S8e
Donderdag
10 Augustus
.svsasraiftss.
imeÉniL
1900.
lomend Meisje
No. 192.
dienstbode
|Van week tot week.
Levensgroot geteekejul
[kAYONPORTRETTEN a jl
lling van Albumportret zuiv '1
[.Spoedige aflevering.
i>ja Muurvo^l
Prins Hendriksweg Z 19)
of 1 September een flj^
Walst raat I. 179.
'OND een net
I AdresBellamykade G. I
lOJIBOOTDIENST
fl
7.30
tt
8.45
9,-
7.30
tt
8.45
9—
7.3o:
ff
9.15
9.-
7.30
tt
8 45
9.-
7.30
ff
8.45
9.-
7.30
ff
8,45,
9.-
7.30
If
8.45
9.-
7.30
ff
8.45
9.-
7.30
ff
9,15
9.-
7.30
ff
8.45
9.-
7.30
ff
8.45
9.-
7.30
tf
8,45
9.-
7.30
ft
8.45
9.-
7.30
t
8.45
9.-
7.30
ft
9.15
9.-
7.30
tt
8.45
9.-
2 21
9 28
19 55
|0 7
5 *6 23
I 6 53
5 8 16
7 33
8 1
1
8 47
9 47
•10 1
D
*1048
112
D
•11 13
In reizigers le en 2e ki.
10 36
24
6 16
10 28
125
63
1140
310
7 25
1222
3 50
85
12 38
44
8 21
12 55
4 22
8 38
VLISSMIGSCHE
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 6 cent. Men abonneert zich by allo Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
,iv-v ri
W'1
Kq&S ar
COURANT.
ADVERTENTIËNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
VirsehtJnt dagölflks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telephoonnnmnier IO.
I
Abonnemcnts-Advertontiën op zeer voordeelige voorwaarden.
tschenliggende plaatsen.
|van vertrek in Augustus.
V. Vliss, V.Middelb. V. Rotted.
naar naar n. Middelt I
Rotterdam. Rotterdam.| en Vlies.'
Amsterdamsche Tijd,
vm. 7.30 vm. 8.45 vin. 9.-
por van den Agent zal op
:eopend zijn van des voor-
r tot des namiddags 12^
des namiddags 5 uur tot
jïCHE HAVENDIENST.
Igen :vm. 66 20 77 50
|l0 9 40 10— 1020 10 40
nm 1 10 1 30 2 220
|0 8 40 4 4 20 5 5 20
7 50 8 20.
ensluie vm 6 lu 6 30 7 10
9 20 9 50 10 10 10 SO
11 50 12 10 nm 1 20 140
3 10 3.30 3 50 410 4:10
7ZO 7 40 K— 8 «i
11 us 1900.
llJD
Jl 55a) nm3 15 G 20b)
12 20a) 3 50 G 50
r25 nm 1 55a) 4 15
145 2 15a) 5 05
|55a) 3 30 20b)f)
15a) 3 50 6 40f) -
vm 810
8 40
|an 5,20 naar Breekene eu
keii.gen naar Borsseie en
laangaiegd.
len liet apoorwogatitiou
jiu het gebleken is, dat de Chineescbe
[aten, hoe ongunstig ook, er toch niet
ongunstig voor stonden als men
vreezen moest, nu schijnt het wel dat
I /.uid-Afrika op nieuw aller aandacht tot
I ach trekt en openbaart zich de algemeene
1 belangstelling op nieuw in sterke mate.
Maar wellicht wordt dit ook nog door
I bijzondere omstandigheden bevorderd.
I En waarlijk, daar is wel reden voor.
In de Vereenigde Staten heeft men
inds lang de noodzakelijkheid ingezien,
van te breken met een stelsel, dat te
I kwader ure onder het presidentschap
I van Mackinley is aangenomen, het stelsel
Ijjr veroverings- en uitbreidingspohtiek,
lea, na de onbewimpelde verklaring van-
Iden tegen-candidaat voor het president-
Isehap, den heer Bryan, dat hij zou
|»enschen tot de vroegere staatkunde
te keeren en bepaaldelijk aan de
ijjnen, dat lastige blok aan het been
Ivan Amerika, de onafhankelijkheid te
■hergeven, die het feitelijk reeds zoo
■wat heeft, mag men veilig aannemen,
liat zijne verkiezingskansen zeer aan
merkelijk gestegen zijn.
