,otsl, Vlissingen.
CEBT
in
130 10 15.
18 Juli
lacle Concert-Més,
Woensdag*
88e Jaargang.
1900.
Sa. 167.
\\lU\ii YA\
1, bleekerij,
ische Was-
liddelburg,
geheel Op-
netjes al.
ïliiedt naar
ot p. stuk.
sorging da-
htingen en
irkmeid
Gemeentebestuur.
BEKENDMAKING.
nsdajj Ut «Ilili
EUVE, Sopraan, Brussel,
ISPOOK, le Concertraeestei
incertgebouw Orkest, Viool,
JLINFANTE, Piano, Am
Aanvang 8 uur.
bespreken des Woensdags
Ïren, en Tekstboekjes des
gbaar a 0.10.
21 en Zondag 22 Juli
VLISSIHffirSC
PrUs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bjj alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bjj den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
I SIK UT.
ADVEKTENTIÉNvan 1-4 regels 0.40. Voor eiken regel
moer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advortentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telephoonnummer lO.
Abonnemonts-Advertentlën op zeer voordeellge voorwaarden.
kVASSGIf I NO.
|35 et. per stuk.
JANSEN I.Czn.
a d e.
of met 1 Augustus ge-
beer, I. 12.
R A M D l E N S T
JEN sn MIDDEL BUBO v»
Remisevia 4 50 5 55
lagen) Van Zeilmarkt.- val
11 45 nu 12 30 2
nm 1 15 2 45 4 15 5 55
naar Zeilmarkt Vlieein-
(alleen op werkdagen)
|0 am 1 20 2 50 4 20
0 20 11
Inm 12 35 2 5 3 35 5 15
IE HAVENDIENST.
|;vm. 6— 6 20 7—7 50
40 10— 10 20 10 40
Inm 1 10 1 30 2 220
40 4 4 20 5 5 20
0 8 20.
uiavm 6 10 6 30 7 10
9 20 9 50 10 10 10 30
112 10 nm 1 20 1 40
10 3.30 3 50 4 10 4 30
i0 7 40 8— 8 30.
skeuB-üftihleglieui.
Inwichtijd.)
6.23, 8.25, 10.37, 1.18,
-Sluis 5,31, 6.9, 7.35,
2.35, 5.33, 8.24.9.25
7.42,10.-, 1.38, 4.32,
Iibrug 5.51, 6,29. 8.10
5.6, 8.3,9.5,9.45.
Aangifte van nieuwe leerlingen voor
de Openbare Lagere Scholen.
Burgemeester en Wethouders van
VÜBsingen;
brengen ter kennis van belangheb
bende ouders of voogden, die hunne
kinderen of pupillen met lo. September e.k.
wenschen toegelaten te zien tot eene
der Openbare Lagere Scholen in deze
gemeente
dat van af Maandag den 15 Juli tot
en met Saterdag den 18 Augustus e. k.
I uitsluitend ter Gemeente-
Secretarie (Bureau Bevol
king) iedoren werkdag van des voor-
middags 10 tot 12 uren gelegenheid tot
AANGIFTE VAN NIEUWE LEERLINGEN
voor die scholen gegeven wordt
en dat ingeschreven kunnen worden
J alle kinderen, die in 1894 of vroeger
j geboren werden, dus zij, die in den loop
van dit jaar zes jaren geworden zijn,
nog worden, of wel reeds ouder zijn.
Vlissingen, den 13 Juli 1900.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKEEKE.
De Secretaris,
WITTEVEEN.
Ziekelijke verschijnselen
in de Uien.
Ingezonden
Wie, als wij, op een der Zeeuwsche
I eilanden woont, zal genoeg weten, dat
de „juun" er een belangrijk landbouw
gewas is. Zeeland vormt dan ook met
Zuid- en Noord-Holland het uienland bij
uitnemendheid. Behoudens eenige tien-
talleu H.A., die over de andere 8 pro
vincies verdeeld zijn, bepaalt de uienteelt
zich uitsluitend tot de drie genoemde
gewesten. Volgens een opgave in het
Handboek van den Nederlandschen Land
bouw en de Veeteelt van G. Reinders
was de omvang der teelt in
1887 1888 1889
H.A. H.A. H.A.
