\ll I FES, In de Uzerhut. Maandag 12 November ONZE PREMIE. ëinoeÈeUe Ulei. 1VEDAG, No. 267. lEAUX. 1900. 1901. I il® drat Möort een liö Belangrijk Bericht voor hen die zich op het nieuwe Modeblad abonneeren. II 100 Geïllustreerds Boekwerken. FEMILILST0N. fger voor Zeeland 139, Vlissingen. AMDIEN8T en ÏÏJDDELBDEQ v., n(« vm4 50 5 55 en) Van Zeilmarit ll 45 nm 12 30 1 15 5 5 10 655 655 745 naar Zeümarkt Vlitsm. (alleen op werkdagen! nm 12 35 1 20 2 5 |5 6 7 7 50 8 35 SSe Jftarg&Eg. UNGEN. Station Haven v.v, 1DIENST. IVlissingen Beursplein |l0, 4.20, 6.-, 10.30. laven na aankomst ten of booten, corres- jrvenstaande dienstre- |wordt gestopt tot in assagiers. HAVENDIENST. 6— 6 20 7—7 50 10 10— 1020 10 40 lm 1 10 1 30 2 220 4 4 20 5 5 20 |820. Ivai 6 10 6 30 7 10 120 9 50 1010 10 30 12 10 nm 1 20 I 4'! 3.30 3 50 410 4 30 |7 40 8—8 30, cens-Hlaldeghein. ^ichtijd.) 3, 8.25, 10.37, 1.18, bluia 5,31, 6.9, 7.36, 35, 5.33, 8.24. 9.25 |.42,10.—, 1.38, 4.32, lug 5.51, 6,29. 8.10 16, 8.3,9.5,9.45. um 3 30b) 3 55 (m 1 55 2 15 3 30b) K» 3 50 8 10 1840 $0 naar Breekena en «naakt. iet spoorwegstation *6 23 6 58 8 16 7 33 8 1 8 47 I *9 47 101 D 3*10 4 112 Reizigers 1 e LO 36 24 6 16 10 28 125 63 1140 310 7 25 1222 3 50 35 12 38 44 8 21 12 65 4 22 8 38 VLISSIN6SCBE COD It AIT. PrUs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bjj alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. ADVERTENTIENvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken rege meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prfla slechts tweemaal berekend. Groote letters en eliehé's worden naar plaatsruimte berekend. Verschijnt dagelflks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telephoonnumriier IO. Abonnements-Advertcntlën op zeer voordeelige voorwaarden. De Uitgevers stellen zich voor, by genoegzame deelname, op nader aan te kondigen tijdstip, onder de geabonneer- den op Het Nieuwe Modeblad eene belangrijke verloting te houden, welke ieel gratis is voor de abonné's zoo dat van hen geen enkele inzet wordt I gevorderd. Wie abonné zal zijn op het tijdstip I dier verloting, zal daaraan deelgerechtigd zijn en door de ontvangst van een I gratis lot daarvan het bewijs bekomen. De uitgevers stellen voor die verlo- I ting, welke in het bijzijn vau getuigen zal worden gehouden en waarvan de uitslag in het blad zelve zal worden üekend gemaakt, beschikbaar de vol gende prijzen 5 Fraaie Damcsrflwielen. Waar zulke kansen en geheel koste loos worden verbonden aan een tijdschrift, reeds om den buitengewoon goed- Ikoopen prijs en den met zorg samen- gestelden inhoud, aller belangstelling is, verwachten de Uitgevers Idit de geabonneerde» onzer courant I waarbij het Nieuwe Modeblad als premie wordt verkrijgbaar gesteld, deze aanbie- ling zullen waardeeren. Voor onze lezeressen zal het Nieuwe IModeblad zijn een rijke bron van nut |en genoegen. Een trouwe gids bij keuze f aanmaak van Costumes, Kindermodes, |Handwerken of andere Modeartikelen. Niemand verzuime te profiteeren van leze waarlijk kostbare premie, welke 11-oor de lezers van onze Courant tegen Ine geringe vergoeding van 55 cent per |dtie maanden verkrijgbaar is. öp*- Men vuile ten spoedigste het InteekenbiJjet in en zende het ■terug aan de Uitgevers. MISLUKT. Er is misschien een tijd geweest, Rarin de vraag: „wat moet mijn zoon porden geen enkel papa bezig hield, peter is het, dat de beantwoording dier naak H. GRASHERGER. U|. 