Donderdag-
30 Augustus
[rvinding
D
D
tbode
1900.
Gemeentebestuur.
pn week tot week.
Vie mijn BOTER „„j
Boter meer be„<J
35, 40 en
5 cent minder.
[eDt, bij
II. LOOKS,
No. 204.
38e Jaargang.
1900.
ti
[>eveelt zich aan vo<
ASSURANTIËN,
dam, op Huizen,
lederen, Schep,.!, .1
t transporten.
147
k 48
'10 1
112
102.
ira le en 2e kl-
24
125
310
3 50
44
4 22
616
63
7 25
85
8 21
8 38
VLÏSSIKieSClIE COURANT.
Prys per drie maanden 1,30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent, Men abonneert zich b(J allo Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTEËNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel
moer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend, Groote letters
en cliché'a worden naar plaatsruimte berekend.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Tolephoonnviinmer lO.
Abonnementa-Adrertentiën op zeer voordeellge voorwaarden.
m b e r een fli^]
lotel Zeeland," kJ
M D E N S T
|en UIDDELB0B3 7:
nisevia 4 50
Van Ztümarlct ï;.i
J 45 nm 12 8U2-
|0 15.
1 15 245 415 sej
lar ZeilmarU V1h,,„
lleen op werkdag.,,
lm 1 20 2 50 4 2ii|
lil -
1235 2 5 335 5 lr,|
siiN-Maldeglieiit,
bhtijd.)
8.25, 10.37, 1.18,
uis 5,31, 6.9, 7.31
t, 5.33, 8.24. 9.25
|2, 10.—, 1.38, 4,32,
L 5.51, 6,29, 8.10
8.3,9.5,9.45.
Iavenüienst.
6— 6 20 7—7 601
10 1020 10 411
11 10 1 30 2 2201
4 20 5— 51
|vm 6 10 6 30 7 10
9 50 1010 10 30
|2 10 nm 1 20 1 40 I
§.30 3 50 410 4.10 I
40 8—8 80.
|m 3 15 6 20b)
3 50 6 50
55a) 4 45
15a) 5 05
|3 30 6 20b)f)
1 50 6 4öf),
naar Breskena en
naar Boreaele en
apoor wagatatioo
f6 23
16 53
1816
81
8 47
g&n&ic&vxs
KjaarcZ®) van H. M. de Koningin
en Wethouders van Vlis-
maken bekeud
jat bij gelegenheid der teestviering ter
Ijüdenking van den twintigsten geboor
kjjg van Have Majesteit onze geëerbie-
Koningin, bij afwisseling het klok-
pel zal worden bespeeld, en van alle
|_,nbare gebouwen zal worden gevlagd
fjutijl ook de fontein op het Betje
Ifilffsplein zal springen
jjj vertrouwen, dat die dag, die overal
Kers ih ons vaderland wordt herdacht,
hier feestelyk zal worden doorge
lucht en uoodigen de ingezetenen uit
op elke gepaste wijze, ook door het
tfaiieu van vlaggen als anderszins,
hunne ingenomenheid daarmede te
na blpen.
','lisaingen, den 29 Aug. 1900.
Burg. en Wetb. voorn.,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
|?8B£Z8iE WIEfc
Afsteken van vuurwerk.
r en Wethouders van Vlis-
op art. 122 der Algemeene Ver-
jfaing van Politie voor de gemeente
|liiaingen, (gemeenteblad no. 1 van
maken bekend
Itt het op Vrijdag 31 Augustus
K geoorloofd zal zijn vuurwerk af te
Jteo, uitsluitend op de Bierkade, de
(«markt, de Zeilmarkt, hét de Ruy-
Irplein, het Betje Wolffsplein, den Noord-
jtcoulevard en de Kleine of Ritthemsche
■-'kt, uiterlijk tot des avonds 11 uur.
l-o is hiervan afkondiging geschied
f-ir het behoort, den 29 Aug. 1900.
