«E8LASEERD.
Maandag
10 September
ERVARING.
ÜiMUtWe berichten.
ONTVANGEN:
I I II I'
38e Jaargang.
1900.
Dienstbode
Dienstbode
1 Badhuis: nm 1235 2 5 3 35 51s|
B5,
in
No. 213.
lamykade, G. 5.
N NETTE
ligd, bij Mejuffrouw HUSON,(
tSTOND een flinke
ligd, wasch buitenshuis. Adres l
endijk, H. 99.
ITOOMTRAMDIENST
7L1S3IIT3EN en aiDDELBUES
Vhsaizeen Kemiit: vm 4 50 f,jJ
op werkdagen) Van Zeümarh:
30 11 11 45 nm 1230 2J
110 G 55 8 30 10 15.
[Badhuis: nm 1 16 2 45 4 15 jjgl
115
(Middelburg -.ar Zeu markt FliinJ
5 20 6 23 (alleen on werkdf.o«i
10 15 1150 nm 120 2 60 V",|
lr>0 9 20 10 20 1!
tram Bresfeens-AfalüegUem.
(Greenwicbtijd.;
iBreskens 6.23, 8.25, 10.37, 1,181
13.
(DraaibrugSluia 5,31, G.9, 7.35 I
112, 11.51, 2.35, 5.33, 8.24.9,25 T
Jaldeghem 7.42, 10.—, 1.38, 4.32,
kluisDraaibrug 5.51, 6,29. 8.10
.29, 2.10, 5.6, 8.3, 9.5, 9.45.
Ï1NGSCHE HAVENDIENST.
ingen:vm. 66 20 77 50 1
fcO 9 10 9 40 10— 1020 10401
130 12— nm 1 10 1 30 2 22111
(- 3 20 3 40 4 4 20 5 520
7 30 7 50 8 20.
Buitensluisvm 6 lu 6 30 7 lil
30 9— 9 20 9 50 10 10 1030
10 1150 i2 10 nm 120 14C
2 50 3 10 3.30 3 50 4 19 4
6 4r> 7 20 7 40 8— 8 30.
rssvsiMauowtt.
[ember 1900.
PORTIJD
m. 11 55») nm 3 15 6 20b)
|nm 12 20a) 3 50 6 50
10 25 nm 1 55a) 4 45
10 45 2 15a) 5 05
11 55a) 3 30 6 201)0
|m 12 15a) 350 6 4öf).
C3-
(■kerke vm 8 10
j> 8 40
(ten van 6,20 naar Breaksnn «n
|m Vliasingen naar Borssele en
ant.
liet aangelegd,
oten en liet spoorwegstation
2 25
2 25
*12 40
*6 23
3 26
6 53
6 53
5 4
7 53
8 16
3 45
6 20
4 23
6 46
2 40
5 29
7 33
3 46
6 11
4
7 20
81
51
7 45
8 47
5 52
8 33
1 40
9 14
9 47
•10 1
102!
1 50
[9
9 28
D
I)
22
29
39
9 55
144
1 55
4
10 7
1 12
25
1 34
10 28
*11 13
143
10 36
*10 48
112
alleen reizigers le en 2e kl.
6 49
10 36
24
6 38
10 28
125
7 50
1140
310
8 32
1222
3 50
8 48
12 38
44
95
12 55
4 22
616
63
7 25
85
8 21
VLissneseHE coiiratt.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Book
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks b(j den Uitgever
F. VAN DE VELDE Ji., Kleine Markt, I. 187.
ADYERTENTIÉNvan 1-4 regels 0.40. Voor eiken regel
moor 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de pifjs siechts tweemaal berekend. Groote letters
on ciiché's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- on feestdagen.
Telephoonmxmmer I O.
Abonnements-Advertontlën op zeer voordeeltge voorwaarden.
Meü kent zeker de overlevering van
jen Romeinschen slaaf, die een weidaad
bewees aan een gewond dier, een leeuw,
en sinds dien door dat wilde beest
onafscheidelijk als een vriend werd
gevolgd.
VVij weten niet hoe die legende, want
vermoedelijk hebben w(j daaraan te
.leuken, is ontstaan misschien wel als
een leerrijke fabel ter aanprijzing van
de deugd der dankbaarheid, of om te
doen uitkomen, dat zelis bij het rede-
looze dier kan gevonden worden, wat
vaak bi] den mensch wordt gemist.
