poor den Vijand. 1900. Zaterdag 22 September Dienstbode Noodhulp fco. 224, S8e Jaargang. Eene nuttige instelling. "!iLtrirM. erkmeid. lenstbode :r 1000. i) Bi PERSTOND in een H n i fraagd een °tel jreuu Vlissingsche Courai)t| (son 7.-. Adres Groote| JlNKE Mej. N. P. DE Hijgt jtraat, E. 119. N D (Mevr. POLAK, Pottekade TRAMD IENST In^BN en &IDB3LBÜR& leu Remisevm 4 50 5 5», rtdagen) Van Zeümurkt I— 11 45 ura 12 80 2_ 18 30 10 15. nm 1 15 2 45 415 555 lurg naar Zeümurkt. Vliuin 1 23 (alleen op werkdageri 50 nm 1 2(1 2 60 4 -V, 110 IN 11 nm 12 35 2 5 3 35 5 15 krakena-Haldaglitii,,, penwiehtijd.) 6.23, 8.25, 10.37, 1.18, Jig—Sluis 5,31, 6.9, 7.36 ll, 2.35, 5.33, 8.24. 9.25 1m 7.42, 10.—, 1.38, 4.32, laaibi-ug 5.51, 6,29. 8.10 lO, 5.6,' 8.3, 9.5, 9.45, llE HAVENDIENST. Itvm. 66 20 7— 7 50 I 9 40 10— (020 10 4(1 nm 1 10 1 30 2 221) 40 4 4 20 5 6 3' |S0 8 20. piuiRvm 6 ll) 6 3d 7 1' 9 20 9 50 1010 10 30 BO 12 10 nm 1 20 i 4(1 J10 3.30 3 50 410 4 30 |2'1 7 40 8—8 30. S. |5a) nm 3 15 6 20b) J)a) 3 50 6 50 nm I 55a) 4 15 2 15a) 5 05 I) t, 3 30 6 20b)f) J> 3 50 6 40f) 8 10 8 40 (0,20 naar Rrenke.m en iigan uuai Borssele en |i<«legd. hat. spoorwegstation |25| *6 23 |40 6 53 8 16 9 47 7 33 8 1 8 47 '10 1 1021 I) 1*1048 112 talis 'izigera le en 2e kl 0 36 24 616 0 28 125 63 140 310 7 25 222 3 50 85 2 38 44 8 21 2 55 4 22 8 38 Pry3 per drie maanden 1.30. Franco per post f 1.50, Afzonderlijke nummers 6 cent. Men abonneert zich by alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever F. VAN DE VELDE Ji., Kleine Markt, I. 187. COURANT. ADVERTENTEËN van 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en cliché's worden naar plaatsruimte berekend. Verschuilt dagelQks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telephooivnum mer IO. Abonnements-Advertentlën op zeer voordeelige voorwaarden. Zij, die zich met het volgend kwartaalaan vangende 1 October a. 8., op de „Ylissingschc Courant" abonnee- ren. ontvangen de van hc4en af lel genoemden datum verschij nende nummers gratis. Men kan zich ook abonneeren PEK WEEK, A 10 cent. I»E UITGEVER. (Ingezon den.) (Slot) Spaarzaamheid is een der eerste en voornaamste der maatschappelijke deug den welke de onderwijzer volgens de wet moet aankweeken, en daarom zagen wij gaarne bij het artikel van de wet op het L. O., dat van den onderwijzer vordert, dat hij zijne leerlingen zal opleiden tot alle christelijke en maat schappelijke deugden, eene alinea gevoegd nn dezen inhoud „Aan alle scholen, zoowel bijzonder als openbaar, zullen sthoolspaavbanken worden ingericht. De hooiden der scholen zenden elk jaar aan den districts-schoolopziener verslag over de werking dezer inrichting. Het btinoodigde materieel wordt door den Slaat verstrekt." Door spaarzaamheid bij de arbeidende dasse te bevorderen werkt men mede I aan de oplossing der sociale kwestie alcoholisme wordt daardoor bestreden pensioneering van den werkman ge- I makkelijker gemaaktbetere huisvesting van den arbeider in de hand gewerkt. In België, waar men de sociale kwestie flink onder de oogen ziet en waar men het gebied van sociale wetgeving I cos ver vooruit is, wordt van regeerings- vege krachtig propaganda gemaakt voor schoolspaarbanken. Alvorens een en ito daaromtrent mede te deelen, ver- I oorlove men ons eenige korte opmer kingen aangaande sommige onderwijs- «gelegenheden daar te lande. Alle mie maanden worden de onderwijzers