hTj •3e Beg.lit Woensdag 27 Juni Mo. 149. Zomers eisje )de immm. 38e Jaargang. 1900. FEyiLLETOK. !ER SCHAAF, DE UITGEVER. 7 JUNI ZOOM, A. Barbe. Aanvang 8 uur ang op ver tooi n-, >n-Squash 0,50. KORTING, nbe velend, ewaterstraat. houdt uw j kookt uw l/a Cent p. ruik (las- ;den de 15 jaar, GUILLAUME. Vlissingsche 1E N S T SDSL BÜEO V. V vm 4 50 5 55 Zeilmarkt.- vm na 12 30 2 2 45 4 15 5 55 ilmarkt Vlitsin op werkdagen) 20 2 50 4 20 5 3 35 5 15 INDIENST. 6 20 7—7 50 - 1020 10 40 1 30 2 220 4 20 5 5 20 i 10 6 30 7 10 0 1010 10 30 nm 1 20 1 40 3 50 4 10 4 30 - 8 80. ItHldegbeui. 5, 10.37, 1,18, ,31, 6.9, 7.35, 3, 8.24. 9.25 1.38, 4.32r >1, 6,29, 8.10 9.5, 9.45. 15 6 20b) 50 6 50 4 45 5 05 6 20h)l) 6 40f) Breabens en r Boranele en ar vegetation VLISSIRiVNCIE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich by alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. ADVERTENTIËNvan 1 4 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. - By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prys slechts tweemaal berekend. Groote letters en cliché's worden naar plaatsruimte berekend. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telephoonnummer IO. Abonnements-Advertentiën op zeer voordeellge voorwaarden. Zij, <Ue zich met liet volgend kwartaal aan vangende 1 Juli annst.. op de „VllHHingHClie C ourant" alionnee- ren, ontvangen de van lieden af tot genoemden datum verschij nende nummers gratis. Men kan zich ook abon neeren tegen betaling -van IO cents per week. Wedijver in onze opvoeding. Dat de wedijver op geestelijk gebied, hoe nuttig op zich zelve, voorname lijk op de lagere en middelbare scholen zijn schaduwzijde heeft, wordt door J. P. in het Handelsblad nader aangeduid. Naijver leidt o.a. tot jaloezie en ver vreemding van jongens en meisjes die anders goede vrienden en vriendinnen zouden zijn omdat hunne karakters goed bij elkander passen, tot het aanwenden van kunstgrepen en middelen onder de leerlingen om voor de onderwijzers meer te schjjnen dan zij zijn. „Het gebruik maken van „aapjes",zegt o.a. de schrijver, het overschrijven van eikaars werk, het voorzeggen, het af kijken, het met opzet nauwkeurig corri- geeren voor zich en voor anderen, brengt ben in ontwikkeling niets verder, in tegendeel, zy houden deze tegen het ztjn voor hen zoovele oefeningen in het bedriegen en ontnemen hun alle zelf vertrouwen in eigen kracht, zoo hoog noodig bij de tegenwoordig zoo talrijke examens. En hoe komen onze jongelui daartoe Voor een groot deel is het m.i. te wijten aan de zeer onnatuurlijke en overdreven wijze, waarop tegenwoordig de wedjjver bij onze scholieren wordt aangewakkerd. Willem zou een afkeer hebben van dergelijke praktijken en Johan er vol strekt niet leelijk om aanzien, dat deze voor wiskunde 5 en hij maar 4 op zjjn rapport kreeg, want hij is een echte, ronde, Hollandsche jongen, die in den grond van zijn hart den zoon van zijns vaders compagnon gaarne mag lijden. Maar hij weet het vooruit. Komt hij met zijn rapport thuis, dan moet hij verslag uitbrengen over al de rapporten van de besten zijner klasse. Voor zijn vader is het een uitgemaakte zaak, dat hy tot de besten moet behooren. Nu, dat doet hij dan ook, dank zijn goeden aanleg en zijn ijver. Maar als er ditmaal V r ij bewerkt DOOR A M O. 3.) „Uw hand heeft mij nimmer gestreeld, uw mond heeft mij nooit een vriendelijk woord toegesproken. Ik was armer dan de kinderen van onze boeren, die ik benijdde, omdat hun datgene ten deel viel, waarnaar ik zoo vurig verlangde. Hoeveel bittere tranen heb ik in al die jaren heimelijk geschreid Maar nu is het uit met verdrietig zijn en schreien sedert ik iemand ken die mij bemint, kent mijn hart slechts vreugde en zon- een vyf voor wiskunde gegeven is, dan begrypt Willem's papa maar niet, waar om hy die ook niet heeft. Daar hy een mooi cjjfer heeft en dat die cijfers van zoovele kleinigheden dikwijls afhangen, daar wil hij niet van hooren. Met die rapportcijfers wordt vaak ge schitterd en knappe kinderen wekken maar al te dikwijls den naijver van de ouders onderling. Zij