O Juli Maandag No. 159. 88e Jaargang. 1900. lezeep Istbode stbode ;meid. k Gemeentebestuur. NA-INSPECTIE. IN ei! J0. luffrouw SALOME. |itsoenlijke IW E IJ E N S, Bella- |tsoen]ijke nnen, hebben de voor per maand. Te be- fcr Courant. |res een flinke WEEK- voor halve dagen. Meisjes in bonte Insbeschrij In Volken 1 a 12 jaar. H ijaargaug aandacht pitgaaf der Izelf com »ofd loges. Zilveren j"" |40, (franco per de toezending .LEMANS VLISSINGSC1E COURANT Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich by alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. ADVERTENTIÉN van 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Groote letters en ciiche's worden naar plaatsruimte berekend. VersehQnt dagelflks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telephoonnummer IO. Abonnements-Advortentlën op zeer voordeelige voorwaarden. Bij fleze Conrant behoort Burgemeester en Wethouders van Vlissingen; gelet op de missive van den Militie- Commissaris in Zeeland, dd. 5 Juli 1900 no. 46; gezien art. 148 der Militiewet roepen bij deze op, de in deze ge meente wonende veriofgangers der Nationale Militie te land TIMMERMAN, FRANCISCUS JOHAN NES, loteliug der lichting 1894 voorde gemeente Leiden, lotingsnumuier 115, behoorende tot het 4eRegiment Infanterie; VERSLUIJS, ADRIAAN JAN, loteling i der lichting 1897 voor de gemeente I Vlissingen,lotingsnummer 21, behoorende I tot het 3e Regiment Infanterie; om op Woensdag den 25 Juli 1900, des voormiddags tusschen 11 en 12 ure, ten huize van den Militie Commis saris te Middelburg (Lange Noordstraat C 31te verschijnen, gekleed in uniform, voorzien van alle kleeding- en uitrusting stukken hun bij hun vertrek met verlof medegegeven, hun zakboekje en verlofpas, teneinde door den Militie-Commissaris I te worden onderzocht en brengen ter hunner kennis dat zij bij nietverschijning voor den Militie- Commissaris of zoo zij daarbij verschenen I zijnde, zonder geldige redenen, niet voorzien zijn van de bovenvermelde kleeding- en uitrustingstukken, hun zakboekje en verlofpas, zoomede wanneer luinne kleeding of uitrustingstukken, bij het onderzoek, niet in voldoenden staat worden bevonden, overeenkomstig art. 144 der Militiewet, in werkeiijken dienst zullen worden geroepen en daarin, gedurende ten hoogste drie maanden, ■worden gehouden. De duur van dezen dienst wordt door den Minister van Oorlog bepaald. Verder wordt te kennen gegeven, dat zoo zij uithoofde van ziekte of gebreken buiten staat zijn voor den Militie-Com missaris te verschijnen, daarvan uiterlijk voer den dag der Inspectie bij den Burgemeester zal moeten worden inge diend een attest van den behandelonden geneesheer. Vlissingen, 6 Juli 1900. Burg. en Weth. voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKE. Do Secretaris, WITTEVEEN. II. (Slot.) Bij de aanneming van het eerste FE UIXILETQN, Vrij bewerkt Idooiï A M O. 13.) Alle voorzichtigheid ter zijde zettende, Inelde zij naar Stwolinsky die aan het Indere einde der zaal alleen stond. I „Wat moet dat beduiden?" mom- lelde prinses Anna, en zij volgde hare ^■echter zoo vlug zij kon. f „Zeg aan Gregor, dat hij in geen ge val dezen nacht hier moet komen," Heisterde Olga den officier toe. „Ik I „Aha, is dat de overbrenger van min- ■ebrieven," viel de prinses in, die bevend ■an toorn plotseling naast hen opdook. |Ik dank u' mijnheer» sprak zij daarop T" Stwrt'nsky. „ik zal niet nalaten u 1 gelegenheid als boodschapper voor «liefden aan te bevelen." ontwerp in de Tweede Kamer stond het vast dat, ondanks die aanneming, er eene meerderheid was, die aan den werkgever gaarne eenige meerdere, vrij heid had zien toegekend in de wijze waarop ilij aan zijn geldelijke verplich tingen jegens de Rijksverzekeringsbank zou moeten voldoen, met welk denkbeeld men zich ook in de Eerste Kamer hier en daar kon vereenigen. Hoewel de regeering in het verleenen dier vrijheid aan den werkgever voor dezen geen voordeel zag, had zij tegen het denkbeeld zelf geen overwegend bezwaar. Bij de behandeling van het eerste ontwerp