallen uitdrukte, het nu tot op tien
tallen is geslonken. Stelden eertijds de
landbouwers er een eer in wagenvrach
ten koren ter markt te brengen, door
velen wordt tegenwoordig koren bijge-
kocht.
De tijden, de economische toestanden
zijn voorzeker thans geheel anders dan
voorheen.
Maar, zoo vraag ik mij wel eens af,
hebben alle landbouwers wel genoeg
zaam rekening gehouden met de ver
anderde tijden Zyn zij zich wel bewust
van den toestand, waarin de loop der
lijden hen heeft geplaatst
Niet allen, dat kan men met beslist
heid zeggen. Velen doen nog als vader en
grootvader, wellicht als overgrootvador.
En dat is te betreuren.
Van
e. Rossi.
Gelukkig evenwel neemt het aantal
-iderwetsche boeren (men vatte dit
•woord niet in zyn ongunstige beteeke-
nis op gaandeweg af, en wordt het „als
het ty verloopt, de bakens verzetten"
meer en meer toegepast.
Was tot voor een twintig a dertig
jaren een „moderne" boer een uitzon
dering, weldra allerlei verschijnselen
wijzen er op zal het omgekeerde
het geval zyn.
Wie met oordeel zijn bedryf stuurt,
is, door de geringe rentabiliteit van den
korenbouw, wel gedwongen een andere
richting op te gaan.
Door de „geringe winst", zoo nie'
het „nadeelig slot" is hij er van zelve
toe gekomen zijn veestapel meer op
merkzaamheid te schenken, dan hij
vroeger deed.
Algemeen bespeurt men dan ook, dat
de „botermarkt" meer de aandacht van
den boer trekt dan de „korenmarkt."
Geen wonder, dat zuivelfabrieken en
fabriekjes, gedreven door stoom- en
handkracht, met den dag toenemen. Geen
dorp bijna of men vindt er een of meer.
Hier en daar verdween er kort na
de oprichting wel een, doch dit was
veelal een gevolg van gebrek aan soli
dariteit onder de oprichters. Regel is
toch, dat ze goed werken en een zegen
zijn geworden voor de landbouwende
bevolking.
Niet genoeg kan de landbouwer ge
wezen worden op 't nut, 't voordeel, dat
gelegen is in de veeteelt en de zuivel
bereiding.
Niet altijd evenwel wordt de goede
raad, dien bekwame mannen geven, even
gewillig gevolgd. Er zijn er nog, die de
veranderde toestanden wel zien en
toch de bakens niet verzetten.
Een interessant voorbeeld hiervan wil
ik aanhalen.
Een der grootste landbouwers van een
dorp sprak over veranderde tijden en
toestanden. Hy was een aardige prater
en wist op onderhoudende wijze te ver
halen hoe hij vroeger met zware vrach
ten graan naar de markt reed. Een
wedstryd was het dan tusschen de boe
renzoons van het dorp wie de zwaarste
vrachten kon laden.
Voor een gedeelte van de opbrengst
werden in de stad voederkoeken gekocht
en deze vóór op den wagen, dus zooveel
mogelijk in 't gezicht, opgestapeld.
Wie nu graan verkoopt, vertelde hij
verder, stopt de zakken zoo diep mogelijk
weg. Komen ze echter uit de stad terug,
waar voor het ontvangen geld kunstmest
4).
De brief, dien de professor den vol
genden ochtend van zijne vrouw ont
ving, bevestigde hem in zijne opvatting.
Zyne handen beefden en het schrift
danste voor zijne oogen: „Myn lieve
Willem! Lang hadt gij kunnen voorzien,
vat nu gebeurd is, als gij wat meer
acht op ons hadt geslagen; maar al
kunt gy mij ook niet vergeven, dat ik
aan uwe eer heb te' kort gedaan ik
kon niet anders, God zal het mij ver
geven Ik ben met Rudolf by dr. Sebaldus,
dien ik volkomen vertrouw, maar toch
v«zjek ik u, al is het ook te laat, uwe
toestemming te geven op mijne eigen
machtige handelwijze; doe het om de
Üefde, die ons eens verbond, al vrees
ik ook, dat alles te laat is 1 Gy komt
toch dadelyk tot onszend my ook
eenige kleeding, wij zyn hier zonder
iets meer gekomen, dan wat wij aan
hadden en mij ontbreekt dus veel. Hier
bij een ïystje van het noodigste. Al
het aDdere zal onze goede vriend met
u bespreken. Uwe Ina."
