P de Ijzerhut.
Kozijnen
1000.
Vrijdag
16 November
No. 271.
Cologne,
\den
r
lacht publiek van
n heb ik de eer
t Café Res.
ement „Elim»
iend.
bezoek van Vys.
ik met de meeste
LANGE,
(racierge.
S8a Jaargang.
etiging van levend
I verwijdert de roos
(roei. Dit preparaat
paar bewezen, het
jirdig te zijn.
t, maar eischt op
BIJLOOS.
35 en 50 cent.
\issingen: bij
Brouwer, Nieuw-
ÏJOiNGENS
tIKOZEN
win *v
1ARKT.
lN ECHT
|den wagen. Adres
Walstraat.
JIS en BOVEN-
tng en Waterlei-
Te bevragen bij
I Kanaalstraat.
[DIENST
I &DDELBDB& v.v
Be.- via 4 50 5 55
'an Zeilmarktvm
nm 12 30 1 15
10 5 55 6 55 7 45
Zeilmarkt Vli&Hin-
fcn op werkdagen 1
1235 1 20 2 5
7 7 50 8 35
I- II
v.v.
VLISSINSSCHE COURANT.
Prjjs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bjj alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bjj den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTIËNvan 1-4 regels 0.40. Voor eiken rege
meer 10 cent. Bö directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prfls slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's worden naar 'plaatsruimte berekend.
Verschijnt dagelQks, uitgezonderd op Son- en feestdagen.
Telephoonnummer IO.
Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
Hr. v. Houten en zijn partijgenooten
Het „Centrum" maakt de opmerking,
at de heer Van Houten te Enk huizen
I tiee.gezegd, dat de partijen hem te
veel verbrokkeld waren. Er moesten in
land twee lichtingen zijn, zeide hij,
I wat anders kan er geen regeering wezen
met een vaste gedragslijn.
Dat doet het „Centrum" zeggen:
Als de partpen zich nu maar zóó
Igroepeeren wilden.
Helaas, er bestaat niet veel kans, dat
het verlangen des heeren Van Houten
,o vervulling zal gaan.
En de verklaring moet ons uit
lie pen, dat de oud-Minister zelf hiertoe
meewerkt.
Immers, wat doet bij anders dan
Istrljdvoeren tegen eigen partijgenooten
((leen staatkundige brief kan van zijn
hand verschijnen, of hij richt de noodige
(aanvallen op vrijzinnigdemocratenen
landeren.
De heer Van Houten schijnt dus
|waarlijk niet de aangewezen persoon,
|m de eenheid in zijn party te herstel-
in, te minder, daar de door hem zoo
Ivnrig begeerde politieke tegenstelling
lilericaalanti-clericaal, al meer en meer
lwsleten raakt en de partij van den
loud-Minister nog altijd geen partij is.
Leider en volgelingen zijn bij hem
Iwtegenwoordigd in één persoon.
JEN.
Ition Haven
pST.
kingen Beursplein
1.20, 6.-, 10.30.
fen na aankomst
_pf booten, corres-
Istaande dienstre-
dt gestopt tot in
giers.
IVKNDIENST.
6 20 7—7 50.
[O— 1020 10 40
10 1 30 2 220
4 20 5 5 20
i6 lo 6 30 7 10
9 50 1010 10 30
10 nm 1 20 1 40
PO 3 50 410 4 30
8 g 30.
iB-MuMegtiera.
kijd.J
18.25, 10.37, 1,13,
5,31, 6.9, 7.35,
i 5.33, 8.24. 9.25
1 10.—, 1.38, 4.32,
5.51, 6,29. 8.10
|8.3, 9.5, 9.45.
s
K)i.
i 3 3öb)
3 55
|l 55
12 15
|3 30b)
f 50
110
|naar Breekene en
Vlisaingen naar
aakt.
apoorwegsUi
Hertog Hendrik.
Hertog Hendrik staat bekend als een
lirtstochtelijk liefhebber van de jacht.