maken maar al te veel het onderwerp van gesprekken uit by familiepartytjes en vriendschappelijke bezoeken. Evenals de eigenaars van renpaarden zitten „op te snijden" over het aantal pryzen door hun dravers be haald, evonzoo zoeken de ouders elkaar de loef af te steken door het aantal vijven, voorkomende op de rapporten hunner kinderen. Verder doen allerlei zaken buiten den Ijver der leerlingen hun invloed op die rapportcijfers gelden. Niet ieder onder wijzer verstaat de kunst om door deze cijfers met eenige juistheid de mate van ontwikkeling en den ijver zyner leer lingen aan te geven. Nog nadeeliger gevolgen hebben die rapporten, waarop door eiken leerling een bepaald volg nummer voorkomt. Een weinig verschil in aanleg en ij ver of een paar kleine ongelukjes met lessen, maken dikwijls een groot verschil in het Nr. dat een leerling krygt. En de meeste ouders zyn niet tevre den of hun kind moet No. 1 der klasse zyn.l'ochkan maar één dat geluk te beurt vallen. De ouders moesten het eens weten welke intriges hun jongens, maar vooral meisjes verzinnen om hierin elkander een vlieg af te vangen. De onderwijzer of onderwijzeres moet al tot de besten behooren om deze knoeieryen tegen te Zooals deze zaak nu vry algemeen geregeld is, gebeurt het vaak, dat leer lingen, die werkelijk goed hun best ge daan hebben, toch met hun rapport thuiskomende, met een standje of een ontevreden gezicht ontvangen worden, doordat hun ouders te veeleischend zijn, de geestelyke kracht hunner kinderen niet genoeg kennen en te onbekend zijn met de beteekenis en het ontstaan der rapportcyfers. Bij hoevele jongens en meisjes is daardoor de lust tot werken niet ver gaan Leerlingen met middelmatigen aanleg laten na eenige vergeefsche pogin gen om het van hunne gelukkiger mak kers te winnen niet zelden den moed zakken en eindigen met zich niet meer naar hun vermogen in te spannen Bovendien wijst de schryver er terecht op dat dikwijls storingen in het organis me van grooten invloed zijn op den yver neschljn." Zij hield op en glimlachte, als ver heugde zy zich bij de herinnering van iets dat haar aangenaam stemde. „En schaam jij je niet, zulke aan klachten tegen mij te doen? Waag je het, mij zulke verwyten te doen? Jij?" hijgde de prinses. „Ik zal je eens toonen, wat het beduidt dat je zoo tegen mij uitvaart. Je lieve vriend heeft vandaag voor de laatste maal den drempel van mijn huis overschredenje zult hem nooit weer zien." Olga werd ernstig. „Mag hij niet meer hier komen? Goed, dan ga ik naar hem," zeide zij schijnbaar kalm. „Ei! Dat had ik toch niet verwacht!" krpschte de prinses woedend. „Je wilt dus als een gemeene slet bp nacht en ontij uit het huis wegsluipen Nu, mijn liefje, ik zal zorgen, dat de inenschen ons niet met den vinger kunnen nawijzen. Met dit oogenblik te beginnen, zullen al je schreden bewaakt worden. Je zult en de geschiktheid tot opnemen van kennis. De eenige billijke maatstaf is hier de leerling zelf. Hem vergeiyken met anderen, die men niet of onvoldoende kent, gaat niet op. Nog meer veroordeelt de schrpver de hier en daar nog in gebruik zijnde jaar- lijksche prijsuitdeeling. Het kind moet al vroeg leeren begrijpen dat „zyn best doen" een plicht is, waarvoor hij niet op buitengewone wijze beloond behoeft te worden. Een goedkeurend woord van zijn onderwijzer, de wetenschap dat hy goed en net werk zelf gemaakt heeft, dat hij wat geleerd heeft, zijn natuurlpke en ook voldoende prikkels voor zijn yver. Doet hij ondanks dat alles rog niet zijn best, dan verdjent hij straf. Er zijn echter aan die pryzen nog een paar ernstige nadeelen verbonden. Een leerling heeft zich het geheele jaar uitstekend gedragen en flink zyn best gedaan, waardoor hy in aanmer king komt voor een prys. Op het eind van den cursus wekt hij om de een of andere reden den toorn op van zyn onderwijzer. Moet deze hem nu acht of veertien dagen later alleen daarom den prijs onthouden, of moet hij hem dien geven, terwijl het gepleegde feit nog zoo versch in het geheugen ligt. En hoe zal die onderwyzer moeten handelen tegenover een