un elk kanton in België opgeroepen tot (ene verplichte vergadering, te houden i één der eentra van het kanton onder I voorzitterschap van een deskundig I inspecteur, een man, benoemd uit de «fst«n der onderwijzers. Daar worden bodes besproken door den inspecteur I ';f door de onderwijzers daar worden I Mctische lessen gegeven aan eenige I 'iioolleerlingen, het door de onderwijzers I "geleverde proefwerk wordt besproken l'i worden nieuwe onderwerpen ter bestu- I 'bering opgegeven. De inspecteur voert |'P die vergaderingen den hoogsten toon i staat bekend als den beste onder de NAAR K. TVER X E R. Wens val besliste. Toen de Denen a aanvoerder misten, gaven zij zich 'Mig over; „^fs oog straalde zij hadden met I-Mg. verlies overwonnen twee zwaar |- eenige licht gewonden was alles, wat U "(gelachen hadden ingeboet. Toch I -?recn hij het moe[eiyfcei ja> bij na ver- van zyn toestand, en verloor 'J tijd om te handelen. It;/etm kleine v.eemyi afstands kwamen irbooten nader. Zij i bosten. Op die wyze onstaat er eenheid in het onderwijs op de verschillende 1 scholen, eenheid ook in het streven en werken der onderwijzers. Heel andeis dus dan bij ons, waar elke school wel een klein republiekje gelijkt. Op dleconferentiesnu worden de onder- wyzers door hun inspecteur, die weer handelt op last van den hoofdinspecteur, die op zijne beurt orders ontvangt van den Minister, gedurig aangespoord om onder hunne leerlingen krachtig propa ganda te maken voor de schoolspaarbank. Zij zijn daartoe niet verplicht door de wet, maar geen enkel onderwijzer durft het nalaten. Onder de vele Belgische scholen, ons bekend, is er niet ééne, waar de schoolspaarbank niet is inge voerd. Het benoodigde materiëel wordt kosteloos door den Staat verstrekt. Vóór den aanvang van den schooltijd teekent de onderwijzer, in een daarvoor bestemd register, de inlagen op. Op een bulletin, dat eiken deelnemer na iedere inlage meegegeven wordt naar huis, wordt het ingelegde bedrag, met het totale ver kregen tegoed, eveneens opgeteekend. De ouders kunnen zich dus steeds over tuigen, dat de meegenomen centen werkelijk ingelegd zjjn, en kind en ouders beide hebben altijd een overzicht van den stand van het spaarboekje, Wanneer een bedrag van één frank is ingelegd, dan wordt dit ten po3tkantore op het boekje ingeschreven. Op het einde van het schooljaar wordt het spaarboekje den kinderen meegegeven naar huis en de ouders teekenen op het bulletin eene verklaring, dat zij het boekje in orde ODtvangen hebben. Door den onderwijzer worden die bulletins bewaard, om later, zoo noodig, als bewijsstukken te kunnen dienen, en bij het begin van het nieuwe schooljaar wordt aan eiken deelnemer een nieuw bulletin gegeven. Men ziet het, de zaak is in België practisch ingericht, en er wordt daar dan ook een ruim gebruik gemaakt van de schoolspaarbank. Wij kennen eene school, met eene bevolking van ongeveer 150 leerlingen, meest alle uit den arbeidenden stand, waar in het afgeloopen jaar ruim 2000 franken is ingelegd. Om te voorkomen dat de leerlingen, na het verlaten der school, de bespaarde gelden in totaal zouden opvragen en zoodoende het spaarboekje vernietigen, weten de onderwijzers de ouders over te halen, op het spaarboekje van hun kind de verklaring te teekenen, dat op het boekje minstens één frank moet blyven staan tot aan de meerderjarigheid van den inlegger. Nog verdient het volgende