Zuid-Holland 1320 1193 1161
Zeeland 797 862 785
Noord-Holland 473 502 427
Overige prov. 112 131 92
Naarmate evenwel de teelt van uien
tich heeft uitgebreid, zyn twee plagen
e in sterke mate komen bedreigen, n.l.
Kroefziekte en de Made of Worm.
(rij zullen deze ziekten beide wat nader
ekijken en beginnen met
De Kroetziekte.
De ziekte openbaart zich reeds zeer
Even na 't ontkiemen kunnen
|ve de aangetaste plantjes van de overige
nderscheiden, doordat ze niet draad-
F& tó.st LI li Q' R.
«is je heer te spreken?" vroeg Baria-
|sky den oppasser, en toen hij ten
Itwoord kreeg dat Stwolinsky naar E.
ks gereden, sloeg hij ook den weg
trheen in, hopende den officier daar
lel ergens te zullen vinden.
Tl'oen de slagboom achter hem was
Itgevallen en hij langzaam de dorp-
^kat doorreed, dacht hij plotseling aan
Al. iiua. Op de plek waar een smalle
■eg naar de herberg met den straat-
vormig, doch dik en kolt zijn, soms
zelfs gedraaid. De pypvormige bladeren
kronkelen later nog al meer, barsten
soms open. Lang houden die ziekelijke
planten het niet uit óf zij sterven reeds
als kiemplantjes öt zü slepen nog eenige
weken een kwijnend bestaan voort. De
enkele, die den strijd volhouden, blijven
toch klein en geven een onaangenamen
reuk van zich. Bij nader bezien blijken
ze dan ook half rot te zijn.
In sommige streken wordt de teelt
der uien door deze ziekte bepaald onmo
gelijk gemaakt. Opvallend is het even
wel, dat z(j zich op bepaalde akkers
gaandeweg uitbreidt. Zelfs kan men de
ziekte overbrengen van een besmet nam
een onbesmet veld door een paar spaden
aarde. Het besluit ligt dus voot de
haud de ziekte is besmettelijk.
Dit is dan ook werkelijk zoo en heeft
volgens de onderzoekingen van prof. Dr-
Ritzema Bos (naar aanleiding van wiens
aanwijzingen wij hieronder de bestrij
dingsmiddelen zullen opgeven) haar
oorzaak in de aanwezigheid van een
klein diertje, dat genoemd wordt stengel
aaltje. Volwassen is het niet langer
dan 1s m.M. en maakt ook vele andere
gewassen ziek, o.a. rogge, haver, klaver.
Uien evenwel schijnen hun lievelings
oord te vormen. Om nu het aantai
aaltjes te doen verminderen, doet men
het best op de besmette akkers niet te
kort op elkander de uien in de vrucht
wisseling te laten volgen. Nu kan men
ze daardoor niet geheel uitroeien, wijl
die kleine diertjes dan in verschillende
onkruiden blijven leven.
Om echter de Kroefziekte meer afdoende
te bestrijden, ploege men den akker zoo
diep mogelijk om oi bewerke de besmette
plekken met de spade en wel op grond
van het volgende
Het stengelaaltje heeft een zeer taai
leven. In een droge omgeving gaat
het over in een toestand, dien we bij
de groote dieren (egel, vleermuis) met
winterslaap, bjj de insecten met pop
toestand zouden kunnen vergelijken en
hier „schijndood" noemen. In dien
toestand kan het diertje jaren aaneen
zonder voedsel blijven bestaan, terwijl
in gewonen toestand de levensduur tot
enkele weken is bepaald. Komt nu een
bui regen, dan leven de diertjes weer
op, doch bij het doorzakken van het
water worden de bovenste aardlagen
droog en de „schijndood" treedt in.
Brengt men nu evenwel door flink diep
omwerken van den grond de besmette
laag naar onder waar het voortdurend
vochtig is, dan kunnen ze onmogelijk
in den schijndooden toestand bljjven
leven. Nu willen ze weer naar boven.
