EBLASEERD. Cacao. Mo. 215. 88e Jaargang. mm 1900. TI i\ G. 39. In s t. Lagen E I D ;nstbode F*Z*8€aESfc»S. er 1900. P J 55a) nm 3 15 6 20b) |20a) 3 50 G 50 9 Woensdag 12 September Ibaden, fck's lp Cacao li. Confiseurs, Banket'oaklierfJ Wat Vlissingen o. a. ontbreekt Bimienlaudsciie berichsen. ut. tol 9 uur Hm. sgenbaden. rarm.) IZich te vervoegen Lamp- 1 avonds na 8 uur. |lNKE I 37, Badhuisstraat. 5r«»kkeiiH-jVliil?i<-Kl»«t!. prBBnwiohtijd.j Ine 6.23, 8.25, 10.37, 1.18, (rugSluis 5,31, 6.9, 7.?.6, |51, 2.35. 5.33, 3.24. 9.25 |hem 7.42, 10.—, 1.38, 4.32, Oistubrn» 5.51, 6,29. 8.10 1.10, 5.6. 8.3, 9.5,9.45. rilE HAVENDIENST. Ito vm. 6— 6 26 7—7.50 |0 9 40 10— 1020 10 41) rnn 1 10 1 30 2 220 3 40 4 4 20 5 5 20 17 50 820. ImIdi's vra 6 10 6 30 7 10 9 20 9 50 10 10 10 30 I 50 12 10 om 1 20 1 40 IB 10 3.30 3 50 410 4 30 20 7 40 8— 8 30. u 1 55a) 4 "5 2 15a) 5 05 Ba) 3 30 6 20b)f) |a) 3 50 6 4öf), m 8 10 8 40 6,20 naar Breekena en liugen naar Boroseie en Jngelegd. het spovwegaUtiu» VLISSIieSCBE C0IIRANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 eeut. Men abonneert zich by allo Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. ADVERTËNTIÊNvan 1 4 regels 0.40. Voor eiken regel moer 10 cent. By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prys slechts tweemaal berekend, öroote letters en cliché's worden naar plaatsruimte berekend. 0,40 of per Bad 0,30 i» 0,25 Zeep, lenten. f 22,50 |r.p niacuinnal gobied, verbd |t fijnste ron 1 p mm| jitwoordende aan den roi;oud| c. Medaillen; f874 schreef do AccademjÉ reiaière elusge en eoiwl-l Chocolat, bonbons variésl Nederland 1)3. ■fëlïfe SNELLEN verlangt mot No- 1 flinke VersehQnt dagelQks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telephoonnummer IO. Abonnements-Advertentlën op zeer voordeelige voorwaarden. Met belangstelling en zeker vele Vlissingers met ons, lazen we het stuk onder bovenstaand motto voorkomende jn de „Middelburgsche Courant" van 8 September 11. Die belangstelling werd langen tijd gaande gehouden, want eerst in de derde kolom lazen we eindelijk, „wat Vlissingen o.a. ontbreekt." Dat de Noordzee-boulevard het sieraad, en de Maatschappij „De Schelde» een Itvensslagader van Vlissingen is, is overbekend en al valt daaromtrent heel wat te redeneeren op allerlei gebied, liever willen we ons bezighouden met betgeen de schrijver volgens zijn opschrift op den voorgrond heeft willen plaatsen Vlissingen ontbreekt eene Hoogere Burgerschool Ziedaar geen klein gebrek waarvoor dc schrijver dan toch zeker wei goede motieven dient aan te voeren. Volgens ischr. dus eene groote leemte in het onderwijs te Vlissingen. Om dat zoo [stoutweg te durven beweren, zal men toch zeker wel goed op de hoogte dienen te zijn var. den onderwijstoestand |n Vlissingen. En dat, meenen we, is ie schr. niet. ,ln de behoefte van het lager niiorwijs is voldoende voorzien." |3aaine onderschrijven we zulks, doch nu doet de schr. o.i. een te grooten iprong, door direct op 't middelbaar inderwijs terecht te komen. Hij vergeet ien schakel tusschen het lager en het niddelbaar onderwijs, nl. het meer Igebreid lager onderwijs. Bestond er Vlissingen uitsluitend lager onderwijs, «nevens 't onderwijs aan de Burger vonrtschool gegeven, dan voorzeker enden we dadelijk toe dat er veel aan onderwijs te Vlissingen zou ontbreken, m nog niet eens te spreken van (jzondere inrichtingen, waar zelfs mid- Ibaar onderwijs wordt gegeven, bestaat