1000.
Zaterdag
23 Juni
No. 146,
88e Jaargang.
r maat
aleer d.
anden
Het hoofd der school voor
heen en thans.
D
W
DE UITGEVER.
Geineent ebestuur
si
0,25 per 5
SCHARREN,
velend,
DER PAS.
ENST
EDEL BUB3 v.v
vra 4 50 5 55
Zeilmarktvm
im 12 30 2
2 45 4 15 6 55
flmarkt Vlisam.
op werkdagen)
20 2 50 4 20
2 5 335 5 15
INDIEN ST.
6 20 7— 7 50
- 10 20 10 40
1 30 2 220
4 20 5 5 20
10 6 30 7 10
0 1010 10 30
nm 1 20 1 40
8 50 4 10 4 30
80.
Ealdegheui.
10.37, 1.18,
,31, 6.9, 7.35,
3, 8.24. 9.25
1.38, 4.32,
>1, 6,29. 8,10
9.5, 9.45.
15 6 20b)
50 6 50
4 15
5 05
6 20h)f)
6 40f)
Breikeus en
r Borssele en
norwsgetation
7 33
8 1
8 47
10 1
•1012
i)
112 f»ll 18
Le en 2e bl.
24
616
125
63
310
725
3 50
85
44
8 21
4 22
8 38
HISSIN8SCBE COURANT.
Prys per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich b(J alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bjj den Uitgever
F. VAN DE VELDE Ji., Kleine Markt, I. 187.
WÊ
ADVERTEN1TËN van 1—4 regels 0.40. Voer eiken regel
meer 10 cent. - By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prys slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschuilt dsgeiQks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telephoonnummer IO.
Abonnements-Advertentiën op zeer voordeelige voorwaarden.
Zij, die zich mei het
volgend kwartaal aan
vangende 1 J n 1 i aanst,, op de
„Vlissingsche Courant" abonnee-
ren, ontvangen de van heden af
tot genoemden datum versohij. 1
tiende nummers gratis.
Men kan zich ook ahon-
neeren tegen Ibetaling van
lO cents per week.
H&TIOHAtS MiUTIE.
j Oproeping verlofgangers tot den wer
kelijker. dienst.
De Burgemeester van Vlissingen;
gezien de circulaire van den Com
missaris der Koningin in dit gewest van
den 25 April 1900, A no. 1415 3e
afdeeling N.M., (Prov. blad no. 54)
roept bij dezen op tot den werke-
lijken dienst
de ondervolgénde in deze gemeente
wonende Verlofgangers van de lichtingen
1896 en 1897:
VAN HET 3e REGIMENT INFANTERIE.
Sterzenbach, Lambertus Hendrikus;
Luijten, Dirk; Jacobs, Izaak Gerardus;
Brasse, Willeboord; Scheepers, Willem
Cornelia Anthonius; Hendrikse, Engel-
bertus; Gillissen, Albertus PieterChris-
tiaans, HendrikVlekke, Franciscus
Frederik; lotelingen der gemeente Vlis
singen Jacobs, Jan Anthonie, plaats
vervanger der gemeente Aagtekerke
Louwerse, Willem, idem der gemeente
NeuzenMeijer, Johannes Franciscus,
loteling der gemeente AxelLievense,
Gerrit en Louwerse, Adriaan, lotelingen
der gemeente WestkapelleMarsiile,
Jannis Marinus, nummerverwisselaar der
gemeente St. Kruis, lichting 1896. Dag
en plaats van opkomst 20 Augustus 1900
Vlissingen.
Schot, Marijnes, loteling der gemeente
Middelburg Dierikx, Johannes Marinus
Petrus, loteiing der gemeente Middelburg.