Dergelijke vertellingen zijn overigens
niet noodig, om ons' te doen weten, dat
dankbaarheid geen algemeen beoefende
deugd is. Wanneer wij iemand een
weldaad of eenvoudig een vriendschaps
dienst hebben bewezen, waartoe wij, in
de gelegenheid zijnde, ongetwijfeld ver
plicht zijn, dan ondervinden wij dikwijls
dal de geholpene daardoor niet nauwer
dan voorheen aan ons is verbonden dat
by geenszins alles doet wat in zijn ver
mogen is om de verplichtingen na te
komen, die hij tegenover ons op zich
bad genomen. Komt er eens een tijd
waarin hij onze goedheid vergelden kan,
dan vinden wij hem daartoe niet zoo
bereid als in redelijkheid te verwachten
was, en, wat erger is, somtijds moeten
wij zelf schade lijden door de hulp die
wij aan anderen hebben verleend.
Men is er wel eens toe gekomen te
beweren, dat men, om zich vijanden te
maken, maar veel wél moet doen.
Zeker is dat overdrijving; maar overi
gens blijft het waar, dat de deugd der
dankbaarheid niet algemeen wordt ge
vonden, evenmin als de meeste andere
deugden.
Wij hebben wel eens gedacht, zou
I bet misschien daaraan liggen, dat wij
gewoon zijn dankbaarheid enz. als deug-
i voor te stellen. De schoolboeken waar-
mede men trachtte brave Hendrikken
biave Maria's te kweeken, behooren
gelukkig al lang tot het verleden maar
ieitfclijk hebben wij die manier om brave
menschen te teelen, nog niet opge-
geven.
Als men een kind hondermaal voor-
I taiit, dat het dankbaar moet wezen
'1 het er een verwijt van maakt, ais
'et zich eens liet tegenovergestelde
it, dan begint het al spoedig de
'tankbaarheid een lastig en vervelend
te vinden, leert de deugd in het
te beschouwen als iets wat
®et zijn natuur in stryd isbrengt ze
in verband met vermaningen en
I teken, enz. Menig kind heeft een hekel
L i i T O IS.
Naar
wax o it i> a it.
i).
I een uu>' Hield het eerste regiment
"©Mers van de garde rust in eene
°s door struikgewas gedekt, wach-
het bevel om aan te vallen.
Ne
«as den 16en Augustus 1870,
,4n de groote dagen voor Metz, toen
s'ailte naar Verdun wilde doorbreken.
In ®en tich in de stijgbeugels oprichtte
,an de hoogten besteeg, die hier
Jït uit het weiland zich verhieven,
IitiiJ""" een belangwekkend gezicht.
I '"aarts, eenige houderden schreden
aan de deugd gekregen omdat ze hem
altijd werd voorgehouden. Nog beter ge
zegd: het kind kreeg er een verkeerd be -
grip van.
De deugd in het algemeen en iedere
deugd, dus ook de dankbaarheid in het
bijzonder, moeten we beschouwen en
voorstellen als de meest natuurlijke zaak
van de wereld als een ding dat van
zelf spreekt. Doen we dat, vooral,
toonen we door onze eigene handebngen,
dat we weldoen of helpen, vriendschap
of gehechtheid betoonen in ruil voor
hetgeen aau ons werd gedaan, als een
gewone zaak beschouwen, onafschei
delijk van een goed, menschelijk karakter,
dan bestaat er veel kans, dat wij de
onaangenaamste levenservaring niet zoo
dikwijls zullen opdoen.
Op voorgaan komt het ook hier aan.
Wij die klagen over de ondankbaarheid
van anderen, zou die ondeugd nimmer
eens de onze zijn geweest? Vermoedelijk
meermalen. En toch zullen wij er ge
makkelijk tegen kunnen waken, wanneer
wij ons losmaken van de trotsche ge
dachte, dat we door ons zeiven zijn,
die we zijn. Al hebben wjj nog zooveel
vlijt en inspanning betoond, al hebben
wij nog zoo braaf en zuinig geleefd,
inderdaad is alles wat wij zijn en be
zitten ons toegevloeid uit een hoogere
bron. Wat zouden wij zijn als de
menschen onzen arbeid niet begeerden
of waardeerden, als kracht, gezondheid,
geschiktheid met ons deel waren Van
het begin van onzen levensweg af zijn
we geholpen en gesteund, zijn we be
kwaam gemaakt en is een geheel
beschavingswerk aan ons verricht.
Niets natuurlijker dan, dat we dank
baarheid niet als een deugd beoefenen,
maar als een eigenschap in ons moeten
trachten op te nemen.