Burg. en Weth. voorn.,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
jbratrent het lot van den Keizer en
win-Weduwe van China, doen
l'Vcle en zulke vreemde geruchten
1 iondte, dat we wel zullen handelen,
1 ten- niet te veel waarde aan te
Pet. Hebben is hebben, maar krij-
13 he kunst, en 't zou goud waard
Ni als men den Keizer te pakken
''fenwant men zou zijn Kei-
|''e Hoogheid, die wel zeer hoog
"•aar, even als de Keizer van
ouhe Romeinsche Rijk, van het
|Sl en van het oogenblik afhangt,
wettige vertegenwoordiger van
i moeten beschouwen.
L T Q !M.
KM JENSEN.
Naar
p- Kniest.
•1113
a!), meneer Jensen, dat gijnaar
1Sch zult handelen. Het spijt
I «i-i meneei' Slichting, maar het
i j. ahhers. Voortaan zal hij wel
«heden meer uithalen. Horny
«r seh°P gevep."
ienge® Provisie, meneer Levi
Nath'"m 86611 verdere zaak doen
|»ze 68 maar niet bang! Wy
11._ zullen wel tot ons
hoen"" Zi"'n Wd toch ioden- die
Set i» i°m, Biet> En nu ga met
iaat geworden. Vader en ik
Maar dan
Niets meer waar en verstandig, dunkt
ons, dan de eenvoudige raad van den
Chineeschen gezant aan de hoven van
Oostenrijk en Rusland. Onomwonden
heeft deze diplomaat te kennen gegeven,
dat de voornaamste reden van de ge
welddadigheden tegen de vreemdelingen,
de haat der Chineezen is tegen den
Christelijken godsdienst en de groote
ij ver waarmede men hen
daartoe trachte te bekee-
r e n. Hij drong er op aan, dat de
mogendheden den godsdienst buiten het
spel zullen laten en de oude betrek
kingen met China zullen herstellen.
Zal deze verstandige raad gevolgd
worden Wij gelooven er eerlijk gezegd,
niets van. Het laatste zal wel uitkomen.
Maar het eerste'?
Dat China niet in de eerste plaats
door afstand van grondgebreid zal moeten
bloeden, is ook ten eenemale onaan
nemelijk. Wel begrijpen wij niets van
de bewering van den Russischen opper
bevelhebber in Peking, dat zijn land met
China in oorlog isf e i t e 1 ij k wel
te verstaanwant dat zou, als men
het zoo nemen wil, van de andere
mogendheden ook gezegd kunnen wor
den maar, hoe dit ook zijn moge, het
blijkt duidelijk genoeg,.dat de „West
minster Gazette," het bekende Engelsche
biad, gelijk heeft, wanneer het den toe
stand .als zorgwekkend beschrijft.
Amerika denkt er blijkbaar over, zioh
maar niet verder in dat wespennest te
steken. Frankrijk heeft nooit het plan
gehad, meer dan het noodige te doen.
Op Engeland wordt zoo goed als niet
gelet. Ondertusschen knappen de Russen
en Japanners het zaakje zoodanig op,
dat de benoemde generalissimus graaf
Waldersee, die zoo juist het Suez-kanaal
passeerde, best de taart gebakken kan
vinden en in elk geval zijn leger, dat
nog vervoerd moet worden, niet veel te
doen zal krijgen. Van „geen kwartier
te geven" zullen die lieden niet veel
last hebben. Zonder een deel van de
taart gaat Duitschland natuurlijk niet
naar huismaar men kan er verzekerd
van zijn, dat het heel veel zal gelijken
op een cadeau, en dan zal het een
cadeau zyn, door Z. M. persoonlijk te
betalenwant men weet het, deze
Jephta heeft een ondoordachte belofte
gedaaD en zal nu, aan wie dan ook,
wegens het redden der vreemdelingen te
Peking, een aardig sommetje moeten
betalen. Jammer dat Z. M. daarvoor
ook niet de mooie schilderijen van veld
slagen krijgt, die hij Kossah besteld
had. Welke veldslagen zou de man
toch eigenlijk hebben moeten schetsen
moeten nog een boetpsalm bidden. Drink
uw glas uit. En hoor eens, Slichting zal
u dankbaar zijn. Ik zal het hem wel
inpeperen. Adieu!"