leerling, die de eerste vier maanden tfolerlci redenen heeft gegeven tot groote ontevredenheid, maar de laatste zes maanden uitste kend zyn best heeft gedaan En nu is er voor mij nog een ernstige reden, waarom ik het uitrei ken van prijzen aan onze leerlingen afkeur. Heeft men eenmaal besloten tot het geven van stoffelijke bewijzen van tevredenheid aan het eind van den cursus, dan moet m. i. iedere leerling, over wien de onderwyzer tevreden is, een prijs ontvangen. Is het voor den onderwijzer zelf uiterst moeilijk hier een grens te trekken, de leerlingen kunnen hier in het geheel geen onder scheid maken en komen allicht er toe den onderwijzer in zich zelf van partij digheid te beschuldigen. Ieder, die het verdient dus een prys, maar tegen deze consequentie zal men overal wel met het oog op de financieele gevolgen be zwaar maken. De schrijver zegt te begrijpen dat de ouders niet gaarne de rapporten zouden willen missen, omdat ze hen op de hoogte brengen van den ijver en de vorderingen hunner kinderen. Daartoe acht hij echter beter de zoogenaamde „gedragboekjes" geschikt, waarin ge woonlijk aan het eind van iedere week dit huis niet kunnen verlaten en even min briefwisseling kunnen houden zonder mijn voorkennis. Warwara zal mp' be hulpzaam zfln om al je doen en laten in het oog te houden." Een minachtende glimlach speelde om Olga's lippen zonder verder een woord te spreken, ging zy weer liggen en keerde het gelaat naar den muur. „Als ik nu dadeiyk eens wegvluchtte," was de gedachte, die haar bliksemsnel door het hoofd vloog, toen de prinses de kamer uit was. Haastig richtte zy op en greep naar haar kleeren, doch daar werd zacht de deur open gedaan en Warwara, de ka menier der prinses, verscheen op dei drempel. „Mevrouw hééft my gelast hier td slapen," zeide zy, draaide den sleutel in het slot om en stak dien in haar zak. Vervolgens maakte zij op de sofa een legerstede voor zich in orde. Olga verwaardigde de magere, oude vrouw met geen woord ot blik. Zij keerde (of iedere maand) wordt opgeteekend, hoe het gedrag en de vlyt van den be trokken leerling waren en welke lessen hy niet gekend heeft. De onderwyzer (of leeraar) heeft dan gelegenheid andere gewenschte op- of aanmerkingen te maken. Een groot voordeel van deze wijze van handelen is ook nog, dat misdra gingen en tekortkomingen meer onmid dellijkheid na het gebeurde ter kennis van de ouders komen. Zij kunnen, zoo noodig, meer direct de straf laten volgen, hetgeen een eerste eisch eener opvoe ding is. Ten slotte veroordeelt de schrijver het niet dat de ouders hun jongens en meisjes zoo nu en dan eene extra-ver rassing bezorgen, om daarmede hun voldoening over hun yver uit te drukken, maar deze verrassing mag niet als aan sporing tot goed werken in het vooruit zicht worden gesteld." Samenwerking. In een te Amsterdam gehouden congres is de gemeenschappelijke samenwerkiqg onder de socialisten in ons land tot stand gekomen en werd de volgende motie met algem. stemmen (43,) aangenomen „Het congres van socialistische ver- eenigingen die én de economische èn de politieke actie voorstaan „overwegende, dat het niet in het belang der arbeiders kan zijn, wanneer gelijkgezinden naast elkander en niet met elkaar optrekken „overtuigd dat de mogelyke verschillen of denkbeeldig zijn, of gevoegiyk latei- uit den weg kunnen worden geruimd; „wetende dat vele oudere en jongere strijdmakkers met verlangen uitzien nnar een eensgezinde krachtig werkende sociaal democratische organisatie „verklaart den strijd der arbeidende klasse voor hare economische vrijmaking te willen voeren door de zelfstandige organisatie der arbeiders, zoowel in de vakvereeniging en de coöperatie, als in de politieke arbeiderspartij; „besluit tot aaneensluiting der hier vertegenwoordigde bonden en vereenigin- gen op den grondslag van den interna tionalen klassenstrijd." De nieuwe partij zal heeten: Sociaal democratische partij. Inplaats van „Recht voor Allen* wordt nu ter lezing aanbevolen „Het Volk." Domela Nieuwenhuis en de zijnen blijven hun geïsoleerd standpunt hand