toch te Vlissingen van gemeentewege ffle school, waar behalve in de gewone «rvakken, onderwijs wordt gegeven in Msch, Duitsch, Engelsch en Wiskunde vakonderwijzers in een drietal lossen, volgende op de hoogste klasse ®er lagere school. Zoo iets dunkt ons, gelijkt al aardig eene Hoogere Burgerschool met drie- %en cursus. We meenen zelfs, dat inrichting van meer uitgebreid lager 'lerwijs volkomen voldoet aan de hoeften aan ontwikkeling voor Vlls- •Sen en hebben daarbij dan op 't oog M. U. L. O., dus zoowel 'HLLiTM. Naar Max X O K I» A 3). "et geschut vuurde met verdubbelden over hunne hoofden heen naar de ®schen; uit het ravijn hoorde men een "'erend „hoerah!" en het geroffel trommen. Prins Lodewijk zag de "sten reeds naar boven klauteren. Arme drommels!" dacht hij, „zij even welgemoed den dood tegen, z'j anders ten dans gaan, Zjj juichen zii heesch worden of een kogel er Mn per °P zet- Waar denken zij 1 "ermoedeiyk aan niets. Zij volgen de bijzondere als de openbare scholen. Is het nu werkelijk nog noodig, dat er in Vlissingen eene Hoogere Burger school zal worden opgericht? We gelooven van niet en laat ons trachten zulks te motiveeren. Op Walcheren, waar in de hoofdstad reeds eene degelijke Rijks Hoogere Bur gerschool bestaat, van uit Vlissingen per tram zoo gemakkelijk bereikbaar, nog een tweede Hoogere Burgerschool op te richten, vinden we eene zaak, die door de groote kosten daaraan verbonden, zeker wel in ernstige overweging mag genomen worden. Want de kosten zijn groot, 't Zij ze neerkomen op gemeente, provincie of rijk, geld, veel geld is er voor noodig. Dat de leerlingen uit Vlissingen met het gaan naar Middelburg veel tijd ver liezen is waar doch evenals de schr. wenschen we dit bezwaar niet veel te laten wegen. Hoevele leerlingen in de groote steden van Holland moeten nog niet grootere afstanden, in de stad zelt afleggen, meestal te voet of met een voortsuk kelende paardetram En wat het tijdverlies door trammen ontstaan betreft, dat kan wel zoo groot niet zijn, als m9n bedenkt hoeveel tijd door de jongelui besteed wordt aan fietsen en sporten, wat zeker wel niet minder is dan de tijd in den tram doorgebracht. Om de kosten dus zouden we in Vlissingen reeds geen Hoogere Burger school wenschen. Als er werkelijk zoo'n groote behoefte aan was, zou de gemeente door contract met de trammaatschappij te sluiten, de Vlissingsche leerlingen heel wat goedkooper op gemeentekosten naar Middelburg kunnen zenden, dan in het onderhoud te voorzien van eene H. B. S. Maar laat ons nu eens zien of er in Vlissingen werkelijk behoefte bestaat aan eene H. B. S. Terecht heeft de schr. opgemerkt, dat het loodswezen en de maatschappij „De Schelde» de beide levensslagaders vormen van Vlissingendaarvan bestaat en bloeit Vlissingen. Het loodswezen bestaat in Vlissingen uit het Belgisch en 't Nederlandsch loods wezen en naar we meenen, telt het Belgisch loodswezen 150 en 't Neder landsch 50 loodsen. Vooral kinderen van loodsen zijn het, 't die meer dan lager onderwijs genieten. Welnu, de kinderen dier 150 loodsen zijn Belgen, blijven meestal tot 13 a 14jarigon leef tijd hier en gaan dan of de zee bevaren of grootendeels naar een pensionaat in België, om daar te worden opgeleid voor eene of andere betrekking in hun een blinden drang om te overwinnen. En wat beteekent de overwinning voor ieder hunner in het bijzonder Wordt zijn lot er beter door, wanneer hij het geluk