«Gedurende zijn verblijf op het Loo is
p-.Dig hert door hem geschoten. Deze
liefhebberij van den aanstaanden gemaal
jifr Koningin doet „Het Volk" zeggen
i jonge Hertog kan toch wel zooveel
peet voor zijn meisje hebben dat hij
I: paar dagen die hij hier doorbrengt,
lever in haar aanminnig gelaat schouwt
fan in de brekende gazellenoogen van
lavende herten.»
„Het Volk», wiens afschuw voor het
(«oden van schadelooze dieren zeker
por de groote meerderheid des volks
Bedeeld wordt, vergeet hier echter te
penken, dat eene Koningin, die haar
(A als regeerend vorstin ernstig opvat,
reni(iLLiT@N.
naar
ft. GRASBEKGEK.
5).
Zijn oog gehoorzaamde beter het
'ottte zich slechts voor een oogenblik
het lieftallige gelaat van het meisje,
"el juist toen dit den blik op den
ftvangen brief gericht had.
stond voor hem en luisterde naar
f® met eene opgewonden blijdschap,
P hare wangen deed gloeien zij zag
11 in spanning met groote oogenaan,
f'at toen zy Hem bedanken wilde en
1 lippen zich reeds openden, liep zij
weg, zonder een woord te
i.
vreemd, zij, die hier zoo karig
|i8i had woorden en tranen te over,
zij zich in de armen van vrouw
Pjter wierp. Een vreemd meisje
Iüer snede vrouw stonden ook wel
h banen in de oog-n, maar toch
"'he haar geheele gelaat van blijd
nog wel wat anders te doen heeft dan
alleen te „minnekoozen."
Vernieuwd Protest.
De „Standaard" schrijft
De heer Gharles Boisaevain greep nog
maals naar de peil, om in warm Engelsch
aan wie in Engeland nog hooren wil,
den gruwel aan te zeggen, die in Zuid-
Afrika rusteloos door Engelsche .leger
hoofden bedreven wordt.
In den gloed van zijn woord spreekt
de verontwaardiging van het hart, bijna
het schreien van iemand, die Engeland
liefheeft, over de zelfvernedering waartoe
Engeland zich verlaagt.
Voor dit nobele woord zij hem ook
onzerzijds dank gezegd, al weet men
vooruit, dat het in Engeland als een
rimpeling over de wateren zal voorbijgaan.
Het is goed, dat ook dit protest er
weer ligt. Al schynt het boren in een
toegesehroeide consciëntie ook krachts
verspilling, telkens vordert men toch
iets, en de Jingoe'a over zee moeten
althans niet kunnen zeggen, dat we,
in de moedeloosheid der wanhoop, er op
het laatst het zwijgen toe hebben gedaan.
Zeer hopen we, dat dit kloeke stuk
onverwijld ook in het Fransch en Duitsch
zal worden uitgegeven, en dat de heer
Boissevain er een exemplaar van zal
doen toekomen aan den Czaar en aan
alle gedelegeerden op de Vredesconferentie.
Ook onder die heeren schuilen cons-
cientiën, die wel éen opscherping noodig
hebben.
Dorpsonderwijzers.
In de laatste dagen is eene beweging
op touw gezet om aan de onderwijzers
ten plattenlande hoofden zoowel als
klassenonderwljzers wier bezoldiging
in den regel veel lager is dan die van
de onderwyzers in de steden, eene.
gunstiger positie te verschaffen.
Dat velen dier plattelandsonderwijzers,
zoowei hooiden als hulppersoneel, in
geen rooskleurige positie verkeeren in
die gemeenten, waar een schriel ge
meentebestuur zich zoo dicht mogelijk
bij bet wettig minimum houdt, is alge
meen bekend, maar ook die bekendheid
en de erkenning dat de klacht gegrond
is, heeft den minimumlijders geen ver
betering aangebracht en daarom is de
stap door de plattelandsonderwijzers ge
nomen om zelve hun zaak in handen te
nemen, zeer begrijpelijk.
schap. „Kind," zeide zij „dat hij u naar
zijne lieve tante zendt, bewijst wel, dat
hij u in eere houdt."
Keiler drukte Marie de hand en haar
in de oogen ziende, zeide hij „Als gij
zoo braaf blijft als gij kloek en schoon
zijt, kind, zal de rechte wel niet voor
u uitblijven."
