r Isverzekeiig nip," Zaterdag 24 November iueÉiÉck berichten. No. 278, 1900. 38e Jaargang. Kristal, ■esc hikt 1 (Gemeentebestuur. BEKENDMAKING. FEMIIILLIT®». ravenhage, DE, 3. BEELDEN van instuitkeeringen jn gratis te be- GIEER, ssingen (Haven). IE S S T DDELBÜBQ v.v viu 4 50 5 55 ZeilmarlU vin nm 12 30 1 15 5 55 6 55 7 45 'eilmarkt Viiasu.. op werkdag*;) 1 12 35 1 20 2 5 7 7 50 8 35 pïNDIENST. 6 20 7— 7 50 10 20 10 40 1 30 2 220 20 5 5 20 6 10 6 30 7 10 10 1010 10 30 nm 1 20 1 40 3 50 410 4 30 i 8 30. faldegüeiu. I 15, 10.37, 1.18, 5,31, 6.9, 7.35, |3, 8.24. 9.251 -, 1.38, 4.32, 51, 6,29. 8.10 9.5, 9.45. 30b) 55 V') Breakens en lingen uaur lorwegata- 7 33 81 8 47 I 10 1 D 4 6 16 25 63 10 725 50 8 5 4 8 21 22 8 38 VLISSI\(,SI11E COUftAAIT Prijs per drie maanden f 1.30. Franco per post f 1.50. Afzonderlijke nummers 6 cent. Men abonneert zich b(J alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever F VAN DE VELDE Ji., Kleine Markt, I. 187. ADVERTENTIËNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken rege meer 10 cent. B(J directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prUs slechts (weemaal berekend, Groote letters en cliché's worden naar plaatsruimte berekend. Versehflnt d«gelflks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telephoonnummer IO. Abonnement^Adyertentlën op zeer voordeeUg orwaarden. Veeartsenij kundig Staatstoezicht. De Burgemeester van Vlissingen brengt ter algemeene kennis dat, blijkens bericht van Zyne Excel lentie den Minister van Buitenlandsche Zaken, de 'invoer van Schapen in België van 25 dezer af tot nader order is ver boden, behalve van die, bestemd voor de slachthuizen te Anderlecht, Antwer pen, Bnissel, Gent en Luik. Vlissingen, 23 Nov. 1900. De Burgemeester van Vlissingen, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. Een noodzakelijke wet. De verklaring van den minister van Justitie dat hij voornemens is een wets ontwerp in te dienen om den handel in blanke slavinnen tegen te gaan, zal zeker wel met algemeen genoegen ont vangen zijn, temeer daar van ons kleine Nederland het initiatief zal uitgaan om aan een kwaad een einde te maken, waaraan de diepste verdorvenheid van zeden ten grondslag ligt. Als nu maar het goede voorbeeld van onzen minister door alle staten gevolgd wordt, is de hoop gewettigd dat het souteneurschap in zyn den mensch het meest onteerenden vorm een groote knak zal toegebracht zijn. Het is treurig dat men bet kwaad zooveel jaren heeft laten voortwoekeren en duizenden vrouwen en meisjes aan onteering en ellende ten prooi liet, die waren er wetten geweest, die dit bedrjjf gestreng bestraffen, waarschijnlijk anders niet de buit van wellustelingen zouden geworden zijn. De vraag is dan ook wel eens gedaan of de regeeringen deze vampiers niet tandurfden omdat zoo velen een hoogen rang in de maatschappij bekleedden. Of deze beschuldiging al dan niet gegrond is, stellig verdient onze regee ring dit verwijt niet, en wij zijn er zeker van dat ons parlement hare pogingen zal steunen. Wij zeiden het reeds dat de zoo talrijke benden souteneurs, die hun hoofdzetel hebben in de groote steden, maar hunne werking over het geheele land verspreiden, reeds te lang straffeloos kun verfoeilijk bedrijf uitoefenen. Velen onzer zullen zich wel herinneren dat reeds vele jaren geleden een werk over den handel in blanke slavinnen een ont zettende sensatie maakte door de ont- Naar K. T E I. M A N Jf. 2). En dit is nog niet alles! Eveline ont- •angt hem weer zeer goed, trekt hem 'oor bij anderen, heeft een gewillig oor 'oor zijne smakelooze praatjes, duldt 'em voortdurend aan hare zyde, in 'et kort: hoor eons, Kottwitz, mijn ge- ■IJld is ten einde, en zoodra ik mijne Plichten als gastheer heb vervuld, neem 4 de gelegenheid waar en vorder den '®t voor den mond van mijn pistool. moet eens een einde aan komen, op 'e oene of andere wijze. En nu weet hulling van toestanden op zedelijk gebied, waarvan de meeste lezers geen flauw begrip hadden. Het werk maakte opgang, werd als het ware verslonden, maar het schudde de regeeringen niet wakker. Alles bleef by het oude en het souteneurschap nam ongehinderd onrustbarende afmetingen aan. Het is dus