Voor den Vijand.
Nm 223
S8e Jaargang.
1900
Vrijdag
21 September
ra neer
iao 500 papa's
iiust oiprar 12
platei.
Eene nuttige instelling.
VLISSINfiSCHE COURANT
PrtJa per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich by alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstroeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Ji., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTDËNvan 1 4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. - B(J directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prys slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telophoonnummer IO.
Abonnements-Advertontiën op zeer Toordeellge voorwaarden.
Wanneer men deze ongeëvenaarde
premie, die eiken Zaterdag bij onze
Courant wordt gevoegd, zou willen ver
met hetgeen andere bladen als
jon gratis-bijvoegsel bet publiek ter
lezing aanbieden, zal er het kan niet
- niemand zijn, die een oogenblik
al aarzelen, het Geïllustreerd Zondags
blad boven alle andere te stellen.
vergelijke maar eens terdeeg: de
van andere couranten zijn in
gedrukt op slecht papier be
vatten onafgewerkte platen, die den naam
van gravures niet mogen dragen en zijn
gevuld voor het meerendeel met weinig
belangrijke verhalen.
Daarentegen is ons Geïllustreerd Zon-
dat elke week acht tien
a's groot is, gedrukt op gesatineerd
groot-kwarto formaat en steeds
inêt de uiterste zorg en grootste toewij-
samengesteld, èn wat betreft de
gravures èn wat betreft den inhoud,
waarmede zich geen enkele illustratie,
iot dien prijs verkrijgbaar kan meten.
Laten wij een greep doen uit den
rijken inhoud1 van enkele afleveringen
hi men zal er van overtuigd zijn, dat
eene dergelijke illustratie, onzen lezers
als premie aangeboden
bun zeker, wanneer z ij niet geabon
neerd waren op ons Blad,minstens f 5,
r jaar zou kosten.
Het Geïllustreerd Zondagsblad geeft
ike week minstens drie qroote gra-
mm, photo-zincografleën, naar beroemde
Jerijen, en een 20-tal kleinere, be
ing hebbende op de actualiteiten
tan den dag.
Zoo geeft het Geïllustreerd Zondagsblad
voorstellingen van
belangrijke gebeurtenissen,
iie zich in den loop van den tijd voor-
oorlogen, ontploffingen, moorden,
rpmwegongelukken, uitvindingen, enz.,
fflt, van alles wat actueel is, op elk
tied.
Prachtige gravures zijn opgenomen
over den
Oorlog in Transvaal en den
Oorlog in China.
de kleine verhalen, schetsen
"er gebeurtenissen van den dag, bij
schriften bij platen, bevat het Geïllu-
Zondagsblad een doorloopend
pool verhaal, met vele fraaie gravures
be hoofdverhalen worden steeds met
te uiterste zorg gekozen en dragen niet
Wnig bij tot den roem, dien deze premie
'iet verworven heeft.
wij, dan kunnen wij be-
'«n, dat het Geïllustreerd Zondagsblad
week meer <lan 20 verschil
lende gravures enz. bevat,
%untende door fraaiheid van teeke-
•EtilLLETOR.
NAAR
R. W I'. K 1", R.
liet
bleet hem niets over, dan terug
maar wat werd er dan van
mgjje en van zijne belofte
,»as in groeten tweestrijd en was
1 5 voornemens bevel te geven, om
,8 te roeien, toen een gelukkig toeval
ter hulpe kwam.
het donker kwam eene schaduw
11 en tegelijk hoorde hij riemen in
ïate'' plassen een visscher naderde
Pjtaa. Crocher viel een steen van
arte, alle bezwaren waren thans
ning en afwerkiDg en aan het einde van
eiken jaargang een Boekdeel vormende
Wij meenen dus niet te veel zeggen,
wanneer wjj volhouden, dat het Geïllus
treerd Zondagsblad de
meesl uilgelezen premie is,
die bij eene courant kan worden aan
geboden.
(Ingezon den.)
Hier te lande bestaat sedert verscheidene
jaren eene zeer nuttige instelling, die nog
niet genoeg gewaardeer d wordt door dege
nen, voor wie zij is gesticht, omdat zij door
dezen nog niet genoeg gekend is wij
bedoelen de Rijks-Postspaarbank. Wel
groeit het ingelegde kapitaal elk jaar
aan, maar lang nog niet in die mate,
als men met grond zou mogen ver
wachten.
