I iét sa it Bruid. Maandna iflö over 88e iaarf 1900. Ilels over Tolstoianisme. D i Gemeentebestuur. 1 brengen ter ltenms van belangheb- I pende ouders of voogden, die hunne I kinderen of pupillen met lo. September e.k. I" dat van af Maandag den 15 Juli tot L met Saterdag den 18 Augustus e. k. aangifte van nieuwe leerlin&en No. 189. zeker zijn wil, de EclltfJ Jacao te ontvangentesamen- na vele prtefnemingen iu (jen loinen onder den naam des uitvinders liaelis, vervaardigd op de beste [in het wereldberoemde étabblissa. Gebr^ Stollwerck te Keulen, .Dr.U2iefeafilij* ikel-G&c&o Jte bassen. jikel-Cacao is met melk gekoofct lename gezonde drank voor dage. Rruik, (een a 2 theelepel van 't [i een kop Chocolade) Als genees- Irank bij geval van diarrhee slechts |ta gebruiken. r bij dt voornaamste H. H. Apo- fcnz. Ko. prcefbusjes t 180, c. 0,90, c. 0.35 rtegenwoordiger voor Nederland j ulius Kattenklodt, jberüaia, Kaiverstraat 103 (MTRAMDiESST lüSINGSN en K1BDBI1 BÜB8 pingen Semieevm 4 50 5 55 kerkdagen) Pan Zeümarklvu 11— 1145 nm 1230 2- 155 8 30 10 15. huis nm 1 15 2 45 415 5 55 lel burg naar Zeiimarkt Vlis-un- 6 28 (alleen op werkdiiger,! 1150 nm 1 20 2 50 4 20 120 10 20 11 mis: nm 1235 2 5 3 35 5 15 tóCHE HAVENDIENST. Ingenrvm. 60 20 7— 7 50 10 9 40 10— 10 20 10 40 12 nm 1 10 l 30 2 220 120 3 40 4 4 20 5 5 20 10 7 50 8 20. 'jiteflsiuiavm 6 10 6 30 7 10 19— 9 20 9 50 10 10 10 30 11 50 12 10 nm 1 20 1 40 50 3 10 3.30 3 50 4 10 4 30 10 7 20 7 40 8— 8 30. i iSreekeiis-llIalileglieiii. J(Greenwichtyd.) ens 6.23, 8.25, 10.37, 1.18, Ibrug—Sluis 5,31, 6.9, 7.35, T.,51, 2.35, 5.33, 8.24. 9.25 ghem 7.42, 10.—, 1,38, 4.32, -Draaibrug 5.51, 6,29. 8.10 |2.10, 5.6, 8.3,9.5,9.45. Ilus 1900. riJD 11 55a) nm3 15 6 20b) ]12 20a) 3 50 6 50 25 iim 1 55a) 4 i5 45 2 15a) 5 05 55a) 3 30 6 20b)f) 115a) 3 50 6 4Gf) |e vm 8 10 8 40 pau 6,20 naar Üreukaus eu |lisningen naar Borsflele en aangeleg 1. en het spoorwegstation 2 25 f 12 40 6 53 7 53 6 20' 6 46 5 29 6 11 7 20 7 45 8 33 9 14 9 55 10 7 10 28 0 36 *6 23 6 53 8 16 9 47 *10 48 7 33 81 8 47 *101 1021 I) in reizigers le en 2e kl. 10 36 24 616 10 28 125 63 1140 310 7 25 1222 3 50 8 5 12 38 44 8 21 12 55 4 22 8 38 VLISSIHGSCfl Pi'Us per drie maanden f 1.30. Franco per post 1.50. Afzondoriyko nummors 5 cant. Men abonneert zich by allo Bock handelaren, Postdirecteuren of rechtstreek? bij don Uitgever F, VAN DE VELDE Ji., Kleine Markr,, J. 187. Verschuil* dsgelflks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telephoonnu te Cöüvaiit behoort ee& tpietsel. BEK'ESDBAKIHG. .kw/ifte van nieuwe leerlingen voor de Openbare Lagere Scholen. Burgemeester en Wethouders van I Vlissingen; I TOUsclien toegelaten te zien tot eene lte Openbare Lagere Scholen in deze gemeente uitsluitend ter Gemeente secretarie (Bureau Bevol- Iking) iederen werkdag van des voor- middags 10 tot 12 uren gelegenheid tot Ivoor die scholen gegeven wordt I en dat ingeschreven kunnen worden lille kinderen, die in 1894 of vroeger «oren werden, dus zij, die in den loop Ivan dit jaar zes jaren geworden zijn, Mg worden, of wel reeds ouder zijn. Vlissingen, den 13 Juli 1900. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, WITTEVEEN. ii. Mes heeft er meermalen de aandacht Jp gevestigd, maar het mag nog wel worden herhaald, dat uit de leer fan Tolstoi noodwendig andere dingen voortvloeien, die hij niet wenscht ft toch geheel in zijn stelsel liggen. Wanneer men niet bij het leger wil penen, omdat het leger er is om des- J maatregelen van geweld te nemen, Ban bedenke men dat het leger betaald Jortt met de belastingen. Hetzelfde Jelilt voor de rechterlijke macht, die er Tolstoi niet wezen moet, omdat feu geen rechtzaak aanhangig mag faken en het kwaad niet straffen, aai dan moet men ook weigeren om g te betalen of handelingen te luiohten, die met het een of ander in fitand staan. j Trouwens, zoowel de Staat als de |eik, zijn instellingen, waarvan Tolstoi i dat ze niet noodzakelyk zijn. |9 wil niets weten van dwingende Jachten en daaruit volgt van zelf, dat 'eigens hem geen gehoorzaamheid Ja wet of gezag denkbaar is. JFymULETQES. 112 *1113 Van PICHX.HR. v had de hand reeds aan de l°ende oude hem nog eens scherp B he brieven moeten door de L«hen,heen aan de Duitschers ge- L/°^en, zal de Deen dat goed Gaat het, Knoet Froden, hij zal Mie Lars. voor recht en plichtant- Ita i!\ UUl was °P 'let ondertand reeds beTOM>i,,g_ Helgolander visschers Het is te begrijpen, dat iemand, door zeer veel te studeeren en te denken, indien hij met een rijke verbeeldings kracht begaafd is, tot zulke uitersten komtdie uitersten zip dan ten minste nog de vrucht van het vrije onderzoek, al hebben zy in dit geval het karakter van vruchten eener ziekelijke overprik keling. Maar zij die gelooven op het gezag van Tolstoi en napraten wat ze mooi vinden eD er naar handelen, zij zijn gevaarlijke individuen, zooals alle dwepers. Zij hebben geen grond onder hun voeten en staan steeds bloot voor het gevaar om tot een uiterste over te slaan. Wij kunnen ons heel goed voorstellen, dat iemand dweept 'met het leven dei- eerste christenen en met het zooveel eenvoudiger samenstel der maatschappij in de eerste tijden der geschiedenis. 1 Maar Tolstoi vergeet dat het aan „gezag" I nooit ontbroken heeft. Toen de mensehen nog maar leefden bij enkele families, zonder eenig verder verband, toen was het de vader der familie, bij wien alle gezag berustte, en die juist daarom met een geheel onbeperkte macht bekleed was. Tolstoi houdt volstrekt geen reke ning met de feiten der historie. Toen de afzonderlijke menschengroepen door geheel natuurlijke oorzaken meer met elkander in aanraking kwamen, toen ontstond tusschen hen langzamerhand eenheid van belangen en daardoor ook eenheid van behoeften en het is deze eenheid, waaruit zich van lieverlede de eenheid van den Staat ontwikkeld heeft. Dat daarbij dikwijls ook het ruwe geweld en de willekeur een rol hebben gespeeld, doet hier niets tot de zaak. Ook op de Kerk is Tolstoi fel gebeten. Het had moeten blijven zooals het was in den tijd der eerste christenen. We willen nu niet tegenspreken, dat het wenschelijk zou wezen, dat ieder christen zoo hoog stond, dat hij de tucht van het kerkverband kon missen doch wij hebben rekening te houden met de feiten, en dan zien wij dat de Kerk en het burgerlijk gezag een heilzamen invloed uitoefenen, en, wat er ook ont breken moge aan de organisatie van Staat en Kerk, hoe dikwijls hun verleden is bevlekt en ontwijd, het zijn instel lingen die een natuurlijk gevolg zijn van den loop der dingen, die al het bestaande als het ware beheerscben ec leiden. Tusschen Kerk en Christendom ziet Tolstoi echter hoegenaamd geen verband en integendeel niets dan strijd en hij meent dat de kei ken den hoogmoed, het geweld, de eigendunkelijkheid, het con servatisme en den dood vertegenwoor digen, terwijl het christendom de nede righeid, de boetvaardigheid, de onder en Engelsche matrozen stonden in groe pen bijeen, de eersten stug en stom, de anderen levendig pratend zywaarts van het groote houten pakhuis, dat de Engel- schen gebouwd