Dinsdag
26 Juni
No. 148.
38e Jaargang.
1900.
DE UITGEVER.
Gemeentebestuur.
FI Ui ILLS T' Q> N.
VLESSIN«SCnG COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bjj alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bjj den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTIËNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. - B(J directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telephoonnnmmer IO.
Abonnements-Advertentlën op zeer voordeellge voorwaarden.
Zij, <lie zich niet het
volgcud kwartaal aan-
vangende 1 J n 1 i aanst., op de
„VlirtHiugMche Courant'" abonnee-
ren, ontvangen de van heden at"
tot genoemden datum verschij
nende nummer* gratis.
Men Ran zich ooR abon-
neeren tegen betaling van
IO cents per weeR.
SCHOOLWEZEN.
De plaatselijke commissie van toezicht
op het Lager Onderwijs maakt bekend
dat de openbare lessen aan de verschil
lende gemeente-scholen dit jaar zullen
worden gehouden als volgt
Op school C (hoofd de heer Op den
Zieke), Donderdag 28 Juni 1900.
Op school A (hoofd de heer Landsman),
Vrijdag 29 Juni 1900.
Op school D (hoofd Mej. Beijerman),
Dinsdag 3 Juli 1900.
Op school B (hoofd de heer van Kamer),
Vrijdag 6 Juli 1900.
Op school E (hoofd de heer Frijling)
Woensdag 11 en Donderdag 12 Juli 1900.
Telkens aanvangende 's morgens ten
9 uur.
Ouders, voogden of verzorgers van leer-
lingen, zoomede andere belangstellenden,
worden voor de bijwoning dier lessen
beleefdelijk uitgenoodigd.
De uitreiking der diploma's, na vol
brachten schooltijd, zal plaats hebben
ten Raadhuize op Vrijdag 13 Juli 1900,
des namiddags ten 2.30 uur.
De Commissie voornoemd,
JOS. VAN RAALTE, Voorzitter.
B. REIJNVAAN, Secretaris.
Ongevallenwet.
Het nieuwe ontwerp Ongevallenwet
is bij de Tweede Kamer ingediend. In
zijn toelichting zegt de minister van
Waterstaat
Nadat het vroegere ontwerp van wet
tot wettelijke verzekering van werklieden
tegen geldelijke gevolgen van ongevallen
in bepaalde bedrijven door de Eerste
Kamer der Staten-Generaal was verwor
pen, is de Regeering tot de overtuiging
gekomen, dat alsnog opnieuw een ont
werp behoort te worden ingediend.
Zij is van oordeel, dat dit ontwerp
moet worden gebouwd op dezelfde grond
slagen als waarop het vorige met groote
meerderheid door de Tweede Kamer der
Staten-Generaal aangenomen ontwerp
i
V r y bewerkt
DOOR
A M O.
2.)
„Wat ztjn dat voor plantjes vroeg
Czernischew zonder eenige oprechte
belangstelling, want lig overlegde juist
bij zich zeiven, hoe hy het moest aan
leggen om ongemerkt bij Olga te
komen.
„Het zijn twee dochters van een
kastelein, antwoordde Fedor vol vuur,
„Italiaanschen. De familie is God
weet hoe naar Duitschland komen
afzakken. In een zelf getimmerde hut
berustte, doch dat daarbij in het belang
van het spoedig tot stand komen eener
wet, waarbij de belangen van duizenden
burgers zoozeer betrokken zyn, voor
zooveel der Regeering mogelijk is, reke
ning moet worden gehouden met Je bij
de hehandeling van het vorige ontwerp
duidelijk gebleken meeningen der Staten-
Generaal. Voor zoover die meeningen
hebben geleid tot aanneming van amen
dementen door de Tweede Kamer, heeft
de Regeering, door zich daarbij neer te
leggen, reeds getoond, daartegen geen
overwegende bezwaren te hebben.
Iiitusschen is uit de gehouden stem
mingen gebleken, dat een meerderheid
in de Tweede Kamer aan den werkgever
gaarne eenige vrijheid had zien toege
kend in de wijze, waarop hij aan zyn
geldelijke verplichtingen jegens de Rijks
verzekeringsbank zou moeten voldoen,
terwijl ook in de Eerste Kamer stemmen
zijn opgegaan om instemming met dat
denkbeeld te betuigen.
Dat de amendementen van de heeren
de Beaufort c. s. en de Savornin Loh-
man c. s., welke beoogden zekere vrijheid
te geven, niet werden aangenomen, moet
worden geweten aan technische bezwa
ren, welke tegen laatstgenoemd amen
dement waren geopperd, en aan een
verschil van opvatting ten aanzien van
het gebruik eener polis onder een rege
ling, als by het eerstgenoemde amende
ment was voorgesteld.