Schaamtelooze, eervergetene vrouw 1"
mompelde hij doodsbleek, „ik zou het
niet gelooven, als zij het niet zelve
erkende." Hare aantrekkelyke, kuische
gestalte doemde voor zijn geest op
en toch was dat uiteriyk een vrome
leugen, want met zoo cynische open
hartigheid bekent zelfs geen schaamte-
looze boeleerster hare eigene zonde.
En met dien last op het gemoed moest
hij naar de gehoorzaal en later met de
studenten naar het ziekbed. Dat eerst
een ondragelyke laat was, bracht toch
den zegen van den arbeid medehet
deed hem tydelijk vergeten. Eerst toen
hy tegen den middag te huis kwam en
zich aan zyn eenzamen disch zette,
keerde de ellende terug. Zoo zou het
nu altijd zijnnimmermeer zou hare
blanke hand zijn glas vullen, zou zy
zich biddend met de kinderhanden ver
eenigen. Hij had wel kunnen weenen
zyn hart kromp van weedom samen.
is gekocht, dan worden d i e zakken
voor op den wagen gelegd, opdat ze
toch ieder goed zoude zien. Zoo kan
het veranderen.
Neen, van h.-4 graan moet men het
niet meer hebbi o, maar van de boter,
•van de zuivel. Dit had ook de zuivel-
consu'ent gezegd op een lezing en hy
was het geheel met hem (den zuivel-
consulent) eens. Maar toen die man had
gesproken van 't oprichten van zuivel-
fabriekjes, Oneen, daar was van al
dien gunstigen invloed dezer inrichtin
gen op 't landbouwbedrijf geen steek
waar.
Nu, dat ze goede boter maakten,
dat wou hy nog in 't midden laten,
maar en dat was het ergste zij
maakten slechte (hij bedoelde luie)
boerendochters en boerinnen. En de
boeren, die de melk naar de fabriek
brachten, zouden spoedig inzien, dat
alles op de boerdery in de war liep.
Immers, de melk moet zoo vioeg op de
fabriek zijn, dat je niet vóór 't melken
kon dorschen, en 't dorschen moet
's morgens geschieden. Waar het anders
gaat moet de boer er onder. H ij
zou dan ook nooit melk naar de
fabriek brengen.
Niet alleen in dit, ook in andere
opzichten bleek d.e man zeer conser da
tief. Een dorschmachine om in enkele
dagen al zijn koren te dorschen, daar
wou hy niets van waon en eerst toen
al zyn zoons het snijden met den snijbak
grondig hadden geleerd, kwam er een
hakselsnijder.
Deze man zag dus wel, dat de toe
standen veel waren veranderd, doch aan
het verzetten der bakens had hij niet
gedacht. Nog weinig had liij dus ge
profiteerd van den vooruitgang en de
verbetering.
Lezend8 en denkende over die ver
andering op landbouwkundig gebied,
zou men onwillekeurig gelooven, dat
men zich in de eerste plaats zou hebben
toegelegd op het kweeken van goede
voedergewassen, op het onderhouden of
aanleggen van goede wei- en
hooilanden. Deze toch alleen zijn
in staat den boer een goedkoop en
geschikt voeder te leveren ter verbetering
en uitbreiding van zijn veestapel.
Niet algemeen is dat het geval. Het
bouwland krijgt nog steeds de eerste
en voornaamste beurt, als het betreft
verbeteren en bemesten. Kreeg het
grasland nog maar een beurt 1 In de
streek althans, waar schryver dezes
woont, doen vele landbouwers totaal
Het consult te huis moest beginnen
zijn assistent wachtte reeds. Van uit
den gang, waar Frits zat, hoorde de
professor een sm artelij ken kreet en luid
geween hij trad nader en vroeg wat
het was.
„Eene arme vrouw met haar kind,
die het honorarium niet kan betalen,"
antwoordde Frits bitter.