„Ik vrees maar, dat de mannen met
hun lof mij veel te keurig zullen maken,"
antwoordde Marie lachend.
Toen alles gereed was, trad Zeilinger
nog eens op het rijtuig toe, om te
zien of er niets aan ontbrak. En in een
oogenblik had Marie zijne hand gevat,
kuste die en stamelde uit een overkropt
gemoed„Vergeef mij mijn domme praat
en de vele ongelegenheid, die ik u ver
oorzaakt heb! U is ook zoo geheel
anders
De paarden zetten aan en voerden
haar weg.
Weinige uren later kwam haar ver
volger. Thalhofer hield woord, hij kwam
met zyn rijtuig en bracht daarin twee
gendarmen mede. Met gehuichelden dee
moed meldde hij zich bij Zeilinger aan.
Deze was juist in de rechte stemming;
hy behandelde den boer met ijzige koel
heid en bijtenden spot. „Ge hebt u ver-
geefsche moeite gegeven, Thalhofer,"
zeide hij, „en ik heb geen medelijden
Gedachtig aan het oude, maar nog
niet verouderde „Eendvacht maakt
macht» hebben een aantal onderwijzers
te Amsterdam eene vergadering gehouden
om tot eene organisatie te geraken. Een
voorloopig comité werd benoemd dat
aan allen, die instemming betuigd hadden
met een vroegeren oproep, kennis zal
geven van de gehouden besprekingen
en een constitueerende vergadering voor
bereiden. Het aantal betuigingen van
instemming bedroeg 183.
Als doel der vereeniging werd aange
nomen Het vragen van gelijke waar
deering voor gelijke waarde. Voor het
geheele rijk gelijke salarisberekening,
in hoofdzaak volgens anciënniteit.
Velen zullen wel sympathie hebben
met het streven der dorpsonderwijzers,
die behalve dat zij bij gelijken, soms
zelfs zwaarderen arbeid dan die in de
steden minder dan dezen bezoldigd
worden, ook nog in andere opzichten
misdeeld zijn.
Muziek in de Tweede Kamer.
Het zeldzaam geval heeft zich voor
gedaan dat in de afdeelingen der Tweede
Kamer de muziek ter sprake is gekomen.
Voor de harmonie zeker geen kwaad
teeken, zal men denkenmaar als men
leest wat in het Verslag over hoofdstuk
V der Staatsbegrooting bij „Kunsten en
Wetenschappen" is vermeld, blijkt dat
ook op dit gebied de gevoelen? ver
deeld zijn.
Eenige leden maakten de opmerking
dat het Rijk zoo weinig over heeft voor
de muziekkunst, terwijl voor de beel
dende kunst groote sommen worden
beschikbaar gesteld. Voor de laatste
f 350,000, voor de toonkunst slechts
f 14,000, en wel aan subsidiën voor
muziekscholen. In Duitschland is het
anders: daar wordt veel meer aan muzi
kale instellingen gegeven. Hier te lande
verkeeren tal van vereenigingen tot ont
wikkeling der toonkunst in geldnood en
niet zelden worden aangevraagde sub
sidiën toch geweigerd. Behoort hierin
niet verandering te komen?
Hiermede zijn anderen het volstrekt
niet eens. Zij wijzen er op, dat de par
ticuliere krachtsontwikkeling juist op
dit gebied zulke uitnemende vruchten
heeft gedragen, dat Nederland er zich
op beroemen kan de beste orkesten der
wereld te bezitten. Op Duitschland mag
men zich niet beroependaar hebben
met u. Uwe schoone pupil is weg en in
veiligheid. Eerstdaags zal ik mijzelf eens
bij de rechtbank met deze zaak bemoeien,
er zijn ook rechten tegenover den
voogd, en als het meisje een bescher
mer noodig heeft, zal zij dien vinden,
daarvoor ben ik borg. Ik noodig u niet
binnen, mijne stoere gezellen zijn juist
aan den maaltijd en het kon u daar
wel eens onbehagelijk worden."