vermelding In de Meimaand worden aan de leer lingen der lagere scholen in België hadden gezien, wat er was voorgevallen en roeiden uit alle macht, en de voorste begon reeds uit het kanon te vuren. „De eene helft van de stuurboords- gasten aan de achterste kanonnen," beval Crocher, „de andere helft brengt gevangen en gewonden onder dek en alle anderen aan de riemen." Het bevel werd oogenblikkelijk opge volgd. Toenmaals was het geschut bij de marine overal gelijksoortig en kon men dus 's vijands stukken dadelijk bedienen. „Mik goed, Jenkins," zei Crocher, „als wij het niet verliezen zullen, moet ieder kogel treffen, maar laat de voorste boot nog eerst wat nader komen." Nu grepen ook de andere Denen in het gevecht in. Zij schoten niet slecht en de kogels kwamen dicht bij het schip neder, doch zonder alsnog te treffen. „Thans zijn ze dicht genoeg bij, zei Crocher, „mij dunkt, gij kunt het wagen, Jenkins." premiën uitgeloofd voor het vangen van meikevers. Deze premiën worden alleen uitbetaald in den vorm van inlagen op het spaarboekje. Uit alles bljjkt, dat het sparen door de jeugd in België van hoogerhand wordt aangemoedigd. Zal onze Rijks-Post spaarbank aan haar doel beantwoorden, dan moeten wij een voorbeeld Demen aan België. Men beginne, als in België, met de school, met do jeugd, gedachtig aan het spreekwoord', „jong geleerd, oud gedaan." De regeering trekke zich de zaak aan, en late de behartiging van dit groote belang niet langei over aan het initiatief der onderwijzers. Wie de school heeft, bezit de toekomst. Kruger's ontvangst in Nederland, Als Kruger in ons land komt, welke ontvangst zal de Nederlandsche natie hem dan bereiden Dr. H. H. Meuienbelt, predikant te Baarn, geeft in het lldbi. als zijn ge voelen te kennen dat die ontvangst zal zijn als die van de zes Finnen, die naar St. Petersburg togen om den Czaar op de grieven hunner landgenooten opmerk zaam te maken, maar door den man der Vredesconferentie zelfs niet ten gehoore werden toegelaten, en daarna met ver slagen hart weer in hun land terug keerden. Op waardige en machtige wijze be toogden de Finnen hunne dankbaarheid aan hun afgevaardigden naar de Czaren- stad. Bij hun doortocht stonden er allerwege aan alle stations, honderden, duizenden om hen te groeten. Maar er was geeh relletje er was geen herrie, geen gejoel, er was een groep van burgers, ernstig en bezorgd, die met volkomen klaar besef van de tragiek des oogenbliks en de beteekenis hunner daad, eens even het gelaat ontplooiden tot een beleefde hulde jegens hen, die meegevoel betoond hadden met hun kommer. Van het begin tot het einde bewaarde de manifestatie een strikt zakelijken, positieven zin, en vermeed zij eiken schijn zelfs van personaliteit, 't Was een manifestatie, schoon, edel, waardig, „alles streng zich houdende binnen de maat van fatsoen en zelf- achting." „Welnu," zegt dr. Meulenbelt verder, „als president Kruger dan naar Nederland komt, en hem werd eens zulk eene ontvangst bereid! Geen dwaze ophitsing tegen Engelandgeen grofheden aan zijn mannen van infamen invloed, die zichzelf vergeten geen vieze bespotting „In orde, meneer," antwoordde deze en mikte met de meeste bedaardheid. Een ruk aan de lijn en het schot knalde. Eenige oogenblikken konden zij dooi den rook niet zien, doch daarop hieven de Engelschen een hoezee aan. De riemen van het vijandelijke schip be wogen zich niet