Zaterdag
10 November
No. 266.
1000.
D
D
li 901.
FEUILLETON.
Waarom de mannen
niet trouwen
SSe Jaargang.
pche Fahrradwerke te
ji. Voor het aanstaand
bij den Agent
J. J. BOHN,
antraal Rijwielhandel,
van R ij w i e 1 e n
lAMDlENST
9D Rt DDELBUBd v.v
lemitevm 4 50 5 55
n) Van ZeümarJctvm
45 nm 12 30 1 16
5 10 6 55 6 55 7 45
(aar Zeümarkt Piiasm.
alleen op werkdagen)
um 12 35 120 2 5
6 7 7 50 8 35
*6 23
6 53
8 16
*9 47
7 33
8 1
8 47
10 1
*10 48 112
iiiit; i Lr
0 36
24
616
0 28
125
63
.1 40
310
7 25
.222
3 50
85
2 38
4 4
8 21
2 55
4 22
8 38
VLÏSSIMSCflE
COURANT
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich b(j alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bQ den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTIËNvan 1 4 regels 0.40. Voor eiken rege
meer 10 cent. - BQ dir ecte opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschijnt dagelQks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telephoonnummer IO.
Abonnements-Advertentiën op zeer voordeollge voorwaarden.
INGEN.
(Station Haven v.v.
fSDIENST.
Gissingen Beursplein
[0, 4.20, 6.-, 10.30.
Haven na aankomst
Jm of booten, corres-
(venstaande dienstre-
vordt gestopt tot in
bssagiers.
HAVENDIENST.
6— 6 20 7— 7 50
|0 10— 1020 10 40
1 10 1 30 2 220
4 4 20 5 5 20
18 20.
vin 6 10 6 30 7 10
|20 9 50 1010 10 30
12 10 run 1 20 1 *0
3.30 3 50 410 4 SO
|7 40 8—8 30.
jLeuB-MaMegt en»
liclitijdj
E3, 8.25, 10.37, 1.18,
lluis 5,31, 6.9, 7.35,
85. 5.33, 8.24. 9.25
142, 10.-, 1.38, 4.32,
Jug 5.51, 6,29. 8.10
|6, 8.3,9.5,9.45.
nra 3 30l>)
3 55
|m 1 55
2 15
I» 3 30b)
3 f.0
18 10
|8 40
10 naar Breskena on
Jan Vlieringen naar
(maant.
lot spoorwegstation
Het 2de nummer van HET NIEUWE
MODEBLAD werd door ons verzonden.
Wie kennis heeft gemaakt met dit
fraaie Tijdschrift zal moeten erkennen,
(jat zulk een premie voor de 1 e-
jers van onze courant inder
daad groot succes belooft en algemeen
zal worden gowaardeerd.
Het geheel ziet er aantrekkelijk uit.
De talrijke gravures, waarmede de
bladzijden als 't ware zijn bezaaid, geven
uitnemende en praktische modellen voor
on/.e dames, die in dit Tijdschrift vin
den wat haar op het gebied van modes
kan interesseeren. Een keur van toilet
ten, zoo van eenvoudige als kostbare,
een schat van patronen voor alle kleedij,
een groote verscheidenheid van hand
werken
Een zoo fraai Modeblad werd nog
nimmer tegen zulk een ongekend lagen
prijs aangeboden.
Wie van onze lezeressen nog naliet
om daarop in te teekenen, de prijs is
slechts 55 cents, (franco per post 75 ets.)
per 3 maanden, verzuime niet het ach
terstaande in teekenbiljet in te vullen en
ons ten spoedigste toe te zenden.
Mocht men het eerste nummer nog
niet hebben gezien, dan vrage men slechts
een exemplaar aan.
Wij vertrouwen dat geen onzer leze
ressen zich de geregelde ontvangst wil
ontzeggen van ons Modeblad, dat haar
tot zooveel nut en genoegen kan zijn.
DE UITGEVERS.
Zondagsrust.
Hoe de beperking van den postdienst
op Zondag in den Gelderschen Achter
hoek werkt, wordt door iemand van
daar in de Arnh. Ct. aangetoond, wat
1 ook wel voor andere streken gelden zal.