De boer grijnsde, als begreep hij hem
niet lecht. Zeilinger noodigde de gen
darmen uit hun plicht te doen. Zij
waren echter door zijne verklaring
volkomen bevredigd en wilden geen
huiszoeking doen.
„De meid kan nog niet ver weg zijn,"
stoof de boer tegen hen op, „ik wil
haar na, al zou het my ook mijne
paarden kosten."
«Zooals gij wilt," antwoordde de een,
„maar onze opdracht is hier ten einde."
En daar beiden ook niet met hem
wilden terugrijden, moest de overmoe
dige Thalhofer alleen vertrekken. De
arme paarden moesten het nu ontgelden.
Den volgenden dag vertrok ook Keiler.
Een jaar later zat professor Keiler in
zijne gezellige woonkamer na den eten
een geurig kop koffie te genieten, toen
hem een brief werd bezorgd. Hij w.as
niet meer alleen. De ruchtbaarheid, die
de talrijke subsidiën aan muzikale in
stellingen haar oorsprong „in de vele
persoonlijke toelagen van de kleinere
Duitsche vorsten, welke men na de in
lijving hunner Rijkjes bij het éene groote
Duitsche Rijk niet wilde doen vervallen."
Het verwondert ons, zegt het Hdbl.
dat bij deze geda'chtenwisseling niet ook
van het tooneel is gesproken. Daarvoor
bestond nog meer reden, immers, voor
de dramatische kunst doet de Staat
niets, weder in tegenstelling met Duitsch
land en ook met Frankrijk.
Vergeten is ook, dat de Staat voor
de muziek toch nog in een ander deel
der begrooting bijdragen verleent. Wij
bedoelen hiermede niet de gelden voor
de militaire muziekkorpsen, maar den
millioenenpost voor het lager onderwijs.
Onder de leervakken der lagere school
behoort ook het zingen; in de bijdragen
voor de openbare en bijzondere scholen
ligt dus ook bevordering van het zang
onderwijs, verspreiding van muzikale
kennis op zeer ruime schaal.
Ons onderwijs.
Door verschillende Kamerleden werd
bij het onderzoek der begrooting van
hoofdstuk V der Staatsbegrooting geklaagd
dat de tegenwoordige inrichting van het
onderwijs niet aan de eischen der prak
tijk voldoet. Sommige leden gaven te
kennen dat zij voor het vakonderwijs
in het algemeen geen uitgebreide eischen
gesteld zouden willen zien en dat zy
de voorkeur geven aan eene opleiding
van korteren boven een van langeren duur.
De Leerplichtwet.
Aan minister Borgesius is door eenige
Kamerleden de vraag gesteld, of het in
de bedoeling ligt de Leerplichtwet den
ln Januari 1901 in werking te doen
treden, en zoo ja, waarom de post voor
bureelkosten der schoolopzieners dan niet
is verhoogd?
Van verschillende zijden werd bij het
onderzoek der begrooling van Binnen-
landsche Zaken opgemerkt, dat getrouwe
nakoming van beloften eischt, dat sub-
sidieverhooging voor het bijzonder onder
wijs gelijktijdig met den leerplicht worde
ingevoerd.
Met klem werd aangedrongen op spoe
dige indiening van een wetsontwerp,
uitsluitend betrekking hebbende op be
doelde subsidieregeling, want van vast
koppeling aan andere wijzigingen der
aan zijn blauwtje gegeven was, had de
verontwaardiging gewekt van eene kloeke
jonge dame, daarna belangstelling in
zijn persoon en uit die belangstelling
was wederzydsche genegenheid geboren,
die tot een gelukkig huwelijk had ge
leid. Medegevoel was dus hier, als zoo
dikwijls de deur, en waardeering de
drempel geweest, waarover de liefde
haar intrek had genomen.
„Raad eens, vrouw, welke uitnoodi-
ging ik hier ontvang zeide Keiler, op
den brief wijzend.
„Je wilt zeggen wy ontvangen
„Toch niet gij zijt er niet verder in
betrokken, dan alleen voor zoo verre gij
mij verlof geeft."
„En wie is wel de barbaar, die van
mij niet wil weten
„Hij kent u niet, kindDe brief
schrijver weet niet, dat ik getrouwd
ben."
