r Vrouwen sblad. 1IE Dinsdag 6 November No. 262. 1600. 38e J&&ïg&üg. ELD NG FiUBLLBTOtf. Waarom de mannen niet trouwen ireau «Ier Vlis. xirant belaft plaatsing van e lïag-, Week. in,zonder Ter. gincelen prij», ;e Amsterdam, WOUDE. je O.oO. hie. ■pleegster. r. n de Nederland- reemde Talen, ndeGyrnna- Massage. use. Klerk aan jterie. e. Letterkun- Telegrafie en e. ïoolhouderes en Trouw. ting. ,e. >eelster. Gym- nderwijzeres L. ekhoudster. ïster. Geagre- een Registra- Rljksklerk. ijunct-Inspec- den Arbeid, aris. Archi Kapster, elaarster en ir. toeli hoogst eidste, veelgezochte wordt uitgegeven, vindt men Kostuums, uitvoerigste Hand- dere veertien dagen k ook Dames-Lectuur en één vei van een 192 Bladzijden druks at zelf-vervaardigen angenaam en nuttig itië n voor Jurkjes, iovcndien Verhalen, arenklosjea, Bigaren- id te maken. M.en t Vijf en Veertig Centa. Uitgever 3 te ld voor ons blad. Ike iveek ma's met ratten en '.n tekst. laanden tg, 15 cent. erheugt zich iclaDgstelling. dit niet, want eur Tan Iraale gezonde humor s, zooals die ast, werd nog l L»0£N PRIJS a) aangeboden, uatrutie is do lezers •ie premie liei«l. ustratie nog it ontvangt, staand intee- n aan ons in s zoo gering onzer lezers zich de ge- an deze uit- verzekeren, VlISSINSSCHE C0URA1VT. PrQs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich by alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. ADVERTENTIËNvan 1-4 regels 0.40. Voor eiken rege meer 10 cent. By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prys slechta tweemaal berekend. Groote letters en cliché's worden naar plaatsruimte berekend. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- én feestdagen. Telephoonnummer IO. Abonnements-Adrertentiën op zeer voordeelige voorwaarden. Huwelijk der Koningin. Aan de Haagsche Ct. schrijft men Het aanstaand huwelijk van KoniDgin Wilhelmina geeft stof tot verschillende vragen van staatsrechterlijken en wet- telijken aard lo. Is voor het aangaan van het huwelijk de toestemming van de Staten- Generaal noodig Neende toestemming van de wet wordt alleen vereischt voor een huwe lijk, door een prins of prinses van het regeerend stamhuis gesloten. Voor een koning ot een koningin vereischt de Grondwet van 1887 gemeen overleg met de Staten-Generaal, in den vorm van een wetsontwerp tot goedkeuring van het huwelijk. 2o. Moet de Koningin in Amsterdam trouwen, zooals velen meenen? Neende Grondwet bepaalt alleen, dat de Koning (Koningin) de regeering aanvaard hebbende, zoodra mogelijk plechtig beëedigd en ingehuldigd wordt binnen de stad Amsterdam in een open bare en vereenigde vergadering der Staten-Generaal. 3o. Waar zal het huwelijk voltrokken worden, indien 't in Nederland wordt aangegaan Te 's-Gravenhage, ingevolge artikel 131 van het Burgerlijk Wetboek, be palende, dat het huwelijk in het open baar in het huis der gemeente, ten overstaan van den ambtenaar van den burgerlijken stand der woonplaats van een der beide partijen zal worden vol trokken. 4o. Zal het koninklijk paar zich daartoe naar het stadhuis moeten begeven De verschijning in het huis der ge meente voor den ambtenaar van den burgerlijken stand is regel, maar art. 132 B. W. laat hierop een uitzondering toe door te bepalen, dat, indien een der partijen, uit hoofde van een behoorlijk bewezen wettig beletsel, verhinderd wordt zich naar het huis der gemeente te begeven, het huwelijk zal kunnen voltrokken worden in een bijzonder huis binnen dezelfde gemeente gelegen, mits geschiedende in tegenwoordigheid van zes getuigen. 5o. Zal de huwelijksvoltrekking plaats hebben ten overstaan van den wethou der, ambtenaar van den burgerlijken stand (tegenwoordig de heer de Wijs) of wel van den Burgemeester der Residentie Is reeds, krachtens het le lid van art. 149 der Gemeentewet (en ook volgens art. 13 B. W.) genoemde heer niet per se voor deze vereerende taak NAAR II. ARNOI.O. aangewezen, omdat de Raad uit zijn midden meer personen ter waarneming der betrekking van ambtenaar van den burgerlijken stand heeft aangewezen, ook de Burgemeester, ofschooD geen lid van den Raad, is tot ambtenaar van den burgerlijken stand benoembaar, maar is, voor zoover bekend, tot dusver niet tot die functie benoemd. 