16 Juli heids-Coxicert. GEUT Maandag Je groote vrouwen-meetiag. No. 38e Jaargang. 1900. IngenLijfrentl ER DIMES KAPEL. RHANDEN: draatiin. q. ®>mm. Gemeentebestuur. BEKENDMAKING. BinenlaiÉÉe toten. j Ouderdom. Dadelijk l»iraaride^B Jaarlijkselio lijfrente vo«, H 160 gestori kapitaal voor mannen. voor vrouw- M V 45 50 55 60 65 70 6 j 83 „7 54 8 39 9 57 U 1 18 13 j 51 6 l 'Mm i 1, 'J 1« "10 72 1 "IS ie ilenlag 14 Juli Fraul. Henr. Dürnbercier. uidag 15 Juli [•Directeur dhr. Jan Morks. ,50. Aanvang S uur, tunalo Catsup. r y P o w d e r. Sardines, 'afelzout. in o n (Z a 1 m.) JAMS [l»e glazen potjes in lillende smaken, liij IJ". Gr. H. Dommisse, Ie, G 5. ikende beveelt zich aan voor van ASSURANTIËN, op Rotterdam, op Huizen, In jimansgoederen, Scliepan en en Zeetransporten :tramdienst PIHÜBN on ïdtDDEIiBÜB.3 v.v tigen Kemisevul 4 50 5 55 rkdageu) Fa» Zeilmarktvm I 11 45 nm 12 00 2 8 30 10 15. lis nm 1 15 2 45 4 15 5 55 burg naar Zeilmarkt Vlüsin- 6 23 (alleen op werkdagen) II 50 nm 1 20 2 50 4 20 10 20 11 lie: nm 12 35 2 5 3 35 5 15 PCIIE HAVENDIENST. Ïgeu vm. 00 20 7 7 50 10 9 40 10— 1020 10 40 nm 1 10 l 30 2 220 t0 3 40 4 4 20 5 5 20 7 50 8 20. Iteneluia: vm 6 10 (i 30 7 10 9 20 9 50 10 10 10 30 11150 12 10 nm 120 140 0 3 10 3.30 3 50 4 10 4 30 7 20 7 40 8— 8 30. iBreekenn-HalUegkeiu. Jreonwichtijd.) na 6.23, 8.25, 10.37, 1.18, rogSluis 5,31, 6.9, 7.35, ,51, 2.35, 5.33, 8.24. 9.25 hem 7.42, 10.—, 1.38, 4.32, Draaibrug 5.51, 6,29. 8.10 |.10, 5.6, 8.3, 9.5, 9.45. SÏ8»S<!HIXïu0S. 11900. |IJD 1 55a) nm3 15 6 20b) 2 20a) 3 50 6 50 125 nm 155a) 4 45 45 2 15a) 6 05 55a) 3 30 6 201,tf) 15a) 8 EO 6 40f) vm 8 10 8 40 tan 6,20 naar Breakens en inningen naar Boraaele en LISSINSSGME COURANT. Prüs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 6 cent. Men abonneert zich by allo Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks b(J den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. A.DVERTENTIËNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. B(J directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prJJs slechts tweemaal berekend. Groote letters on cliché's worden naar plaatsruimte berekond. Verschijnt dagolflks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telephoonnummer IO. Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden. Aangifte van nieuwe leerlingen voor ile Openbare lagere Scholen. Burgemeester en Wethouders van Viissingen brengen ter kennis van belangheb bende ouders of voogden, die hunne kinderen of pupillen met lo. September e.k. wenschen toegelaten te zien tot eene der Openbare Lagere Scholen in deze gemeente dut van af Maandag den 15 Juli tot en met Saterdag den 18 Augustus e. k. uitsluitend ter Gemeente- Secretarie (Bureau Bevol king) iederen werkdag van des voor- middags 10 tot 12 uren gelegenheid tot AANUIFTE VAN NIEÜWE LEERLINGEN voor die scholen gegeven wordt en dat ingeschreven kunnen worden alle kinderen, die in 1894 of vroeger geboren werden, dus zij, die in den loop van dit jaar zes jaren geworden zijn, nog worden, of wel reeds ouder zijn. Viissingen, den 13 Juli 1900. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. De Secretaris, WITTEVEEN. Bepaling sluitingsuur der tapperijen gedurende de kermisweek. De Burgemeester van Viissingen gezien art. 150 der Algemeene Ver ordening van plaatselijke politie, vast gesteld den 30 December 1892 brengt ter algemeene kennis dat het sluitingsuur der tapperijen, gedurende de kermisweek, door hem is bepaald, als volgt Maandag, Dinsdag en Woensdag op 1 uur, Donderdag en Vrijdag op 2 uur, en Zaterdag op 3 uur na middernacht, terwijl telkens een half uur te voren reeds moet zijn opgehouden met het maken van muziek. Viissingen, den 12 Juli 1900. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. Men moet bekend wezen met den I vervaarlijken omvang van het verkeer in de tweede koopstad van ons land, om eenig denkbeeld te kunnen heb ben van de schrikbarende verwarring en H UILLETON. Vrij bewerkt DOOR A Hl O. en bet spoorwegstation 19.) .Ik kan mij wel voorstellen, wat ge tedoelt. Bij het afscheid nemen dezen liddag hebt ge stellig vergeten aan blga te zeggen dat ge haar bemint. Zij wandelt nog wat in den tuin. Zal ik haar laten verzoeken binnen te komen, of Tvilt ge liever zelf haar gaan opzoeken Ozernischew ging den tuin in. Het begon reeds duister te worden, maar fijn scherpe btik ontdekte toch in de lerte een gestalte onder een hoogen Jppelboom. „Olga!" riep hij en versnelde zijne (chteden. Arm in arm liepen zij langzaam heen |n weer, en daarbij maakte hij haar de-'schromelijke benadeeling van allerlei belangen, die het gevolg zijn van eene strike, zoo ernstig als er zich thans weder een te Rotterdam voordoet. Het zich telkens en telkens weer ver- toonende treurige verschijnsel van den tijd, dat men niet arbeiden beschouwt als het eenige middel om den arbeid'op betere grondslagen te vestigen en zich zelf eend betere positie te verschaffen, wil ons nog altijd voorkomen ais te be rusten op geheel verkeerde voorstellin gen al kan men dan ook ditmaal een weinig meer sympathie voor de zaak hebben, in zooverre namelijk als ver mindering van nachtarbeid en verhooging van Zondagsrust ook onder de wenschen der arbeiders zijn opgenomen. Wellicht moet het daaraan worden toegeschreven, dat de sympathie der vrouwen met de beweging der mannen, zich op eenigszins bijzondere wijze heeft geuit, en wel door het houden eener groote vergadering, waar een 6 a 700 tal harer tegenwoordig was. Tegenover dit eerbiedwaardig cijfer moeten wij echter in herinnering bren gen, dat de tegenwoordige staking onge veer twaalf duizend arbeiders heeft om vat, en, de vrouwen en kinderen mede- gerekend, vijftig duizend menschen. Wij leiden hieruit af, dat de sympathie der vrouw, hoewel misschien algemeen be staande, zich nog geenszins algemeen op dezelfde wijze naar buiten openbaart. Er werd op gewezen dat de bijeenkomst het bewijs opleverde, dat de vrouwen blijkbaar beginnen te begrijpen, dat de strijd van den man ook die der vrouw is. Naar onze meening behoort dit ook zoo te wezen, voor zoover hij een recht vaardige en een verstandige strijd is, en vooral voor zoover de medewerking der vrouw er ongetwijfeld toe kan bijdragen, den strijd tot het noodzakelijkste te be perken, zijn vorm te verzachten, zijn verloop kalmer te maken en zijn gevol gen minder ernstig te doen zijn. Maar wij zien toch niet in, dat de vrouw daartoe in het openbaar behoeft op te treden en zelve ais het ware de leiding der zaak in handen te nemen. Duidt dit niet op een zekere zwakheid in de zaak door den man voorgestaan Hoe velen te Rotterdam zullen dien avond hun kroost onverzorgd,in de zoig(?) van anderen, of wellicht op straat hebben achtergelaten Waartoe Ten deele, zoo als te verwachten was, om af te dwalen van het onderwerp, waarover eigenlijk ook niets te zeggen viel en te spreken over ....de rechten der