meer, het scheen zwaar getroffen en buiten gevecht gesteld. „Bravo Jenkins," riep Crocher, „dat was een meesterschot. Van dien zijn wij af, daar gaat reeds een signaal op. Ik denk, dat de boot zinkende is en hulp vraagt." Hij had gelijk. Na eenige oogenblik ken zwenkte reeds een ander schip af, om zijn makker, die zinkende was, ter hulp te ijlen en de bemanning te redden. De andere drie drongen echter, onder bestendig vuren, des te sneller op. Trots het klimmende gevaar, wies de moed der Engelschen. Het scheen of het krijgsgeluk hen heden bijzonder zou van een hoogbejaarde Koningin, maar betoon van medelyden, harteiyk en oprecht, met de Boeren, die „een eeuw van onrecht" achter zich hebben maar betoon van sympathie en eerbied, on verdeeld en eenstemmig, ten gunste van den Edele, die naar ons iand komt oud en moede en het hart vol van wee,-en die er komt om te pleiten voor het bestaan van zijn arm volk en voor dat van den Oranje-Vrijstaat. Et is zulk een tragiek in die komst. En er is hierbij in 't geheel geen aanleiding voor een „relletje», waarbij ondoordacht wordt gezongen van de Boeren, „die bet hebben „overwonnen." Kruger zal hier en verder in Europa zijn weg moeten gaan in droefheid der ziel, en met een moeheid als die haar uiting vindt in een Transvaalsch lied „Ons kan nie meer." En daarom zou zulk een ontvangst niet alleen den president der Zuid-Afri- kaansche Republiek tot eer zijn, maar tevens onze eigen Regeering ten goede komen, op wier houding Engeische oogen argwanend zullen toezien. Hoe zal het velen verblijden, indien ook de pers helpt om zulk een ontvangst voor te bereiden, zoodra vernomen is dat Kruger naar Nederland komt." Zij dit zoo. Zij werkelijk Krugers intrede in ons land eene betooging, waarover niemand zich later te schamen heeft. Kruger gerehabiliteerd. Kruger zal bij zijn bezoek aan ons land als hoofd eener onafhankelijke republiek beschouwd worden, aldus deelt het Dagblad ons mede. Dat kan moeielijk anders daar de diplomatieke betrekkingen tusschen ons land en de Zuidafrikaan- sche republieken nog niet afgebroken zijn en onze regeering zich niet behoeft te storen aan het machtwoord van lord Roberts. De opmerking is gemaakt, waarom Kruger die thans als hoofd eener „onaf hankelijke* republiek wordt erkend, geen uitnoodiging ontving voor de Vredes conferentie, terwijl zelfs Siam er eene ontving. Veelspreken in de Tweede Kamer. De klacht is reeds zeer oud dat de leden der Tweede Kamer zooveel spreken dat een achterstand in de parlementaire werkzaamheden daarvan het gevolg is. Als de heeren wat minder praatten zou er meer kunnen afgedaan worden. De „N. R. Ct." noemt dit verwijt onverdiend. Het blad heeft daartoe nagegaan, hoe groot het aandeel van tik der leden be draagt in de som van parlementaire welsprekendheid die in de Handelingen dienen, Met den aanbrekenden dag nam de oostelijke bries gaandeweg toe, den nevel verdrijvende en de zeilen vullende van de prijzen, die men thans goed kon zien, en die snel door het water be gonnen te gaan. Als het Crocher gelukte de Denen nog een kwartier op te hou den, waren deze onder bedekking van het linieschip, welks bovenzeilen men reeds kon zien opdoemen en dat hem tegemoet kwam. „Houdt moed," riep Crocher de zijnen toe, daar komt de „Renown," spoedig zijn wij uit den brand." Weer opende het achterste kanon zijn ijzeren mond, maar eensklaps keerde het geluk; een