hadden, zaten eenige kleumende vrouwen en wachtten met de broodkorven en brandewijnflesschen, tot hare vaders en mannen het benoo- digde voor de reis verlangden. Het was de vraag of de postvaart naar Neuwerk zou doorgaan of niet. De Helgolanders namelijk rekenden er zich niet toe verplicht, al hadden zij ook sinds de inbezitneming van het eiland vrijwillig er in voorzien. Van daag was Knoet Froden echter niet aanwezig, de man, die niet alleen tot dusverre zijn schip voor die gevaarlijke tochten had geleend, maar ook persoonlijk alle ver antwoordelijkheid op zich had genomen. De schuit danste wel is waar dicht bij het strand in de laatste branding, maar haar schipper lag met zijn oude kwaal te kooi en zijn gewone gezellen wilden de reis niet zonder een verantwoorde- werping, de vooruitgang en. het leven beteekent. Tolstoi wil het christelijk beg van de broederschap der volk'en. Wan neer dat beginsel beleden .vordt, en dientengevolge de regeerman zul' vallen, dan zullen de groote slachtpar tijen verdwijnen, die men oorlogen noemt. De menschen zullen dan slechts één geheel vormen. Nu, 't is gemakkelijk genoeg te be grijpen dat, wanneer alle folken éi -> waren, de tegenwoordige fegeeringen zouden ophouden te bestaaii. Er zo" dan slechts ééne regeering wezen of, volgens Tolstoi, in 't geheêl geen want in zijn oog is er dan toch geen Staat, evenmin als een Kerk Maar zou Tolstoi dan r dat al die verschillende n n, verschillend in behoefte in begrippen en beschou >,1 en zeden, in godsdiens dat die op een goeden hoedje zullen te vangen dat oogenblik af vreedzaa, arbeid naast elkander te er dan in die groote maatscl eenheid van belangen en behoefte bestaan aan regeling En zoo ja, zal men zich dan sturende macht onderwerpe Zoo ja, dan is daarmede de lijkheid van het gezag reei Zoo neen, dan is die ideate he een verzameling van anarci hebben we niet alleen de onzer medemensehen te vreezen, maar zijn reddeloos overgegeven aan alle machten der natuur. En daar zou dan geen oorlog, dat wil zeggen geen trljd zijn (Ingezonden.) Sedert het rijwiel algemeen in gebruik gekomen is, ook bij den kleinen burger stand, zoodat het thans met recht mag genoemd worden „het democratisch ver voermiddel" sedert dien tijd, zeg ik, openbaart zich bij ieder de lust, om tot nu toe onbekende streken te leeren ken- nen.De Vlaamsche wielrijder, eenmaal de omgeving van zijne woonplaats afgetoerd hebbende, richt gewoonlijk zijne blikken naar het land van Walcheren (in zijn mond heet het Walkeren) of naar het land van Goes, maar by voorkeur naar het eerstgenoemde schiereiland. Dat gaat dan op een schoonen morgen per fiets naar Terneuzen of Breskens, om van daar met de eerste boot over te lijken voerman ondernemen. Het hielp den Engelschen niet, of zij al scholden op de Friesche stijfkoppen en er op wezen, hoe zeer het noodig was, dat het postpakket werd overgebracht 1 De Helgolanders gaven even weinig om hun gepruttel als om het dreigen met de ten noorden van het eiland geankerde oorlogsbrik, die de brieven gebracht had en nu de visscherssloep zou begeleiden en beschermen. Zij vertrekken hun ge zicht niet bij al dat schimpen en dreigen. Hunne koppigheid wond de Engelschen op, zoodat deze eindelijk bijna woedend werden. Het leek er reeds naar, dat het van woorden tot daden zou komen, en er werd reeds menige vuist gebald weinig tijds nog en het ware tot geweld dadigheden gekomen, die den eilanders allicht in de toekomst slecht waren opge broken. Op dat oogenblik echter kwam een man in hooge zeelaarzen, het gele