vrouw bekend met den uitslag van zijn ge sprek met hare moeder. „Zy maakt zich dus los van mij", fluisterde Olga en een bittere lach speelde haar om den mond. „Heeft zij dat eigenlijk niet al veel vroeger ge daan Zij is nooit een ware moeder voor mij geweest." En zich vaster aan Gregor klemmende, voegde zy er bij „Jij bent myn alles. Aan jou behoort mijn hart en mijne liefde. Mijn leven lang zal ik je dankbaar zijn, omdat je mij een tehuis hebt gegeven." Een poosje wandelde het jonge paar zoo, druk pratende over hun toekomst toen riep Polenka hen in huis terug „Kom, jelui hebt nu wel genoeg gefladderd," zeide zij schalks en ging hen voor naar de huiskamer, waar de samowar zijn gezellig gegons het hooren, „Gaat zitten en eet watal ben jelui nog zoo verliefd, toch moet er ook op tijd gegeten worden." Zonder eenige inleiding vroeg Polenka plotseling in den loop var, den avond aan Ozernischew, of hy misschien wist waarom Petor boos op haar was. „Is hij dan boos op u vroeg Gregor verbaasd. Polenka knikte. buiten het gezin, b. v. ten t Ij de der verkiezingen! Wij hadden wel een pari durven aan gaan, dat het daarop zou neerkomen. Maar toch werd ook over de eigenlijke zaak iets gezegd, dat karakteristiek' ge noeg was. Een der spreeksters wekte namelijk de aanwezigen op, om zich, wanneer deze staking is aigeloopen, wat meer met de arbeidersvereeniging te be moeien,d an zal in een volgende beweging de str ij d nog lich ter vallen! Zie, dit achten wij een treurige op vatting, even als d>; vermaning, tot de vrouwen gericht, om hun kinderen tijdig op de hoogte te brengen van hunne plichten in de arbeidersbeweging. Meer en meer wordt het volk door drongen van de noodlottige meening, dat kapitaal en arbeid machten zijn, die uitteraard vyandelyk tegen over elkander staan, en waar tusschen geen blijvende vrede mogelijk isdat de werkgevers altijd van de natuurlijke voor- deelen, die het kapitaal hun aanbiedt, misbruik maken om de positie der werk lieden teverzwakken, dat een werkstaking het eenige middel is om met succes daar tegen op te treden en hervatting van het werk slechts een tijdelijke vrede, gesloten met het vaste voornemen om zoodra mogelijk de wapenen weder op te vatten. Wanneer men ^ich stelt op het meer en meer ingang vindende standpunt, dat een werkgever een mensch is, die arbeid zoo goedkoop mogelijk tracht te koopen en een arbeider een mensch, die zijn arbeidskrachten zoo duur mogelijk wenscht te verk'oopen, ja, dan is er in die opvatting veel waars; maar gelukkig is er ook plaats voor eene andere ziens wijze. Wanneer alle werkgevers zich op het bovengenoemde standpunt stelden, dan zou men geheel andere dingen zien want in de meeste vakken zou het zeer weinig moeite kosten om zich goed- kooper krachten aan te schaffen; maar de werkgever is verplicht om rekening te houden met andere omstandigheden, vooral ook de w ij z e waarop de arbeid wordt verricht en daarvan hangt het voor een deel af, of zyn onderne ming voordeel zal afwerpen of nadeel zal veroorzaken, een nadeel waarvoor zijne werklieden in geen enkel opzicht verantwoordelijk zijn of kunnen gesteld worden. Maar willen wij billijk wezen, dan moeten wij toegeven, dat de dwaling „Als ik het u zeg kunt ge het ge rust geiooven. Weet ge dus niet, wat hem ontstemd heeft Hm Zij werd stil en haar bloeiend gelaat zag er bekommerd uit. „Wanneer wordt uw bruiloft gevierd, Polenka vroeg Ozernischew om haar tot vroolijker