„Ach ja, professor die goede me
vrouw heeft mij voor niet laten binnen
gaan en gezegd, dat ik maar terug
moest komen," zei de vrouw bemoe
digd en den knaap voor zich plaatsende,
„het gaat van dag tot dag beter met
hemik wilde nog maar iets vragen.»
De professor nam het volgnummer en
gaf het haar, stom met de hand naar
de wachtkamer wijzende, achter wel
ker deur zy verdween.
„Het geld kwam toch altijd goed uit,
Frits, en die vrouw wat zei zij
van mevrouw
„Ja, professor, mevrouw heeft reeds
meermalen de twintigmark voor arme
patiënten betaald, God moge haar
daarvoor zegenen. Frits kon door
opwellende tranen niets meer zeggen.
De beroemde man had een ge
voel als van een betrapten misdadiger.
niets aan hun weiland. Het ziet er
dan met de opbrengst van dat „vergeten
land" erbarmelijk uit.
Gaarne zouden wy hier uitweiden over
de middelen, die ter verbetering kunnen
strekken, doch de ruimte van dit blad
laat het niet toe. Wie er belang by
heeft, raadplege couranten en boeken,
die speciaal over landbouwkunde han
delen en neme proeven.
Maken we een vergalyking tusschen
hetgeen op „bouwland" en op „grasland"
is verbeterd, dan valt die zeker uit ten
gunste van hbt eerste. By deze toch
vallen groote veranderingen te consta-
teeren, die werkelijke verbeteringen
mogen heeten.
Door het enorm en laat ik zeggen
doelmatig gebruik van kunstmeststoffen
in verband met groene bemesting, heeft
men een geheelen ommekeer gebracht in
het landbouwbedrijfonze oude, eer
waardige stalmest heeft daarbij veel
van zijn aanzien verloren.
Door bemergelon, bekalken, draineeren
enz. heeft men allerwegen den grond
verbeterddoor het kiezen van beter
zaaizaad, verbeterde wyze van zaaien
enz. is de kuituur aanmerkelijk vooruit
gegaan.
Wie dacht voor eenige jaren aan
suikerbietenteelt op zandgrond In
het buitenland is men daarin geslaagd.
Wat is in het noorden van ons land
gebeurd? Uitgestrekte heidevelden zyn
veranderd in bloeiende veenkoloniën.
Wij konden nog wijzen op den ver
beterden veestapel, het invoeren van
allerlei doelmatige landbouwwerktuigen,
doch achten 't bovenstaande voldoende
als bewijs, dat alles by den akkerbouw
is verbeterd. Wat voorheen was, is
thans niet meer. Het oude is voorbij
gegaan en alles is nieuw geworden.
X. Y. Z.
Een bericht uit het Hdbl. acht ik als
aansluiting bij mijn opstel niet onaardig
Sedert 't oprichten der zuivelfabrieken
heeft de inrichting der Friese he
boerderijen veel verandering ondergaan.
De karnmolen, eens de toongever der
boerderijen, is verdwenen of staat op
non-activiteit. Verdwenen zijn ook de
gladgeschuurde koperen emmers en
maten, langen tijd de trots der Friesche
boerinnen.
Hunne plaatsen zyn ingenomen door
de zware melkbussen, om wier uiterlijk
men zich al zeer weinig bekommert.
En waartoe zou het ook dienen Eer
is er niet aan te behalen, daar ze
slechts korten tijd op de boerderij ver
„Hoe kon zij mij ook lief hebben zij,
die ieder arme zou willen helpen,"
dacht hy en ging, zich klein gevoelend,
in de consultkamer, maar vreemd,
niet zyne vrouw, maar de blik van
zyn kind stond, zijne gedachten be-
heerschend, steeds voor zyn geest.
Het eindeloos lange spreekuur wilde
vandaag niet eindigen, nu degenen,
die den professor gisteren niet te huis
vonden, heden waren teruggekomen.
Het was reeds by zessen en nog steeds
waren er vele wachtenden.