•Eenigszins zijn daardoor ook zeker de
pateen der Zuid-Afrikaansche republieken
om als zoodanig te blijven
't Zal wel eene quaestie van
(volhouden wezen, en, dat ze volhouden,
Ier, goed ook, bewijzen de feiten der
|aaf8te dagen.
Het is zoo goed als zeker, dat het
jVestea van Transvaal van Engelschen
|giiwerd is. Het merkwaardige woord
van den heer Roberts, dien grooten
fciiversar, en thans bijzonder goed op
pijn plaats, vooral sedert de Engelsche
■pperbevelhebber het niet zoo dikwijls
lieer gebruikt.
I Wanneer men zich herinnert, dat
wichten van Boerenzijde van dien kant
Inbreken en dus de zaken wel niet al
ongunstig zullen zijn voorgesteld, dan
(met men inderdaad over de jongste
piten zeer tevreden zijn. Elandsrivier
»r de Boeren genomen en het garnizoen
[rongenRustenburg en Zeerust ont-
fcimdMafeking op nieuw bedreigd.
J Haar dan, het zedelijk gewicht van
®n toestand. Hoe kan Roberts in
naam opereeren 't Is waar,
19 heeft den zeer harddravenden cavale-
Iman French, maar het is de vraag ot
biet wat al te hard van stal loopt.
19 toch moet het geweest zijn, die den
|i"t oostelijk van Middelburg voort-
Itte, waar men hem natuurlijk zoo snel
let volgen kon, en hij zal het dan ook
|e! wezen, die, als het gerucht waarheid
r3UfcïA£T 08.
van Kans von Zobelfitz.
Izij was er zelve de schuld van
L*5 n'etWy mochten haar wer-
1 Sfaag lijden, wij vonden haar zelfs
aardig", met haar slanke gestalte
snaai, fijn gezichtje, waaruit de
oogen je zoo droefgeestig aan-
pkere
was zij toch ook nog jong
en- twintig, en dat zag
bl if' Ze'^s n'et eena aan' vvanneer
■iit'k wan|»0n eens een beetje meer
legan. Maar zij verkeerde sedert
sestiende jaar'op elk bal, in elk
altyd in hetzelfde kringetje.
bevat, door de Boeren met groot verlies
op Middelburg werd terug geworpen.
Intusschen volgen wij met groote
spanning het schaakspeldat aan
de Vaalrivier gespeeld wordt tusschen
de Wet aan de eene zjjde en Methuen
en Kitchener aan den anderen kant.
Het moet, voor die groote heeren
een verbazend onaangenaam gevoel
wezen, dal zij met hun groote macht
en hun even groote hulpmiddelen, de
betrekkelijk zooveel kleinere van de Wet
niet kunnen vangen, en zij zijn er zoo
op gesteld, deze partij te winnen dat
zij blijkbaar over het hoofd zien wat zij
intusschen verliezen.
Want verliezen noemen wij het, wan
neer, zooals nu het geval is, de Boeren
zich telkens weer van eenige plaatsen
in den Vrijstaat meester maken en telkens
weer de hoofdlijn van den spoorweg af
snijden.
Moet het ontdekken van een samen
spanning om Roberts op te lichten in
dien stand van zaken niets eenigszins
den indruk maken van een afleider te
zijn Er zal waarschijnlijk wel iets
gebeurd wezen. Waarom ook niet, zouden
wij willen vragen. Het wordt toch van
Engelsche zijde volmondig erkend, dat
het te Pretoria zoo onveilig mogelijk is.
Blijkbaar is men er niet gerust en zenuw
achtig bevreesd voor een aanval, zoodat
er 's avonds ook geen treinen meer
loopen en allerlei voorzorgen tegen over
rompeling worden genomen. En dat is
dan de residentie van den overwinnen-
den generalissimus
Kal de Ghineesche regeering de gezan
ten uit Peking krijgen Vermoedelijk
nietwant zij hebben geen verlof, ver
langen dat ook niet, en zullen het ook
niet krijgen, om onder Chineesch escorte
naar Tientsin te worden gebracht. Het
plan is en blijft om de gezanten te
Peking te gaan verlossen en dan daar
de Ghineesche zaken te regelen. Uit
stekend, maar dan mocht de zaak wel
wat flinker worden aangepakt, want
wanneer de Chineesche regeering, zooals
zij doet, de verantwoordelijkheid voor
het welzijn der vreemdelingen van zich
afschuift, dan is elke dag verzuim een
gevaar te meer.