En, als we de droeve ervaring opdoen,
dat die eigenschap geenszins allen
behoort, wien wij weldaden bewezen,
laat ons dat niet afschrikken van het
beoefenen van de deugd der weldadigheid.
Want dan zouden we er toe komen ons
hart te sluiten ook voor de dankbaren
dan zouden wij gevaar loupen van een
prooi te worden van hardheid en zelf
zucht. Tienmaal beter is het, een
enkele maal eens een minder aaDgename
ervaring op te doen.
Die ervaring, is ze de onze, zij leere
ons voorzichtigheid, maar geen on-
menschlievendheid zij doe ons nooit
vervallen tot een uiterste, tot de. toe
passing van een stelsel, waarin de
goeden het met de kwaden moeten
bekoopen. Vergeten we niet, dat juist
onze hulp misschien een dankbaar
mensch maken kan, en ten slotte
ook, dat wij nooit in dit leven den
steun van anderen
nen ontberen.
geheel zullen kun-
verwijderd, lag het aanzienlijk Vionville,
met zijn slanken kerktoren, van welks
top de vlag van het roode kruis waaide.
Op het dorp liepen eenige met populieren
omzoomde wegen uit, die het uitgestrekte,
golvende terrein regelmatig doorsneden.
Op den voorgrond was een tamelijk diepe
insnijding in den bodem, die voor het
oogenblik de grens van de Duitsche
stelling bepaalde. Het was een omstreeks
honderd schreden breed ravijn, zoover
men zien kon noord- en zuidwaarts zich
uitstrekkende, in welks midden een smal
en ondiep beekje zich kronkelde, en dat
aan beide zijden glooiend opliep.
Aan de overzijde strekte zich eene
kale vlakte uit met eenige kerktorens
en gebouwen op den verren achtergrond.
Hier stonden de Franschen naar het
scheen met eene aanzienlijke macht. Op
de hoogte voor het ravijn waren aan de
Duitsche zijde eenige batterijen opge
steld, die een levendig granaatvuur naar
de overzijde onderhielden. Zwakke af-
deelingen infanterie lagen dicht achter
Onze defensie aan de zeezijde.
Uit de suppleloire begrooting door den
minister van marine ingediend, blijkt dat
het te verdedigen gebied aan de zeezijde
zal bestaan uitde Vliegaten, de Tes
selsche zeegaten, de haven van IJmuiden,
de Nieuwe Waterweg, het Brielsche
zeegat en de Goereesche zeegaten.
De minister acht daarvoor noodig 5
groote en 5 kleine pantserschepen, 21
groot model en 12 klein model torpe
dobooten en 14 kanonneerbooten, of bij
afdamming der Zuiderzee 13 kanon
neerbooten.
Als eerste termijn voor den aanbouw
van een klein pantserschip voor binnenl.
defensie voor het Zuiderfrontier werden
bij deze suppletoire begrooting gelden
aangevraagd.
Het ontwerp van dat kleine
pantserschip is eenigszins gewijzigd,
waardoor de gevechtswaarde belangrijk
zal worden verhoogd.
De prijs van het schip wordt geraamd
op f2,475,000 dus f 875,000 meer dan
het kleine pantserschip op de ontwerp-
begrooting voor het loopende jaar -voor
gesteld.
Steenkolen
De bekende „Steenkolenhandelsver-
eeniging" te Utrecht, het tusschen-
kantoor van het Rheinisch Westf.
Kolensyndicaat, zond aan een klant het
volgend bericht omtrent de beweerde
daling in de steenkolenprijzen.
„Wat de prijsverlaging van steen
kolen betreft, waarvan in sommige
bladen melding wordt gemaakt, zoo
kunnen wij u mededeeien, dat het een
valsche verwachting is, die men daar
omtrent heeftwant eerder dan dalen
zullen de prijzen met 1 October a.s.
stijgen voor alles, wat meer geleverd
kan worden dan het kwantum van
de zomermaanden. Zoo is het in
vorige jaren geweest en zoo zal het ook
in dit jaar weder zijn; en deelen wij u
voor het overige mede, dat de tijdelijk
mindere navraag door de mindere
behoeften der ijzerindustrie in het leven
geroepen, voor Holland nog niet het
geringste gevolg heeft gehad, omdat liet
syndicaat in Duitschland zelf nog in zoo
vele tekorten en voor andere takken
van industrie én voor kachelgebruik te
voorzien heeft dat de mindere behoefte
van de ijzerwerken nog niet in staat is
het geschut op den grond te rusten.