„De eerste Zondag in November,waarop
[ile inkrimping van den postdienst begon,
1 is achter den rug en men kan dus ge-
1 voegelijk over de werking daarvan
oordeelen. In plaats van verlicht, is de
1 postdienst der brievenboden verzwaard.
I Gaat de brievenbesteller op Zondag de
I buurtschap op, dan hindert het hem
niet, of hij een paar kranten meer of
I minder meeneemt. Hij heeft dan ook
vooruitzicht, dat hij deD Maandag,
wanneer er bijna niets te bezorgen valt,
t zijn vrije beschikking heeft, wat hij
I 'oor zijn landbouw best gebruiken kan.
Bij de nieuwe postregeling moet bij
lp Zondagmorgen eerst nauwkeurig sor
teren, wat al of niet ééns per week
uitkomt. Zoo ontvingen we Zondag-
1 morgen onze gewone dagbladen, doch
naar
H. AB1ÜOLD.
eenige nieuwsbladen, die we juist'op
Zondag zoo gaarne lezen en waarvoor
we dan den tyd hebben, werden ons
Maandagmorgen bezorgd, op welk tijd
stip ons de bode vroeger nimmer iets te
bezorgen had.
Geheel ontstemd over de beperking
zijn de brievengaarders, om wier vrijen
Zondag heelemaal niet is gedacht, en
die nu meer dan vroeger het publiek op
Zondag moeten bedieneD, dat na intrek
king van de tweede bestelling komt
vragen, of er ook wat voor hen is aan-
4).
.Jongen,"' zeide ik zacht en wee-
„ik heb er nog eens over nage-
'XJtt! Gij zult zien, dat ik een goede
"mvooru ben onze goede verhouding
Wat my boven alles ik laat u Emilia
C'k zie van haar af!"
.Meent gij dat?" vroeg hij en van
Wischer harte antwoordde ik„Ja, het
j 's ral) volle ernst!"
zoo kwam het, en zoo bleef het
&ate) heeft haar getrouwd, en ik kon
De Haagsehe courant schrijft het
volgende naar aanleiding van de mee
ning dat ons land op postgebied vooraan
staat
Dat dit inderdaad niet 't geval is,
bleek ons dezer dagen weer bij 't inzien
van het Duitsche tarief.
Terwijl in ons kleine landje het ge
wicht van een enkel voudigen brief (a 5
ets.) niet hooger mag zijn dan 15 gram,
is dit voor het groote Duitschland (a 10
pf. of 6 ets.) 20 gram. En toch is de
afstand b.v. van Straatsburg naar Stettin
of van Hamburg naar Miinchen, nog iets
anders dan van den Haag naar Delft,
of zelfs van Groningen naar Vlissingen.
Van een kriebelige inhaligheid als hier
te lande, waar men op "'t stadsport
ten koste van heel wat strafport ten
nadeele van menschen, die de wille
keurige grenslijnen niet uit elkaar hou
den nog wat verdient door bv.
Scheveningen en 't Van Stolkpark „pos
taal" niet bij den Haag te rekenen, is
in Duitschland geen sprake.
Voorts heeft men daar te lande niet
alleen briefkaarten van 5, maar ook
stadspostkaarten van 2 pfenning, d. i.
iets meer dan 1 cent (5 voor 6 centen.)
Het gehaspel over de vergunning om
iets op een kaartje te mogen schrijven
is in Duitschland voorkomen men mag
daar tot v ij f woorden op een kaartje
schrijven als dankbetuiging, deelneming
of andere beleefdheidsuitdrukkingen.
Schoolhervorming.
De Standaard wenscht dat als men
tot de Grondwetsherziening overgaat,
het onderwijsartikel het eerst aan de
beurt komt.
De Nederlander is ook van dit gevoelen
en zegt
„Schoolstrijd begeeren wij niether
vorming der volksschool wel.
„Gelijk de Standaard terecht opmerkt,
begint van alle kanten de behoefte
daaraan te worden gevoeld. Dit zal zoo
blijven, ook wanneer straks verhooging
der Rijksbijdrage wordt voorgesteld.