1). Ik behoor niet tot de menschen, die Ben ouden vrijer in het algemeen zoo Medelijdenswaardig en ongelukkig vin den. in tegendeel, mij dunkt dat zoo iemand in zijne vreedzame een zaamheid er dikwyis beter aan toe is, dan menig getrouwde man, die een slecht nummer in de levensloterij heeft getrokken. Maar een avond is er in het Wm, waarop ik medelijden heb met lederen ouden vrijer, en dan is er zeker Seen onder hen, althans bijna geen Verwantschap tusschen de Koningin en haar verloofde. Men schrijft aan de „N. R. Ct." nog over de verwantschap van koningin Wilhelma en hertog Hendrik De grootmoeders van Koningin Wil helmina en van hertog Hendrik's vader waren zustersAnna Paulowna en Helena Paulowna, dochters van keizér Paul van Rusland. Grootvorstin Helena Paulowna was gehuwd met erfprins Friedrich Ludwig van Mecklenburg- Schwerin en werd moeder van den lateren groothertog Paul Friedrich. Deze was dus een volle neef van koning Willem III. Zoo zijn koningin Wilhel mina en hertog Hendrik dus bloedver wanten in den zevenden graad. Mogelijk is ook niet algemeen bekend, dat hertog Hendrik vrij na verwant is aan de familie Orleans, door zijn oud tante Helena, een halve zuster van groothertog Paul Friedrich, die huwde met den oudsten zoon van koning Louis Philippe. Deserteurs. België is een welkome schuilplaats voor Nederlanders, nu de militaire dienst plicht hier te zwaar drukt, schrijft de Avondpost: daar schijnen heel watHol- landsche jongelui te wonen, die hier niet durven terugkomen, omdat ze bang zijn voor de straf die bun wacht. Iemand, die zich zelf „een deserteur" noemt, spreekt althans in een ingezonden stuk in de N. R. Ct. van „honderden moeders en families'' wier harten van dankbaar heid zouden kloppen als hun zonen uit België vrij terug mochten keeren. De man doet nu, langs den „meer en meer gebruikelijken weg,» het voorstel, dat H. M. de Koningin bij haar a. s. huwe lijk kwijtschelding van straf en vrijen terugkeer zou verleenen aan de Neder- landsche deserteurs. Hij acht zijn ver zoek „niet onbillijk", omdat bij dusdanige gelegenheden wel aan misdadigers ver lichting van straf wordt verleend. Staatsexploitatie van Spoorwegen. Prof. M. W. F. Treub blijft maar steeds dapper pleiten voor de naasting der spoorwegen door den staat en wijst er met ernst op dat met die overneming die niet eveneens eene zekere leegte bespeurt. Ik bedoel den avond vóór Kerstmis. Als dan zulk een man op leeftijd door de straten gaat en zijne tredeD de sneeuw doen krakenals hij dan de opgeruimde, haastige, bezige men schen om zich heen ziet, die met pakO ken en pakjes beladen nog de laatste gaven voor den kerstboom aandragen als hier en daar het licht van dien boom door de vensters dringt, zoowel door die van de kelderwoning als van het statigste huis als lieve, heldere kinderstemmen zoo vol gevoel het lied aanheffen „Stille nacht, heilige nacht en alles, wat bij elkander behoort, zich in liefde, vreugde en dank vereenigt ik geloof, dat zulks den eenzame moet aandoen, hij moge dan in zijn stille kamer of in gezelschap van vroolijke makkers den avond doorbrengen, ik geloof, dat hij dan wel eens moet den ken aan bet oude woord „Het is niet goed, dat de mensch alleen zij niet mag gedraald worden, omdat elk jaar dat de naasting later geschiedt, ons zoo- veie meer J[millioenen moet kosten elk jaar kost den staat twee of drie miUloen meer. In de „Vragen des Tjjds" zegt prof. Treub over de naastingcijfers het volgende: „Het naastingcjjfer dat in 1898 ruim f 27 millioen hooger was dan in 1890, klom van 1898 tot 1899 alleen door verhooging der balanspostenwerken, rollend materieel en exploitatie-iDrich- tingen, voor H. S. M. met ruim f 2,800,000 en voor S. S. met ruim f 1,900,000, dus te zamen met meer dan f 4,700,000, zoodat het in 1899 reeds ongeveer f32 millioen hooger was dan in 1890, zonder dat met die verhooging een noemens waardige uitbreiding van het geëxploi teerde net gepaard ging. Ieder kan dus op zijn vingers natellen, voor welke enorme bedragen de staat zou hebben in zijn beurs te tasten, als eens de ondoordachte raad van den voorstander van de staatsexploitatie gevolgd werd, die thans in het ministerie van Water staat, Handel en Nijverheid den scepter zwaait. Afgezien van verhooging wegens uitbreiding van het spoorwegnet, zal de naastingprjjs, alleen wegens het sneeuw balkarakter der