Daar werd de deur geopend, die van
de woonkamer naar de spreekkamer
leidde en dr. Sebaldus trad binnen. De
professor hield midden in het spreken
op en vroeg op scherpen toon
„Wat wilt gij
Dr. Sebaldus was op ziju toorn voor
bereid. Het vertrouwen, 't welk de
moeder hem bewees, sloot een gebrek
van eerbied in zich voor den vader en
beroemden geneesheerdat wisten zij
beiden. Toch gaven zijne afwezigheid en
het plotselinge uitbreken der ziekte in
dezen eene dubbele verontschuldiging
aan.
De professor volgde den langzaam in
de woonkamer terugkeerenden arts op
toeven om dan naar de fabriek verzonden
te worden.
Bovendien de poësie is uit het boeren-
bedryf verdwenen, vooral uit den melk
kelder, de vroegere schatkist der
boerinnen.
Deze kelders zijn gedegradeerd en nu
busjeskelders geworden met overtollige
ruimte.
Door de opheffing van 't boter- en
kaasmaken hebben de Friesche boerinnen
en hare dochters het vrij wat gemak
kelijker gekregen. Alleen het melken
der koeien wordt veelal nog door de
dochters verricht, terwijl op vele plaat
sen, vooral bij den huurboer, de dienst
meid is afgeschaft.
Bij Kruger's komst in Duitschland.
Hoe men in de hoogaristocratische Duit-
sche kringen denkt over de houding derEn-
gelschen in den Zuidafrikaanschen eorlog,
zegt ons het volgende schrijven van het
Jonkerblad de „Kreuzzeitung," dat nu
Kruger naar Duitschland gaat, hooge
beteekenis krijgt
„President Kruger heeft zijn overtocht
naar Europa gelukkig volbracht. De
„Gelderland" hoeft hem oveigevoerd,
dank zy de fiere zekerheid, waarmee de
jonge koningin van Nederland een eere
plicht op zioh nam, waaraan iemand met
minder zelfbewustzijn en minder zeker
zedelijk gevoel zich voorzichtig zou
onttrokken hebben. Dat zal men niet
van haar vergeten, en als de oude man
van Transvaal haar zegenend de handen
op het hoofd legt, zal alles, wat een
edel vrouwehart kan begrijpen, aan dezen
zegen vervulling toewenschen. Het was
volstrekt niet zoo, dat het besluit van
koningin Wilhelmina geen bedenkingen
had kunnen ontmoeten. Reeds nu zijn
in Engeland stemmen opgegaan die het
als een fout beschouwen, dat men den
president heeft laten vertrekken in de
Portugeesche haven had men hem moeten
aanhouden, of anders hadden op volle
zee sterkere Engelsche oorlogsschepen
de uitlevering van Kruger moeten eischen
en afdwingen Waarom ook niet? Men
heeft in den Zuidafrikaanschen oorlog
reeds zooveel ongestraft tegen het vol
kenrecht geduld, dat één gewelddaad
meer of minder Eugeland's schuld slechts
weinig veizwaaid zou hebben. Dat de
ministerieele meerderheid in het Engel
den voet.
„Wat wilt gij vroeg hij andermaal,
met eene van ontroering heesche stem.
„Vergeef mij, zoo ik u in uw spreek
uur opzoek, maar ik was dan zeker u
te vinden. Gij moet dadelyk met mij
mee ryden. Rudolf is zeer ziek en
ijlende. Als het gelukt hem te kalmeereu
en te doen inslapen, is er nog redding
mogeiyk maar in elk geval gaat gij,
als vader en geneesheer, in dezen voor.
„Rudolf ziek? En myne vrouw ten
uwent
„Maar, professor mevrouw schreef
het u immers reeds gisteren is het
niet? Wy hebben u vandaag den ge
heelen dag in doodsangst gewacht.
Waar het om het leven te doen was,
kunt gy toch niet boos zijn, dat uwe
vrouw, in haar onuitsprekelljken angst
voor haar geliefd kind, een augst die
maar al te zeer gegrond is, zonder uwe
voorkennis haar huis verliet. Eu tot
wien zou zij zich eerder wenden dan
tot mij, uw vriend en leerling, te mser,
daar zij wist, by mij, in mijne moeder
en zuster, ook vrouwelijke hulp ts
vinden.
Wordt vervolgd).