wel niet te laat dat de hand aan den ploeg geslagen wordt om de wereld van een groot aantal zedelooze monsters te verloisenl Een tekort. Een niet prettige zaak is onder de aandacht van de leden der Tweede Kamer gebracht, n.l. dat de minister van oorlog in zijn zorg om het leger van mooie uniformen te voorzien, verder gesprongen is dan zijn stok reikte, daaruit blijkende dat hij in de drie jaren van zijn ministerschap niet minder dan 175 duizend gulden meer heeft uitge geven voor militaire kleeding dan de som hem oorspronkelyk toegestaan. De vraag is toen gedaan wie de ware schuldige zou zijn en als zoodanig werd aangewezen de chef van de militaire administratie, generaal-majoor van Gendt, die kort geleden is gepensionneerd. De heer Van Gendt is in de N. R, Ct. tegen deze beschuldiging opgekomen en beweert dat hij den minister van oorlog herhaaldelijk voor opdrijving van uitgeven heeft gewaarschuwd, maar de minister niet naar zijne waarschu wingen luisteren wilde. En zoo zal nu de Kamer aan het visschen moeten gaan aan wien hier in dit geval de schuld legt, om einde lijk het supplementair crediet toch toe te staan. Wy zyn benieuwd hoe de minister zich van schuld zal kunnen zuiveren en welke maatregelen er zullen voorge steld worden om zulke „abuizen", in 't vervolg te voorkomen. Professor Blok over Engeland. De N. R. Ct. geeft het volgende ver slag over eene lezing voor het Nuts- departement te Rotterdam gehouden over de ontwikkeling van het Engelsche wereldrijk In zyn inleiding wees hij er op, dat het onderwerp op dit oogenblik voor ons Hollanders van droevigen en ernstigen aard is, omdat wy zoo na betrokken zyn by den strijd in Afrika, die ons vragen doet of dit het Engeland is van voorheen. Van waar nu is die macht der Engelschen gekomen Om deze vraag te beantwoorden, moeten de eigen schappen van het Engelsche volkskarak ter nagegaan worden, dat ontstaan is gij alles en zult natuurlijk mijn secon dant zijn, als het zoo ver is!" Hij had dit alles in verbeten woede in Oenen door gesproken en zat nu, de vuisten op de knieën gebald, met som bere blikken voor zich te staren. Kottwitz had, terwijl hij toeluisterde, meermalen teekenen van innerlijke tevre denheid gegeven. Nu vroeg hij kortaf en kalm„Twijfelt gij aan uwe vrouw, Krosig?" Deze schudde krachtig het hoofd. „Tot dusverre niet maar zij speelt met vuur, en zij is eene vrouw, Kottwitz. „Zoo,' zeide deze, „dus uw doel is alleen om den vent zoo goed mogelyk kwijt te raken?" „En dat hoe eer, hoe liever!" „Ik zal zorgen, dat hij weg komt, Krosig." »Gy „Ja, ik natuuriyk; wie anders? Daar ben ik immers voor. En gelijk hebt gij niet met uw y verzucht, dat is een uit de vereeniging der eigenschappen van de drie cultuurvolken, waarvan de Engelschen afstammen, nl. Kelten, Sak sen en Noormannen. De eersten hebben zich echter opgelost ia de beide anderen. Karaktertrekken van de Saksen zijn vasthoudendheid, soms ontaardende in hardnekkigheid, een machtige wil, ge voel voor persoonlyke verantwoordeiyk- heid, en in den laatsten tyd zien wy ook op den voorgrond treden een streven naar persoonlyk comfort. Naast deze eigenschappen, die ook de Nederlanders in geringer mate bezitten, hebben de Engelschen ook lust voor avonturen, een erfenis der Noormannen, Dit is ook een gevolg der insulaire ligging, die afzondering kweekte, gevoel van eigen voortreffelykheid ontwikkelde, geen begrip aanbracht van toestanden en eischen in andere landen. In deze karaktertrekken is veel, dat tot groot- scbe daden leidt, maar ook tot zware misdrijven. Toch zyn er, zeide de hoogleeraar aan het slot zijner rede, teekenen van ontbinding in het wereldrijk, want er is moreel verval en militarisme. Daar naast is er commercieele en industrieele stilstand, want Duitschland begint de mededinger te worden. Wanneer Bis marck's woord, dat in Afrika Engeland's ondergang zal beginnen, waarheid wordt, dan zal voor de derde maal Nederland meegewerkt hebben om een wereldryk ten val tc brongen eerst Spanje, ioeu Frankrijk en nu wellicht Engeland. Daar zyn er reeds, in Engelaüd en zyn kolo niën. die op ons als den vijand wijzen het is reeds openlyk gezegd en dat geeft hoop op de toekomst. In