En wie zijn over het algemeen de
inleggers Menschen uit den midden
stand, die door deze manier van geldbe
legging hun bezit trachten te vermeer
deren. Maar de werkman, hij, die
meestal van alle bezit verstoken is, voor
wien deze instelling eene bron van zegen
zou zijn, blijft meestal van verre staan
En dat is zeer te betreuren, want
sparen geeft niet alleen een materieel
voordeelhet ontstaan of het vermeer
deren van bezit, maar en dit weegt
wel het zwaarste ook een moreel
voordeelhet leert ons zelfbeheersching,
het weerhoudt ons van uitspattingen,
die lichamelijk en zedelijk verderf na
zich slepen. Menige dronkaard ware een
ordentelijk werkman gebleven, wanneer
hij tijdig sparen geleerd had, wanneer
hij de macht van het kleine had leeren
kennenmenig ellendig huisgezin zou
zich verheugen in een gezegenden wel
stand, wanneer men er de deugd van
spaarzaamheid beoefend had. En men
zegge niet, dat de werkman niet kan
sparen, omdat zijne inkomsten te gering
zijn waar een wil is, daar is ook een
weg, en, enkele uitzonderingen daarge
laten, zijn de verdiensten van onze
arbeiders niet zoo miniem, of er kan
nog wel eene kleinigheid afgezonderd
worden, dat later kan dienen voor een
appeltje tegen den dorst. Door wie ziet
men op Zondagen, op kermissen, op
feesten, ja zelfs op gewone werkdagen
het meeste geld verteren in de kroegen
Niet door den middenstand, maar. door
den werkman, door hem, die niets bezit.
opgeheven. Eenige roeislagen brachten
de pinas op zij van den doodelijk ver
schrikten visscher, die intusschen spoedig
werd gerust gesteld en van harte toe
stemde, toen hij vernam, dat hij tegen
eene belooning, veel ruimer dan de rijkste
viscbvangst, niets te doen had dan de
jonge dame naar Korsör te brengen.
„Ik heb mijne belofte vervuld," zei
Crocher met gedempte stem tot deze
„geve God, dat gij niet te laat komt
en dat uwe moeder u ook behouden
blijve."
Daarbij bood 'hij haar de hand tot
afscheid. Zij nam die niet, maar plot
seling voelde hij zich door hare armen
omvat en rustte haar hoofd aan zijne
borst. Hij trok het schoone meisje zacht
tegen zich aan, maar zijn gevoel be
dwingende, en aan zijn plicht denkende,
hielp hij haar in de visschersboot, nadat
hij een kus op haar voorhoofd had ge
drukt. „Vaarwel, de Hemel behoede u,"
was zijn afscheidswooid.
„Dank, hartelijk dank," antwoordde.
Waar, bezit is, al is het ook nog zoo
gering, ontstaat een streven om het te
doen aangroeien. Daarom moet getracht
worden om de jeugd te leeren sparen,
om haar eenig bezit te doen verwerven,
dat later te pas kan komen, maar vooral,
om haar op die wijze af te houden van
de kroeg en haar te behoeden tegen alle
andere gevaren, welke haar later zullen
bedreigen.
Eene schoone taak is hier voor de
school weggelegd. Sommige onderwijzers
hebben het nut van het sparen ingezien
en in hunne scholen schoolspaarbanken
ingevoerd, waaraan op de eene plaats
meer, op de andere minder deelgenomen
wordt, naar gelang Van plaatselijke toe
standen of van den meerderen of minde
ren ijver der onderwijzers voor de zaak.
De directie der Rijks-Postspaarbank heeft
de inrichting van die schoolspaarbanken
gemakkelijk gemaakt door bet uitgeven
van spaarzegels en van lormulieren tot
het opplakken dier zegels, alles uitslui
tend voor schoolgebruik. De leerlingen
kunnen nu zeer kleine bedragen, tot
zelfs een cent, inleggen, terwjjl de inlagen
aan het postkantoor niet minder dan
25 centen mogen bedragen. De kinderen
koopen nu ten postkantore voor de mede
gebrachte centen spaarzegels, welke zij
aan den onderwijzer overhandigen, die
ze op het daarvoor bestemde formulier
plakt. Wanneer op die wijze voor een
gulden ingelegd is, wordt Aet formulier
met het spaarboekje naar het postkantoor
gebracht, waar dit bedrag op het boekje
wordt ingeschreven. Sommige ouders
maken bezwaar tegen die schoolspaar
banken zij zeggen, dat hunne kinderen
daardoor in de gelegenheid gesteld wor
den om één of meer der medegegeven
centen ten eigen bate te besteden en
alzoo aan het gevaar blootgesteld worden
snoepers en bedriegers te worden.