Doch bedenken weeven, dat voor diertjes
van l'/j m.M. een bouwlaag van een
paar voet een kolossale afstand is, dan
zullen we licht begrijpen dat de meesten
op hun tocht van gebrek omkomen.
Behalve een diepe grondbewerking is
ook aan te bevolen eenige jaren geen
uien op bc-smette akkers te zaaien en
daarvoor gerst te telen, een gewas,
waarin de aaltjes niet leven. Zooals
we boven reeds zeiden, zullen er dan
altijd nog wel eenige op de onkruiden
blijven leven, doch dat getal zal klein
zijn.
De Maden.
Einde April en begin Mei ziet men
boven 't uienveld soms een menigte
vliegen van een zwartgrijze kleur. Een
oppervlakkig beschouwer houdt deze
diertjes voor de gewone kamervliegen.
In werkelijkheid zjjn het grijze uien-
vliegen. Het wijfje legt verscheidene
grijswitte eitjes van ovalen vorm en 1
m.M. lengte elk eitje afzonderlijk
aan de pijpjes (blaadjes) der uienplant.
Uit die eitjes komen maden, die zich
tot het inwendige van den bol inwerken.
Deze maden zijn rechte veelvraten bij
de as (velen noemen dit ook 't hart)
van de ui te beginnen, eten zij, tot op
de buitenste schubben na, door den
geheelen bol heen, ja kruipen soms tot
de bovenaardsche deelen der plant. In
elk geval lijdt de plant zeerde onderste
bladen worden geelerg aangetaste ver
welken geheel en het overgebleven bol-
gedeelte gaat tot rotting over. De witte
pootlooze naai voren spitstoeloopende
made treedt, als zij bijna 9 m.M. lang
is, naar buiten en gaat in den grond
over in een 5 m.M. lang roodbruin popje.
Slechts 14 dagen duurt die poptoestand
de vlieg treedt weer op en na ongeveer
6 weken gaat het weer hetzelfde gan
getje als boven beschreven is. Zoo
volgen elkander 2, soms 3 geslachten op
in de uienplanten. Midden in den zomer
vindt men maden.
De bestrijding kan als volgt plaats
hebbenBemerkt men dat sommige
plantjes in haren groei bij andere
achterblijven, dan heeft men gewoonlijk
met aangetaste plantjes te doen. Om
nu de voortplanting te beletten, steekt
men met een spade de zieke plantjes
uit den grond en verzamelt ze in een
mand. De maden vernietigt meD met
kokend water.
De na den oogst achterblij vende maden
overwinteren in poptoestand dus geen
twee jaar achter elkander uien op den
zelfden akker.
Zitten de poppen diep, bijv. meer dan
1 d.M., dan kan de daaruit komende
vlieg niet gemakkelijk de oppervlakte
bereiken, vooral wanneer de bovenste
laag hard en taai is. Besmette akkers
weg samenkwam, hield hij zijn paard in.
Van daar kon hij de lompe planken
hut zien, en na een poos het oog daarop
gericht te hebben, ondertusschen over
leggende of hij het verbod van zijne
moeder zou overtreden of niet, zeide hij
tot zich zeiven „Waarom zou ik me
aan mogelijke onaangenaamheden bloot
stellen
Hij trok de teugels vaster aan en
wilde juist zijn paard laten omkeeren,
toen hij zijn naam hoorde roepen door
een stem, die van vreugde beefde. Hij
keek ter zijde en zag Angelina naast
zich staan. Zij was naar het dorp ge
weest om inkoopen te doen, en bevond
zich nu op weg naar huis.
„Zyt ge het werkelijk riep zy ver
rukt, en in haar oogen glinsterden tranen.
„Ge waart op weg naar ons, niet waar
Bij deze laatste vraag, die zoo angstig
klonk, trof hem een hartverscheurende
blik.
Fedor spreng uit den zadel, sloeg de
teugels om zijn arm en drukte haar
ploege men dus diep of spitte ze en
daarna met zware rol er over of dicht
treden.
Men zaaie ook niet te dicht, dan
moet men later niet veel dunnen. Want
de ervaring leert, dat daar de meeste
insectenschade voorkomt, waar 't meest
gedund wordt.