Verder achterwaarts nog stond het regi
ment dragonders, de mannen naast
hunne paarden, ieder met den toom om
den arm, vermoeid en zonder belang
stelling nadere bevelen afwachtend. Het
was kennelijk, dat het gevecht hier
reeds lang op dezelfde hoogte bleef. De
granaten van den vijand vielen bijna
allen in het ravijn, slechts enkelen vlo
gen er over en tot dusverre hadden zij
nog weinig schade aangericht. Slechts
een gebroken kanon en eenige 'gaten
hier en daar in den bodem loonden,
dat ook dit terrein tot het slagveld be
hoorde. Meer dan het oog deelde het oor-
in het gewelddadige werk van den dag.
Zijwaarts, voor, achter, overal donder
den de kunnonnen, rechts, op korten
afstand koerierde ook scherp geweer
vuur, en het onophoudelijk vreeseiyk
geweld dat de lucht vervulde, verhief
zLn en daalde rondom zonder tusachen-
poozen.
Op eene kleine verhevenheid van den
voor de meerdere behoefte, elders dekking
te bezorgen.
Verschil van maten,
Volgens het Weekblad voor den Export-
handel staat onze regeering in onder
handeling met de Vereenigde Staten over
verschillende fiscale aangelegenheden.
Onze regeering beklaagt zich, dat, ter
wijl de invoer uit de Vereenigde Staten
gedeeltelijk vrij 's en gedeeltelijk aan
zeer lage tarieven onderworpen, het op
den Ned. Export toegepaste Dingley
tariel voor menig uitvoerartikel hoogst
drukkend is.
Zoo voert bv. Noord-Amerika hier te
lande voor ongeveer 1 miljoen dollar
meel vrij in, terwijl van onze, in de
Vereenigde Staten ingevoerde bloembol
len, ter waarde van ongeveer 350,000 D
25 pCt. of 75,000 a 80,000 D. wordt
geheven.
De Nederlandsche regeering dreigt inge
val Amerika haar wenschen niet mocht
vervullen, den invoer van Noord-
Amerikaansch meel aan een verhoogd
invoerrecht te onderwerpen.
De belanghebbende meelfabrikanten in
het Westen van Amerika hopen, dat de
Amerikaansche regeering in de bollen-
zaak zal toegeven.
Nieuwe Drankwet.
De „Ned. Onderw. Prop. Club" (voor
drankbestrijding) heeft tot de ministers
van binnenlandsche zaken en justitie
een adres gericht om in het herzienings-
ontwerp der Drankwet alsnog op te wil
len nemen
le. het onder controle stelleD van den
bierverkoop
2e. de bepaling, dat de houders van
localiteiten met vergunning tot verkoop
van alcoholhoudende dranken (zoowel
gegiste als gedistilleerde) gehouden zijn
a. niet toe te laten dat personen
beneden 18 jaar zonder geleide van
ouderen in hun lokalen aanwezig zijn
b. niet toe te laten, dat personen
beneden 18 jaar, onder zulk een geleide
in hun lokalen aanwezig, alcoholhou
dende dranken gebruiken en
3e. de bepaling, dat geen personen
beneden 18 jaar als werkkracht in be
doelde lekaleu mogen gebruikt worden.
Indië.
In verband met hetgeen in het laatst
van 1899 ter zuidkust van Nieuw-Guinea
aan eenige officieren van de „Generaal
Pel" is overkomen, wordt in het Kolo
niaal Verslag meegedeeld, dat na de
ontvangst van het door den controleur
door tusschenkomst van den resident
aanstonds ingediende rapport en van
bodem en voor het front van de dra
gonders stond een talrijke groep officieren,
die opmerkzaam naar de Franschen
zagen. Onder hen bevond zich een ma
joor, die eene sigaar rookte en droomend
in de verte staarde. Hij kon omstreeks
dertig jaren zijn, was vrij groot, slank
gebouwd, en had een bleek, smal ge
laat, dat door de koude, grijze oogen
en een minachtenden trek om de kleur-
looze, door een blonden snor beschaduwde
lippen, een weinig itinemenden indruk
maakte. In deze omgeving, te midden
van zoovele jonge mannen met bloeiende,
door de zon verbrande gelaatstrekken,
zag bij er met zijne aigetrokkene, onver
schillige houding zonderling afgemat en
afgeleefd uit. Moest hy dus in lichame
lijk schoon bij zijne kameraden achter
staan, men kon het hem aaDzien, dat hy
in ontwikkeling boven de meesten stond.