'D een bergachtige streek van Duitsch- N hield op een mooien zomermorgen f) eene brug een licht rijtuigje stil, raarin twee mannen gezeten waren. De Ij" was de kastelein uit een naburig 'Pi ie andep een heer, die eenige dagen 1 z()nent gelogeerd had. Toen de heer Ij3 uitgestegen, zeide zijn metgezel: zult daar goed ontvangen worden; peer Zeilinger is wel wat vreemd, laat een beste man. U volgt maar 8 den stroom rechts, dan komt u fa zelf bij de Ijzerhut." Daarop zette jl het paard aan en keerde huiswaarts, j Jofessor Keiler, een lange en blonde schreed opgewekt voort; de toer, 1 by achter den rug had, had hem vraag thans zeer veel zorg baartdes te meer, wijl ze niet alleen den zoon, maar vrij algemeen ook „mijn dochter* begint te gelden. De vraag heeft bovendien iets eigen aardigs, doordat het woordje moet er in voorkomt en velen de neiging hebben om op dat woordje den klemtoon te In vele familiekringen, vooral in die waar het nog gebruikelijk is dat geen der dochters iets wordt, is het zoo iets dat van zelf spreekt, dat mijn zoon dit of dat moet worden dit ligt zoo in den aard der zaak, in de familietraditie. De gevallen zijn dan ook niet zeldzaam, dat papa, of mama, met zoon, zich vervoegt bij de eene of andere speciali teit of instelling van onderwijs, kunst of wetenschap met de boodschap, dat gezegde jongeheer voor dit of dat be stemd is en met verzoek, de „opleiding" tot het gezegde wel op zich te willen nemen. Men zou dat eigenlijk met meer gemak den huisknecht kunnen laten doen en zou dan ten minste geen gevaar loopen, dat er eens naar enkele bijzonderheden werd geïnformeerd. Maar dit is nu eenmaal niet gebruikelijk. Bovendien is de opdracht uitermate vereerend, want ze gaat van de onder stelling uit, dat de specialiteit een man is, die eenvoudig alles maken en breken kan. Wanneer men echter bedenkt, dat papa en mama de zaak min of meer uit een handelsoogpunt beschouwen en de specialiteit voor zijn werk goed willen betalen, maar dan ook vorderen dat dit werk even goed zij, als het gloednieuwe pak, waarmede zoonlief aan Z.Ed, is gepresenteerd, dan wordt de „eer" eenigs- zins twijfelachtig. Wat we hier „in 't groot» aanschou wen, zien we elders in 't klein en in allerlei vormen en gedaanten". De beroeps keuze is een der meest verwaarloosde ouderplichten misschien wel het meest daarom, wijl vele ouders in het geheel niet kiezen en geen den minsten invloed uitoefenen op de bepaling van hetgeen later voor de meesten zal zijn, de bron van bestaan, het brood. Om in zijn werkkring althans eeniger- mate voordeel te behalen, daarom is het werkelijk bijna elk mensch te doen. Van „het brood" kunnen wij dus tamelijk gerust in algemeenen zin spreken. Maar de mensch kan nu eenmaal bij brood alleen niet leven. Wee hem, die in zijn werkkring niets anders vindt dan een middel om zich en de zijnen den kennelijk reeds goed gedaan. Dat was ook noodig. Hij had zich in den laatsten tijd overwerkt, zijn geest te veel inge spannen, en daarbij was zijn zenuw gestel geschokt door eene ongelukkige liefdesgeschiedenis. Zijn dokter had hem daarom geraden in de vacantia zijne studiën geheel te laten rusten en een langdurige voetreis te ondernemen, waarbij hij de groote steden had te mijden en zich zooveel mogelijk in bosch- en berg lucht te bewegen. Hij