Cacao.
'EBTHA.
88e Jaargang.
e-Tafel,
A US,
Vrijdag
10 Augustus
i' i L e T et
•e-Tafel,
KUS,
Ca met weemoeti aaQ <ien
*0. 187.
1900.
EN
EN
I hariC'iZOnnigen kindertijd terug. Ook
I dien doorleefd ook zij had
rck's
en Cacao
r,
iz. Medaillen;
r
I 2,75.
99.
1 2,75.
us lus 1900.
I0RTIJD
m. 11 55a) nm 3 15 G 20b)
nm 12 20a) 3 50 6 50
10 25 nm 1 55a) 4 15
10 45 2 15a) 5 05
3 30 6 20b)f)
i 3 50
11 55a)
112 15a)
k. C3-
'kerke vm
6 40f)
8 10
8 40
VLISSIlGStHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco por post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks b(J don Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
op machinaal gebied, verhe.l
en fijnste grondstoffen, garan-"
ntwoordende aan den inhoudl
1874 schreef de Accademfel
première classe en consl-l
te Chocolat, bonbona variéal
H. Confiseurs, Banketbakkers!
Nederland
103.
0MTRA.MD1ENST
LISSIN9KN en i'IDBELBÏÏkO v.v
lasiagen Remise: vm 4 50 5 55
werkdagen) Van Zeilmarhtvm
11 11 45 nm 12 30 2 -
6 55 8 30 10 15.
dhuis nm 1 15 2 45 4 15 5 55
ddelburg naar Zeflmarkt Vlium-
20 6 23 (alleen op werkdagee)
11 50 nm 1 20 2 50 4 20
9 20 10 20 11
idhuie: nin 12 35 2 5 3 35 5 15
NGSCHE HAVENDIENST.
iBsingen:vm. G6 20 77 50
9 10 9 40 10— 10 20 10 40
!0 12 nm 1 10 1 30 2 220
3 20 3 40 4 4 20 5 5 20
7 30 7 50 8 20.
Buitensluievm 6 10 6 30 7 10
0 9— 9 20 9 50 10 10 10:01
10 1150 12 10 nm 120 140
2 50 310 3.30 3 50 4 10 4 30
6 40 7 20 7 40 8—8 30.
am Breskens-Maldeglseui.
(Greenwichtijd.)
reakena 6.23, 8.25, 10.37, 1.18,
raaibrugSlnia 5,31, 6.9, 7.35,
11.51, 2.35, 5.33, 8.24. 9.25
ddeghem 7.42,10—, 1.38, 4.32,
lisDraaibrug 5.51, 6,29. 8.10
29. 2.10, 5.6, 8.3, 9.5, 9.45.
ADVERTENTIËNvan 1-4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. - B(j directe opgaaf van driemaal plaatsing derzolfde
advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliehé's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschijnt dagéigkü, oltgozondord op Zon- en feestdagen.
ïelephoonnrimrner ÏO.
Abonnements-Advertoutiën op zeer voordeelige voorwaarden.
Goed gezegd.
In het Schoolblad (van de heeren De
Raaf, dr. Vitus Bruinsma en C. H. den
I Hertog) wordt naar aanleiding van de
bespottelijke vragen op het toelatings-
ssanien voor de Kon. Mil. Academie te
groila aan de aspiranten gesteld, het
volgende gezegd
„Er was gevraagd een opstel te maken
I over een der figuren uit een roman van
Van I.ennep, Schimmel, Bosboom-Tous-
1 saint. Couperus en ook Anna
IdeSavornin Lohman.
„Wij gelooven ook dat het beter ware
Igeweest namen, als deze beide laatste,
niet op bet lijstje te zetten. Vooreerst
I omdat hierdoor bij de kandidaten voor
I volgende jaren, thans leerlingen der 4e
5e klasse onzer H. B. Scholen, de
I lectuur van de boeken van Couperus en
I Anna Lohman wordt aangemoedigd, wat
livlj in geen enkel opzicht aanbevelens
waard vinden. En dan, omdat men bij
zulke examenvragen in het algesneen
auteurs behoort te noemen, die
|niet met vrij wat recht tot de „klas
n" zullen kunnen gerekend worden,
lof van wie ten minste te verwachten
lis, dat zij ook over eenige tientallen van
■jaren nog gewaardeerd en gelezen zullen
worden.