„In elk opzicht hechten wij aan de
schoolhervorming grooter gewicht dan
aan eenige andere quaestie.
„In de eerste plaats, omdat zij he)
beste raakt wat de natie bezit.
„Maar dan ook omdat zy uit sociaal
oogpunt van het grootste belang is.
„Eene waarlijk vrije school zal geheel
het volk er toe leiden, zelf zijn eigen
zaken te behartigen, en het oog ook
nog op iets hooger te richten) dan op
verbetering van stoffelijke welvaart.
„Er is tegen het aan de orde stellen
van deze quaestie slechts ééne bedenking
is men gereed?
„Tot dusver is veel tijd zoek gemaakt
aan debat over hoofdbeginselen, waar
over men het eens was.
„Maar wie heeft tot dusver zijn krach
ten aan uitwerking van het stelsel
beproefd
Zuiderzee.
In het Vad. leest men het volgende
Voor enkele dagen vond men in de
N. R. Ct. een bericht dat de Minister
raad de machtiging der Koningin had
gevraagd om een wetsontwerp betreffende
de droogmaking der Zuiderzee bij den
Raad van State aanhangig te maken. Is
dit de gewone weg, die gevolgd wordt
als een wetsontwerp de ministrieele
bureaux verlaat, als dagbladnieuwtje
had het bericht een ietwat ongewonen
vorm, zoodat men zich afvroeg, of dit
nu werkelijk beteekende, dat er een
wetsontwerp gereed was en dat het den
Raad van State had bereikt. Inderdaad
is dit, naar wij vernemen het geval,
maar het ontwerp beoogt niet de vol
voering van bet geheele droogmakings
plan. Het omvat den aanleg van den
afsluitdijk van Wieringen naar Piaam en
de indijking van twee gedeelten der
Zuiderzee tusschen Wieringen en het
vasteland ten zuiden van Hoorn,benevens
de voorbereidende maatregelen die voor
elke voortzetting van het plan onver
mijdelijk zijn.
rustig in mijn huis blijven wonen, want
zij namen de piano mee. En als ik thans
des avonds eens bij hen ben, speelt
Emilia nog somtijds haar „Aan Alexis,"
en ik heb er zoo recht schik in, dat ik
het nu maar zelden meer behoef te
hooren.' De gewone fout maakt zij ook
nu nog.
Daar hebt gij mjjn geschiedenis, zoo
veel achtereen heb ik in de laatste
twintig jaren niet meer gesproken!"
De anderen lachten hartelijk.
„Ziezoo," zeide de overste, „nukrijgen
wij nog een goed besluit. Nu vertelt u
nog, mevrouw, hoe u aan uw man zijt
gekomen, eene geschiedenis, die goed
afloopt, moeten wij toch ook hooren."
De gastvrouw schudde het hoofd.
„Dat moet mijn man vertellen," zeide
zij lachend; „ik heb daarbij een te lij
delijke rol gespeeld!»
„Het is geen geschiedenis men zou
het hoogstens een „zeldzame val" kun
nen noemen," zeide de notaris; „want
Verdediging Indië
Door den minister van koloniën zal
ter kennismaking van de leden der
Kamer worden overgelegd een geheime
nota omtrent de plannen ten aanzien
der verdediging van Java.
Die mededeeling zal wel velen gerust
stellen, die reeds van meening waren
dat onze iegeering op dit punt zorge
loos is.
Huwelijk der Koningin.
Met zekerheid zeggen de Haagsehe Ct.
en de N. R. Ct., kan medegedeeld wor
den dat voor het huwelijk der Koningin
geen vaste datum is aangewezen. Welk
bericht is nu zeker Gister nog lazen
wij dat het Vaderland, ook met zeker
heid, dien dag stelde in de week van
Maandag 28 Jan. —4 Februari.
Hoe sommige Engelschen over het
huwelijk onzer Koningin denken.
Een brief uit Londen aan het Hbld.
schrijft daarover het volgende
„Koningin Wilhelmina mag zich in
deze dagen gelukkig pryzen wanneer ze
niet veel Engelsche couranten leest en
niet veel Engelsche menschen spreekt die
deze couranten wel lezen.