Voor ons is het niet meer de vraag,
of de Chineesche regeering aan het ge
beurde schuld heeft of gehad heeft. Voor
ons bestaat alleen het feit, dat zij blijk
baar machteloos is om iets te doen en
niet zij, maar de Boksers en de soldaten
de baas zijn. In dien stand van zaken
kan er moeilijk sprake zijn van een
oorlogalleen maar van een vriend
schappelijke herstelling van de rust
waarbij China toeziet en het gelag be
taalt.
De vaandrigs, die vóór tien jaren met haar
hadden gedanst, waren nu reeds tweede
luitenants. Tien jaren 't was om
medelijden mee te krijgen
Sommigen, al waren het er niet
veel, vonden zelfs dat zij nogal onder
houdend kon babbelen. Maar de meesten
wilden daarvan niets weten. Doodelijk
vervelend vonden zij haar, een echt ja-
en-neen-juffertje.
Een verleden dat eenigszins belang
inboezemde had zij niet. Niemand her
innerde zich dat zij ooit een blauwtje
had laten loopen of een „ongelukkige
liefde" had gehad.
Ze had er ook geen slag van zich
eens aardig te kleeden. Altijd was zij
in het wit, nu eens met een blauw, dan
weer met een rood ceintuur. Altijd min
stens een jaartje bij de mode ten achter.
Maar al was dit zoo, toch was ze altijd
goed gekleed.
Met de dames scheen ze ook al niet
best te kunnen opschieten. Den ouden
dames was zij een beetje te „zelfstandig",
Wij wenschten intusschen wel dat
de oude graaf von Waldersee, de nieuwe
opperbevelhebber der Duitsche troepen
en van het gemeenschappelijk Corps,
vleugelen kon aanbinden, om aldus een
spoedige reis naar het oosten te maken.
Het gaat ons altemaal zoo omslachtig
en langzaam in zijn werk. Ons klinkt
altijd maar die noodkreet uit het En
gelsche gezantschapsgebouw te Peking
in de ooren, die noodkreet, die er eene
is tot den moloch der politiek, die tel
kens schreeuwt om nieuw- offers op
zijn nimmer verzadigd en altijd bran
dend altaar.
De visschers na de droogmaking der
Zuiderzee.
De revue op de Zuiderzee heeft on
willekeurig doen denken wat het lot
der visschers zal zijn als deze groote
plas zal ingedijkt zijn of zelfs een deel
er van afgesloten. Dat de welvaart der
aan de Zuiderzee wonende visschers in
't hart getroffen wordt, zal wel niet be
hoeven betoogd te worden.
De Staatscommissie, die belast was
met de plannen op te maker tot droog
making der Zuiderzee, heeft echter dit
gewichtige bezwaar niet overgiet hoofd
gezien maar in hare berekening ean zeer
ruime vergoeding opgenomen voor de
schade, die de visschers door eene droog
making of reeds bij afsluiting Yan de
Zuiderzee zouden kunnen lijden.
De visschers zullen zicli dan echter
eene groote verandering in hun bedrijf
moeten getroosten. Bevaren de meeste
hunner nu nog slechts de Zuiderzee in
vaartuigen van weinigen diepgang omdat
de ondiepe zee dat vordert, thans zullen
zij van den nood eene deugd moeten
maken en langs de kanalen varende,
die in de drooggemaakte zee zullen ge
maakt worden, naai de Noordzee moeten
stevenen om daar hun vischterrein te
vinden.
En zoo kunnen zij dan ook in hunne
woonplaatsen, waaraaD zij zoo gehecht
zijn, blijven zoolang hun bedrijf hen niet
elders roept.
Volgens den heer G. Vissering in het
Handelsblad is de Staatscommissie van
oordeel dat bij afsluiting van de Zuiderzee
schadeloosstelling in den volgenden vorm
behoort te worden verleend
„a. het verschaffen van vaartuigen,
uitgerust en geschikt voor de visscherij
op de Noordzee, aan die visschers, welke
thans hun bedrijf uitsluitend of voor
namelijk op de Zuiderzee uitoefenen
„6. verzekering tegen ongelukken van
den jongeren bleef zij vreemd.