vijandelijke kogel trof hen langsscheeps en de helft der roeiers lag met verpletterde leden neder. De jonge officier wist, dat daarmee hun lot beslist was. De Denen drongen meer en meer ophij kon zyne boot niet meer besturen en zag zich verloren. Zijne mannen hadden beloofd, hem tot de overwinning of den dood te vol- van het afgeloopen zittingjaar is neer gelegd. Den voorzitter en de twee Ministers-afgevaardigden meegerekend, hebben vijftien afgevaardigden geen enkele maal het woord gevoerd. Aan nemende dat vtjf minuten sprekens geljjk staan met éen kolom druks der Hande lingen, hebben vier en twintig leden voor hunne beschouwingen bij verschillende gelegenheden niet langer dan een half uur noodig gehad. In het geheel hebben 57 leden bf niet, óf korter dan een uur in het zittingjaar gesproken. Voorts hebben gebruikt de heeren Kuyper 190 kolommen. Troelstra 153 Lohman 142 Van Kol 139 te zamen 624. Dit beteekent, indien men aan wil nemen, dat van de 3732 kolommen der Handelingen over 1899 1900 slechts de helft wordt gevuld door de beraadslaging, dat de genoemde vier afgevaardigden ruim een derde van den tijd voor zich in beslag hebben genomen, welk verhoudingscijfer, door de tegen spraak die hunne betoogen hebben uit gelokt, slechts een deel van den daarmede gemoeiden tijd vertegenwoordigt. Op aanzienlijken afstand volgen nu Pynappel met 84, Schaper met 79 Fokker met 62, Smeenge met 61, Van der Zwaag en De Waal Mafefijt ieder met 59, Tydeman met 51, Van Karne- beek met 48, Ketelaar met 47, Veegens met 44 kolommen. Van 40 tot 30 kolommen vulden Staalman, Van Gilse, Verhey, De Visser, Mackay, Pyttersen. Van beneden 30 tot 20Kerdijk, Bastert, Van de Velde, Heldt, Loeff, Schaepman, Mees, Vermeulen, Roessingh, Hartogh, Drucker, Rink. Van beneden 20 tot 12 kolommen De Klerk, Harte, Van Raalte, Goekoop, De Beaufort, P. Hordijk, Ferf, Willinge, Van Asch van Wijck (E.)t Nolens, Van Vlijmen. „Wij gelooven te mogen aannemen," zegt de „N. R, Ct." „dat niemand een afgevaardigde, die gedurende een heel zittingjaar de vergadering niet langer dan één uur met zijne adviezen bezig houdt, beschuldigen zal den nationalen tijd te verkwisten. Uit onze cijfers blijkt dan, dat voor meer dan de helft van de leden onzer Vertegenwoordiging de vermaning tot zelfbeheersching in 't geheel geen zin heeft." Be afdeelingen der Tweede Kamer. „Wat het lot parten kan spelen", zegt het Handelsblad. Bij de eerste twee- maandelijksche trekking die onder de gen. Overwinnen was thans onmogelijk, thans gold het alleen nog het leven zoo duur mogelijk te verkoopen. De boot had hare vaart verloren, was door den wind dwars geloopen en toonde den vijanden de breede zyde, zoodat beide stukken tegen haar te gebruiken waren. „Met kartetsen laden," beval Crocher besloten. Spoedig knalden de schoten, verwoesting brengende onder den vyand. Doch ook deze was moedig en liet zich niet afschrikken. Vóór de Engelschen nogmaals konden laden, waren zij reeds geënterd. De kleine schaar kampte te vergeefs tegen de overmacht. Dood of zwaar ge wond viel de een na den ander. Een sabelhouw, op Crocher gemunt, werd door Jenkins, die steeds aan zyne zijde was, opgevangen, maar onmiddellijk daarop strekte een pistoolkogel dezen ter neder. Hij viel als de laatste, de strijd was geëindigd en de boot weer door de De-

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1900 | | pagina 1