,Ntl is dit zelfs van Couperus nog
ng niet zekerzijn jongste roman in
|De Gids, zoo geheel anders weer dan de
Ivorige, die weer geheel anders waren
luau zijn eerste, toont dat hij zelf nog
piet weet wat hij wil.
,En wat de werken van Mej. Anna
p.oliman betreft,dit zijn „tendenz boeken,"
n van den dag, aan welke boven-
llien ook door hun onbeholpen en vaak
llordige taal, zeker geen lang leven be-
pchoren ia."
Oordeel over een tooneelstuk.
Over een tooneelstuk dat thans te
Imsterdam, misschien wel met succes,
fordt opgevoerd, laat zich een recensent
in het Handelsblad lang niet malsch
i de volgende wijze uit
.Als het de taak der critiek was
feeds een mauvaise marque op te
tekenen, wanneer door een platheid
penden goeden smaak wordt gezondigd,
p ik aan het einde der voorstelling
ten van 6,20 naar Breskens en
in Viiaaingen naar Borssole en
akt.
i e t aangelegd,
oten en bet spoorwegatation
l 2,73.
99.
f 2,73.
Haar
H. KLEI Ti.
rij ',a(l geen wil, als de kinderen
pwten, En zoo bleef zij bjj hen en
r» hunne gesprekken aan. De arme,
f.nen hadden geen besef van het groote
P'es, dat zij geleden hadden, en Bertha
tiet gezind het hun duidelijk te
Waarom zou zjj hen bedroeven?
'O toch vroolijk en gelukkig bij den
Kochten leven en nooit ondervinden,
ZIJ in dien treurigen November-
F verloren hadden.
l,lmt gij ook mooie vertellen?" vroeg
ie"te Oustaaf. „Toen papa nog bij
u ,'iaS| heeft, mama ons altijd ver
ft;,,0' zu'ke mooi sprookjes
P arme weezen
La',zeker han ik ook sprookjes ver-
verscheiden streepjes hebben kunnen
tellen. Maar omdat een dergelijke
schoolmeesterachtige wijze van toezicht
oefenen in „Frascati", met een in dat
opzicht meerderjarig en door de wol
gevdrfd publiek, onbegonnen werk zou
zijn, heb ik maar geen lijstje voor
afkeuringen aangelegd."
Wat zal het echter baten zoolang het
publiek door zijn wegblijven geen protest
tegen zulke stukken aanteekent Zoo
breekt het zelf het tooneel af, waarvan
de ware roeping zoo geheel anders is dan
den goeden smaak en de goede zeden
te bederven en werkt het hen in de
hand, die het gaarne zouden zien ver
dwijnen omdat zij de zedelijke kracht
die van een goed tooneelstuk uitgaat,
niet vatten.
Evenredige vertegenwoordiging.
Door het Kamerlid mr. Van Gilse is
eene nota ingediend, waarin krachtig
wordt aangedrongen op invoering van
eene evenredige vertegenwoordiging als
het eenige rechtvaardige kiesstelsel.
In zeventien districten hebben, zegt
de heer Gilse, o. a. 36407 kiezers
zeventien afgevaardigden gekozen, ter
wijl 35,336 kiezers hunne stem te
vergeefs hebben uitgebracht, dus tot de
verkiezing van niet één afgevaardigde
hebben kunnen medewerken.
„Zooals de hierboven medegedeelde
cijfers doen zien, waren dit in 17 distric
ten reeds meer dan 35,600 kiezers, die
niettemin ter stembus waren opgekomen,
en bun aantal is voor alle honderd
districten tezamen, rekent men de dui
zenden en tienduizenden daarbij, die van
de stembus maar wegblijven, omdat er
in hun district toch geen kans is er een
candidaat hunner keuze door te krijgen,
op tweemaal honderdduizend stellig eer
te laag dan te hoog geschat.