Vermogen had zij ook niet noemens
waard.
Op een casinobal zat zij altijd aan
denzelfden kant, tegenover het orkest,
met den kleinen witten waaier in haar
schoot, de melancholische oogen rechtuit,
om de lippen een eenigszins vermoeid
lachje.
Natuurlijk werd zij op haar tijd ten
dans gevraagd. Op onze bals mag geen
enkele dame geheel als muurbloempje
blijven zitten. Maar men danste met
haar alleen omdat men gevoelde dat dit
behoorde; maakte evenwel zoo spoedig
mogelijk zijne afscheidsbuiging en deed
dan nog gauw met eene andere een
extra toertje. Bij het souper zat zij naast
den jongsten luitenant.
De oude opperhoutvester, haar stief
vader, zat doorgaans aan het wisttafeltje.
Eerst aan het eind van den cotillon
kwam hij voor den dag, liep met dreu
nende stappen door de zaal, plaatste zich
achter haai' stoel en wachtte tot alles
al de Zuiderzeevisschers, zoowel de onder
a genoemde als die welke thans ook
reeds de kustvisscbenj op de Noordzee
beoefenen;
c. verzekering van een weekgeld voor
de oude visschers
d. vrijstelling van havengeld voor de
vaartuigen van alle tegenwoordige
Zuiderzeevisschers.
De Staatscommissie nam dan verder
aan, dat voor de visscherij, op de
Noordzee uit te oefenen, in aanmerking
zouden komen de mannen van 12 tot
55 jaap, zoodat aan al dezen ter vrije
keuze nieuwe blazers of botters of wel
nieuwe loggers met volledigen inventaris
zouden worden verschaft in de verhou
ding van een botter op elke 3 man of
een logger op elke 13 man, zijnde het
getal bemanning vereischt voor die
vaartuigen.
In het onderhoud van de visschers,
reeds ouder dan 55 jaar, bij invoering
van dezen maatregel, zou voorzien
worden door het aankoopen van eene
ljjfrente, terwijl nog eene afzonderlijke
regeling wordt gewenscht voor visschei'3
die in de eerste jaren na de nieuwe
regeling den leeftijd van 55 jaar zouden
bereiken.
De visschers, die aiduS zouden worden
geholpen aan nieuw materiaal of aan
een lijfrente, zouden evenwel hun oude
vaartuigen aan den Staat moeten afstaan.
Bovendien zouden alle visschers op
Staatskosten tegen ongelukken worden
verzekerd wegens het groote gevaar van
visschen op de Noordzee, terwijl aan alle
vrijstelling van havengeld zou worden
verleend.
Voor dit doel is uitgetrokken een som
van l1/-! millioen gulden, welke som is
begrepen onder de kosten van droog
making.
De heer Vissering besluit aldus
„Men ziet dus, dat die arme Zuider
zeevisschers bij eene eventueele droog
legging of afsluiting volstrekt niet met
ondergang worden bedreigd; doch dat
integendeel zij, die thans moeilijk hun
bestaan verdienen moeten met gebrekkig
veelal zeer oud materiaal, dan op eens
in het bezit zullen komen van nieuw en
veel deugdelijker materiaal, terwijl zelfs
aan de ouderen een geheel onbezorgde
ouderdom wordt verzekerd, iets wat
thans voor hen bijna onbereikbaar is.
Waren bij de droogmaking alleen de
vis; cherijbelangen gemoeid, zoo zouden
de visschers mogen wenschen, dat met
dit grootsche werk liever heden dan
morgen een aanvang weru gemaakt.
Zijn collega's.
De heer Schaper, lid der Tweede Ka
mer, heeft eergisteren in eene in het
was afgeloopen. „Goed geamuseerd,
Nella?" „Jawel, papa!" „Nu, dan
gaan we maar naar huis." „Goed,
papa.
Zij woonden buiten aan het eind der
stad. Conversatie hielden zij er niet op
na. Maar het heette dat zij het heel
goed met elkaar konden vinden, stief
vader en stiefdochter.