in de Tweede Kamer was het gebleken, dat men gaarne een deel der administratiekosten ten laste van den Staat had gebracht en dus niet geheel ten laste van de werkgevers. De regeering heeft gemeend een stap verder te kunnen gaan en stelt daarom voor om de administratiekosten geheel voor rekening van den Staat te brengen. Nu eenige vrijheid zal worden gegeven aan de werkgevers in het nakomen hunner verplichtingen tegenover de rijks bank, zou het invorderen van die kosten tot moeite en omslag aanleiding geven. Aan het eerste ontwerp is een geheel nieuw artikel 53 toegevoegd, waarin de kracht van dit nieuwe ontwerp in hoofd zaak gelegen is. Het bepaalt dat de werkgever, die hier te lande den zetel zijner onderneming heeft, door de regeering, op het daartoe door hem gedaan verzoek, kan worden toegelaten om zelf het risico te dragen van de verzekering zijner werklieden. Uitgenomen de publiekrechterlijke lichamen, de gemeenten, de provinciën enz., kan de bedoelde toelating om zelf het risico te dragen, niet geschieden vóór dat de werkgever, tot zekerheid z(jner uit de wet voortvloeiende ver plichtingen, aan de rijksverzekeringsbank een pand heeft gegeven of te haren behoeve hypotheek heeft gesteld. De werkgever kan verder ook worden toegelaten om het risico over te dragen aan eene naamlooze vennootschap of eene als rechtspersoon erkende vereeni- ging. Dit wordt echter alleen toegelaten, zoolang de Rijksverzekeringsbank van die vennootschap of die vereeniging, tot zekerheid voor de nakoming harer ver plichtingen, een voldoend onderpand heeft. Het pand kan worden gegeven in den vorm van contant geld of van effecten. In dit laatste geval moeten het zulke De stem weigerde haar verder den dienst. „Maar, mevrouw, waarom maakt ge u zoo boos vroeg Peter dood bedaard. „Wat komt daarvan In het gunstigste geval haalt ge u een beroerte op den hals.» „Genoeg, genoeg," viel prinses Anna weder in. Zij sprak zacht, maar aan den toon van hare stem hoorde Stwo linsky, dat zij zich niet langer zou kunnen beheerschen. Om een schandaal te vermijden, verdween hij achter de deur, zonder van iemand afscheid te nemen. Kort daarna gingen ook de andere gasten heen, daar de aangename stem ming maar niet wilde komen. Ieder gevoelde instinctmatig, dat er hier iets niet in den haak was. Voortdurend werd Olga gekweld door de gedachte, dat Stwolinsky haar mis schien niet goed verstaan had. In hare slaapkamer gekomen zfjnde, opende zij dadeiyk het venster en leun de op het kozijn. De nacht was stil, de sterren flonkkerden aan den hemel. „Hij wil hier komen," dacht zij. „Hoe gaarne zou ik een uurtje met hem pratenMaar neen, neen, blijf weg," effecten zijn, waarin de bank hare be zittingen mag beleggen. Daalt de koers van die effecten tijdelijk, dan oehoeft de werkgever dan ook geen surplus te geven. Men houde hierbij vooral in het oog, dat het hoofdbeginsel van het oude ont werp, dat alle werklieden in zekere, bepaalde bedrijven, van zelf tegen onge vallen verzekerd zijn, onaangetast blijft. Zij zijn ook, volgens het nieuwe ont werp, verzekerd bij de Rijksbank, die de schadeloosstellingen regelt. Het wezenlijke onderscheid bestaat hierin, dat de werkgever uit het verband van die bank kan treden, zooals de zeer korte toelichting het vrij onduidelijk uitdrukt, en wel door, zooals gezegd, en zooals in het nieuwe ontwerp weer tamelijk ieelijk wordt uitgedrukt, zelf bet risico te dragen, of dat risico aan eene maatschappij over te dragen. De werkgever zal dus, zoo hem dit op zijn speciaal verzoek wordt toegestaan, eenvoudig kunnen op zich nemen om zelf te betalen de schadeloosstellingen, die eventueel ten gevolge van onheilen aan werklieden of hunne nagelaten be trekkingen moeten worden uitgekeerd. Dat is al heel eenvoudig en zal waar schijnlijk worden toegepast in zulke ondernemingen waar, ofschoon er wer kelijk gevaar bestaat, onheilen weinig plegen voor te komen. In den regel zullen dat wel de best ingerichte zyn. Er moet dan echter, en hti kan ook moeilyk anders, waarborg worden ge