gedachten te brengen. Doch Polenka bleef ernstig. „In den herfst," antwoordde zy „maar het kan ook wel later zijn, in den winter of in het volgende voorjaar, ofZg verstomde. „Zal de ongeduldige bruidegom ook zoo lang willen wachten schertste Gregor. „Hij zal wel moeten", antwoorde Polenka beslist. Ozernischew sprak er niet verder overdoch toen Polenka een oogenblik de kamer uit was, vroeg hij Olga, of de goede verstandhouding tusschen Polenka en haar verloofde misschien geleden had. „Dat schijnt zoo," antwoordde Olga zacht. „Vandaag namelijk zei Po- leDka „Niet waar, men handelt onver standig, wanneer men b(j de keuze van een echtgenoot meer let op een aange naam uiterlijk dan op het karakter. Ik en het vooroordeel, die nog zoo vaak een rol spelen in de arbeiderswereld en den socialen vrede als een onmogelijkheid doen beschouwen, voor een aanzienlijk deel wortelen in onwetendheid. De werklieden van onze dagen zyn de slachtoffers der socialistische prediking, die hun in de laatste jaren rykeiyk werd verstrekt en weinig is daartegenover gedaan, om ze te doordringen van betere begrippen omtrent het wezen en het ontstaan der maatschappelijke ver* schijnselen.Wanneer er iets verwaarloosd is, dan is het wel de economische opvoeding van het volk, waardoor het bijna in alles den schijn voor het wezen neemt. Wij voor ons houden ons overtuigd dat er wel altijd strijd van belangen in de wereld zal wezen, maar dat er geen wezenlijke aanleiding is tot een oorlog tusschen personen, tusschen de maat schappelijke standen en klassen. De altijd durende werkstakingen zijn zei ven oorzaak, dat de werkgever alle geloof in de goede trouw van de ar beidende klasse verliest. Willen de werklieden dat, willen zij den oorlog om eigen positie ce versterken desnoods ten koste van welke belangen ook, dan verdienen zij geen sympathie en geen enkel succes op hun streven. Willen zij dat niet, dan zal een meer ernstig nadenken hen tot de overtuiging brengen dat zij zeiven ook plichten te vervullen hebben tegenover de maat schappij waarvan zij deel uitmaken. Wil men dan aan de vrouw een taak in deze aanwijzen, ons dunkt het zou op haar weg liggen een anderen geest te brengen in de hoofden en harten der mannen en de kwade geest van den tijd geen plaats te geven in het gemoed van het kind, dat ook eenmaal als arbeider aan het gastmaal des levens zal aan zitten. En dan is daar ook nog altijd de wetgever, die zijn plicht niet doet en het arbeidscontract niet regelt, maar dan ook ongerechtigd en onmachtig is om ons van al de plagen te bevrijden, die de gedwongen stilstand van arbeid met zich brengt. Een oud moedertje meende eens in vromen eenvoud: „dat God de Heer den menschen soms het werk afneemt om ze de waarde van den arbeid te leeren kennen." Zou er niet eenige waarheid in dat eenvoudig geloof verscholen liggen heb het gedaan, lieve. Dmitri is een mooie man, een prettig mensch in gezel schappen, maar daarmee is alles gezegd. By eiken nieuwen brief dien hij mij schrijft, zie ik meer en meer in, dat hij niet deugt voor ernstigen arbeid, dat hij lichtzinnig is en aan niets anders denkt dan aan een zorgeloos leven. Hij is vroolyk van aard dat beviel mij, ja, het verblindde mij. Nu moet ik de gevolgen dragen van mijne domheid en overhaasting." Olga zweeg, want Polenka kwam weer binnen. Kort daarna nam Ozerni schew afscheid en keerde naar zijn landgoed terug. Met welbehagen ademde hij de verkwikkende nachtlucht