had dien raad trouw opgevolgd en er zich wel bij bevonden. De professor was reeds dicht bij de veertig. Door zijn vak leefde hij meer in de oudheid dan in het tegenwoordige. Lang had hij niet aan trouwen gedacht, maar eindelijk, toen zijne jeugd reeds voorbij was, had hij toch begrepen, dat het niet goed is, dat de mensch alleen zij. Hij had kennis gemaakt met een meisje, dat, schoon en ijdel als zij was, de hulde van den geleerde had opgenomen als iets haar verschuldigd, en hem zelfs aangemoedigd had. Een verstandige jonge man vraagt niet vóór hij zeker is van een gunstig gevolganders echter oen veertigjarige. Keiler liep een blauwtje en het jonge mond open te houden of zekere winst te maken. Wee hem, die in denzelfden werkkring niet vindt zijn levenslust en zijn levensgenot. Het behoeft nauwelijks betoog dat de bestelling, door papa of mama bij de eene of andere specialiteit gedaan, in zeer vele gevallen slecht uitkomt. Mis schien had het jonge mensch voor het een of ander aanleg en die komt nu natuurlijk niet tot haar recht. Dat is altijd jammer, hoewel in deze kringen der maatschappij het „mislukt" minder gevoeld wordt. Het is niet waar dat het stomme geld alles recht maakt, wat krom is, maar het is wel waar, dat het veel goed maakt en verzacht. En als er wat pit in het jonge mensch zit en hij heeft wezenlijk ergens lust in, dan zal hij waarschijnlijk het hem opgelegde juk afschudden en zich een eigen richting kiezen. In andere kringen der maatschappij is het „mislukken" van de zonen en dochreren des huizes een veel erger kwaad. Daar besteedt men de toekomst van zoon of dochter wel niet uit bij een specialiteit, voor een hoop geld, maar men drijft ze toch gedachteloos in de eene of andere richting of haast zich hun arbeidskracht productief te maken, zonder eenigen grond voor de toekomst onder de voeten te hebben, zonder overtuiging, op onderzoek en kennis gegrond, dat ;>p die u>\jze voor zijn kind een weg door de wereld wordt gezocht, althans eenigszins overeen komende met zijn gebleken aanleg, smaak, ontwikkeling en lust. Misschien is ook hier van dat alles iets aanwezig en, wordt dienovereen komstig niet gehandeld, dan spreekt het van zelf dat er wéér een is toegevoegd aan het groot aantal menschen, die werktuiglijk hun arbeid doen, heel blij als de dagtaak afgeloopen en het geld verdiend ismaar die niets voor hun arbeid gevoelen, er zich nimmer oprecht in verheugenvan wie nimmer een gloed uitgaat, die zich aan anderen meedeelt en anderen verheft; die zelf ook steeds hooger komen te staan en, terwijl ze hun arbeid met zich opvoeren naar hooger en beter, daarin waarachtig gelukkig zijnom nu nog niet te spre ken van de verhooging van welvaart en levensgenot en van zekerheid voor de toekomst, die het natuurlijk gevolg zijn van het „gelukken" in zijn werk kring. Ook in de hier bedoelde jonge mannen en vrouwen zit soms wel eens pit.Ook zij ding was nog gansje genoeg om op haar eerste aanzoek bij hare vriendinnen te roemen. De professor werd dus niet alleen in zijn hope teleurgesteld, maar voelde zich ook nog belachelijk gemaakt. Over spanning en teleurstelling moesten nu in de vrije natuur heeling zoeken. Het nauwe bergdal, dat hij thans in ging, leende zich uitstekend voor eene morgenwandeling. De wind woei er nog verkwikkend door. Alleen de toppen der bergen waren door de zon verguld