overeenkomstig de vigee- rende concessievoorwaarden opgemaakt wordende balansen, van omstreeks f 160 millioen in 1900 tot ongeveer f 220 millioen in 1916 stjjgen, waartegenover de staat alsdan aan premie zal hebben uitgespaard een bedrag van niet minder dan f 3,639,000.» Prof. Treub beweert niet dat zijne cijfers volkomen juist zijn, maar zegt ten slotte „Alleen dit heb ik er mede willen duidelijk maken, dat van staatsexploi tatie onzer spoorwegen, mits met de naasting niet te lang gedraald worde, geen financieel slechte resultaten te wachten zijn. De toeneming der bevol king en de vooruitgang van 's lands welvaart wettigen bovendien de ver wachting, dat de voorwaarden van dit in bet heele economisch volksleven zoo diep ingrijpend bedrijf geleidelijk gun stiger zullen worden. „Maar men drale daarom ook niet. Er is periculum in mora." Voorde kleine havenplaatsen, voor wier belangen als de Staat de spoorwegen onder zijn onmiddellijk beheer stelde, stellig beter dan nu gezorgd zou worden, omdat het den Staat te doen moet zijn te trachten alle deelen van het land tot bloei te brengen, is het zeker wen- scbelijk dat de stem van prof. Treub de noodige weerklank vinde en deze quaestie niet bet lot treffe als het plan tot droogmaking der Zuiderzee. Medegevoel voor deze droevige een zaamheid en voor die eenzamen was het, 't welk sinds jaren in het huis van den notaris W. een gebruik had doen ontstaan en sinds aangenaam en onontbeerlijk had doen worden. Op Kerstavond werden geregeld een paar oude, ongetrouwde heeren daar als gasten genoodigd en voor dien avond als familieleden gerekend. Eerst was het er slechts een geweest, later waren het er drie geworden, en deze drie verschenen nu reeds zonder nadere uitnoodiging op Kerstavond in het gast vrije huis. Zij hielpen de lichten aansteken en de geschenken opzetten en behoorden nu reeds evenzeer tot de bestanddeelen van den Kerstavond in het huis van den notaris, als de groote peperkoeken en confituurharten. Ook op dezen avond ontbraken de drie waardige stamgasten niet. Zij had den zich met de ouders verheugd in het gejubel der kinderen, en men was Goedkoope cokes. B. en W. van Utrecht hebben een afwijzend praeadvies uitgebtacht op een verzoekschrift der soc. dem. arbeiders partij om de cokes der gasfabriek per 35 HL. tegen verminderd tarief verkrijgbaar te stellen voor het publiek. Zij moti- veeren hunne afwijzing op dezen grond: De allerarmsten zullen zich moeten wenden tot de armbesturen. De meer gegoeden kunnen wat dieper in den zak tasten of wat zuiniger zijn; maar het ligt niet op den weg der gemeente om aan ingezetenen beneden de markt te gaan verkoopen, voornamelijk omdat het onmogelijk zou zijn tegen te gaau, dat ingezetenen de cokes opkochten en dan weer tegen verhoogden en toch con curreerenden prijs van de hand te zetten. De steenkolennood eigenlijk een zegen. In het Engelsche tijdschrift Cassier's Magazine wordt door den heer Benjamin Taylor de tegenwoordige kolennood ,,een verkapte zegen" genoemd. De Zuid- Afrikaansche oorlog is niet volgens hem de schuld van de duurte, want de mijnen daar leverden nooit meer dan twee millioen ton en daartegenover staat dat het stilstaan der nijverheid en de staking van het spoorwegverkeer ook het verbruik aanzienlijk hebben verminderd. De ware oorzaak is de buitengewone uitbreiding en levendigheid der nijver heid in de beide laatste jaren. Wel is de productie van steenkool toegenomen maar het verbruik nog meer. In de toekomst zal het gebied van den Atlantischen Oceaan geheel van steen kool worden voorzien door Amerika en de Zuidzee door China. Als voordeelen van de tegenwoordige duurte geeft de heer Taylor opde hooge prijs van gas, welke rechtstreeks afhangt van den prijs der steenkool, zal een krachtige aanmoediging zijn voor het electrisch licht. Gr.Brittannië is zoo ver achtergebleven bij andere landen in het toepassen van electriciteit, omdat het goedkooper steenkool en dus goed- kooper gas bezat dan eenig ander land ter wereld. Wordt electrisch licht er meer algemeen, dan zal het verbruik van steenkool verminderen En er is ruimte voor een ontzaglijke uitbreiding daar er thans slechts omstreeks 150 steden zijn die electriciteit bezitten. De uitbreiding van het electrisch licht zal volgens den heer