Dag en plaats van opkomst 20 Augustus
1900 Middelburg.
VAN HET 3e REGIMENT INFANTERIE-
Poschman, Philippus-Loenen, Johannes;
liaquelin, Alexander Cornelia Kooman,
NicolaasJacobse, JacobVan Wijk,
Rokus Braun, Johannes Cornelia Sorel,
Josephus Philippus Jacobus Johannes
Looyse, Joost; Schenk, Antonius Robertus
Jacobus; Siegers, Hendrik; Gijzeis, Cor
nelia Johannes Buurman, DaniëlMilot,
Matthiis Frank, BernardScheers, Jaco
bus MarinusVersluijs, Adriaan Jan,
lotelingen der gemeente Vlissingen
Dieleman, Petrus, idem der gemeente
NeuzenGriep, Jacobus Pieter, num
merverwisselaar der gemeente Oud-Vos
meer, lichting 1897. Dag en plaats van
opkomst 20 Augustus 1900 Vlissingen.
Sanderse, Levinus, plaatsverv. der
gemeente Breskens; Roelse, Jan, loteling
der gemeente KoudekerkeLouwerse,
Cornells, plaatsverv. voor de gemeente
Zierikzee, lichting 1897. Dag en plaats
'an opkomst 20 Augustus 1900 Mid
delburg.
VAN HET 6e REGIMENT INFANTERIE.
Essers, Johannes, Jacobus, loteling der
gemeente Helmond, lichting 1897. Dag
en plaats van opkomst 13 Augustus
1900 Breda.
Gelastde voormelde verlofgangers,
zich te dien einde, voorzien van hunne
Heeding en voorwerpen van uitrusting,
alsmede van hun, voor vertrek afgetee-
ienden verlofpas, elk op den voor hem
bepaalden datum, vóór des namiddags
4 uur, in bovengemelde plaatsen van
opkomst, rechtstreeks by hun korps aan
melden
en geeft kennis
dat, voor het geval zy door ziekte of
andere redenen buiten staat mochten
zijn om op te komen, zy daarvan kun-
aea do n blijken, door, op den dag voor
de opkomst bepaald, een op ongezegeld
papier geschreven geneeskundig getuig
schrift of een ander bewys of verklaring
ter gemeente-secretarie over te
leggen, zullende de zieken, die niet op
den bepaalden tyd onder de wapens ko
men, te dezer zake niet voor diligent
worden gehouden, maar verplicht zijn,
zich na hunne herstelling by hun korps
te vervoegen, teneinde daarby in den
wapenhandel te worden geoefend, wor
dende zy, voor zooveel noodig, er op
gewezen, dat zoo zij in gebreke blyven
aan deze oproeping te voldoen, zy vol
gens art. 145 der Militiewet, als Deser
teur zullen worden behandeld.
Vlissingen, den 20 Juni 1900.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
Vit de Friesehe Courant.)
De goede oude tijd moge door allerlei
huiselijke en burgerlijke deugdeD hebben
uitgeblonken, het beschamende tafereel
van eenvoud, eensgezindheid, welvaart
en braafheid, waarmede de vrienden van
weleer ons telkens lastig vallen, ten
einde ons te overtuigen van de volstrekte
niets-waardigheid, van den jammeriyken
tyd, waarin wy leven, moge iets meer
zyn dan het wezenlooze lichtbeeld hunner
bedriegelijke verbeelding, zooveel is zeker,
dat onze jongens zich niet te beklagen
hebben dat de indrukwekkende school-
voogd van weleer tot het verledene be
hoort. Bilderdljk heeft met de hem
eigene meesterlijke trekken den onder-
wyzer, zooals hij dien in zijn jeugd
gekend had, in zijn „kerk- en school
leeraar', geteekend
Hier zit hy In zijn stap, zijn
uitgetrokken wezen,
Is 't geen hij op zyn staat zich
inbeeldt, klaar te lezen
Verschijnt hij, in zyn blik (den
aanblik van een God
Leest heel het kindervolk hun
onherroepelijk lot.
Hij wil 't, men gaat uitéén hy
wenktmen zet zich neder
Hij glimlachtalles juichthij
fronstmen siddert weder.
Hij dreigt, beloont, kastijdt, met
d' eigen toon van stem
En, in zijn afzijn zelfs, is ieder
bang voor hem.