uit de diepten stegen nog de nevelen opwaarts en bleven hangen aan de kruinen der pijnboomen en de takken der dennen. Een frisacb» bargstroom vloeide door het dalin den zomer was het een ondiepe stroom van helder water, dat wel snel, maar gelijkmatig voortvloeide, soms zich in een ketel verzamelend, dan weer over rotsblokken bruisehend, maar dat over het geheel een vreedzaam beeld vertoonde, gansch anders dan in den wintertijd of na een onweder, wanneer de wateren gezwollen waren en met geweld voortbruischten. Waar de gelegenheid zulks toeliet, had de menschelijke nijverheid van zijne kracht partij getrokken en vond men op plaatsen, waar het dal zich ver- verbreken wel eens de kluisters, slaan de vleugels uit en toonen op nieuw aan de wereld, wat de geschiedenis reeds zoo vaak heeft geleerd, dat men wel baan kan breken, al is men door zijne ouders, opzettelijk of uit achteloosheid of onnadenkendheid dan, gedreven in eene richting, die de zijne niet was. Maar, laat het ons niet vergeten, hier zal in den regel zeer veel moeten ge worsteld en gestreden, zeer veel geleden en gedragen worden, en dan zal er mis schien toch nog een tijd komen,waarin de strijd om het bestaan aan dien anderen strijd een einde maakt en het „mislukt" met onuitwischbare letteren op den levenweg zal geschreven staaneen vreeselijk droevig bestaan Wat moet mijn zoon, of, wat moet mijn dochter worden Waarlijk de beantwoording dier vraag is niet in een boekje te vinden. Die levensvraag bij uitnemendheid eischt een studie van hoofd en hart, die aanvangt bij de wieg en pas eindigt, wanneer het «gelukt", met vertrouwen in het dagboek kan worden neergeschreven. President Kruger. Te Marseille heeft de heer Violle, voorzitter van het Comité voor de On afhankelijkheid der Boeren aldaar, gis terenochtend een telegram van dr. Leyds ontvangen, met de mededeeling dat de Nederlandsche regeering hem (dr. Leyds) officieel verzekerd had, dat de Gelderland Marseille zal aandoen. Men zou aldaar bij de komst van Kruger in een aantal straten de vlaggen uitsteken en versieringen aanbrengen. Een groot aantal jachten en stoombooten zouden de Gelderland tegemoet varen. Volgens de Standard zou Kruger zijn verlangen hebben te kennen gegeven om na zijn aankomst te Marseille ge- ruimen tijd uit te rusten en van alle offioieele ontvangst verschoond te blijven. De N. R. Ct. deelt deze berichten gedeeltelijk aan Fransche bladen ont leend, onder voorbehoud mede. De Echo de Paris weet te vertellen dat de Nederlandsche regeering «terug gekomen is op h&ar voornemen om president Kruger verlof te geven te Marseille aan land te gaan." De presi dent zal te Brindisi op den trein stappen en over Italië naar Nederland reizen. wijdde, een molen of een ijzerhut. Keiler had na eene lange wandeling het nauwe gedeelte van het dal achter zichde rotsen weken terug, om zich des te hooger en steiler te verheffen, en de ijzerhut lag vóór hem, Dicht aan het water stond het groote werkhuis met zyoe nevengebouwen en kort daar bij eenige woningen voor het werkvolk, terwijl het heerenhuis aan de andere zijde van den weg zich op eene kleine hoogte verhief. Het was een oud maar statig gebouw, met eene kapel aan de eene zijde, voor welker ingang zich twee prachtige linden bevonden, die een Christusbeeld geheel overschaduwden. Toen Keiler bij de ijzerhut aankwam, sloeg een hond