Bij de behandeling dier amendementen
is gebleken, dat de Regeering, hoewel
zij in het verleenen der bedoelde vrijheid
aan den werkgever geen voordeel voor
dezen zou zien, daartegen, wat het be
ginsel betreft, geen overwegend bezwaar
had.
De Regeering heeft gemeend, in de
thans voorgestelde regeling rekening te
moeten houden met hetgeen bij de be
handeling van het vorige wetsontwerp
het gemeen overleg met de Staten-
Generaal heeft geleerd, en zij heeft op
dien grond vrijheid gevonden daarin op
te nemen al de bepalingen, waaromtrent
met de Tweede Kamer overeenstemming
was verkregen, behoudens die, welke in
verband staan met een regeling als
beven bedoeld.
Overigens acht de Regeering toelich
ting van dit wetsontwerp, zoowel wat
zijn strekking in het algemeen betreft,
als wat de artikelen, welke overeen
komen met artikelen van het vorige
wetsontwerp, aangaat, in verband met
de vroegere tusschen de Tweede Kamel
en haar gewisselde stukken, alsmede
met de gehouden beraadslagingen, on-
noodig.
Ten aanzien van de artikelen, welke
niet overeenkomen met artikelen van
van planken verkoopt de vader van die
meisjes eetwaren en dranken aan de
arbeiders, die aan de nieuwe spoorbaan
werken."
„Zoo, zoo 1 En zyn het mooie meisjes?"
vroeg Chernischew luchtig.
„Mooi? Dat zou ik meenen 1 Ze zijn
allebei mooi, de eene als een duivelin
de andere als een engelin. Ik was dezen
morgen in de vroegte naar E. gereden
en zag daar toevallig de twee meisjes.
Ik heb kennis met ze gemaakt."
Chernischew lachte verstrooid.
„Ah, daarom is er plotseling een einde
aan je verveling gekomen!"
„Zoo is het," stemde Fedor toe. „Ik
heb volop Je denken aan die twee
schoonen."
Fedor Bariatinsky sprak nog geruimen
tijd op dweepende wijze over de beide
Italiaansche meisjes, en drong bij Sul-
kowsky er op aan, dat deze den volgen
den dag met hem naar E. zou rijden
om de meisjes eens te zien. Eindelijk
beloofde Roman hem te zullen verge-
het vorige wetsontwerp, zooals dit door
de Tweede Kamer is aangenomen,
strekke het volgende ter toelichting.
In art. 42 van het vorig wetsontwerp
was bepaald, dat ten laste der werkgevers
zouden komen o.a. de administratiekos
ten, de terugbetaling van het voorschot,
bedoeld in art. 85 van dat ontwerp,
alsmede de gelden, benoodigd voor vor
ming van een reservefonds.
Daar nu zoowel uit de aanneming
van het amendement-Kuyper, als door
de beslissing der Tweede Kamer dat de
diensten, door de posterijen aan de Rijks
verzekeringsbank te bewijzen, door den
Staat zouden worden bekostigd, het ver
langen van dezen tak der Volksvertegen
woordiging gebleken is, om een deel
van de administratiekosten ten laste van
den Staat te brengen, heeft de Regeering
gemeend, bü dit wetsontwerp een stap
verder te mogen gaan en te mogen
voorstellen, om de administratiekosten
geheel voor rekening van den Staat te
brengen, waardoor veel omslag voor
werkgevers en bestuur voorkomen wordt.
Komen de administratiekosten der
Bank voor rekening van den Staat, dan
blijft het voorschot, bedoeld in art. 85
van het vioegere ontwerp, beperkt tot
uit te keeren schadeloosstellingen, zoo
lang de Bank nog geen premies heeft
ontvangen. In de terugbetaling van dat
voorschot behooren ook de werkgevers,
die uit het verband met de Bank zyn
getreden, niet by te dragen, terwyl de
terugbetaling voor hen, die wel bij de
Bank verzekerd zyn, geschiedt uit de
door ben betaalde premie, welke uit
sluitend op grond der schadeloosstellin
gen berekend is.
Wat eindelijk het reservefonds betreft,
komt het der Regeering voor, dat de
werkgevers, die uit het verband der
Rijksbank zijn getreden, ook zouden
moeten bijdragen tot de vorming van
dat fonds. Ook ten aanzien dier bijdrage
verdient het de voorkeur, den Staat
het risico te doen loopen van een even
tueel tekort aan dekkingskapitaal op het
zeker in de verre toekomst liggend tijd
stip, waarop de Rijksbank mogelijk zal
likwideeren, boven het invoeren van
een omslachtig stelsel tot het bijeen
brengen van een reservefonds.