Hij ziet, hij hoort, hij weet, wat
elders wordt misdreven
Hij vindt het d' arme jeugd voor
't voorhoofd- aangeschreven,
Hij raadt wie lacht, wie snapt,
wie luiert en wie slaapt,
Wie and'ren partjens speelt, of
onder 't bidden gaapt,
De berk ligt nevens hemde
roe, wier vreeslijk knellen
Den moedwil met een wenk, den
teugel weet te stellen,
Der traagheid sporen geeft, 't ont
zag in werking houdt
En d' ijselijke plak als naasten
buur beschouwt.
Zoo was het in het begin onzer eeuw.
En wilt ge weten, wat een school was
in een nog vroeger tijdperk Stel
u dan voor een klein, bedompt, donker
vertrek en in dat vertrek een katheder,
versierd met een alphebet, een roskam,
een plak en een roe. In dien katheder,
gedoken in een onreine kamerjapon, een
bejaard, suffend, norsch man, de dagen
zyns ouderdoms doorbrengende te midden
van het gegons en gekrioel der jeugd.
Lui en ontevreden hangt hij over zijn
lessenaar, terwijl hy nu en dan onwillig
naar de roe grijpt. Geen wonder 1 De
man heeft betere dagen gekend. Vroeger
was hy lijfknecht bij den burgemeester,
maar hij was niet meer te gebruiken,
en nu is hij tot schoolmeester afgedaald.
Of wel, vroeger mende hij als een acht
baar koetsier de burgemeesterlijke karos.
Nog glinsterende oogen van den suffen -
den man, als hy van zijne vervlogene
grootheid spreekt en u verhaalt van de
ougeloofelijke korte draaien, die hy in ge-
strekten draf maken kon. Maar de ledema
ten werden stram, de hand begon te beven
en toen achtte zyn heer en meester den
tyd gekomen om af te stijgen, de ver
sleten livrei te dekken met de versleten
kamerjapon, de zweep met de roe te
verwisselen en schoolmeester te worden.
Koetsier en schoolmeester, 't waren
naar het oordeel van zijn superieur na
genoeg gelijke betrekkingen, aangezien
men paarden en kinderen op dezelfde
manier dresseertmet de zweep name
lijk. Derhalve, de koetsier weid onder
wijzer. Lees maar het opschrift op het
uithangbord van zijn schamele woning
Zie hier een hovenier van kinderlyke
zielen,
Die afkerft met de roe de rispen die
daar krielen
Hy regt het jonge rys met woorden en
de daad,
Want als het is volgroeit dan is het
veel te laat.
De eischen die men' de3tyds den
schoolmonarch stelde, waren bescheiden
genoegeen volledige kennis van het
alphabet, hetwelk met behulp van haze-
Iaarstokken aan de jeugd moest worden
ingeprent, eene deugdelyike studie van
den Heidelbergsohen Catechismus, die
jaar aan jaar doorgeworsteld werd, een
geweldig en maatvast orgaan, om de
kerkelyke gemeente met ernst en stich
ting de psalmen van d'Atheen voor te
zingen, eene vaste hand van schrijven
en eene stevige vuist om met de roe
„de rispen van het jonge rys te kunnen
afkerven* ziedaar alles. Vt met den
indicativus komt op zes slagen met de
plak te staan, aldus stond nog in 't jaar
1835 met onheilspellende en in het
oog vallende letters te lezen iu het
portaal van het gymnasium, waar Hein-
rich Lang zijne eerste opleiding genoot.
Zyne dik opgezwollen handen en vingers
overtuigden hem spoedig genoeg van de
deugdelijkheid der hazelaarstokken en
van den onmeedoogenden ernst, waar
mee het dreigde strafwetartikel werd
toegepast.