oliejak over den schouder en den zuid wester op het hoofd, de trap afgespron gen. Het was Lars. Beneden gekomen, U1AIT. lugfustus O an 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel ;e opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde lechts tweemaal berekend. Groote letters itsruimte berekend. iverteutiën op zeer roordeelige voorwaarden. vaien naar Vlissingen, waar de eigenlijke fie stocht een aanvang neemt. Onlangs kwam ik in gesprek met een Vlaamschen kennis, die meermalen zoo'n tochtje meegemaakt heeft, en die mij zijne, bij die gelegenheden opgedane indrukken mededeelde. Het kan voor de bewoners vi, i Walcheren zijn nut hebben, of, zoo het al geen nut heeft, het kan hun toch niet onverschillig zijn te vernemen, hoe C Vlaming over hen en over hunne streek denkt, temeer daar ik als zeker durf aannemen, dat zijn oordeel overeen komt met dat van de meeste Vlamingen, welke „Walkeren" bezochten. Ik laat mijn voren genoemden Vlaamschen kennis in het volgende zelf aan het woord, maar neem de vrijheid, zjjn Vlaamsch dialect door mijn Nederlandsch te vervangen. Het land vanWalcherenis eene schoone streek, een lusthof, een paradijs, zooals men in België vergeefs zal zoeken. Welke schoone akkers, wat een heer lijken, rijken oogst ziet men daar. Alles spreekt daar van welwaart en overvloed. Het gras der weiden lijkt er veel groener dan bij ons, en het welgedane vee, dat men daarop ziet giazen, zou een Vlaam schen kweeker doen watertanden. Maar het sieraad der weide is de Walchersche nelkster, kraakzindelijk gekleed in hare ;hilderachtige dracht, met frissche wan en en roode armen, voorzien van achtt iend blank geschuurde emmers en rmen, welke gedragen worden aan een een praetisch werktuig, dat vele Vlamingen nochtans zelfs bij name niet kennen. Op een van mijne tochtjes ontmoetten wij zoo een melkster op den weg. Wij stegen af, kwansuis om haar den weg te vragen, maar in werkelijkheid om een praatje met haar te maken. Wij waren verrast over de gevatte antwoor den, die zij ons gaf in hare eigenaardige, melodieuze taal. Walcheren is een Eldorado voor de fietsrijders, wegens zijne prachtige, goed onderhouden wegen. Hier en daar zagen wij de daken van heerlijke landhuizen tusschen het geboomte blinken. De boeren hoeven trokken ook bijzonder onze aan dacht. Alles getuigt daar van orde en zindelijkheid de gebouwen goed onder houden en netjes in de verfop het eri alles in regelde tuin goed verzorgd. Eens had ik het genoegen, een boeren woning te mogen binnentreden op uit- noodiging van den bewoner, wien ik te drinken gevraagd had, wijl in de naaste omgeving geen herberg te vinden was. Ik beken, dat het mij eigenlijk meer te doen was om het intérieur van zoo'n woning te leeren kennen. Zoo'n orde, zoo'n netheid, zoo'n comfort als ik daar sprong hij met een vroolijk gelaat te midden van de dreigende partijen en riep „Ieder doe zijn werk Knoet Froden stuurt mij Is alles klaar Na tien minuten was dan ook alles voor de afvaart gereed. De Engelschen sprongen in hunne boot en roeiden naar de brik, om daar het bericht te brengen, dat de blonde stijfkoppen, de Helgolan ders, eindelijk hun plicht begrepen had den, en gezellen van Knoet's schuit gingen door het water naar hunne sloep. Vooraan Lars, die groetend zijn hoed zwaaide naar de achterbly venden en meehielp om het vaartuig in dieper water te brengen. Een mooie dag zou het wel niet wor den, dat kon men wel zien, maar de nachtelijke storm had zich toch tot een krachtige bries gelegd, en zij, die op het eiland achterbleven, keken