geven, door pand of hypotheek, dat de verplichtingen, welke tengevolge daarvan op den werkgever mochten rusten, be hoorlijk worden nagekomen en daar die zekerheid, met het oog op magelyke groote rampen, niet zoo heel gering zal kunnen zijn, moet deze bepaling, dunkt ons, menigeen doen besluiten, om aan de Rijksbank de voorkeur te geven. Men kan, zooals mede gezegd is, ook worden toegelaten om het risico aan eene maatschappij over te dragen. Wij vatten dit op als een geheel nieuw arbeidsveld voor die maatschappijen, aan de tegenwoordige wu'ze van onge lukken-verzekering niet gelijk. Eene maatschappij toch, die de werk lieden eener onderneming verzekert, is thans niet gehouden waarborg te stellen. Die waarborg is gelegen in hare meerdere of mindere soliditeit. Iedere soliede maatschappij echter geeft vol doende waarborgen door hare weten schappelijk berekende tarieven, door de premiën, dien overeenkomstig te betalen kermde zij, plotseling verbleekend. „Wat is zij van plan Zij zag er zoo ver schrikkelijk uit." In den tuin werd een luid gehuil hoorbaar, dat al nader en nader kwam, en eindelijk dicht onder haar venster klonk. „Ah," mompelde zij, terwijl angst en droefheid haar gelaat misvormden, „de wolfshonden zijn losgelaten. Je wilt hem dus in stukken laten scheuren, moeder Zij stond nog een oogenblik hijgend aan het venster en liet zich daarop on hoorbaar in den tuin zakken. Toen Warwara eenige minuten later de kamer binnentrad om op de sota hare slaapplaats in orde te brengen, keek zij te vergeefs naar Olga rond. „Waar is het vogeltje nu heenge- gevlogen mompelde zij en richtte den blik naar het openstaande venster, waardoor de koele nachtlucht naar bin nen stroomde. Zij boog zich het raam uit. „Olga!" riep zij een paar maal, maar zij hoorde niets dan het afschuwelijk gehuil der honden, die onrustig in den tuin rondliepen. „Die beesten zullen haar niets doen," en door haar reservefonds. De meest soliede on best ingerichte maatschappij evenwel, zal onder de nieuwe wet niet kunnen ontsnappen aan de verplichting, om zekerheid te stellen ten behoeve van de bank. Dat zij daaraan zal kunnen voldoen, betwijfelen w(j niet, waar de door de bank te betalen rente van het waarborg-kapitaal wordt bere kend tegen den intrest die de bank zelve (welke slechts in bepaalde fondsen mag beleggen) gemiddeld maakt. Hoog zal die rente in ieder geval niet wezen en de onderstelling ligt voor de hand, dat de maatschappijen zich voor den bijzon deren last, in dat stellen van zekerheid gelegen, en voor de mindere rente,zullen laten betalen in den vorm van verhoogde premiën; daargelaten nog, dat het juist niet de allerbest ingerichte ondernemin gen zullen zyn, die het risico aan eene maatschappij zullen willen overdragen. Om deze redenen bewijfelen wij, of de voorstanders van het particulier initiatief de verwachting zullen beant woord zien, die zij van de nieuw voor gestelde en altijd veel meer omslachtige regeling hebben. Wij zijn beslist van meening dat de particuliere verzekeringen, om het zoo uit te drukken, toch langzamerhand zich in de Rijksbank zullen oplossen en het na verloop van jaren feitelijk zal zijn, alsof de eerste Ongevallenwet ware aan genomen. Wy voor ons betwijfelen sterk, of de verzekeringsmaatschappijen met deze regeling zoo bijzonder happig zullen zijn om eene overdracht van risico aan te nemen, en vreezen dat in menig geval hooge eischen zullen worden gesteld. Het zal den werkgevers, die zoo voor het particulier initiatief hebben geijverd, doch waarschijnlijk iets anders hadden bedoeld,n iet meevallen. Intusschen, kan de verzekering zelve door de nieuwe regeling gered worden, waaraan wij niet willen twijfelen, het zal ons zeer aangenaam zyn. De Leerplicht aangenomen. De Arnh. Ct. geeft met de volgende woorden hare ingenomenheid te kennen over het aannemen der Leerplichtwet door de Eerste Kamer. „Het heeft strijd gekost en geduld om het zegeDrijk beginsel van den leerplicht, dacht zij. Stellig heeft zy den tuin reeds veriaten en snelt zy nu den