Vroege uien hebben 't meest van de
maden te lijden, bijgevolg niet te vroeg
zaaien half Maart tot half April. Men
brenge ook geen versche stalbemesting,
daar versche stalmest de uien aantrekt
daarom oude stalmest of kunstmest.
Hiermede meenen we in hoofdzaak
gezegd te hebben wat wetenschap en
praktijk ons leerden omtrent 't bescha
digen van „juun."
BiniiBDlasdsGhe berichten.
Zeewezententoonstelling.
De rede door de Koningin bij het
openen dezer tentoonstelling uitgespro
ken, luidde als volgt
„Alvorens deze tentoonstelling te
openen, wensch ik al de heeren, die
tot het welslagen hebben meegewerkt,
mijnen oprechten dank te betuigen en
u met uw streven zooveel mogelijk
succes te wenschen.
Zooals terecht door professor Blok in
zijn redevoering is gezegd, hoop ik, dat
deze tentoonstelling zal medewerken tot
bevestiging van de herinnering aan ons
roemrijk voorgeslacht en ook voor de
toekomst moge strekken, die herinnering
duurzaam te bewaren. Ik verklaar deze
tentoonstelling te zijn geopend."
De tentoonstelling bevat 2300 num
mers, een dik boekdeel dus. Er is dus
heel wat te zien, bv. het klokje dat
Willem Barents op zijn tocht naar
IJsland medenam, de bijbel van Tromp,
het juweelenkistje van Piet Hein, keurig
gouden en zilveren eerebekers, als
souvenir aan den tocht naar Chattam, de
ring van Heemskerk, modellen van
schepen van 1627 af, waaronder het
model van een schip dat voor czaar
Peter te Amsterdam werd vervaardigd,
het origineel adeldiploma van Engel de
Ruyter (een zoon van Michiel Adriaansz.)
een kaperbrief in 1690 door Frederik
Hendrik uitgereikt, teekeningen van
schepen door van de Velde, een heele
collectie penningen die aan zeeslagen
herinneren, degens van Heemskerk, de
Ruyter, Zoutman en Bloys van Treslong.
In een apart vertrek is een merk
waardige verzameling Ruyteriana
bijeengebracht, schilderyen en prenten;
waarop de luitenant-admiraal-generaal
staat afgebeeld op verschillende leeftyden,
zijn Chathambeker, de groote medaille
hem door de Staten vereerd, zijn com
mandostaf en sabel, zelfs zijn begrafenis
briefje, en een aantal schrifturen van
zijne hand.
Dan vindt men er ook de oorspron
kelijke octrooien van de Oost- en West-
Indische Compagnie, den brief van Jan
Pieterszoon Coen met het bekende en
toch vaak verhaspelde: „despereert niet',
zeekaarten, globes, zeevaartkundige
instrumenten, enz.
In de groote zaal is langs de wanden
eene heele galerij schilderijen gerang
schikt die op onze zeeoorlogen betrekking
hebben, en daartusschen 6 ryen teeke
ningen, prenten en portretten,spotprenten
meerendeels het eigendom van mr. S.
van Gijn te Dordrecht, ondervoorzitter
der tentoonstelling. Daar ziet men o.a.
een soort van oorlogsbulletins over den
slag bij Doggersbank. En dat de be
schuldiging aan het adres der Engelsclie
van hun leugenachtige oorlogsberichten
niet nieuw is, kan men hier ontwaren,
reeds in 1781 werd hun dat verweten
en ook dat zij schoten met kogels van
glas en porcelein.
Vlaggen van verschillende natiën en
seinvlaggen versieren deze zaal.
Waariyk de expositie is een bezoek
overwaard, zegt de Avondpost.
zacht de hand.
«Hoe hebt ge toch zoo lang kunnen
wegblijven?" fluisterde zij met zacht
verwijt.
„Ik ben weken lang zwaar ziek ge
weest, Angelina.
Zij verschrikte.
„Waart ge ziek? En hebt ge my
daarvan niets laten weten
„Ik wilde u door die tyding niet ver
ontrusten," sprak hy om zich te ver
ontschuldigen.