dan ook zonder bezorgdheid de afzeilende sloep na. Op het bovenland stond eenzaam eene omhulde meisjesgestalte, die de in den morgennevel verdwijnende visschers- zag, treft men in geene onzer boeren woningen aan. Een Vlaamsche boer, hier binnentredende, zou zich niet kunnen verbeelden, dat hij zich in het huis van een vakgenoot bevond, maar zou veeleer wanen, in de woning van zjjn eigenaar te vertoeven. Ik werd door de vrouw des huizes allerminzaamst ontvangen, en genoot in het huis gedurende mijn kort verblijf, de meest mogelijke gast vrijheid. Reeds bij mijn eerste bezoek aan Walcheren mocht ik de ondervinding op doen, dat de bewoners gastvrij en hulp vaardig zijn. Ziehier onder welke om standigheden. Wij waren met ons zessen, allen leden der Msche veloclub, uitgetrokken om Walcheren te bezichtigen. Het doel der reis was Westkapelle. Wanneer men dat dorp nadert, maakt de weg, bij den toren, eene onverwachte en sterke bui ging. Toen wij dat gevaarlijke punt naderden, dat niemand onzer toen nog kende, waren wij in druk gesprek met elkander en trapten daarbij stevig door. Onze voorrijder zag het gevaar pas toen het te laat was. Hij remde uit alle macht met rem en pedalen, doch dit kon niet verhinderen, dat hij met machien en al in een moddersloot terecht kwam. Wij vijven, die hem volgden, door zijn voorbeeld gewaarschuwd, sprongen uit het zadel, en redden onzen metgezel uit zijne benarde positie. Druipnat, de kleeren beslikt en bemodderd, begaf hij zich naar eene nabijgelegen woning, waar hij door de vrouw des huizes met de meeste zorg verpleegd werd. Zij gaf hem kleeren om aan te trekken, terwijl zjj de zijne reinigde, en omringde hem met moederlijke zorgen. Van die goede vrouw vernamen wij, dat reeds menig wiel rijder op die plaats een ongewenscht bad genomen, en dat nog een veel grooter aantal, niet bedacht op de sterke buiging van den weg, daar gevallen waren, of zich van hun zadel hadden laten glijden om het lot van onzen reisgenoot te ontgaan. Het ware te wenschen, dat vanwege de gemeente Westkapelle of den Neder- iandschen Wielrijdersbond op dat gevaar lijk punt een teeken ter waarschuwing geplaatst werd. Dit incident belette ons niet te Westkapelle het heerlijke zeege zicht te genieten. Toen wij vandaar vertrokken, waren de kleeren van onzen kameraad zoo goed als droog. Al wat Hollander heet heeft in België reputatie van eerlijkheid en oprechthetd, en het is mij meermalen gebleken, dat de bewoners van Walcheren die schooue deugden in niet minder mate bezitten dan hunne landgenooten. Een uiterst aangenamen indruk ont- sloep nastaarde en zonder geluid, maar uit het diepst harer ziel bad „Mien lieve Heer God, laat het lukken I Met Lars aan het roer was de sloep inmiddels in vrije zee gekomen en zoo dicht het Engelsche oorlogschip genaderd, dat het postpakket, tegen het water gewikkeld in geteerd linnen, aan een lijn door een krachtige hand kon worden overgeworpen. De Helgolanders maakten het van de lijn los en bergden het in hun open vaartuig achterin. Lustig ging het daarop met een aan- wakkeienden wind zuidoostwaarts op, den mond der Elbe tegemoet. Terwijl de sloep door de schuimende grauwe golven sneed, lichtten ook de Engelsehen hun anker, zetten de zeilen bij en volgden op een afstand. Wel op een afstand, want reeds na een uur minder de het oorlogschip zijn zeil en bleef meer en meer achter. Lars zag de masten van zijn konvooier langzamerhand kleiner worden en toen de baak van

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1900 | | pagina 1