Maandag; 27 Augustus No. 201. 38e Jaargang. 1900. deze Courant Moort een liij Een Humt die te weinig beoefend wordt. ï:-. "IfLtTON. ADAM JENSEN. 4 15 5 55 77 5ft 20 10 40 - 220 5 20 VlISSINSSCHE COURANT Prys per drie maanden 1.30. Franco per poat 1.50. Afzonderiyke nummers 6 cent. Men abonneert zich by alle Boi-k handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. ADVERTENTIËN van 1 4 regels 0.40. Voor eiken regei meer 10 cent. - By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groots letters en cliehé's worden naar plaatsruimte berekend. Vt-rsrbljnl dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telephoonnumtner IO. Abonnements-Advertentlën op zeer voordecllge voorwaarden. Zooals het zedeiyk welzijn van den meosoli, zijn moreele gezondheid zouden w(j minnen zeggen, afhangt van de op voeding die hij ontving en de omgeving waarin hfj verkeerde, zoo is lichamelijk welzijn een gevolg van de zorg, die in de eerste kinderjaren aan het lichaam besteed is. Houdt men dit in het oog, dan mag under verzorging gerust een kunst worden genoemd, en neemt men in aanmerking, dat het eerste levensjaar, wanneer het lichaampje nog geenerlei vastheid bezit, in deze het meest gewicht in de schaal legt, dan behoeft het geen betoog dat die kunst er eene is, in de eerste plaats door moeders te beoefenen. Er zijn moeders, die hun taak zoo ernstig opvatten, dat zij er zich eene bepaalde wetenschappelijke studie van maken en het kind behandelen volgens boekenmethode. Wij zullen de laatsten zijn om te beweren, dat die boeken niet veel goeds bevatten. Het is voor de ouders een eerste vereischte, dat zij bekend zijn met <ii- samenstelling van het lichaam en de werkzaamheden der verschillende organendat zij eenig begrip hebben van voeding en van de verschillende voedingsmiddelen en hunne waarde. Maar het is toch een feit dat men, de aanwijzingen van een boek volgende, dikwijls bedrogen uitkomt. Dit is ge makkelijk te verklaren. De daarin ge geven raad is goed maar het staat toch vast dat hij van algemeenen aard is en dus niet altijd zal kunnen worden toe gepast en nren dit niet te voren kan weten. Daarom is het, nevens het bezit van eenige algemeene kennis, in de eerste plaats een vereischte, dat de ouders zich een zeer nauwkeurige studie van de ge steldheid van het jonge lichaam maken en vooral handelen naar de resultaten van hun dagelijksch onderzoek. Het staat als een paal boven water, dat van de allereenvoudigste methode, mits met verstand en beleid toegepast, de meest verrassende resultaten kunnen worden verkregen. Er is een tijd geweest, waarin, buiten afdoende noodzakelijkheid, niemand er aan dacht om een kind te voeden anders dan met moedermelk. In dien tijd was de kindersterfte veel grooter dan tegen - Naar P. KNIES T. 6.) «Maak mij niet bezorgd, mijnheer JensenAls ik niet wist, dat de chef SMonü was van lichaam en de firma solide als van ouds, zou men immers achterdocht moeten krijgen. Heeft de oude zich met zaken ingelaten, die het 'oht niet mogen zien «Vraag mij niets, meneer Levi, waar n'et antwoorden mag." ,Dan weet ik er genoeg van, meneer ;aosen, Waarom laat bij zich met anderen ln' hem niet ten goede raden Ik "'wedden dat Horny er achter zit. öat heet een christen, maar God ver woordigniet omdat die natuurlijke methode niet goed is, maar omdat zij het kind volkomen afhankelijk maakt van den lichameiyken toestand der moeder. ,'een is de flesch gekomen en het gebruik vau zuivere koemelk,die men ech ter niet altijd zuiver wist te houden. Dat wekte veler verontwaardiging op doch men vergat, dat van de tien moeders er misschien maar acht werkelijk ge schikt zijn om zelve het kind te voeden et. de ervaring leert dan ook dat de ge middelde levensduur toeneemt en de sterfte der kinderen in het eerste levens jaar daalt. Ook leert de ervaring eiken dag, dat zeer groote reinheid en matigheid, ver stand en regelmaat in alles, vrij wel over den loop der zaken beslissen. Het van alles probeeren, het springen van den hak_op den tak, het overal raad vragen en alles toepassen met de be kende onzinnige verklaring„baat het niet, het schaadt niet," heeft menig jong leven verwoest. 