Dikwijls vroeg deze en gene van ons
„Waarom komt juffrouw Haller eigen
lijk op een bal? Men kan haar immers
aanzien dat zij zich verveelt." Maar
niemand wist er een antwoord op te
geven. Misschien kwam zij uit gewoon
te, misschien vormden die balavonden,
niettegenstaande alles, toch nog licht
punten in haar somber bestaan. Misschien
ook knoopte zij of haar stiefvader altijd
nog eene hoopvolle verwachting aan die
feesten vast
In elk gevalopperhoutvester Von
Begori en juffrouw Nella Holler bedank
ten nooit. En hij speelde den geheelen
avond zijn robber, en zij zat tegenover het
wandelbosch te Winschoten gehouden
meeting voor algemeen kiesrecht de
gelegenheid waargenomen het doopceel
van eenige medeleden der TweedeKamer
te lichten..
Mr. Smeenge bekend als een der meest
democratische liberalen, komt z.i. dien
naam niet toe, omdat hij een verzoek
van het Comité voor A!g. Kiesr. om als
spreker op te treden, onbeantwoord liet.
Misschien, zeide spr. zat de benoeming
tot griffier van het gerechtshot er achter.
Zeker is dus de heer Schaper van zijn
zaak niet
De heer Tijdens, ook een liberaal, komt
slechts een enkelen keer in de Kamer,
en dan alleen om domheden te begaan.
Mannen als van Karnebeek en Bastert
moeten aan den kant worden gezet, omdat
door hun invloed sociale rechtvaardigheid
niet kan worden betracht.
By een volgende Kamerverkiezing
weten dusdemocratische kiezers op welke
candidaten zij hun stem niet moeten
uitbrengen.
'sEijks middelen
brachten in Juli 10,888,637 op, d. i.
388,440 minder dan in die maand
van 1899, niettegenstaande de sterke
drank weer 124,000 meer gaf.
Het totaal sinds 1 Januari is nu bijna
76Ys millioen, toch nog 4Y» millioen
meer dan in 1899.
Alle middelen zijn tot dusver nog
hooger, uitgezonderd alleen de wijn- en
bieraccijnzen, 83,000 en 29,000
lager, en de hypotheekrechten, die
9000 ten achter zijn.
Aan dir. belastingen kwam tot 31
Juli bijna 9 ton meer in, waaronder 1
ton van de bedrijfs- en 129,000 va*
de vermogensbelasting.
De opbrengst der invoerrechten is
440,000 hooger.
Het successierecht (ruim 8Y2 millioen)
droeg 18 ton tot het hoogere totaal van
1900 by.
De jeneveraccijns is wel nog ruim 8
ton beneden de raming voor zeven
maanden, maar toch ruim Y2 millioen
hooger dan verleden jaar.
Post en telegraaf gingen met260,000
en 76,000 vooruit.
De loodsgelden daalden met 8000.
Ambtenaren der N. 2. A. S. M.
De directie der Ned. Zuid-Afrikaansche
Spoorwegmaatschappij heeft eergister de
navolgende circulaire aan hare ambte
naren en beambten, die door de Britsche
regeering verdreven zijn uit de Zuid-
Afrikaansche Republiek, verzonden
„De vast aangestelde ambtenaren en
beambten der N. Z. A. S. M., die door de
Britsche regeering verdreven zijn, wor-
orkest aan den wand, danste het minste
van alle jonge dames, zoo weinig, dat
het dikwijls was om medelijden mee te
krijgen, zat met de handen in den schoot
over haar witten waaier gevouwen en
staarde met haar donkere, melancholische
oogen in de verte.
Er was iets heel merkwaardigs ge
beurd. In Januari 1870 werd majoor
Von Selgen bij ons regiment overge
plaatst. Wij wisten allen dat het slechts
voor korten tijd was. „Hij kwam ait
„de groote kraam," zou een poosje batal
jonscommandant wezen en dan zeker
weer bij den grooten staf worden terug
geplaatst. Maar ook den eersten dag
wisten wij al dat hij zijn bataljonscom
mando niet als eene sinecure opvatte.
Hij maakte den indruk, eene krachtige
persoonlijkheid te zijn. Een slanke, byna
magere gestalte, bijna 'leelijk van uiter
lijk, imponeerde hij toch door zijn ge-
heeie optredeu. Mou bemerkte omxiid-