Taylor, medewerken om steenkool goedkooper te maken. Onder voorwaarde natuurlijk, dat men met eenzelfde hoeveelheid steenkool meer electrisch dan gaslicht verkrijgt. nu zoo verre gekomen, dat de kleinen zich met hunne geschenken bezig hiel den en de ouden zich in een aangren zend vertrek behagelijk om de tafel hadden geschaard en zich verheugden in het genot van een dampend glas punch. Dat uur doorleeft de jeugd in het volle genot van het tegenwoordige de ouderen keeren dan met zekeren wee moed in het verleden terug, en zoo is het ook hierieder het zijne Toen er een oogenblik van stilstand in het gesprek was gekomen, nam de. gast vrouw, eene nog altijd frissche en be koorlijke verschijning, het woord. „Ik zou toch wel eens mogen weten, begon zij half lachend, op den toon van iemand, die niet zeker is, of hij zich ook op te dun ijs waagt, „waarom onze gasten, die toch zoo gaarne een gemoedeltjken Kerstavond in een fa miliekring viersn, zich niet een eigen gezin hebben gevestigd, en of zij niet een enkele maal beproefd hebben, ot De stijging van den steenkoolprijs zai voorts lelden tot een grooter verbruik van vloeibare brandstof, die veel minder plaats inneemt en dubbel zooveel werk verricht als steenkool. Duitsche booten op de Yangtserivier in China gebruiken vloeibare brandstof; de Hamburg Ame- rikaljjn heeft die ingevoerd en ook de Rotterdamsche Lloyd heeft, volgens den Engelschen schrijver, daartoe besloten, Keizer Wilhelm gebruikt vloeibare stof op de Hohenzollern en op de Duitsche vloot. De heer Taylor verzet zich krachtig tegen een kunstmatig beperken van den Britschen steenkooluitvoer. Dat zou een ramp zijn voor nijverheid en handel op de Britsche eilanden. Wat men dan te kort komt kan aangevuld worden met vloeibare brandstof en met thans ver waarloosde waterkracht van rivieren en stroomen. Voor de Boeren. Het comité dat te Marseille gevormd is ten gunste van de onafhankelijkheid der Boeren, heeft tot de bevolking een oproeping gericht, waarin het kennis geeft van zijn voornemen om aan president Kruger bij diens aankomst een waardige ontvangst te bereiden „voor de burgerdeugd, de toewijding en den moed dien de bewonderenswaardige grijsaard toont ter verdediging van de onafhankelijkheid der Zuidafrikaansche republieken." Voor den goeden naam van Frankrijk en Marseille is het zoo leest men verder— van belang, dat de betooging een grootsch en waardig ka rakter draagt, den stempel van sym pathie en bewondering voor den ontembaren moed van een volk, dat voor zijn onafhankelijkheid worstelt, een afspiegeling van der Franschen liefde voor recht en vryhtid. Terwijl bet comité hiervoor de mede werking der stadgenooten inroept, doet het tevens nadrukkelijk uitkomen, dat het geenzins beoogt betoogingen in daden of woorden tegen een natie, waarmede Frankrijk vriendschapsbetrekkingen heeft. Het doel is veel edelerhooger het bestaat in het brengen van de welverdiende eer aan den man, in wien de strijd van den zwakke voor de vrijheid is belichaamd en wiens reis naar Europa een nieuwe heldendaad is, die aller eerbied afdwingt. Alle staatkundige geschilpunten moeten daarom buitengesloten worden en bij voorbaat wordt de medewerking van ieder, die er partijdoel mee beoogt, afge wezen. „Wij doen een beroep en zijn er zeker van dat men er aan gehoor zal geven— op alle mannen van goeden wil, die met toch van plan zijn geweest „Halt," riep de oudste in den kring, een wakkere, oude overste, met leven dige oogen en een witten snor, „tegen die laatste vraag heb ik bezwaar Wat wij zullen hier, naar het spreek woord, dat, wie de sohade heelt, voor den spot niet behoeft te zorgen, onze blauwtjes voor de oogen onzer beminne lijke gastvrouw openbaren Neen, mijn lieve mevrouw dat is zelts op zulk een gemoedelijken avond te veel verlangd." „Ik heb nooit een blauwtje geloopen," zeide de tweede der gasten, de praecep- tor L., een zeer statige man in de beste jaren, wiens zorgvuldige kleeding en keurig onderhouden handen van buiten gewonen zin voor netheid getuigden „ik heb werkelijk nooit een blauwtje ge- loopen, eenvoudig, omdat ik, de eenige keer dat mjj zulks had kunnen ge- beureD, geen aanzoek bij die dame, die ik mij tot vrouw wenschte, gedaan heb." {Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1900 | | pagina 1