't Is eene volstrekte onmogelijkheid om oen jong lichaam volkomen te be veiligen voor alle schadelijke invloeden want wij zijn steeds omringd door allerlei onzichtbare vijanden, in het water, in de lucht en overal, en al konden wij tegen alle mogelijke ziekten worden ingeënt en ingespoten, dan nog zou dit geen afdoende waarborgen opleveren. Maai' de groote vraag is maar, of de brandstof voedsel vindten in het lichaam van een kind, dat in reinheid, met veel frissche lucht is groot gebracht, matig en met zorg werd gevoed en gewend is aan een streng geregelde leefwijze, en dat daarom een zeer groote mate van weerstandsvermogen bevat, vindt de vijand te veel tegenstand om succes te hebben. Het is niet genoeg dat de wetenschap met reuzenschreden vooruit gegaan is, wanneer de resultaten ervan niet wor den toegepast door hen, die de toepassing alleen in handen hebben. En dit ziet volstrekt niet alleen op de eerste kinder jaren, maar nog zeer lang daarna. Er zijn vijanden voor wie men vrijwillig de deur omsluit, en de ergste daarvan zijn alcohol en nicotine. Zonderling tochwe zullen een kind van enkele maanden niet trachten te leeren staan ofloopen we zullen het, als het pas loopt, niet aan één hand leiden en het daardoor bewaren voor de gevreesde verkrommingen. Maar we zullen het zonder bezwaar laten mêe- proeven het den smaak doen krijgen van allerlei alcoholische dranken, die het lekker vindt en waarnaar het ai heel spoedig grijpt, en niet bedenken dat we geve mij, dat ik het zeg het is een ware duivel. Nu, dan mag meneer Slichting eten wat hij gekookt heeft. Anderen zullen geen lust hebben, zich den mond aan de soep te branden.» Adam, die in zijn hart den eerlijken jood gelijk gaf, kon zich niet van een lach onthouden. Hij antwoordde: „Meneer Levi, er zijn toch nog vrien den, die de soep mee eten, die helpen blazen, dat ze koel en genietbaar wordt." „Verstaat gij Duitsch, meneer Jensen? Ik behoor niet tot die lieden, die onge- noodigd komen, om onbedachtzaam iets genietbaar te maken wat ik niet zelf gekookt heb. Proost maaltijd! Beken op mij bij zulke diners maar niet! „Bij voorkomende gelegenheid breng ik u misschien nog eene uitnoodiging tot zulk een diner, meneer LeviIk weet dat gij uwe vrienden niet laat zitten." „Wat zogt gij, vrienden Ik ken geen vrienden, die achter mijn rug werken. Oog om oog, tand om tand!» op die wijze den smaak van het ver- bodene ontwikkelen en al heel vroeg het weeke lichaam verhinderen om alle levensverrichtingen volkomen naar eisch te vervullen. Uit meêproevende kinde ren komen de menschen met bedorven vochten voort, de zenuwlijders en wat niet al. En dan, een jaar of wat later, de nicotine. Gelukkig zijn het alleen nog maar de aanstaande mannetjes, die mee doen. Pa is trotsuh op zijn jongen, of zwak daar willen we afwezen maar in ieder geval, het ventje van vier of vijf jaar mag eons trekken. Dit wordt dan wat bleek en onpasselijk maar, dan, is het er ook door en neemt, desnoods, een zuren appelVan dat oogenblik af gaan duizende kinderen geregeld vergif gebruiken, veelal om hartstochtelijke, dus onverstandige rookers te worden, verschillende organen te benadeelen, en, soms, om hun contingent te leveren tot de massa lijders van allerlei aard, die öf vroeg den tol der natuur betalen, 6f lang een treurig bestaan voortslepen. Vooral in den huidigen levensstrijd hebben wij menschen noodig met een groote veerkracht, een sterk weerstands vermogen, en de kinderen van onzen zenuwachtigen tijd hebben niet vee' kans aan die levensvoorwaarden te voldoen, tenzij zij het onschatbaar voorrecht mochten hebben van te zijn kinderen van ouders, die vlijtig de groote kunst beoefenen die te weinig 'eooefend wordt Ons Oost-Indië. Prévovr c'est gouverner. In „De Avondpoet' schrijft de oud kapitein der mariniers K. F. Koentze, het volgende Wij beleven een tijd waarin wij niet mogen indommelen, maar