Toen hij zfjn helm afnam en z|jn
bezweet voorhoofd afdroogde, zag men
een reods kaal wordenden schedel en
eene aristocratische,zorgvuldig verpleegde
dat van den kommandant der „Serdang",
de Indische regeering nog nader over
woog, of het wenschelijk kon zjjn, ver
dere pogingen te doen tot plaatselijk
onderzoek naar het lot der drie scheeps
officieren en tot tuchtiging van de be
trokken negorijen. Zij kwam echter tot
de conclusie, dat, nu de ter zake gehoorde
personen verklaard hadden, dat de
overblijfselen der vermoorden in zee
geworpen waren, het hoogst onwaar
schijnlijk zou zijn, dat bij een eventueel
nader plaatselijk onderzoek grootere
zekerheid omtrent den dood der bedoelde
scheepsofficieren verkregen zou kunnen
worden. Trouwens konden, naar het
inzien der Indische regeering, een verder
plaatselijk onderzoek en bestraffing van
de schuldiging te eer achterwege blijven,
nu het voorloopig wel niet mogelijk
zou zijn, vriendschappelijke aanraking
met de inboorlingen der bewuste streek
te verkrijgen, na de plaats gehad heb
bende wegvoering van een elttal hunner,
terwijl deze wegvoering voorshands ook
als een voldoende represaille kon gelden
vooral daar, ook naar het oordeel van
den resident, van een nadere tuchtiging
geen heil was te verwachten.
Rechtszaken.
De schuttersraad te Amsterdam
heeft uitspraak gedaan in de zaak van
den schutter van Kal, beklaagd van
het niet tijdig inleveren van een klee-
dingbon, plichtverzuim en gedrag tegen
de ondergeschiktheid, door bij de oefening
op 12 Juli jl. eigenmachtig uit het gelid
te treden, en aanstoken tot dienstwei
gering van de naast hem staande schutters.
Ten aanzien van het eerste feit nam
de schuttersraad aan, dat bekl. zonder-
opzet on dus eenvoudig uit achteloos
heid in verzuim was gebleven ten op
zichte van het tweede ten laste gelegde
feit beschouwde de Raad als vaststaande,
dat de oefening in den zin der wet niet
langer dan twee uur geduurd heeft,terwijl,
zelfs al ware de tijd met enkele minuten
overschreden, een onbekrompen opvatting
der wet eenige speling moest iacen, en
de ten laste gelegde opruiing achtte de
Raad bewezen, op grond der door den
beklaagde gesproken woorden „Laten
we het dan doen," waarmede hij be
doelde, dat hij en de naast hem staanden
uit het gelid zouden treden. Als ver
zachtende omstandigheden nam de Raad
in aanmerking, dat de schutter Kalf
voor de eerste maal terechtstond en zich
t(jdens de oefening goed had gedragen.
Op grond van een en ander sprak de
schuttersraad den schutter Kalf vrij van
het hem sub primo ten laste gelegde,
maar veroordeelde hem wegens twee
andere feiten tot betaling van tweemaal
f 15 boete plus de kosten van het geding
(f 0,65) alles invorderbaar bij middel
van provoost.
hand, met lange, dunne, bloedarme vin
geren. Geheel zijn uiterlijk verried, ook
onder de gelijkmakende uniform, een
zeer voornaam heer. En inderdaad, deze
officier was prins Lodewijkvon Holstein
Falkenburg - Gerau, het hoofd van een
gemediatiseerd Duitsch vorstenhuis.Vroeg
wees, kwam hij op achttienjarigen leef
tijd, toen hy, volgens de wetten van
zijn huis meerderjarig werd, in het onbe
perkte bezit van een ongehoord groot
jaarlijksch inkomen. Van zijne moeder,
eene uitstekende musicienne, had hy
neiging tot de kunst en groote ontvan
kelijkheid voor het schoone geërfd, van
zijn trotschen en ietwat zonderlingen
vader, een stroef en onafhankelijk ka
rakter, 't welk elke beperking ondragelijk
was en dat in alles zyn eigen wil volgde.
Zonder veel van zijne verbeelding te
vergen, kan men zich voorstellen, hoe
de wereld er in de oogen van een jonge,
buitengewoon rijke hoogheid uitziet. Het
hof behandelde prins Lodewijk met
onderscheiding, de vrouwen vertroetelden