De nieuwe regeling in artt. 53 tot 60
(nieuw) komt hierop neer, dat de werk
gever op zijn verzoek kan worden toe
gelaten zelf het risico te dragen voor
de verzekering zijner werklieden, hetzy
dit over te dragen aan een naamlooze
vennootschap ef rechtspersoonlijkheid
bezittende vereeniging. Is de werkgever
geen publiekrechtelijk lichaam, dan moet
hij vooraf tot zekerheid voor de nako
ming zijner verplichtingen, aan de Rijks
zeilen.
Intusschen had Czernischew, langzaam
en doelloos voortslenterende, een ven
sternis bereikt, waarin Olga verdwenen
was. Het gordijn een weinig openende,
trad hij op haar toe.
„Ik zag tranen in je oogen, toen je
moeder je alleen liet," zeide hij, terwijl
hij de geliefde de hand drukte.
Olga wierp een bezorgden blik op het
weer dichtgevallen gordijn en liet toen
met een zucht het hoofd hangen.
„Wil je mij niet zeggen, wat je be
droeft?" drong hij met teedere bezorgd
heid bij haar aan.
„Spreek toch niet meer op zoo'n
gemeenzamen toon," fluisterde Olga. „U
weet, dat mama dit verboden heeft
sedert ik volwassen ben."
Maar als wij alleen waren, hebben
wij het toch altijd gedaan," sprak hij.
„Ja,« fluisterde zij ontroerd, „maar hier
zijn wij niet alleen. Honderd en nog
meer ooren kunnen ons hooren, en dan
Zij zweeg een oogenblik, maar
verzekeringsbank een pand hebben ge
geven of te haren behoeve hypotheek
hebben, voldoende aan daaromtrent te
geven voorschriften by bestuursmaatregel.
Overdracht van het risico aan een naaml.
vennootschap of rechtspersoonlijkheid
bezittende vereeniging wordt alleen toe
gelaten, wanneer en zoolang de Ryks-
verzekeringsbank van dezen zoodanig
voldoend pand heeft, dat kan bestaan
uit een geldsom of fondsen als waarin
de Bank haar bezittingen mag beleggen.
De pandgevers ontvangen daartoe interest
van de Ryksverzekeringsbank.
De werkgever, die zelf het risico
draagt, moet aan de Ryksverzekerings
bank, door storting ten kantore der
posterijen, terugbetalen de door deze
uitbetaalde schadeloosstelling en rente,
alles overeenkomstig de aanwy zingen en
voorschriften van de Bank. Ditzelfde
geldt in eenigszins anderen vorm voor
de naamlooze vennootschap of vereeni
ging. Biyft deze in gebreke, hare ver
plichtingen na, te komen, dan wordt
dit aan de werkgevers, die het risico
aan haar overdragen, medegedeeld en
de in pand gegeven fondsen ter beurze
verkocht, tot het verschuldigde bedrag.
Dergelyke regeling geldt bij faillisse
ment of ontbinding der vennootschap
of vereeniging, terwyl bij faillissement
de vordering der Bank op den gefail-
leerden boedel en de waarde, waarop
zy pandrecht heeft, buiten het faillisse
ment biyven.
Bij bestuursmaatregel wordt o.a. be
paald, in welke gevallen een verzoek
om zelf het risico te dragen of die aan
een vennootschap of vereeniging over
te dragen wordt geweigerd of de bevoegd
heid aan den werkgever wordt ontnomen.
Ook heeft de Regeering thans be
sloten, aan de plaatseiyke comnaissiën
in art. 86 ingesteld, ruimere bevoegd
heden toe te kennen, nl. ze het recht
te geven, beroep in te stellen van vele
beslissingen door het bestuur der Bank
genomen ten aanzien van schadeloos
stellingen. De voorzitter der commissie
zal dan buiten stemming blijven en aan
de stemming een gelyk getal werkgevers
en werklieden deelnemen, terwijl staking
van stemmen zal worden aangemerkt
als een besluit tot instellen van beroep.
Volgens het Haagsche Dagblad heeft de
regeering op een voornaam punt toege
geven hët staatsmonopolie voor een op
te richten verzekeringbank, zoodat de
werkgever vrij zal wezen in de wyze,
waarop hij aan zyn wettelyke verplichting
zal hebben te voldoen, hetzij door zelf het
risico der verzekering op zich te nemen,
hetzy door dit over te dragen op eene
particuliere maatschappij. De werkgevers
zullen niet meer hebben te dragen de
nog zachter voegde zij er toen bij
„Mama wil, dat ik zeer vriendelyk
en voorkomend zal zijn jegens prins
Sulkowsky."