Engeland zelf ia bovendien een kleine party die den standaard van het recht hooghoudt en dal zal het land uit zijn droom misschien doen ontwaken. Dit alles in aanmerking genomen, doet hopen, dat het recht zegevieren zal en dit mag gezegd worden op den avond, dat Kruger elk oogenblik in Marseille landen kan. Zijn komst in Europa op een Nederlandsch schip is een belofte voor de toekomst van den Nederlandschen stam. De legende van Pandora heeft nu ook diepen zinwel is er in Afrika veel bloed vergoten, doch moge dit het cement worden van een nieuw bestaan, voor e6n krachtige werkzaamheid van den Nederlandschen stam, die wellicht voor den derden keer een wereldryk helpt ten val brengen, dat op eigenbelang gegrondvest is. Kmger's aankomst te Marseille. De Parijsche correspondent van het Handelsblad schreef gisteren daaromtrent het volgende Het was reeds elf uur toen Kruger dom ding, maar weg moet hijIk zal er voor zorgen, Krosig. Aan de drijfjacht op morgen neemt hij geen deel meer. Wees daarop gerust, ik ken hem." „Hoe zult gij dat maken," Kottwitz?" „Dat is myn zorg, oude jongen. En u kost het niets, dan een wijnglas." „Een wijnglas?" ,,Ja. Ik zal van middag aan het diner eene kleine geschiedenis vertellen, een voorval uit mijn leven. Als gij meent, dat niet alles trouw naar waar heid is, dan zult gij tegen uwe ge woonte het zwijgen bewaren de an deren zyn allen jonger en weten het niet gij zult somber voor u blijven zien zoo ongeveer als gij nu doet en bij sommige geschikte punten met uw hoofd knikken, alsof gij het geheel met mij eens waart, en den baron ook een keer niet te dikwyis een ver- staanbaren blik over tafel toewerpen. Tot slot echter, als gij met mij hebt aangestooten ik zal dat wel bezor gen zult gy uw glas zoo woest op aan wal stapte. De hoogbejaarde staats man zag er uitstekend uit en hield met merkwaardig krachtige stem een flinke toespraak na zijn ontvangst. Hij zeide daarin dat de republieken gelyk reeds voor het uitbreken van den oorlog, steeds bereid zyn het geschil met En geland aan arbitrage te onderwerpen. Engeland heelt steeds geweigerd zyn beweerd goed recht te laten onderzoeken door een onpartydig gerechtshof de republieken vreezen een dergelyk onder zoek nietzy vragen er om. President Kruger wraakte met niet minder krachtige stem de barbaarsche wijze waarop Engeland den oorlog voert, die het maakt tot een oorlog zelfs tegen vrouwen en kinderen. Hij ging voort, zijn hoorders verze kerende dat de stryders voor de Republie ken niet zullen versagen, dat zy den stryd voor hun vrijheid en recht niet zullen opgeven zoolang nog éen Boer in het veld staat. De woorden van den grijzen voorvechter werden met geestdrift toegejuicht en toen hy daarop den tocht aanving naar zijn hotel, gaf het vertrek van den stoet het sein tot een huldebetooging zooals er nog zelden een te zien is geweest. Langs den weg van de haven naar het hotel Noailles rezen de jubelkreten steeds machtiger, werd de geestdrift van huis tot huis aangrijpender te aan grijpender daar de waardigheid van de huldiging geen oogenblik door den minsten wanklank werd geschonden. Nergens inderdaad hoorde men een kreet die tegen Engeland of Engelands staats lieden was gericht, slechts den eenigen roep „Leve Kruger 1" vervulde de lucht, daverde door de stad als een machtige uiting van den eenstemmigen Euro- peeschen volksgeest. Het was een treffende hulde die den president zichtbaar aangreepToen de heer Kruger het hotel reeds binnengetreden was, hielden nog de juichkreten aan. Aan dezen machtigen aandrang vermocht de president geen weerstand te bieden. De balcondeuren op de eerste verdieping werden geopend en op bet balcon trad Kruger alleen, als het eenig symbool van het dappere Boerenvolk, dat onder stygende bewondering van Europa's volkeren vèrweg onder naamlooze ellende met onwankelbare geestkracht strijdt den grooten heldenstrijd om zijn bestaan tegen een van Europa's machtigste naties. Een oogenblik zwegen de juichkreten, een diepe aandoening overmeesterde allen en toen barstte de jubel opnieuw los, met overweldigende kracht, totdat de keien waren schor geschreeuwd De vertraagde aankomst wordt toe- tafel zetten, dat