Beschroomd maar teeder legde zij
haar hoofdje een oogenblik tegen zijn
schouder.
Hare jeugd, haar'eigenaardige schoon
heid en natuurlyke bevalligheid nau
welijks herinnerde hij zich die eigen
schappen van het meisje meer doch
nu hij in have nabijheid was, kwam hy
opnieuw onder den indruk daarvan.
„Kom, laat ons naar het boschje gaan",
stelde hij voor. „Daar kunnen wij onge
stoord met elkaar praten."
Hy sloeg den arm om hare schouders
en zij vlijde zich dicht tegen hem aan.
Zoo liepen zy tegen het heuveltje open
het boschje in, zonder een blik naar de
herberg te werpen. Aan den overkant
van den weg, in de onmiddeliyke nabij
heid van de hut, stond Benedetto en
keek hen na.
„Wat straalde zy van geluk I" mom
pelde hy. „Nu zal zij ook wel weer
beginnen te zingen."
En Angelina zong werkelijk, maar
heel zacht, zoodat het alleen kon ge
hoord worden door Fedor, naast wien
zy in het jonge gras lag. Zy zong voor
hem van hare liefde, van hare trouw,
van het zielsverlangen dat zij naar hem
had gehad, en dat zij zou gestorven zijn
als hij nog langer was weggebleven.
„Heb je me dan werkelyk zoo lief
fluisterde Bariatinsky aan haar oor.
„Zóó lief, dat ik met ongeduld wacht
naar het oogenblik waarop je mij voor
heel de wereld je bruid zult noemen
Ja, ik ben trotsch op je liefde."
Fedor richtte zich op.
Discipline hij de schutterij.
In den laatsten tijd is de schutterij
weer het onderwerp van talrijke artike
len en gesprekken, zooals zij dat al
meermalen is geweest. En waar zij door
den een wordt afgekamd, en de ander
een loopje er mee neemt, daar is het
niet te verwonderen, dat de discipline
hoe langer hoe meer verloren gaat. En
toch is dat af te keuren. Want het mag
waar zijn, neen, 't is waar, dat
aan onze schuttery' veel en zeer veel
mankeert, dat een reorganisatie van het
korps zeer noodig is, goed. Maar op 't
oogenblik is de dienstdoende schutterij
nog altijd een onderdeel, zij het dan ook
een (misschien terecht) zeer weinig ge
waardeerd onderdeel van ons leger, en
zoolang dit het geval nog is, blijft iedere
daad van grove indiscipline te betreuren.
Dat op het besloten exercitie-terrein
een schutter protesteert, wanneer hij te
lang onder de wapenen moet blijven,
kan er nog mee doormaar ergerlijk
wordt het, wanneer een afdeeling van
onze schuttery op den openbaren weg
zich niet laat weerhouden blijken te
geven dat de discipline haar totaal vreemd
is. En dat geschiedde verleden week
te 's-Gravenhage waar, naar het Vad.
schryft, na afloop van de schietoefenin
gen in het Duin, door de dd. schutterij
„Hoeveel leed het me ook doet, toch
zul je nog een beetje geduld moeten
hebben," zeide hij, blijkbaar ontstemd.
„Myn moeder heeft in den laatsten tyd
veel bekommernissen gehad en ten ge
volge daarvan heeft zij zoo geleden, dat
ik haar onmogelijk over mijne verloving
kan spreken."
„Maar het is toch geen treurige tyding,
die je haar hebt mede te deelen," voerde
Angelina aan, terwyi zy ook rechtop
ging zitten.
Fedor fronste het voorhoofd.
„Weet je dan niet, dat vreugde een
zwak mensch kan dooden vroeg hii
ongeduldig. „Ik bid je, laat aan mij
over, waaneer de tijd gekomen ts om
onze verloving bekend te maken."
„Vergeef mij', fluisterde Angelina.
„Ik wilde je niet lastig zijn. Ik dacht
slechts, dat je evenals ik behoefte hadt
om Zij verstomde, toen Bariatinsky
het hoofd afwendde en iets onverstaan
baars mompelde. Ben je boos op me?"
vroeg zij met bevende lippen. „Och,