De een wil van u weten of het nu
heusch een huwelijk uit liefde is, zooals
van koningin Victoria en prins Albert;
de ander vraagt of het waar Is dat de
Koningin op den jongen hertog werd
gecharmeerd wijl hij zoo goed Hollandsch
spreekt; een derde spreekt de hoop uit,
dat de jonge prins, al is hij dan niet
zoo mooi (sic) als wijlen Albert, even
goed de vormen in acht nemen zal, en
zou van een Nederlander niets liever
zien dan dat deze Z.K.H. in overweging
ging geven om vooral goed te bestu-
deeren hoe meergemelde Albert zat,
keek, reed, liep, sliep of zwom. Het
ergste maakte mij een dame lastig, die
nooit buiten Engeland geweest is en
van alles daarbuiten een allervermake-
lijkst idee heeft.
Zij wist evenwel, waarschijnlijk door
vlijtige lectuur der „Society papers")
welke prinsen onze jonge Koningin al
zoo had kunnen trouwen en met echte
hardnekkigheid bleef ze gelooven, dat
wij Nederlanders precies wisten waarom
gesn der anderen en deze wel was
geaccepteerd.
Om haar tevreden te stellen, of liever
mij er eindelijk af te maken, vroeg ik
haar geheimzinnig of ze wel wist dat
Nederland zoo'n waterland was Ja, da
wist ze. En toen heb ik haar in het
diepst vertrouwen verteld dat de Konin
gin, om mogelijk levensgevaar te voor
komen had laten onderzoeken, welke
het best kon zwemmen.
Tot mijn schrik evenwel merkte ik
dat het goede mensch van mijne
vriendschappelijke plagerij niets bespeurde
en het vertelsel geloofde! „Dear me,
how very interesting!" zei ze en ik ben
niet overtuigd dat ze mijn verzekering
dat ik geschorst had, in haar hart
gelooft."
Prins Gemaal.
Onder dit opschrift wordt door den
heer Lulofs in het Handelsblad omtrent
het veelbesproken punt of hertog Hendrik
bij zijn huwelijk met onze Koningin
den titel van „Prins Gemaal" al dan
niet zal worden toegekend, 't volgende
gezegd
Onlangs werd door een inzender in
dit blad beweerd, dat de hertog van
Mecklenburg, na het voltrekken van
zijn huwelijk, niet den titel zou kunnen
voeren van „prins-gemaal", tenzij die
het is zoo, wy hebben op eene bijzondere
wijze kennis gemaakt. Ik zou en ik
moest indertijd trouwen, maar het kwam
er niet toe, en mijne goede moeder
placht te zeggen„Ja, als Frans er eens
toe zal komen, dan moet zijne aanstaande
het hem zoo gemakkelijk maken, dat
zij zich verklaart en voor hem knielt
dan iaat hij misschien zijn sigaar uitgaan
en heft haar in genade op! En zoo ge
beurde het by ons."
„Nu, wat ik je verzoeken mag," zei
mevrouw ontevreden, „veitel de zaak
behoorlijk! Anders zouden de heeren
wel een wonderlijk denkbeeld van mij
krijgen
De notaris keek zeer vroolijk.
„Ja, ja," zeide hij, ik zal uw eer niet
te kort doen. Ik was dan op een avond
op eene groote partij, met bonderden
menschen, waar het bijzonder warm was,
zoodat het eene ware verkwikking was,
toen het feest eindigde. Ik had mij juist
in de kleedkamer van oveijas en hoed
voor hem werd gecreëerden in het
„"Weeklad van het Recht, van 26 Oct.
j.l. gaf P. v. M. als zijn meening te
kennen, dat men, na het huwelijk der
koningin, haar echtgenoot „hertog
gemaal" zou moeten noemen. Het komt
mij voor, het zy bescheidenlyk gezegd,
dat een en ander minder juist is. Immers
de afstammelingen in de rechte ljjn van
een regeerend vorst zijn, als ik mj) niet
bedrieg „prinsen" door hun geboorte.
Daarenboven voeren zij dikwijls nog
hoogere of lagere adellijke titels, maar
daardoor houden zy natuurlijk niet op
„prinsen" te zijn. Zoo zijn bijvoorbeeld
de afstammelingen der Habsburgers
(aarts)hertogen van Oostenrijk, en zijn
of waren de zonen en kleinzonen van
koningin Victoria hertogen vanEdinburg,
Connaught, Albany, Clarence en York.