heeft den dood te ontkomen Vecht hij voor den roem van den Duit- schen naam Voor mij zou dat mis schien iets beteekenen, maar voor hen zeker niet. En toch zijn zij allen vol geestdrift. Wonderbare macht van het woord vaderland, dat een prozaïschen boerenjongen zoo kan bezielen, dat hij er zijn leven voor geeft." Zoo dacht hij. Maar terwijl deze ge dachten hem door het hoofd vlogen, werd zijn gemoed bewogen op eene wijze, die hem zelf verwonderde en in ver warring bracht. Het was een zonderling gevoelhij voelde zich beschaamd en verlegenhet was hem, alsof hij die woorden luide ten aanhoore van anderen had uitgesproken en als zagen deze hem nu zwijgend, maar te gelijk medelijdend en met minachting aan. Uit de diepten van zijne ziel, die hij met zijn nuchter vaderland.Zoons van de 50 Nederlandsche loodsen gaan ook dikwyis de zee bevaren En ten slotte zal zeker het degelijk lager onderwijs alleen wel in staat zijn in de ontwikkelingsbehoefte te voorzien noodig om als gewoon, Hink arbeider (waarvan zoo'n groot aantal te Vlissingen is), geplaatst te kunnen worden op „De Schelde," terwijl de Burger-Avond school die ontwikkeling verder kan voortzetten. Neen, het onderwijs van Vlissingen bezit geen leemte, 't is volkomen geregeld naar den eisch der bevolking. Acht de schr. een H. B. S. noodig of liever wil hij noodzakelijk vermeer dering van onderwijs-inrichtingen, dan zou vóór eene H. B. S. zeker nog wel moeten gaan eene Rijksnormaalschool voor onze aankomende onderwijzers en bovenal eene school voor de zeevaart In plaats van den leden van den gemeenteraad te wijzen op leemten in de inrichting van het onderwijs, komt hun een woord van lof toe voor de degelijke wijze, waarop zij het onder wijs in deze gemeente hebben geregeld zonder overbodige kosten te maken en toch geëvenredigd aan de behoeften der bevolking. Sociale wetgeving. Dr. Nolens blijkt het niet eens te zijn met mr. van Houten, die de sociale wetgeving en in het bijzonder de ar beidersverzekering als armenzorg aan beveelt. In de Venlooscbe courant ge hij zich tot de Ongevallenwet bepalende, de volgende beschouwing: „Voor mr. van Houten worden die werklieden die door een ongeval getroffen worden en bij het inwerking treden eener ongevallenwet in het genot eener rente zouden komen bedeeld. Ten minste is dat zoo voor zoover de aan sprakelijkheid van den werkgever niet uit eigen schuld is af te leiden. Naar de meeDing van de voorstanders eener ongevallenwet op gelijk beginsel berustend als de thans ingediende,wordt hun slechts recht gedaan. Naar hunne meening behoort de schade veroorzaakt door ongevallen aan de arbeiders, tot het risico van de onderneming. De verplichte verzekering is slechts de meest geschikte vorm om dat risico te dragen. De meeat geschikte vorm voor de werklieden, die getroffen worden, wijl zij daardoor een met hun maatschappelijke positie overeenstemmend inkomen, nl. zeker en periodiek, ontvangen. De meest ge en spottend verstand niet kon peilen, klonk het hem gebiedend tegen „Zwijg, gij hebt ongelijk." Eindelijk hadden de voorsten van het Westphaalsche regiment het ravijn aan de overgestelde zijde beklommen, waar zy door een moorddadig vuur overstelpt werden en velen, doodelijk gewond, weer naar beneden rolden. Maar anderen volgden. Voor frissche soldaten ware het een spel geweest om de hoogte te be klimmen, maar voor de oververmoeide troepen was het een vreeselijk werk. Toch kwamen