De waardigheid onzer hedendaagsche
onderwyzers heeft de bescherming der
wet tegenover den moedwil der Neder-
landsche jeugd niet noodig. Door hunne
to6wydiog weten zij de kinderen aan
zich te binden en door hun zedelyk
overwicht zelfs den moedwifligsten guit
ontzag en eerbied in te boezemen. Is
dat niet het geval, is hetgeen wij onder
zedelijk overwicht verstaan in school
en huis, eene onwezeniyke illusie, ligt
het geheim der schooltucht niet in de
persooniykheid van den onderwijzer,
moet hy zich nog kunnen verschansen
achter het papieren bolwerk van een
wetsartikel, dan is het met ons onder
wijs gedaan en behooren wij aan de
hedendaagsche methode van onderwijs
en opvoeding ten spoedigste den rug
toe te keeren en ons van de noodige
hoeveelheid hazelaarstokken te voorzien.
Onze methode van onderwijzen en op
voeden is geheel anders geworden. De
ouder wetsche, barsche school voogd van
vroeger heeft plaats gemaakt voor den
menschkundigen en biymoedigen kinder
vriend, in wiens oog de kinderen geen
gelyksoortige massa hersendeeg zyn, die
naar hetzelfde model gefatsoeneerd moeten
worden, maar die aan ieders individua
liteit recht doet wedervaren, die met en
voor de jeugd gevoelt, en begint met
het kind 'e leeren begrijpen. Hy spreekt
met onze kinderen, bespiedt hunne
eigenaardigheden van geest en gemoed,
scherpt hunne opmerkingsgaven, leidt
hun oordeel, ontwikkelt hun verstand,
gemoed en verbeelding en handhaaft,
door aldus op de kinderwereld in te
gaan, door zijne toewijding en menschen-
kennis eene tucht,diedenkorporaalstok niet
noodig heeft, maar eenvoudig het gevolg
is van de zedelijke en verstandelijke
meerderheid en de vriendelijke toewij
ding, waarmede hij het kinderhart aan
zich weet te binden. De Hoilandsche
jongen heeft Goddank nog een rond en
eerlijk hart, en indien men liefde gevoelt
voor de kinderwereld, en niet slechts
met een sarcastischen glimlach om de
lippen, maar in vollen ernst van „de
lieve jeugd" kan spreken, dan is het
waarlijk geen helsch leven, genoodzaakt
te zijn „den ganschen dag met die kwa
jongens te moeten optrekken." Heeft
men een hekel aan kinders, dan kan
men wellicht een voortreffelijk schoor
steenveger worden, maar is men natuur
lijk ongeschikt voor onderwyzer. Geluk
kig wordt niemand gedwongen eene be
trekking te kiezen, waarvoor hy geen
liefde gevoelt en gelukkig tevens dat in
ons vaderland nog jonge menschen ge
noeg worden aangetroffen, die het jonge
Holland een goed hart toedragen. In
Amerika bestaat de meerderheid van
het onderwyzend personeel uit vrouwen,
op onze openbare scholen en in Indië
wordt met uitnemend succes door dames,
als onderwijzeressen, aan jongens onder-
wys gegeven wel een bewijs, dat de
schooltucht de bescherming der wet
niet noodig heeft.
Wilt gij de schooltucht bevorderen,
zorg dan voor een goede opleiding en
bezoldiging van den onderwijzer, opdat
beschaafde en veelzijdig ontwikkelde jonge
menschen met een helder hoofd en een
ruim hart door hunne persooniykheid
van onze kinderen liefde en eerbied af
dwingen.
Tweede Kamer.
Gisteren hield de heer Van Kol zijn
interpellatie omtrent de afwijzing der
gratieverzoeken betreffende den heer
Troelstra. De door interpellant ingediende
motie werd na langdurig debat met
groote meerderheid verworpen.
De motie van den heer Van Kempen
betreffende de Zondagsrust, luidende
„de Kamer, van oordeel dat met het
oog op het groot belang van Zondags
rust voor ryksambtenaren slechts ééne
postbestelling op den Zondag wenschelijk
is, gaat over tot de orde van den dag",
werd door den voorsteller ingetrokken.
Kamers van Arbeid.
De Kamer van Arbeid te Amsterdam
heeft gedurende het laatste half jaar
geen enkel geschil tusschen patroons en
werklieden behoeven te beslechten.