zelfs zeer wakker en voorzichtig moeten zijn. Niettemin wordt er, vooral sedert de laatste drie jaren, met onze Oost ge leefd alsof wij gewaarborgd waren tegen alle eventualiteiten en niemand, van binnen- noch buitenland, ons zal aan durven of kunnen molesteeren. Het leger, het eerste waaraan alle aandacht behoort te worden gewijd, het bolwerk, de kurk van onze bezit tingen, dat dus voldoende sterkte moest hebben en waarin, als een groote ver eischte, een goede, tevreden geest moet heerschen, dat leger wordt voortdurend op zeer onoordeelkundige, ondoordachte, ja gevaarvolle wijze ingekrompen,in stede van te worden uitgebreid. „Gij hebt te lang onder christenen geleeid, meneer Levi, om scherp oud testamentisch te handelen. De nieuw testamentische geest bleef niet zonder invloed op u." „Blijf mij, asjeblieft, met zulke opmer kingen van het lijf, meneer Jensen Ik ben een jood, van ouder tot ouder en met geheel mijn hart." „Dat weet ik en daar reken ik op, als de nood aan den man mocht komen. Gij zijt een echte Israëliet zonder bedrog, a Mijnheer Slichting, die reeds slapelooze nachten kende, kwam heden zeer ver drietig en ontstemd van de beurs tehuis. Het was daar bekend geworden in welk eene omvangrijke onderneming hij zich gestoken had. Levi, die het hoorde, had er hem een verwijt van gemaakt, dat hij achter zijn rug zoo groote zaken had ge daan daarbij kwam,dat het artikel op het oogenblik in flauwe stemming verkeerde, al bleven ook de vooruitzichten gunstig. Daarbij wordt ook alles bedacht om de positie zoowel van minderen als officieren onaangenaam te maken door afschaffing of intrekking dan van dit, dan weder van dat. Hoe slap gaat niet de promotie! Zoo heeft men n.b. het dwaze denkbeeld opgevat om den offi cieren die met bpitenlandsch verlot zijn, de promotie gedurende dien tyd te ont houden. Als dus een officier, na vele gevaarvolle, vermoeiende en afmattende expedities te hebben medegemaakt, zóo is uitgeput, en somtijds gewond, dat de geneeskundige dienst hem gelast met verlof te gaan, wat hem zelfs dikwijls niet convenieert, wordt hem tot beloo ning zjjne promotie onthouden! Welk een wanbegrip van militaire zaken, toe standen, eer, karakter, hiërarchie enz., om een officier te willen laten dienen onder een jongeren, die hem gedurende zijn verlof zoo ten onrechte is over het hoofd gesprongenHet is ook reeds onnatuurlijk en zeer onbillijk, dat bij verlof voor ziekte de diensttijd in den dan bekleeden rang voor pensioen in dien rang niet rekent; daarentegen bij de marine en het Ned. leger wél, wanneer men daar non-actief is, wat gelijk staat. Zoo heet't men er ook over gedacht om van de officieren 50 in stede van 40 dienstjaren te vergen voor pensioen, terwijl bij de marine en het Ned. leger met 40 jaren wordt volstaan. De diensttijd voor pensioen bij de marine rekent van af het 16e jaar. Bij het Ind. leger, waarvan voortdurend veel meer gevergd wordt en waarbij van af het 16e jaar werkelijke dienst wordt gepresteerd, in tegenstelling van de marine, die dat eerst van af het 19e of 20e jaar doet, rekent de diensttijd eerst van af het 18e jaar. Niet alleen dat zoo iets altoos een anomalie is ge weest en nog is, maar nu wordt ge wacht met daarin verandering te brengen, tot dit bij het Ned. leger zal zijn ge schied, want eerst dan woidt het Ind. leger beschouwd ook daartoe waardig te zijn. Onze wijze van handelen met betrek king tot de Indo's en de inlanders is ook niet van dien aard om den band tusschen Nederland en Indië hecht te maken, zelfs niet met het Europeesch element. En wat zegt het niet, als wij ooit met het buitenland in moeilijkheden komen, of de Indo's en de inlanders al dan niet aan ons gehecht te zijn Men schijnt van Indië, in de eerste plaats van het leger, een soort handels zaak te maken, namelijk zooveel moge lijk nemen, zoo min mogelijk geven. Wij zijn nog lang niet klaar met Atjeh, wat o.a. hieruit blijkt, dat de Voorts scheen het geld schaarscher te worden, ten minste steeg in de groote handelsplaatsen het