het breekt. De een of ander zal dan wel den gestorten wijn met bloed, dat vloeien moet, in verbin ding brengen des noods doe ik het zelf. Dat is alles. Hebt gy begrepen „Dat wil zeggen: eigenlijk niets—" „Is ook geheel overbodig. En daar gaat de etensbel werkelijk reeds. Nu, ik heb honger als een beer. Steek u nu in een anderen rok, en zet een vrien delijker gezicht, oude jongen, hoort gij Wij zullen de zaak wel in orde brengen 1" Hy sloeg den landheer met zijne ruwe hartelijkheid op den schouder, en ging, in zichzelf Drommend en mom pelend, zyns weegs. Bij het diner, dat tien minuten later begon, kreeg hij zyn gewone eereplaats naast de schoone gastvrouw, en terwijl de volle schotels rondgingen en de wijn de groote kristallen glazen vulde, be wees hij wederom dat hij de aange naamste verteller en de hoffelijkste buurman was, die mevrouw Eveline zich had kunnen wenschen. Ja, hij geschreven aan een gebrek in de machi nes van de „Gelderland." Men zegt dat het schip dadelijk naar zee zal terug- keeren, maar dat het feestcomité te Versailles eene poging zal doen om de officieren aan den feestmaaltijd te krygen* President Kruger heeft zijne dank baarheid uitgedrukt over de uitstekende behandeling aan boord. Hij ziet er flink uit, ernstig maar niet gedrukt. A Men zegt dat de Fransche regeering hem voor zyne reis van Dyon naar Parys een extra-trein heeft aangeboden. Voor het Hotel du Louvre had een opstootje plaats. Engelschen die daar 's morgens aangekomen waren, stonden op het balkon der eerste verdieping en hielden den hoed op toen de President voorbijging. De menigte schreeuwde hoed afhoed afmaar de Engelschen bleven zonder het hoofd te ontblooten, op het balkon staan, en zij wierpen handen vol geld onder de menigte, die hen uitjouwde en floot. De herrie duurde tot de Engelschen verdwenen. Volgens een ander bericht werden hun de hoeden afgeslagen en gooiden zy geld onder de menigte om daarmee te zeggen dat zij de Franschen ais bedelaars be schouwden. Kruger heeft aan president Loubet een telegram gezonden om hem te danken voor de bewijzen van belangstelling door de Fransche regeering en het volk hem gegeven. Kruger zal, wil men, door de Fransche regeering ont vangen worden als een buitenlandsch souverein die incognito reist, daar Enge land haar nog geen kennis van de annexatie heeft gegeven. Over Kruger's rede bij zyn begroeting door het Fransch comité te Marseille spreken de Transvaalsche bladen met geestdrift. Op een andere plaats van ons blad geven wy ze uitvoeriger. De heer Wolmarans ontving van zyn Transvaalsche ambtgenooten het vol gende telegram uit Marseille De president is om 11 uur aange komen ziet er goed uitheeft dadelijk naar u gevraagd en betreurt uw ziekte. De ontvangst is geestdriftig, boven beschrijving. De president moet rusten. Morgen vertrek. Vele groeten. Het optreden der Britten. De heer J. K. van der Veer, sinds eenigen tijd te Londen wonende, zal van 26 dezer tot 5 December in Hol land zijn. Hij wenscht vaD deze gele genheid gebruik te maken om van de talrijke, in ons land vertoevende, ban nelingen uit Zuid-Afrika feiten te ver nemen omtrent het optredend handelen der Engelsche beambten en militairen hield haar met zijne jachtgeschiedenis- sen en aardigheden zoo geheel bezig, wist voortdurend zoozeer hare aandacht te trekken en haar zoo op te vroolijken, dat haar andere tafelbuur de jonge baron von Knigge had zich tegen allen regel in die bevoorrechte plaats weten toe te eigenen nooit aan het woord kon komen en zich van nijd en ergernis de lippen stuk beet. Maar de oude Kott witz was nu eenmaal in zijn beste luim en liet zich het woord niet ont nemen. Daarbij was het diner uitstekend, de zaal zeer behagelLjk, de jacht goed ver- loopen, het uitzicht op morgen zeer op wekkend en de wyn, waarmee de gast heer niet karig was, vurig en goed. Alles droeg er toe bij, om de vroolijke stemming te doen stijgen. En toen na het dessert do mokka in kleine koppen werd rondgediend, het onderhoud steeds vertrouwelijker werd en de gastvrouw met eene bevallige buiging van het ge zelschap afscheid nam, toen gaf wel de

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1900 | | pagina 1