Levi geleidde hem tot aan de deur,
waarop Adam zich ijlings naar zijne
woning spoedde, om God te danken,
dat Hij de harten der menschen geneigd
en de firma en den ouden chef voor den
val gered had.
Het was Zaterdag een moeielijke dag
voor Jensen. Hij kon en mocht bij zijn
patroon niet verder spreken, dan van
hope. Om zijn eigen opgewondenheid te
verbergen, maakte hij het zich bijna
den geheelen dag elders druk en ver
liet het kantoor des avonds vroeger dan
gewoonlijk.
Mijnheer Slichting was niet gewoon
des Zondags op zijn kantoor te komen
of zich met zaken te bemoeien dien
Zondagmorgen was het hem echter in
de woonkamer te benauwd en gevoelde
i Verheffender dan het Chineescbe ge
scharrel is de meer hooggaande zin van
den Zuid-Afrikaanschen worstelstrijd.
Roberts en Buller, de onfortuinlijke,
vereenigd I Wat zuilen die twee groote
verwachtingen hebben van de eerstvol
gende dagen. En zij kunnen groote ver
wachtingen hebbenwant hoewel de
sterkte van het gezamelijke Engelsche
leger ons onbekend is, blijkt het toch
uit alles, dat het een zeer groot corps
1 isde hoofdmacht in ieder geval, onder
persoonlijke leiding van den maarschalk.
Maar de maarschalk is toch ook slechts
i de man die de touwtjes in handen
i houdt en ai doen zijn mannetjes het
nog zoo goed, wat ze tegenover zich
krijgen heeft hij niet aan een touwtje.
Tegenover hem (Buller weet wat dat
beteekent) liggen van die aardige kopjes,
waarachter die beweeglijke, onzichtbare
vijand zich sterk beeft verschapst en,
de heer Roberts zegt het zelf, een vast
beraden houding aanneemtmaar de
brave overste zal het wel mis hebben,
wanneer hij mocht meenen dat Botha
met zijn geheele macht hem daar nu
eens pardoes een veldslag zal gaan
leveren. Dat dacht Napoleon ook van
Kutusow, maar toen waren de Fnnschen
nog een heel eindje van Moskou af.
Het eerste treffen, met Buller, is dan
ook al een vóór dezen onaangenaam
kloppartijtje geweest, met welki uitslag
onze lezers reeds kennis maakten. De
vier brigades cavalerie, die French onder
zijn bevelen heeft, doch waarvan de
feitelijke sterkte niet volkomen aan
den naam beantwoordt, zijn echter voor
de Boeren gevaarlijker goedje. Dat zij
onder de arme dieren weer dapper huis
zullen houden is niet twijfelachtig. Van
hun bedwang over de cavalerie-elemen-
ten hangt grootste deel van hun succes af.
efll
Het lot der Zuiderzeevisschers
na de droogmaking der Zuiderzee.
De heer H. J. Calkoen, burgemeester
van Edam en lid van het „College voor
de Zeevisscherijen", is het met den heer
Vissering volstrekt niet eens waar deze
in het. Handelsblad het voorstelde, dat
de Staatscommissie de belangen der
Zuiderzeevisschers die door het droog
maken der Zuiderzee gevaar ioopen groote
schade te ondervinden, zoo behartigd had
dat de visschers „moesten wenschen dat
liever heden dan morgen met het groot-
sche werk der drooglegging werd aange
vangen."
Het blij'kt toch dat de kustvisscherij
hij behoefte alleen te zijn. Hij kon zijne
vrouw niet in zijne zorgen doen deelen,
het zou maar noodeloos nog meer hebben
verontrust en helpen kon zij toch niet.
Ofschoon hij den nacht bijna slapeloos
heeft doorgebracht, voelt hij zich toch
niet afgemat, integendeel meer verruimd;
de zwakke hoop, hem gegeven, heeft
wonder goed gedaan.
Buiten is alles nog stil. Daar opent
zich de deur en met een van vreugde
stralend gelaat treedt Jensen binnen.