zij boven en schreden zij voorwaarts. Maar de Franschen, die ver gelijkenderwijze uitgerust en frisch wa ren, werden bij het zien van den vijand tot woede geprikkeld, wierpen zich met overstelpende massa's op hen en dreven hen, in een strijd van man tegen man, in het ravijn terug. Er was niets aan te doen. De Duitschers moesten terug en rolden hals over kop de hoogte weer af, niet zonder veel dooden en gewonden achter te laten. De Franschen drongen schikte, de gemakkelijkste vorm, ook voor werkgevers, die anders ieder voor eigen rekening gehouden zouden zijn aan hunne werklieden te vergoeden de geldeiyke gevolgen van ongevallen, dezen in hun onderneming overkomen.Daarom kan dan ook de ongevallenverzekering eene verzekering van werkgevers, ten gerieve der werkgevers genoemd worden. Geheel anders is dat met de verzekering tegen ouderdom, invaliditeit en ziekte. Aan deze ontbreekt de rechtsgrond, aan de ongevallenverzekering eigen. Maar zij hebben daarmede een anderen grond gemeen; ze zijn het beste, zoo niet het eenige middel om het inkomen van den arbeid in dienst van anderen aan zijne bestemming te doen beantwoorden: ni levensonderhoud te verschaffen niet alleen voor den tijd waarin gearbeid wordt, maar ook voor den tijd waarin door ouderdom enz. niet kan gearbeid wor- den. Vandaar het verschil in het betalen der premie. Niemand denkt er aan de premie voor de ongevallenverzekering door anderen dan door de werkgevers te doen betalen. Voor andere verzekeringen kunnen die premiën door werkgevers en werklieden gezamenlijk opgebracht worden. De heer Nolens komt tot het volgende besluit „Voor mr. van Houten is sociale wetgeving preventieve arm en z o rg. Voor ons is ze v e r w e z e n 1 ij k i n g vanrecht. Voor mr. van Houten zijn arbeids- verzekeringen armenbedeeling. Voor ons zijn ze het beste, zoo niet het eenige middel om in het tegenwoordig stadium van economische ontwikkeling aan den factor „arbeid" het met zijn maatschappelijke positie overeenstem mend inkomen te verzekeren. Een standpunt dat, ik twyfel er niet aan, ingenomen wordt door allen die op hun program „de verzekering tegen ongevallen, ziekte, invaliditeit en ouder dom" als punt geplaatst hebben waaraan de wetgever o.m. zijn aandacht heeft te wijden.» Decoraties. Dat onze regeering ook aan de neutra liteit trouw gebleven is bij den regen van decoraties die by den verjaardag onzer koningin op zoo velen nederdaalde, het blijkt weer daaruit dat op die lijst de namen van personen ontbreken,wier groote verdiensten tegenover het vader land en menschheid door ieder worden erkend. Men ziet op de lange lange lijst o.a. niet de namen van eenige leden der Nederlandsche ambulance in Afrika, die hoe langer hoe meer op, kwamen bijna gelijktijdig met hen naar beneden en toen de Westphalen beproefden aan deze zijde de hoogte weer te beklimmen, moesten de achtergeblevenen een hart brekend tooneel aanschouwen. De Duit- sche soldaten waren zoo uitgeput, dat zij niet meer naar boven konden. Als verlamd zonken zij bij menigte neder, waarbij het geweer aan hunne machte- looze handen ontviel, zoodat de Fran schen honderden van hen gevangen konden nemen en terugvoeren. Boven ontstond groote beweging. Zoo juist was het achterste Westphaalsche regiment aangekomen en terwijl de bat- teryen zich terugtrokken, stormde dit, door den generaal persoonlijk aange voerd, zich in het ravijn, om zijne kame raden bij te