aan, en eenige oogen- blikken later kwam de eigenaar uit het werkhuis naar buiten. Het was een statige man, met een open, aangenaam gelaat, wien men den vroegeren militair duidelijk kon aanzien. De begroeting was zeer eenvoudig. Zoodra Keiler zijn naam genoemd had, schudde Zeilinger hem dadelyk op har telijke wijze de hand en zei ongekunsteld „WelkomOnze gezamenlijke vriend heeft mij reeds voor lang uw bezoek aangekon digd, en gij komt mij dus niet onver- „In bovenstaanden vorm hadden wij de mededeeling eer in een Engelsch-dan in een Fransch blad verwacht," zegt het Hdbl. Geen overdrijving. De Haagsche Gt. bevat het volgend bericht Bij beschikking van het hoofdbestuur zijn 15 verjaagden uit de republieken aan het post en telegraafkantoor te Amsterdam toegelaten, teneinde zich in den dienst te oefenen, met het oog op een latere tijdelijke aanstelling. Tevens is een zoodanig ambtenaar bij het hoofdbestuur der post en tele graaf te 's Hage werkzaam gesteld. Ook heeft de minister van Waterstaat in den laatsten tijd op ruime schaal aan de Staatsspoordirectie machtiging ver leend tot het in dienst nemen van personen, die door hun overgang in dienst van Transvaal hun staat van Nederlander hadden verloren. Het blad voegt er het volgende bij Wordt dit verleenen van hulp op deze wijze niet ietwat bedenkelijk zouden wij naar aanleiding van deze berichten willen vragen. De verdreven ambtenaren hebben zeer zeker aanspraak op sympathie en hulp. Maar men vergete niet dat elke plaats door hen ingenomen, wordt onthouden aan andere landgenooten, die evenzeer er behoefte aan hebben. Men helpt broodeloos gewordenen aan eene be trekking, maar laat anderen broodeloos. En hoe belangwekkend de verdreven Zuidafrikaners ook zijn, dit mag men, voor dat dilemma geplaatst, toch óók niet uit het oog verliezen, dat zij indertijd uitgingen om een betere positie te verkrijgen, maar dan ook op risico, altijd aan meerdere winst verbonden, Dat men de ballingen gaarne, zelfs met eenige voorkeur aanneemt, is goed. Maar plaatsen —en nog wel in Rijks dienst—voor hen „ophouden," ten nadeele van andere sollicitanten, dat is o.i. niet geoorloofd. Een gerucht weersproken. Eenigen tijd geleden werd door een Indisch blad gemeld dat koningin Wil- helmina de Javaansohe en Maleische talen zou bestudeeren en als leermeester voor haar zou optreden de heer C. Rosemeyer, daartoe uit Indië ontbonden. Hier te lande weet men er niets van wacht. Gij zijt mij dubbel welkom, om dat ik ook door u veel over mijn ouden krijgsmakker hoop te vernemen. Ik wil u dadelijk met de gebruiken van het huis in kennis stellen." Reeds had hij met zijn gast den drempel van het heerenhuis overschre den, en voerde hij hem, zonder zich om diens verontschuldiging te bekom meren, in een ruim en aangenaam ver trek. „Dit hier is uwe kamer. Gij hebt de morgenzon en zoo weinig mogelijk last van de werkplaats. Leg uw reistasch af. Uw koffer komt zeker met de post Uitstekend!" Keiler had nauwelijks den tijd om rondom zich te zien, toen Zeiliger reeds eene deur van het aangrenzend vertrek opende, en op de jachtgereedschappen wijzend, zeide: „Aan de overzij begint mijn jachtveld ik kan u dezen dubbel loop, dit vogelroer aanbevelen Keiler was echter geen jager en kon dus alleen de fijne bewerking bewon deren. Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1900 | | pagina 1