Hiertegen kan gewaakt worden, wanneer
de zaak ingericht wordt als in de
Belgische scholen, waarvan de uiteen§
zetting hierachter volgt. Het is ontegen
zeggelijk waarde schoolspaarbanken
stichten veel nut, want niet alleen
worden de kinderen daardoor tot sparen
aangezet, maar in de gezinnen leert men
daardoor de werking der Rijks-Post
spaarbank kennen, en het komt meer
dan eens voor, dat een spaarboekje, dat
een kind op aandrang der onderwijzers
genomen had, later door de ouders
aangevuld wordt.
Echter missen die schoolspaarbanken
weer gedeeltelijk haar doei, doordat het
meerendeel der leerlingen, kort na het
verlaten der school, het bedrag van hun
boekje opvragen en niet meer aan sparen
denken. De dwaze meening, die bij nog
zeer velen bestaat, dat zoo'n spaarboekje
zij, bijna in hare tranen stikkende, „ik
zal u en uwe goedheid nooit vergeten."
Nog eenige oogenblikken liet Crocher
de pinas op de riemen liggen, toen de
visschersboot reeds was afgestoken en
zich landwaarts wendde, terwijl zijne
blikken haar volgden, tot zij in het
donker verdween.
Daarop beval hij „Opgeroeid, koers
noord-noordwest.»
De riemen werden te water gebracht,
Jenkins legde het roer stuurboord, totdat
het kompas de aangewezen koers aan
duidde en daarop sneed de pinas onder
de krachtige en gelijkmatige slagen harer
bemanning door de zee, de prijsgenomen
schepen achterna, die inmiddels verre
vooruit waren.
De wind was gaan liggen. Crocher
zat in gedachten verzonken zij wijlden
bij de liefelijke verschijning, die in zoo
korten tijd zijn hart had gewonnen. Zou
hij haar ooit weerzien
Menschelijkerwijze was dit zeer on
waarschijnlijk op dit oogenblik was hij
bij tweede aanvraag 50 cents kost,
belet velen om later een nieuw boekje
aan te vragen. Maar, al waren er
slechts enkelen, en die zjjn er altjjd,
die hun boekje na het verlaten der
school in stand houden en voortgaan
met sparen, dan ware dit toch nog eene
reden om te wenschen dat aan alle
scholen gelegenheid werde gegeven tot
sparen, ja wij zouden wenschen, dat
den onderwijzers bij de wet de ver
plichting werde opgelegd op hunne
scholen schoolspaarbanken in te richten
en het gebruik maken daarvan krachtig
te bevorderen. (Slot volgt.)
Tweede Kamer.
Tut voorzitter der Tweede Kamer is
benoemd mr. J. G. Gleichman. H. M.
heeft deze benoeming bekrachtigd. Heden
komt het gewijzigd concept-adres van
antwoord op de troonrede in behandeling.
De redevoering, waarmede de heer
Jansen als oudste lid de zitting dei-
Tweede Kamer Dinsdag geopend heeft,
luidt als volgt
„Mijne Heer en
Het is mij een waar genoegen als
tijdelijk voorzitter u van harte welkom
te h.eeten.
De werkzaamheden, welke ons in dit
zittingsjaar wachten, zullen, het ia u
allen bekend, van omvangrijken en ge-
wichtigen aard zijn voor de belangen
des lands.
De aandacht en toewijding, die daar
voor van de leden der Kamer gevorderd
worden, zullen ongetwijfeld door u met
passenden ijver en naar uwe beste krach
ten worden verleend, zoodat hun be
raadslagingen den stempel zullen dragen
van den ernst, de kalmte en de waar
digheid, welke het Nederlandsche Par
lement steeds kenmerken.
Mogen Godes milde zegeningen op
onzen arbeid rusten tot heil van onze
geliefde Koningin en van Haar Door
luchtig Stamhuis, tot rust en voorspoed
van het dierbaar vaderland, tot geiuk
en welzijn der gansche bevolking van
Nederland.
Hiermede, M. H., aanvaard ik het
tijdelijk voorzitterschap en verklaar de
vergadering voor geopend."
De Troonrede.
Het Handelsblad mist in deze rede
een uitdrukking van diep leedwezen
omdat het niet gelukt is de beginselen
der Vredesconferentie —waarvan wèl
gewag wordt gemaakt reeds in
de vijand van haar land en als het
vrede werd, scheidden honderden mijlen
hen van elkander.