Al deze hertogen zijn natuurlijk prinsen
van den bloede, maar de graven van
Vlaanderen, Parijs en Turijn zijn of
waren dit ook en het spreekt vanzelf,
dat een van deze hertogen of graven
een regeerende Koningin huwende, zich
„prins gemaal" zou kunnen noemen.En
dit kan de aanstaande echtgenoot onzer
Koningin ook, zonder dat daartoe wet
of besluit noodig is, omdat Z. H. de
zoon van een vorst die regeert, het
recht heeft, naar ik meen, den titel van
„prins" te vooren.
De titel nu van „prins gemaal" zegt
dunkt me veel, meerm.i. dan die van
Koning, die toch wel hol klinkt wanneer
daaraan niet het dragen van een Kroon
verbonden. Wat men zou kunnen
doen, wat den hertog in rang nader
zou brengen tot zijn verheven aanstaande
gemalin, wat Z.H. en H.M. misschien
zeiven aangenaam zou kunnen zijn,
bestaat dunkt me hierin, dat men den
hertog aanbood den titel ran Koninklijke,
Hoogheid te voeren.
voorzien en stond aan de groote trap op
een vriend te wachten, met wien ik
afspraak gemaakt had, toen mij eensklaps
een jonge dame, die ik niet kende, om
den hals viel. Zij was bij het afgaan
van de trap komen te struikelen, en
greep zich nu aan het eerste het beste
vast, om niet voorover te vallen. Ik was
verbluft, maar ook weer dadelijk tot mij
zelve, zag haar aan, nam mijn hoed af
en sprak haar beleefd aan."
„Met je verlof," viel zijne vrouw hem
in de redt, gij zeidet en deedt niets der
gelijks, maar trokt een gezicht, zoo
onnoozel mogelijk, en eerst toen ik door
den schrik verlamd, u eenige oogen-
blikken had aangestaard, stotterdet gij
zoo verlegen en onbeholpen mogelijk:
„Mejuffrouw, gij hebt u toch hoop ik
niet bezeerd?"
„En die teederheid op het oogenblik
van zulk een gewelddadigen overval be
viel mijne vrouw zoo goed, dat zij, toen
wij op deze zeer ongewone wijze kennis
De Gelderland te Parijs,
In het paviljoen der koopvaardij op
de Parijsche wereldtentoonstelling aan
den Seineoever is onder de talrijke
scheepsmodellen en photographieën van
schepen ook het model van het Neder-
landsche oorlogschip „Gelderland" te zien.
„Van particuliere zijde wordt, zegt het
Handelsblad, ons uit Parijs geschreven,
hoe een landgenoot zich naar de ten
toonstelling begeven hebbende, nadat in
een artikel in de „Presse" de aandacht
van het publiek was gevestigd op de
aanwezigheid van het veel genoemde
schip op de tentoonstelling, hij daar zulk
een toevloed van belangstellenden voor
het model der „Gelderland" aantrof,
dat het hem eerst na een half uur
wachten mocht gelukken, ter plaatse te
komen. „Het deed mijn Hollandsch hart
goed", schrijft hij, „toen al de verschil-
hadden gemaakt, de andere voorrechten
mijner persoonlijkheid niet kon weer
staan, maar my, nu ruim vijftien jaar
geleden, voor de tweede, doch niet voor
de laatste maal om den hals viel op
onze verlovingsdag. En zoo kan ik met
recht zeggen, dat mijne vrouw zich in
den letterlijken zin mij om den hals
heeft geworpen!"
„Zonder daarbij iets van hare vrou
welijke waardigheid in te schieten,"
voegde de overste er aan toe, „wat
zeker weinig zal voorkomen."
Het was inmiddels laat geworden,
zoodat de gasten zich tot vertrek gereed
maakten. Terwijl de notaris hen bylichtte,
riep hij hun nog toe: „Pas op voor de
trap. Niet ieder is daarbij zoo gelukkig
als ik!"
EINDE.