Het brengt mr. van Gilse tot de vol
gende conclusie
„De eerste en noodzakelijkste verbetering
in de techniek van ons kiesrecht moet dus
zijn voor alle kiezers zonder onderscheid
het bezit der kiesbevoegdheid tot eene
waarheid te maken; meer dan op eenig
ander gebied is het op dat der kiesrecht
regeling een „eisch der rechtsgelijkheid,"
dat aan elke uitgebrachte stem gelijke
waarde wordt toegekend, m.a.w. dat
elke kiezer door het uitbrengen zijner
stem denzelfden invloed kunne uitoefenen
op het resultaat der verkiezingen, d.i. op
eenige gelukkige, blijde jaren gekend,
waarin zij niet behoefde te werken,
waarin geen armoede haar drukte. Zij
herdacht de sprookjes van hare kinds
heid en vertelde toen van de kleine
Anna, die in een bosch verdwaald was
en bij eene heks was gekomen, die haar
gevangen hield, en hoe zij toen bevrijd
werd door een grooten vogel, die eigen
lijk een betooverde prins was, en hoe
die haar weer naar mama had gebracht,
die haar in het vervolg beschermde en
voor gevaar behoedde
„En als men geen mama heeft?"
vroeg de kleine Gustaaf. „Wie be
schermt dan de kleine kinderen
„De goede God."
„Is die ver weg?"
„Die is altijd bij ons en wij voelen
steeds zijne zegenende hand. Aan ieder
goed kiDd zendt hij een engel, die on
zichtbaar bij hem is, ook als hij slaapt."
„Zal de goede Geld mij ook een engel
zenden
Aan u en aan uw zusje, als gij braaf
zijt.»
Hoe waar sprak zij, die arme oude
De herfstdagen zijn kort en de kinde
ren worden vermoeid. De oude juffer
muakte hunne bedjes gereed en dekte
hen warm toe. En toen zij ingesluimerd
waran, zat zij nevens hen en keek na
denkend naar de kleinen. Zij waren
de samenstelling der Vertegenwoordiging.
Dit is niet slechts het recht van den
Staatsburger, het is ook jen bovenal het
belang van den Staat, omdat alleen daar
door de waarborg verkregen wordt, welke
thans ten eenenmale woftt gemist, dat
de richting, waarin hek Staatsbestuur
wordt geleid op grond van de partijver
houdingen in deVolksvertegonwoordiging,
ook werkelijk in overeenstemming is
met die der meerderheid van de kies
gerechtigde natie.
Het radicaal weekblad „Vooruitgang"
betuigt ook zijn ingenomenheid met het
evenredige kiesstelsel, maar oordeelt
toch, dat het maar niet zoo voetstoots
moet worden ingevoerd.
Uit de katholieke en anti-revolution-
naire pers heeft het blad gemerkt, naar
het zegt, dat deze partijen met de nota
zijn ingenomen. Maar, aangezien die
partijen niet willen meewerken tot de
invoering van algemeen kiesrecht, of
zelfs tot het blanco maken van art. 80
der Grondwet, opdat de radicalen dan
algemeen kiesrecht kunnen invoeren,
geeft „Vooruitgang" het denkbeeld ten
beste, om toe te passen het stelsel van
„gelijk oversteken", en den clericalen
geen evenredig kiesrecht te geven, als
dezen niet tegelijk leveren een blanco
art. 80.
Het vertrouwen in elkanders zin voor
rechtvaardigheid, voor zoover deze niet
vereenigbaar is met het partijbelang, is
onder de politieke partijen niet veel
grooter dan onder paardekoopers en
groote mogendheden, zegt het blad, en
daarom dienen we het systeem van
„gelijk oversteken toe te passen door de
invoering van proportioneel kiesrecht en
de herziening van art. 80 onafscheidelijk
aan elkaar te verbinden.
„Is mr. Van Gilse dit niet met ons
eens?' vraagt „Vooruitgang."
Oneerlijke concurrentie.
Het verslag van de Kamer van Koop
handel te Rotterdam vermeldt omtrent
bovenstaand onderwerp het volgende:
„De Kamer vond aanleiding in eene
klacht van een groot aantal winkeliers
over de huns inziens ongeoorloofde wijze,
waarop in den laatsten tijd verschillende
winkels de koopers trachten te lokken,
om te wijzen op de wenschelijkheid,
hier te lande wettelijke bepalingen in
het leven te roepen teneinde de con
weezen, dubbele weezen, verlaten door
vader en moeder.
Toch nietToen het duister was
geworden, sloop de vader in huis en
naar hunne bedjes. Ach hij zag er
niet gelukkig uit. Hij was ter neer ge
bogen het bleeke voorhoofd en de
strakke oogen spraken van onrustige,
slapelooze nachten.