straatweg langs, haar geluk te ge- moet." „Zij maakte hare slaapplaats op de sofa gereed en ging toen in wachtende houding bij de deur zitten. Zoo verliep er een kwartier toen verscheen prinses Anna. „Waar is Olga vroeg zy, terwyi zy onderzoekend in de kamer rondkeek. „Dat weet ik niet," antwoordde War wara morrend als een slaapdronken mensch. „Ik zit hier te wachten, maar „Ah, zij is weg!" krijschte de prinses en snelde naar het openstaande venster „OntvluchtDie ellendige Daarvoor zal zij boeten Warwara schudde het grijze hoofd zij scheen geen woord te begrypen van hetgeen hare meesteres zeide. „Geef vlug mijn mantel en sjaal," gebood de prinses, terwijl zy het venster sloot. „En laat onmiddellijk inspannen, wij rijden naar..." Zij hield plotseling op doch voegde er dadelyk weer bij „Jij gaat mee, maar niemand mag er iets van vernemen dat wij het slot verlaten hebben zeg dat ook aan den waarvan juist 40 jaar geleden wyien de hoogleeraar Opzoomer in het toen ge ruchtmakend opstel over de „school plichtigheid" in de Almanak van het Nut reeds de dringende noodzakeiykheid aantoonde, in onze wetgeving te doen opnemen. Van harte wenschen wij den minister Goeman Borgesius geluk dat hem dit is gelukt, maar daarbij kunnen wij toch het oog niet sluiten voor het feit, dat er eigenlijk nog weinig meer verkregen is dan dat het beginsel door de wet is gesanctionneerd." Vooruitzichten voor studenten. In de Maasbode wordt gewezen op het feit dat honderden advocaten geen praktijk kunnen vinden en een postje zoeken aan openbare bureaux, aan een stadhuis, in de journalistiek of bij de politie. Een groot aantal ingenieurs zoekt bestaan in handeldrijven of leeraarsambt. „Misschien zouden er nog artsen zijn te gebruiken. Minister Borgesius althans beweert, dat er ten platte lande nog aan medische hulp gebrek is. Maar niet ieder is voor dit ambt, dat veel toewijding en zeliopoffering vergt, geschikt. Wij willen jongelieden van aanleg niet van studeeren afhouden. Wij zullen hen steeds aanmoedigen. Maar wij waarschu wen de halftalenten en brekebeenen. Een first class man, onverschillig in welk vak, breekt zich altyd baan, maar voor de ongefortuneerde middelmatigen is in vele takken van wetenschap geen brood meer. Men kan becijferingen over een tekort maken en theoriën stellen, —helaas, de nuchtere pracktijk spot daarmede." Eerste Kamer. In de zitting van gisteren is de overeenkomst met de Kon. Maatsch. De Schelde aangenomen. Tweede tocht van de Serdang. De tweede tocht van de Serdang tot bevryding van de gevangen officieren van de Generaal Pel heeft het Bat. Nbl. en zeker wel meerderen, niet voldaan.Ilet blad doet er een Ieelijk boekje over open. „Er blijkt", zegt het „dat in het gezicht eener gewapende macht de vertegenwoordigers van ons gezag om den tuin werden geleid dat de geheele bevolking van twee sterk bevolkte kampongs zelfs by de aanwezigheid dier macht en deze blijkbaar licht tellende, koetsier. Hij moet bij den uitgang van het park op ons wachten." Toen Olga buiten het slot was, ging zij, om de honden niet te prikkelen, langzaam den tuin door en verliet dien daarop door een zijpoortje. Op den straatweg gekomen, vervolgde zij haar tocht in snellen draf. Ü6 lucht was koel en Olga slechts licht gekleed maar zij voelde geen koude. De opgewonden heid deed haar het bloed sneller door de aderen stroomen. Aan den hemel schit terden de sterren in vollen glans zij zag het niet. Zij dacht aan hare moeder en daarbij werd haar gemoed vervuld metonuitsprekelijke bitterheid endroefenis. „Dooden wilde zij hem. Onder mijn venster, onder mijn oogen wilde zij hem laten verscheuren," mompelde zij telkens weder. „Hoe is het mogelijk En die vrouw is mijn moeder Verschrikt bleef zy opeens stilstaan in de verte hoorde zij een rijtuig nade ren. „Waarschijnlijk word ik reeds ver volgd," dacht zij en verborg zich ach ter een van de lage boompjes, die hier en daar op het vlakke grasland groei den. Il'oi dl vervolgdj.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1900 | | pagina 1