Inmiddels verliep de tijd en begon in
het oosten een lichtere tint van den
hemel de komst van den dag te verkon
digen. Gaandeweg werd ook de horizon
verhelderd. De stem van Jenkins riep
Crocher tot de werkelijkheid terug. „Ik
geloof daar vooruit de toppeu der masten
van onze prijzen te zien," zeide hij.
De kijker van Crocher bevestigde zijn
vermoeden; de vaartuigen zelve waren
echter nog in het donker en bovendien
geheel verborgen door een dichten nevel,
die op het water hing. De schepen waren
nog een halve mijl verwijderd en bij de
flauwe bries kon de pinas binnen een
uur bij hen zijn. Crocher was verheugd,
dat alles zoo goed ging en dacht nu
alleen aan het tegenwoordige en aan de
gelukkige vangst, door hem gemaakt.
De bemanning scheen door eenzelfde
opgewektheid bezield, want zij streek
levendiger aan.
toepassing te brengen om den oorlog in
Afrika te voorkomen. Het gemis van
een dergelijke verklaring, welke aan het
nationaal gevoel uiting zou gegeven
hebben, treft te meer, nu er wèl wordt
gesproken over de verwachtingen die
van de stichting van een internationaal
Hof van Arbitrage te 's Gravenhage
werden gekoesterd. Het komt het blad
voor dat de regeering een voortreffelijke
gelegenheid ongebruikt gelaten heeft
om, zonder iemand aanstoot te geven,
uit te spreken wat in het hart der geheele
natie omgaat. Zulk een woord zou
weerklank hebben gevonden door schier
de geheele beschaafde wereld.
Het Utr. Dagblad heeft het over ons
optreden in China. Op scherpen toon
zegt het daarvan
„Het schijnt welhaast dat het onze
Regeering is ontgaan, dat Peking even
min als Bohemen aan de zee ligt, en
dat men, om den daar door keizerlijke
Chineesche troepen gevangen gehouden
Nederlandsehen gezant te redden, en te
wreken deze ongehoorde beleediging van
het volkenrecht en onze natie, van twee
compagnieën infanterie meer nut zou
hebben gehad, dan van de „zeemacht"
in haar geheel."
Het Volksdagblad brengt warme
hulde aan de groote werkzaamheid der
regeering. Als deze er toch in slaagt
een wet op het arbeidscontract en eene
betere armenwet tot stand te doen
komen is er alle reden haar erkente
lijk te zijn. Nooit is er nog een mini
sterie in ons land zoo tegemoet gekomen
aan de rechtmatige wenschen en ver
langen der democraten als dit.
Voor de Standaard mist in het jaar
vlak voor de stembus, de Troonrede
hooge belangrijkheid. „In het zakelijke,
onbelangrijke mag" zegt zij, „daarom
de Troonrede in zoover pikant heeten,
als ze op droeve wyze toont, hoe onze
Regeering op internationaal terrein heil
zoekt in middelen die schoon klinken,
maar goed bezien en aan de practijk ge
toetst,ten eenenmale onprofijtelijk blijken.
Alleen wat de Troonrede over onze
financiën zegt, is voor het kruideniers-
hart van den couponknippenden burger
geruststellend."
De verlovingen onzer Koningin.
De „New-York Herald" geeft de por
tretten van onze beide Koninginnen mpt
een bijschrift, waaraan het volgende
is ontleend:
„Zoo dikwijls hebben reeds geruchten
omtrent de verloving van Koningin
Wilhelmina de ronde gedaan, dat men
nu zeker het feit niet geiooren zal, vóór
Zij het zelf aan haar volk bekend
maakt.
Eensklaps sprong Crocher op, riep zijne
mannen toe, dat zij zouden ophouden
met roeien en luisterde. Het volk keek
hem eerst verwonderd aan, maar hoorde
ook als spoedig een gerucht, oostwaarts
afkomende.
Het was een roeislag, die hun oor
trof, maar niet als van visschersbooten
neen, het was de gelijkmatige, vaste
slag van de marine. Al spoedig kon men
duidelijk hooren, dat zeer veel riemen
in beweging waren, en uit den snellen
slag, dat er haast bij het werk was.
Door den nevel kon men nog niets zien,
maar het was buiten twijfelDeensche
kanonneerbooten roeiden op hen aan en
het moesten meerdere zijn.
Doodsbleek riep Crocher opgewonden
„Roeit op, mannen, roeit, wat gij kunt
het zijn Denen
De mannen legden zich op de riemen
dat zij bogen en de pinas vloog door
het water.
Zoo verliep een kwartier, voor Crocher
onder kwellende gedachten. Hij, die ia