Nauwelijks geeft hij zich den tijd zijn
patroon behoorlijk te groeten. Triom-
feerend houdt hij hem het schrijven
van Joel Levi voor oogen. De oude door
loopt het vliegend. Hij neemt het, drukt
het aan zijne borst en zinkt in zijn
armstoel terug. Hij kan geen woord
uitbrengen. Zoo zit hij minuten lang.
Dan staat hij op en brengt met moeite
over zijne lippen.
„Mijn Heer en mijn God, ik dank u
voor uwe barmhartigheid!"
Daarop wendt hij zich tot Jensen en
op de Noordzeekust geen behoorlijk be
staan oplevert zonder die op de Zui
derzee. Daarbij zyn de stoomtrawlers in
den la&tsten tijd als geduchte concur
renten op de Noordzee opgetreden, omdat
zi) enorme hoeveelheden visch ter markt
brengen, wat natuurlijk grooten invloed
uitoefent op de prijzen der door de
kleine vaartuigen aangebrachte visch.
„De verslagen van het „Rijks-college
voor de Zeevisscherijen" wijzen in de
laatste jaren dan ook steeds aan, dat de
kustvisscherij der Noordzee onvoldoende
uitkomsten oplevert, en wat het resultaat
zou zijn, indien, op dat beperkte terrein,
de 2500 visschers der Zuiderzee hun
brood ook nog moesten zoeken, laat
zich gemakkelijk raden
Waar het aantal kustvisschers niet
meer dan 500 bedraagt, (waarvan een
zeer aanzienlijk deel bovendien nog het
grootste gedeelte van het jaar de Zuider
zee bevischt, omdat er buiten maar zelden
voldoende besommingen gemaakt wor
den), daar zou de toestand hopeloos wor
den, wanneer dat aantal plotseling tot 3000
klom, die voortdurend de Noordzeekusten
zouden moeten bevisschen. Neen, de
Zuiderzee-visschery is nog altijd de kurk,
waarop onze geheele kleine visscherij dry ft.
En dan de kosten van onteigening der
vaartuigen met voliedigen inventaris. De
Commissie heeft daarvoor, en voor de
verzekering van een weekgeld aan oude
visschers, 4Vj millioen uitgetrokken
Een schuit, zeewaardig en behoorlijk
uitgerust voor de kustvisscherij, zal altijd
méér dan 4000 moeten kosten, en
het aantal visschers, dat daarop aanspraak
maakt op 2500 stellende, (hoewel er
op de Zuiderzee volgens het laatste ver
slag van het College 2946 visschers-
vaartuigen zijn,) komt men tot een
bedrag van lOmillioen. Telt men daarbij
het kapitaal, dat benoodigd zal zijn voor de
wekelijkscheuitkeering aan oude visschers,
dan rijst er twijfel, of de Staatscommissie
inderdaad wel „op zeer onbekrompen
wijze rekening heeft gehouden met de
belangen der Zuiderzeevisschers", zoo
als de heer Vissering beweert.
Nu komtwel in mindering de opbrengst
der tegenwoordig gebruikte schuiten,
maar dat bedrag zal betrekkelijk zeer
gering zijn, omdat de visscherij op het
IJseimeer, waarvoor ze alleen nog zouden
geschikt wezen, van weinig beteekenis
zal blijken te zijn; want na de afsluiting,
natuurlijk geen spiering-, bot-, haring,
ansjovis- en geen garnalen visscherij
meer, omdat deze visch trekvisch is, en
op zandgrond niet tiert.
In ieder geval zou de opbrengst der
schuiten hfet nit te keeren kapitaal
onmogelyk tot vier en een half millioen
kunnen terugbrengen.
zegt
„Jensen, neem den dank aan van een
man, wiens zaak gy van den ondergang,
hem zelf van vertwijfeling hebt gered!»
God moge u vergelden, wat gij deedt
„Meneer, ik deed slechts mijn plicht
Dank veeleer de edele menschen, die,
hoewel joden, ais waarachtige christenen
handelen."
„Ja, dat deden zijMaar, gij hebt
hun toch zeker veel moeten beloven,
Jensen Ik weet, dat zij niets om niet
doen."