springen. Voor hun aanval weken de Franschen en werden de meeste gevangenen weer bevrijd. Toch gelukte het niet hen in den eersten storm op te rollen en uit het ravyn te drijven zij hielden beneden hardnekkig hun zegenrijke zending moesten bekoo pen met gevangenschap op Ceylon. Zulke edele mannen en vrouwen hadden zeker wel eene onderscheiding verdiend, al hadden zij die wellicht zeiven niet begeerd. De Ned. regeering zou daarmede openiyk uitgesproken hebben dat zij buitengewone verdiensten wil erkend zien en zooals de N. Arnh. Ct. terecht opmerkt, zij had zich niet moeten laten weerhouden door een boos gezicht van Chamberlaih. „Of," zegt het blad, „is de verdienste dezadk^rsonen nog niet tot haar doorgedrt^^Bpf evenmin het feit hunner deportati^Rrar Ceylon Aan onze maar altijd door zwijgende regeering kunnen helaas zulke vragen gesteld worden. De Nederlandsche Suid-Afrikaansche Spoorwegmaatschappij In de Zaterdag te Amsterdam gehou den vergadering dezer Maatschappij kwam o.m. in behandeling de quaestie der betaling van wachtgelden aan de door de Engeischen uitgewezen beambten der Maatschappij. Het bleek dat de directie zich verplicht acht tot uitbetaling dezer gelden doordat deze gelden ge deeltelijke salarissen vertegenwoordigen, welke nog aan de beambten moeten worden betaald, en voorts doordat de directie nog niet zeker weet of zij haar beambten al definitief kan ontslaan, daar de omstandigheden het zouden kun nen medebrengen dat de ljjn weer door de Maatschappij in exploitatie werd ge nomen en de beambten dus weer in dienst zouden gesteld worden. De kosten van de betaling der wacht gelden bedragen ƒ60,000 per maand. Pertinent verklaarde de directie, desgevraagd, dat de politiek noch vroeger, noch nu invloed op de behandeling van zaken der Maatschappij heeft gehad. Onderwijs. Op de jongste huishoudelijke verga dering van den Bond van Ned. Onder wijzers, afd. 's-Gravenhage, zijn de twee volgende voorstellen voor de aanstaande algemeene vergadering aangenomen lo. Het verkrijgen eener wettelijke regeling van het voorbereidend L. O. 2o. Het hoofdbestuur stelle in den loop van 1901 in alle afd. de vraag aan de orde, in hoeverre het in het belang van het onderwijs en de onder wijzers is, dat de Bond zich bij de arbeidersbeweging aansluite. Het doel van het laatste voorstel is, deze quaestie, die al,heel wat verdeeld heid in de onderwijzerswereld heeft ge bracht, eens goed onder de oogen te zien. stand en eerst toen zij, onder groot ver lies, met de bajonet werden aangevallen, trokken zy schrede voor schrede terug en zetten zich boven aan den rand weer vast. Eene dubbele flankbeweging der Duitschers maakte inmiddels, dat de Franschen zich schielijk terugtrokken, en de eersten, daardoor overmoedig ge worden, stormden hen na. Deze gunstige wending duurde ech ter niet lang. De vijand had onder den strijd om het ravijn zijnerzijds niet stil gezeten. Nieuwe troepen infanterie waren nader gerukt, en in de verte liet zich cavalerie zien, die langzaam vorderde. Prins Lodewijk had met klimmende belangstelling den loop van het ge vecht gadegeslagen en afwisselend zijn hart vroolijk voelen kloppen of stnar- teiyk voelen aangedaan. Het scheen hem toe, dat nu het critieke oogenblik ge- komen was, en omziende, bleek dezelfde meening uit de gelaatstrekken en de houding der andere officieren. Maar reeds

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1900 | | pagina 1