Czernischew beet zich op de lippen
en trok aan zijn dikke knevels.
„Ah, ik begrijp bet al," mompelde
hij. „Welnu, en jij en u, Olga
„Ik kan niet huichelen," antwoordde
zij op vasten toon.
Innig drukte hij haar de hand.
„Dank, Olga, dank, mijn innig ge
liefde fluisterde hij haar in het oor.
„Stil toch, stil," vermaande zij zacht.
„Wy mogen niet onvoorzichtig zijn.
Maar nu moet ik weg, ze zouden my
misschien missen."
Zij ging uit de vensternis weer in de
zaal, waar reeds muziek werd gemaakt.
Czernischew keerde zyn gelaat naar het
venster en keek den tuin in, waar de
avondschemering reeds donkere scha
duwen begon te werpen. Boomen en
heesters stonden nog zonder bladeren en
schudden hunne takken, rusteloos bewo
administratiekosten en andere uitgaven,
maar zullen die komen geheel ten laste
van den Staat.
Officieel Nederlandsch,
De Duitschers hebben den naam vanzul-
ke lange volzinnen te kunnen smeden dat
men als 't ware er over struikelt en men
aan het einde van zoo'n volzin gekomen
reeds zoovele woorden geslikt heeft, dat
men het begin weer kwyt is. Nu, aan
onze ministrieele bureaux blykt die kunst
in niet mindere mate te bestaan, getuige
het staaltje door de Standaard daarvan
aangehaald. Het is genomen uit een
wetsontwerp, dat onlangs by de Kamer
werd ingediend en luidt als volgt
„Hij, die eerst na den ln Januari
van het jaar, volgende op dat, waarin
hy het 18e levensjaar volbracht, en
vóór het intreden van het 21e levens
jaar Nederlander of ingezetene in den
zin van art. 15 is geworden, of op
nieuw het Nederlanderschap of het
ingezetenschap verkregen heeft, als
mede de Nederlander, die vóór het
intreden van het 21e levensjaar zijn
verblyf of zyn woonplaats binnen het
Rijk, in het Duitsche Ryk of in het
Koningryk België vestigt, of wiens
vader, als deze overleden is, het
ouderlyk gezag mist of in wettelijken
zin ontbreekt, wiens moeder, als beide
ouders overleden zyn, het ouderlyk
gezag missen of in wettelyken zin
ontbreken, of wiens curator vóór laatst
genoemd tijdstip zyn of hare woon
plaats binnen het Ryk vestigt, is, zoo
hij niet verkeert in een der gevallen,
omschreven in art. 17, verplicht, zich
binnen dertig dagen na het verkrijgen
of, werd hy reeds vroeger ingeschreven
doch van het register afgevoerd, na
het terug erlangen van het Neder
landerschap of van het ingezetenschap,
of na de vestiging van verblijf ot
woonplaats binnen het Ryk, in het
Duitsche Ryk of in het Koninkrijk
België, door hem, of van woonplaats
binnen het Rijk door zijn vader,
moeder, voogd of curator, ter inschrij
ving of ter inschrijving op nieuw,
aan te geven bij burgemeester en
wethouders der gemeente, waar vol
gens de eerste zinsnede van art. 16
de inschrijving moet geschieden.'
De Standaard zegt van dit fraaie
product van stijl
„Nu zetten we toch zelfs aan een
professor in de logika, om deze ééne
zinsnede, die als een slang zich voort-
kronkelt, op eens zoo te lezen, dat hy
na lezing u weet te zeggen, wat er
staat.
En dit is nu de taal, waarin de wet
gever het volk toespreekt, om aan dat
gen door den snerpenden wind.
„Hoe duister en treurig ziet alles er
uit!" dacht Chernischew. „Als men niet
wist, dat de zon alles zal doen herleven,
dan zou men moedeloos worden. Maar
de zon ook voor onze liefde zal
de zon eenmaal schijnen, mijn geliefde!"
Zijn oogen glinsterden, toen hij hoopvol
gestemd zich weder onder de gasten
mengde.
„Wie zal je aan tafel geleiden?"
fluisterde de prinses haar dochter in dan
loop van den avond toe.
„Gregor Czernischew," antwoordde
Olga.
De prinses greep haar dochter krach
tig om den pols.
„Dat zal niet gebeuren!" beet zy
haar toe.
Olga bevrijdde haar pols uit de om
knelling en keek hare moeder bedaard
in de oogen. Z|j wilde iets antwoorden,
doch juist trad Sulkowsky op haar toe
en verzocht, haar aan tafel te mogen
g eleiden.