in, en daarbij sprak hij nu eens met zyn ver standig paard over Olga, dan weer neuriede hy een paar verzen van een minnelied. Hg was volmaakt gelukkig, ondanks den vloek waarmee prinses Anna hem bedreigd had. Toen hij thuis was en reeds te bed iag, kwam hem Polenka's bekommerd gezicht voor den geest. „Nu, nu," mompelde hy, „laat den moed maar niet zakken. Ik maak me niet bpznred over je je zult je zelve er wel uit weten te redden, kleine Karakter der Boeren. Met de volgende woorden wordt door dr. E. van Rtjckevorsel, leider van de Nederl. Russische ambulance in Zuid- Afrika,het karakter der Boeren geschetst Niet overdreven eerlijk, evenmin in woorden als in daden. Ongeletterd, en gelyk vele ongeletterden een beetje meer vertoon dan werkelykheid nog van ruw heid. Maar een zeer goed verstand, dat slechts op ontwikkeling wacht. Een groot gevoel voor humor, en meestal zeiven gevat en geestig, al is die geestigheid natuurlijk niet van de fijnste soort. Achterdochtig, of eer nog wantrouwend, maar zeer goedig, wan neer dat wantrouwen overwonnen is. Vrijheidlievend in de Hollandsche be- teekenisverzet tegen al wat met de persoonlijke vrijheid in stryd is, al is ook de vrijheidszin in ruimere, meer vaderlandslievende beteekenis waar te nemen. Die neemt echter vooral den vorm aan van liefde voor de „plek". Zeer groote lielde voor de leden van het gezin, sterk ontwikkeld familieleven. Godsdienstig, maar ik vrees in een ge vaarlijken vorm. Ook al in Hollandschen geest, veelal meer in den dogmatischen, strengen vorm, een beetje meer fetiche dan zaak van het hart. Gevaar by meer algemeene ontwikkeling omslaan in onberedeneerd ongeloof. Gezond van geestvoor woorden als optimisme, pessimisme, neurasthenie, hysterie, deca dentie, is geen plaats in het woorden boek. Niet werkzaam, liefst weinig uitvoeren, maar tot groote inspanning in staat. Matig, maar als zich eens eene gelegenheid voordoet toegankelijk voor de verlokking van den drank. Zeer ge trouw als zy eens hun vriendschap geschonken hebben en volstrekt niet valsch of intrigant. Wat de schrijver zegt omtrent hun moed en dapperheid komt hierop neer dat in den oorlog door hen stukjes zijn uitgevoerd, die een bangoor niet zou uitvoeren, maar schitterende voorbeelden van doodsverachting zal men weinig geboekstaafd vinden. „Eu men moet, zegt de schrijver, maar in een hospitaal zijn, om te zien hoe sterk de „bangziekte1 om zich grijpt. Zoodra er weer een commando vertrekt, dan komen de lieden altyd in zwermen hier met aller lei kwalen, of de dr. er ook zal in- loopen. Maar is dat een huisvader zoo Polenka 1" IX. In de eerste dagen van Mei werd Ozernischew op Polenka's landgoed in alle stilte met Olga in het huwelijk ver bonden. De weinige gasten waren allen tevens trouwgetuigen. Onder hen was ook Stwolinsky. Gedurende het souper had hij zijne plaats naast Polenka, en hij werd door haai overladen met allerlei kleine be leefdheden. „Het moet rnjj gelukken hem weer te verzoenen," dacht zij, en daarom deed zij haar best zoo aangenaam moge lijk te wezen. Doch hoe vriendeiyker zij was,des te ernstiger en stiller werd hij. Dat was om wanhopig te worden. Zy had moeite om haar gemoedstoe stand voor de aanwezigen verborgen te houden. Nadat men van tafel was opgestaan, gebruikte men in de eenvoudig, smaak vol ingerichte huiskamer nog een kop thee en toen vertrok het jonge paar Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1900 | | pagina 1