„Meneer Levi heeft geene toezeggingen
van mij gevraagd. De sabbath verbood
hem, zooals hij zeide, de zaak in dien
zin te regelen. Een sabbatswerk, daarvan
houd ik mij overtuigd, zal noch de oude
heer Uri Levi, noch zijn zoon, ten eigen
voordeel willen exploiteeren. Ik geloof,
dal de heeren met christelijke procenten
genoegen zullen nemen.»
„Zeggen wijeerlijke, Jensen
Mochten toch alle christenen handelen
als deze eerlijke Hebreeuwers Maar
„Wanneer men dit alles overweegt
kan het geen verwondering wekken dat
de Zuiderzeevisschers vooralsnog niet aan
de zegeningen gelooven, welke de heer-
Vissering voor hen in de drooglegging
der Zuiderzee zietzegt de heer Calkoen.
Tariefwet.
Over deze wet van minister Pierson
is in de pers reeds zooveel gezegd dat
men zou meenen dat er niets nieuws
meer over te zeggen valt. „Het Volk" be
schouwt echter het ontwerp in een licht
dat geheel nieuw is. „De vrees om de
kapitalisten door hoogere directe belas
tingen en verzwaring van successierech
ten te treffen,zegt het biad, „moest de
regeering onverbiddelijk naar de protectie
der industriëelen drijven.
„Hoe grooter deze wordt, hoe meer het
volk krijgt te betalen, zegt het blad.
„Straks komen de agrariërs, die alleen
dim hun stem willen geven voor hoo
gere invoerrechten, als ook zy door
graanrechteu ervan profiteeren. Daar-
heen gaat het, zoolang regeeringen, die
sociale politiek willen drijven zonder
meer belasting der kapitalisten en zonder
bezuiniging op militair gebied, aan het
roer zyn.
Wie geen socialisme aanduift, belandt
in onze dagen met hun drang naar
sociale hervorming onvermydelijk by het
protektionisme."
„Het Volk" zou dus willen dat de
kapitalisten door hoogere directe belas
tingen en verzwaring vansuccessierechten
getroffen werden, maar het blad denkt
hierbij zeker niet welke moeite het ge
kost heeft om zelfs een bescheiden ver
mogensbelasting in te voeren en tot welke
teleurstellingen hare toepassing heeft
gegeven en nog geeft. Minister Pierson
zal er nu wel genoeg van hebben om
nog een tweede poging te wagen.
Een onzer pantserschepen op reis.
Aangaande de reis van de «Holland"
naar Hongkong levert het „Soerab,
Hbl." het volgende bedroevende verhaal
„Na vijf dagen stoomens waren reeds
drie van de acht waterpljpketels defect.
In den avond van den 28 Juni sprong
de vlampijp van S. B. middenfan de
op de achtervuurplaat aanwezige stokers
moesten overhaast vluchtende vuren
en stopkleppen waren niet meer te
bereiken, zoodat de stoom uit de achter
ketels weggeblazen moest worden dooi
de gesprongen pijp, op gevaar dat deze
ketels zouden verbranden.
„Een inrichting om de stopkleppen
aan de ketels van het dek af te bewegen
is niet aanwezig. Na vier uren kon de
pijp bereikt worden en werd deze afga-
genoeg daarvan Ik voel my als
herboren. Nauweiyks vat ik het
nog, dat ik verlost ben uit de banden
van dien mensch, dien God moge ver
geven, van dien Horny IEn nu laat
ons de zaken zaken laten," voer bij
voort. „Het is ZondagIk weet niet
hoe gij er over denkt, Jensen. Ik voor
my zou naar de kerk wenschen te gaan,
om met de gemeente God aan te roepen."
„Ook ik, meneer, ben feestelijk ge
stemd het zal mij een genoegen zijn
u te vergezellen."
,.En dan blijft gij later bij ons, Jen
sen Mijne vrouw en dochter zullen
den man nader leeren kennen, die mij
verschenen is als een engel van zegen,
mijn redder
„Meneer Slichting, ik bid u
„Geen tegenspraakGij blijft van
1 ij ons
„Laat mi) iets zeggen,wat diep uit mijn
gemoed komt," zeide de heer Slichting,