„Zoo! Heb je het niet eens der moeite
waard gevonden van die voor jou zoo ge
lukkige gebeurtenis aan alle je vrienden
kennis te geven?"
„Om je de waarheid te zeggen, voor
een van hen heb ik het opzettelijk ver
zwegen. Ik bedoel Zeilinger, van wien
ik je meermalen vertelde. Ik wilde door
mijn geluk zijne eenzaamheid niet nog
drukkender maken."
„En wat schrijft hij je nu?"
Onderwijswet vreesde men vertraging.
Van de Regeering wenschte men de
stellige verklaring te ontvangen, dat
met de invoering van den leerplicht zal
worden gewacht totdat die regeling zal
zijn tot stand gebracht.
Anderen konden zich met dezen aan
drang niet vereenigen en oordeelden dat
bijv. de regeling der onderwijzerstrak
tementen niet kon geschieden los van
die der subsidiën. Ook zij oordeelen dat
deze voorzieningen behooren tot stand
te komen vóór de invoering van leerplicht.
Voor vrouwen,
Te Amsterdam is door de firma L. J.
Veen een werkje in den handel gebracht
„Betrekkingen voor vrouwen" door
Johanna van Woude.
De vele vrouwen die tegenwoordig
naar betrekkingen dingen, die vroeger
uitsluitend door mannen bekleed waren,
vinden in dit werkje een nuttigen gids,
die haar geene bijzonderheden omtrent
die betrekkingen onthoudt.
Tweedo Kamer,
Bij het onderzoek van de begrooting
van binnenlandsche zaken werd o.a.
aanbevolen de burgemeesters te ontheffen
van de functiën van hulpofficier van
justitie ambtenaars van den burgerlijken
stand uit niet-raadsleden te benoemen;
eene wyziging van de Gemeentewet in
dien zin dat aan den gemeenteraad
uitdrukkelijk vryheid worde verleend,
zijne bevoegdheid voor elk bijzonder
geval betreffende de apenbare orde, ze
delijkheid en gezondheid over te dragen
op B. en W.
Nog werd aangedrongen op een goede
regeling van de pensionneering der ge
meenteambtenaren en hunne weduwen
en weezen.
De wensch werd te kennen gegeven
dat de minister zooveel mogelijk Trans-
vaalsche uitgewekenen in betrekking zou
plaatsen.
Eén lid kwamen de weigeringen tot
het houden van straatbetoogingen be-
kelijk voor.
In het afdeelingsverslag derzelfde
Kamer werd gewezen dat nog zijn te
wachten verschillende door den minister
van binnenlandsche zaken toegezegde
wetsontwerpen o.a. de wetteiyke rege
ling der banken van leening, uitzetting
van de grenzen der groote stedelijke
„Hij noodigt mij op zijne bruiloft.»
„Niet kwaad. Hij schijnt er dus anders
over te denken dan jy. Maar wat schryft
hij?»
En wang aan wang met haar man
las het aardige vrouwtje over zijn schou
der heen
„Geleerde vriend! Ik geef uhierbij
kennis, dat ik Zaterdag over acht dagen
trouwen ga. Gij moet zeker overkomen.
Gij zult myn liefste gast zijn. De bruid
raadt en kent gij het is Marie Steineg-
ger. Zij is u ook nog niet vergeten. Gij
weet, hoe dapper zij mij de eerste maal
te woord stond sinds hebben wij
elkander beter leeren verstaan. Wat
mijne tante van haar gemaakt heeft,
zult gij zelf kunnen zien. Ik heb bij
gebouwd, maar zou zoo gaarne nog eens
weer met u in de kapel zittennu
echter met ons drieën. Verzin dus maar
iets om eenige dagen verlof te krijgen,
kom hier en zie en doe dan desge
lijks. Uw Zeilinger.»
Keiler zag op en zeide«Voor een
harteltjken kus geef ik een heerlijken
inval."
„En dat is
„Wy verrassen hem Ik neem u mee."
„Maar vent, dat spreekt immers van
zelve!" antwoordde zijne vrouw.
Den prys betaalde zij al evenwel.
EINDE.