De kleine jongen had in den slaap
zijn krullebol op den molligen arm ge
legd. Hij zag er zoo kalm en bekoorlijk
uit.
Het hart kromp den man ineen bij
dit gezicht. Hij boog zich voorover en
kuste het kind. Daarna ging hij naar
het slapende meisje en kuste ook dit.
In zijne oogen blonk een traan. Kon hem
wel ooit weer een geluk beschoren zijn,
zoo als hij met deze tranen beweende
Daarop keerde hij tot het bedje van
den knaap terug en wilde een tweeden
kus op het rozige mondje drukken, doch
nu kwam Bertha tusschenbeiden.
„U moet het kind niet weer kussen,
rmeneer, u zult het wakker maken
„Nog een kus!" fluisterde de vader,
„ik heb hem in zoo lang niet gezien.»
En weer boog hij zich voorover en
kuste het kind.
De kleine bewoog zich eD zelde zacht
„Mama
De man sidderde en trad terug.
currentie binnen geoorloofde grenzen te
houden.
„Onze tyd", vervolgt het verslag, „is
de tijd der reclame en het is een uiterst
teer en moeilijk punt uit te maken,
waar de geoorloofde reclame eindigt en
de ongeoorloofde begint. En nog kan
niet altijd de wetgever ingrijpen om eene
wijze van reclame te maken, al keurt
men ze ook af, te verbieden. Zoo b.v.
het rabatzegelsysteemniemand profi
teert daarvan dan hij, die ze uitgeeft,
en die, indachtig het „mundus vult
decipi," zich weet te bevoordeelen ten
koste van de winkeliers en het koopend
publiek. Toch kan de wetgever het
geven on inwisselen van ïabatzegels
moeilijk verbieden de eenige afdoende
wijze dergelijke praktijken tegen te gaan,
is koopers en winkeliers duidelijk te
maken dat zij bij slot van rekening
dupe zijn.
„De klacht der winkeliers, waarop
wij boven doelden, betrof echter eene
andere wijze van naar hun inzien minder
geoorloofde wijze van klanten trekken,
welke hier ter stede speciaal gevolgd
werd door eene zekere categorie van
winkels, waarin boter verkocht wordt
het geven van toegiften, uitloven van
premies,houden van loterijen of tombola's.
„Volgens ons verstrekte gegevens
waren er te Rotterdam 36 boterwinkels,
waarin zulks geschiedde, en wel 19
waarin uitsluitend margarine, 17 waarin
boter en margarine wordt verkocht.
„Ook hier moet men wel onderschei
den tusschen die praktijken, waarbij de
wetgever tusschenbeiden kan treden en
dezulke die hij, al zal een degelijk win
kelier ze niet in toepassing brengen,
moeilijk verbieden kan.
„Tot de laatste rekenen wij het aan
prijzen der boter per '/s k'lo met 1/i
of '/3 kilo toegift. Immers wanneer 1/3
kilo boter 60 cents kost en de verkooper
geeft daarop '/j kilo boter van dezelfde
kwaliteit toe, dan kan elke kooper be
grijpen, dat hij boter van 30 cent per
7s kilo ontvangt.
„Erger wordt het echter onzes inziens,
wanneer in die winkels, zooals geschiedt,
nog premiën van verschillenden aard
worden gegeven, hetzij in den vorm
van voorwerpen voor huiselijk gebruik
en minwaardige luxeartikelen, hetzij in
den vorm van bons voor eene verloting
van een of ander voorwerp.
„Het criterium moet onzes inziens
„Zooals ik hoorde, hebt gij u in de
laatste dagen veel moeite gegeven voor
mijne vrouw en mijne kinderen," zeide
hij daarop, zich tot Bertha wendend.
„Vriendschapsdiensten in zulke om
standigheden laten zich niet betalen.
Toch zou ik gaarne iets voor u wiilen
doen.»
„Ik heb slechts éen verlangen," zeide
Bertha schuchter en op smeekenden
toon.
„Als het mogelijk is, zal ik daaraan
gaarne voldoen."
„Laat mij bij de kinderen blijven Zij
hebben hunne moeder verloren en heb
ben behoefte aan liefderijke verzorging.
Ik heb ze lief gekregen zjj gaan mij
ter harte. Laat mij bij de kinderen U
kunt ze toch niet aan dienstboden toe
vertrouwen."