haven. Er zijn dus in 't vervolg nog slechts twee fractiesde kleine fractie van Domela Nieuwenhuis die anarchistisch het gelaat weer naar den muur en liet haar gedachten den vrijen loop. Eerst in den morgenstond sloot een lichte sluimering haar de oogen. Graaf Czernischew was kort na afloop van het souper heengegaan. Toen hy in zijn rijtuig plaats nam, was hij vroo- ïyker dan ooit te voren; kort voordat zy afscheid van elkaar namen, had Olga hem nameiyk toegestaan haar te kussen. Ja, in het verborgen hoekje waar ztj stonden, had zij zelve hem haar mondje toegestoken, geheel uit eigen beweging, en daarbij had zij gefluisterd: „Met dezen j(„kus verloof ik mij met je." De wind blies nog ruw over de velden pn donkere wolken dreven aan den emel voort, maar toch zong Prochor p den bok een lied van lente en liefde. Bij het laatste vers neuriede Czernischew hafluid de melodie mede. „Mijnheer schynt in goede luim te zijn," dacht Prochor. „Misschien denkt hij er wel over, zooals het liedje zegt, en wil een bruid naar het altaar geleiden is geworden, en de groote fractie der socialisten, die zoowel de parlementaire als de economische actie beoefenen. Ongevallenwet, Het Centraal Bestuur van het Alg, Ned. Werkliedenverbond heeft zijn in stemming betuigd met het door da regeering ingediend gewijzigd wetsont werp der Ongevallenwet en aan de Tweede Kamer verzocht dat ontwerp, nog voor ztj haar zomerrusttyd neemt, in de afdeelingen te onderzoeken. Eerste Kamer. De leden van de Eerste Kamer zijn bijeengeroepen tegen Dinsdag 3 Juli a.s. des avonds half negen. Tweede Kamer. Bij.de Tweede Kamer is het ontwerp ingekomen van een nieuwe regeling van het korps zeeofficieren. Tot nut der Israëlieten. In een te 's-Gravenhage gehouden vergadering van de afdeeling 's-Graven hage van de „Maatschappij tot Nut der Israëlieten in Nederland", is verworpen een voorstel van vier leden om het hoofdbestuur te verzoeken ter algemeene vergadering, op 22 Juli te 's-Graven hage te houden,, ter tafel te brengen een voorstel om te bepalen, dat de aan ouders te verstrekken subsidie ten behoeve van onderricht aan hunne kinderen op instellingen van onderwys, afhankelijk zal worden gesteld van de voorwaarde „dat de kinderen ter vol tooiing hunner studie op Sabbath- en feestdagen geenerlei werkzaamheden mo gen verrichten welke strijdig zijn met joodsche godsdienstplichten." De meerderheid was van oordeel dat de hieruit h. i. voortvloeiende beperking der gewetensvrijheid, strijdig is met doel der oprichting van de Maatschappy, met hare statuten en de steeds door haar gevolgde beginselen. Voor ds Boeren. Prof. W. van dor Vlugt te Leiden heeft, onder den titel: „Les vrais coupables, een open brief gericht aan Ed. Tallichot, redacteur van de „Bi bliothèque Universelle et Revue Suisse," een der heftigste verdedigers van de zaak der Engelschen tegenover de Boe ren. Het is een krachtig, welsprekend pleidooi voor het recht in Z.-Afrika. In ztjn voorrede deelt prof. Van der Vlugt mede, dat de heer Tallichot niet alleen botweg heeft geweigerd, om den brief als bijlage tot zijne revue op te nemen, zoodra de eerste viooltjes bloeien." Gregor sloot dien nacht de oogen bijna niet. Eerst tegen den morgen viel de gelukkige in een lichte sluimering, waar uit de stem van Prochor hem echter weldra wekte. „Mijnheer,word wakker!riep de blonde jonkman, die bij Czernischew koetsier en huisknecht te gelijk was. „Zooeven heeft een bode dezen brief gebracht, dien ik u dadelijk moet ter hand stellen." „Van haar," was Gregor's eerste ge dachte: maar toen hij een blik op het adres had geworpen, wist hy, dat niet Olga, doch haar moeder den brief ge schreven had. Hy maakte den omslag open en zyn oogen verslonden de weinige regels die de brief bevatte. Zyn gelaat verbleekte, en de hand waarin hij het papier vast hield, beefde. Doch zijn stem klonk vast en helder, toen hy Prochor wegzond. Onmiddellijk na haar gesprek met Olga had de prinses aan Czernischew geschreven. Met korte woorden deelde

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1900 | | pagina 1