disconto. Mijnheer Slichting voelde zich niet aangenaam, al liepen zijne accepten ook nog geruimen tijdwat kon alles zich in dien tijd niet ten goede keerenHij beproefde rustig in de toekomst te zien, en op zijn vroeger geluk te vertrouwen. Dit gelukte hem niet geheel, wel de poging, om voor het uitwendige kalm en koel te schijnen. Hij zelf voelde echter te goed hoe prikkelbaar bij was. Het viel hem moeieiyk zijne ondergeschikten niet met grofheid te bejegenen. Toen hy in zijn kantoor kwam, was Jensen, die op zolder bezig was, er niet. „Waar drommel," riep hij ongeduldig, toen deze na eeDigen tyd terug kwam, „waar drommel zit gij toch Als ik van de beurs kom, dan zijn er gewich tige zaken af te doen en moet ieder op zijn past zijn." „Meneer, u weet, dat ik in uw belang tusachenbeiden ook op de zolders moet gouverneur uitzending van troepen heeft verzocht, omdat die te Atjeh afgemat, uitgeput, ja uitgemergeld zyn. Een expeditie naar Djambi staat voor de deur. In Celebes is het zoo zuiver niet. Dit alles geeft ons reden tot bezorgd heid om nog niet te gewagen van het buitenland. Met elke mail zeggen brieven uit Indië ons, hoe vele zaken daar nog te weDschen overlaten, niet het minst onze defensie, zoowel wat de vloot als bet leger betreft, maar wij zjjn en blijven Oost-Indisch doof. Nu heet het dat twee bataillons wor den gereed gehouden voor China, wat waarschijnlijk een parodie op de onvol doende sterkte var ons Ind. leger is en door een grappenmakker moet zijn be dacht. Dat ontbrak er nog maar aan, dat wij eigen haard zouden ontblooten Herhalingsondarwijs. Wat men kan verwachten van de deelneming aan het herhalingsonder wij a nu dit, bij amendement, in de leerplicht wet niet verplichtend is gesteld, zou eenigzins zijn op te maken uit de mededeelingen, voorkomende in het verslag van den toestand der provincie Friesland over 1894, zegt het Hbld. Blijkens het verslag was het getal gemeenten, waar dit onderwjjs werd verstrekt ten behoeve van hen, die het gewoon schoolonderwijs hadden genoten, evenals in 1893, slechts 27 (in 16 gemeenten bestond dus de gelegenheid daarvoor niet) met 1039 leerlingen, waarvan 52 op vier bijz. scholen en bovendien nog aan de openbare lagere rijksschool te Willemsoord, waar aan 16 leerlingen dit onderwijs verstrekt werd. Het meest beteekenende is evenwel dat van 80 openbare inrichtingen, waar de gelegenheid bestond herhalingsonder wijs te genieten, tengevolge van gebrek aan belangstelling, geen gebruik gemaakt werd. Anarchistische leer. Het volgende is een uittreksel uit een werk van een der meest invloedrijke anarchisten, den Russischen officier Bakounine „Derevolutionair is een gewijd mensch hij heeft geene persoonlijke belangen, geene neigingen, geen eigendom en ook geen naam. Alles wordt bij hem in beslag genomen door één eenig uitslui tend belang, één eenige gedachte, één eenige hartstochtde revolutie. In het diepst van zijn wezen, niet slechts in woorden, maar in de daad, heeft hij volkomen gebroken met de burgelijke orde, geheel de beschaafde wereld, de wetten, de gewoonten, en de algemeen zijn en niet altijd in het kantoor kan wezen." „Geen tegenspraak GjJ weet, dat ik daarvan niet houd. Ik wil, dat gij elk oogenblik voor mij gereed zijt. Het past mij niet u achterna te loopen. Houd uwe praatjes maar vóór u." Daar de oude met een hoogroode kleur en als een aangeschoten ever zwijn in het kantoor op en neer liep, achtte Jensen het 't best te zwijgen. Hy zette zich voor zijn lessenaar en begon te schrijven, overtuigd, dat zijn patroon, zooals hij van vroeger wel wist, spoedig tot inkeer zou komen. Het duurde ook niet lang, of de oude heer kwam bij Jensen staan en zei op wel willenden toon „Jen3enWil je noteeren, dat drie van onze ladingen op de Elbe zy» aan gekomen en dus binnen kort voor de stad zijn? Voor bergplaats heb je ge zorgd. Wij zullen alles moeten opzol. deren, wijl de markt geen daielijken verkoop toelaat. Zorg voor eane coulante

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1900 | | pagina 1