„Gaarne ga ik op uw verlangen in.
De kinderen zullen aan uwe hoede blij
ven toevertrouwd. Ik dank u voor uwe
liefde. Richt u hier in en neem deze
beurs, die voorloopig in uwe behoeften
zal voorzien, tot ik weder kom. Ik zal
den dienstboden zeggen, dat zij u ge
hoorzamen.
Hij ging en liet eene gelukkige ach
ter. Was zij werkelyk gelukkig Zij
zat daar bij de de bedjes, met het
oude, verweerde gelaat in de handen,
en weende. De tranen vloeiden langs
zijn of, hetzij door het geven van onware
voorstellingen in de aankondigende ad
vertenties, hetzij door het verspreiden
van onjuistheden omtrent de waarde
van de aldus met een toegift te koop
aangeboden waar, hetzij op eenige andere
wjjze, een voorspiegeling van valsche
feiten of omstandigheden plaats heeft,
of eenebedriegelijke handeling gepleegd is.
„Wij zijn van oordeel, dat onze wet
op dit punt strenger kon zijn en in een
adres aan den minister van justitie
bepleitten wU de wenschelijkheid bij
ons te lande eene wet te maken,
waaraan ten grondslag ligt het beginsel
neergelegd in 1 en 4 cjer Duitsche
wet „zur Bekampfung des unlauteren
Wettbewerbs."
Rotterdam in 1899.
Uit het verslag van de Kamer van
Koophandel en Fabrieken te Rotterdam
over 1899, ontleenen wij nog het vol
gende
„Wanneer wij," zoo vangt het ver
slag aan, „een terugblik slaan op het
jaar dat achter ons ligt, dan wordt het
oog getroffen door belangrijke gebeurte
nissen op handelsgebied, welke in de
eerste plaats de aandacht trekken
wegens den gunstigen of ongunstigen
invloed, dien zij geoefend hebben op het
verloop van zaken. Noch groote gebeur
tenissen welke den bloeienden Rotter-
damschen handel in gevaar dreigden te
brengen, noch buitengewone omstandig
heden, waardoor de vooruitgang der
stad plaats had in al te dolle vaart,
kunnen in het afgeloopen jaar worden
aangewezen. Het jaar 1899 was er een
van gestadige ontwikkeling, zij het ook
dat de pas,welke door den Rotterdamschen
handel op den weg van vooruitgang
wordt ingeslagen, niet van een langzaam
tempo is. Maar de regelmaat, noodzakelijk
voor hechten bloei, ging niet verloren.
Het algemeen overzicht geeft in
groote trekken aan, hoe de stand van
zaken in het afgeloopen jaar was
groothandel en industrie kunnen met
tevredenheid op de resultaten van 1899
terugzien. De toestand in Indie gaf in
het algemeen, zij het ook dat niet alle
cultures tot gelijke resultaten voerden,
geen reden tot klagen. De prijzen, welke
een reeks van jaren dalende waren,zijn
weder aan het stijgen.
hare vingers, terwijl een krampachtig
snikken haar lichaam deed schudden.
Met deze tranen verdween alle verbitte
ring, die zich in haar hart had opgehoopt,
alle nijd, alle smarte over een verloren,
nutteloos leven. Neen, zjj leefde, niet te
vergeefs De hemel, die ieder zijn deel
geeft, had ook haar niet vergeten. Zij, de
arme, de vergetene, de uitgestootene,
zp zou moeder zijn moeder ai
was het ook over vreemde kinderen I
Haar snikken deed den knaap ont
waken. Hij reikte zich in zijn bedje op
en vroeg
„Waarom schreit gij Mama weende
ook altijd. Als gij weent, doe ik met
u mede."
„Neen, mijn engel, ik schrei niet
meer. Leg u maar gerust weer neder
zoo slaap mijn kind, slaap
En daarbij neuriede de oude een wiege
liedje, waarbij het kind de zware oog
leden sloot.
En nu weende zij niet meer. Zij zat
stil neder en keek naar de kinderen,
dekte ze weer toe, als zij zich bloot
woelden en reikte hun water, als zij
dorst hadden. Zij kon het niet over zich
verkrygen, dezen nacht hunne bedjes te
verlaten en zelve rust te zoeken. Zij
hadden haar immers te zeer noodig
En een engel stond den kinderen ter zijde.
EINDE.