Haar werkzaamheid bepaalde zich tot
het geven van adviezen. Toch was in
de hoofdstad des lands in den laatsten
tyd aanleiding genoeg om de voorlichting
der Kamer in te roepen. Ook op andere
groote plaatsen leiden de kamers van
arbeid een zeer kalm leven. Groote
behoefte aan die Kamers schijnt er dus
niet te bestaan.
Ter bescherming van honden en nuttige
vogels.
Te Groningen beeft de gemeenteraad
met algemeene stemmen in het belang
der honden, paarden en nuttige vogels
de volgende bepalingen aangenomen:
Het is verboden een trekdier of tot
trekken gebezigd dier te gebruiken, dat
kreupel, gewond of door eenige andere
uiterlijk waarneembare ziekelyke aan
doening aangetast is, tenzylo. het
dier in dien toestand is geraakt tijdens
het gebruik, dat er van gemaakt wordt
op het oogen blik, dat het feit wordt
geconstateerd en het nog niet mogelijk
is geweest het buiten gebruik te stellen;
2o. of de toestand van dien aard zy,
dat het gebruik, dat er van wordt
gemaakt op het oogenblik, dat het feit
is geconstateerd, geen aibreuk aan de
geneziug kan doen, of ter bevordering
der genezing en ter voorkoming van
afbreuk daaraan voldoende voorzorgs
maatregelen zyn genomen.
Het is verboden op eens anders grond
of in daarop staande heggen, boomen of
houtgewas, vogels te vangen of vogel
nesten uit te halen of te beschadigen, of
klepkooien, lokvogels al dan niet in
kooien, ïymgarden, netten of vogelaars
te plaatsen, zonder schriftelyke ver
gunning daartoe van den rechthebbende
op dien grond de vergunning op de
eerste vordering van den onderzoekenden
beambte aan dezen te vertoonen.
Overtreding van dit artikel wordt met
een boete van ten hoogste f 25 gestraft
of hechtenis van ten hoogste 6 dagen.
Uit de Nederlandsche Opera.
Nu de „schatbewaarder' zonder ach
terlating van een adres verdwenen is,
hebben de overige leden van den raad
van beheer der Ned. Opera eens krijgs
raad en kasopneming over 1899/1900
gehouden alsdus het N. v. N.
Men zal zich herinneren, dat de heer
v. d. Linden, directeur der opera, ver
leden jaar van alle financieel beheer
bevrijd werd, om zich te beter aan
de artistieke leiding der onderne
ming te kunnen wijden. Het onderzoek
heeft aan het licht gebracht, dat als
gevolg van onregelmatige administratie
en misplaatst vertrouwen, de leden van
den raad van beheer voor een aanzien-
lyk bedrag benadeeld zyn (men zegt
10,000)ondanks dit offer is de raad
van beheer evenwel bereid de opera
voor het nieuwe speelseizoen te blijven
steunen. Reeds zyn voor 1900 1901
voorloopige contracten gesloten. De ge
leden schade drukt alleen op de exploi
tatie-rekening 1899 1900.
Naar wy vernemen heeft de raad
van beheer aan den heer W. A. van
der Mandere ontslag gegeven.
Botervervalsohing,
Uit Friesland schryft men aan de
Stand., dat tegenwoordig aan de Lon-
densohe markt veel Friesehe boter
wordt aangeboden, vermengd met mar
garine. Het 8chynt dat deze vervalsching
in het zuiden des lands geschisdt «n
de natuurboter gekocht wordt te 'sHer-
togenbosch, waarheen tegenwoordig veel
Friesehe boter verzonden wordt, omdat
de prys er hoog is. Friesehe boterhan-
delaars lijden hierdoor groote schade
ook hun boter wordt niet meer aan de
Engelsche markten vertrouwd. Zooals
men weet, bemoeide de Londensche
Kamer van Koophandel zich met deze
zaak, doch zonder succesde aanvoer
van vervalschte boter wordt elke week
grooter.