Het Meisje van Borkum.
Donderdag
21 Juni
So. 144.
38e Jaargang.
1900.
Gemeentebestuur.
GEWAPENDE DIENST.
F£U1ILL£T®N.
Van week tot week.
VLISSIWCSCHE COURANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderiyke nummers 5 cent. Men abonneert zich by alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
AD VERTENTIÉNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prys slechts tweemaal betrekend. Groote lettere
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschuilt dagolQks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telephoonnummer HO.
Abonnements-Advertentiën op leer voordeelige voorwaarden.
Zij, «Ue zicli met het
volgend kwartaal aan
vangende 1 Juli aanst., op de
„Vllsslngsche Courant" abonnee-
ren, ontvangen de van heden af
tot genoemden datum verschij
nende nummers gratis.
AhonnC-s op het z. g. Eiland,
hij de Sluizen en die omgeving,
ontvangen «le Conrant nog «leu-
zeliden avond van uitgaaf en be
talen, evenals zij die in «le stad
wonen, slechts f 1,30 p. kwartaal.
Men kan zich. ook abon-
neeren tegen betaling van
ÏO cents per week.
DE UITGEVER.
OPENBARE VERGADERING
van den
GEMEENTERAAD VAN VLiSSINOEN
op Vrijdag 22 Juni 1900,
des namiddags ten 2 ure.
A. Installatie van Mr. Dr. F. S. Witte-
veen, als Secretaris.
B. Mededeelingen.
C. Overlegging van stukken.
D. Benoemingen.
E. Te behandelen onderwerpen:
lo. Voorstel in zake de verpleging
buiten het Gasthuis van de proveniers
J. P. van Noort en vrouw.
2o. Idem tot machtiging aan het Alge
meen Armbestuur, tot het doen van af-
en overschrijving van- en op posten zijner
begrooting voor 1899.
3o. Idem in zake opgelegde boete aan
C. van Beers Pz., voor het te laat ople-
ren van school D.
4o. Idem als voren aan F. N. de Rooij,
van het brandspuithuisje op het „Eiland."
5o. Idem tot het verleenen van ver
gunning tot het aanbrengen van licht
gaten, aan:
P. Sponselee, en
Het bestuur der Coöp. broodbakkertj
„De Broederband."
6o. Idem tot 3e wijziging der gem.
begrooting 1900.
Collecte ten behoeve van het fonds tot
aanmoediging en ondersteuning van
den gewapenden dienst.
Burgemeester en Wethouders van
Vlissingen
maken bekend
dat de gewone jaarlijksche collecte
ten behoeve van het fonds tot aanmoe
diging en ondersteuning van den gewa
penden dienst in Nederland, zal gehouden
worden Dozderdag 21 Juni e. k., en
noodigen een ieder uit om door milde
bijdragen mede te werken tot verzachting
van het ongelukkige lot van zoovele
oude en gebrekkige krijgslieden, die na
D O O E
W. FISCH F, R.
7.)
Tracht echter spoedig weer geheel
gezond en sterk te worden het ver
dere vindt zich."
Na Dog eenige onverschillige woorden
over haar verblijf in Norden verwijderde
zij zich en kwam eerst een poos later
weer binnen, om op te ruimen.
Koert had inmiddels tijd gehad, om
over de verandering in hunne verhouding
en over zijn toekomstig gedrag jegens
haar na te denken, maar het was hem
nog niet helder geworden. Meer aan eene
hun leven te hebben gewijd en hunne
krachten en gezondheid ten offer gebracht
aan de verdediging des vaderlands, in
kommervolle omstandigheden hunne
overige levensdagen slyten.
En is hiervan afkondiging geschied,
waar het behoort, den 19 JuDi 1900.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
J. H. DOMMISSE, S. A. I.
De onlusten in China, ziedaar een
nieuwe bron van onrust, ditmaal schier
voor de geheele wereld, en waarchijn-
lyk de voorbode van gewichtige politieke
gebeurtenissen.
Wanneer wij aannemen dat de predi
king van d# leer der christenen onder
de gele volgelingen van die van King-
Tsee kan worden gestaakt tot tijd en
wijle de christenvolken een middel heb
ben uitgedacht om leer en leven ook in
de politiek meer met elkander in overeen
stemming te brengen, dan toch blijven
nog over de groote handelsbelangen
welke hier in het spel zijn en die in
geen geval kunnen worden losgelaten.
Er is wellicht geen tweede volk aan
te wijzen, zóó voor de nijverheid en
den handel geschikt als het Chineesche.
Ijverig, matig, slim, taai volhardend, is
de gele langstaart de koopman par excel
lence. Maar hij is ook in hooge mate
achterdochtig en wantrouwend en ver
van eerlijk.
Eeuwen lang bleef het Hemelsche Rijk
voor den handel met het buitenland ge
sloten en is slechts noode en half ge
dwongen er toe overgegaan zijne poor
ten te openen. Nooit heeft het opgehou
den zijn lijdelijk verzet te handhaven
tegen de vestiging der vreemdelingen en
steeds was er een machtige partij, die
met leede oogen aanzag, hoe die vesti
ging langzamerhand een bedenkelijke
uitbreiding kreeg en met een machts
vertoon gepaard ging, waartoe de onvei
ligheid in dit land aanleiding gaf en die
door den onderlingen naijver der Wester -
sche mogendheden werd versterkt.
Het keerpunt in de Chineesche ge
schiedenis is de oorlog met Japan, dat
als overwinnaar uit het strijdperk trad,
maar door de Westersche mogendheden
belet werd om de vruchten zijner over
winning te plukken. Sedert hebben de
deels gelukte pogingen der groote mogend
heden om in China bepaalde rechten en
voorrechten te verkrijgen, die met afstand
van grondgebied gelijk stonden en waar
van vooral door het meer naburige Rus
land een zeer yverig gebruik werd ge
maakt, de maat doen overloopep en eene
oogenblikkelijke opwelling toegevend, dan
wel uit overleg, vroeg hij „Wij lezen
toch weer te zamen
„Als het u genoegen doet, waarom
niet?" antwoordde zij kalm.
Zoo begmnen zij nog dienzelfden dag,
maar de vroegere gelukkige stemming
was voor goed weg. Hare ernstige ge
latenheid sneed hem in het hart. Het
vroolijke, levendige kind was in eene
stille, treurige jonkvrouw veranderd. Zoo
leest eene barmhartige zuster, die zich
naar eiken luim van den zieke voegt,
met verstand zelfs met uitdrukking
maar waar was het metaal harer stem,
de schoone klokkentoon gebleven, die
vroeger weerklank vond in zijne ziel?
Waar de bezielende blik harer oogen
Alles weg, weg, en dat door hem I
Dikwyls gevoelde hij in de eerste
dagen den drang, zich aan hare voeten
te werpen en met de bede om te ver
geven en te vergeten, hem weder op te
nemen, en thans voor goed en voor
altijd. De gedachte aan zijn vader hield
everwinning bezorgd aan de streng con
servatieve party, waardoor de regeerende
keizer getroffen werd.
Naar alle waarschijnlijkheid is de op
stand der Boxers eene door die party
bewerkte en dus door de regeering oog
luikend toegelaten poging om zich alsnog
op de eene of andere wijze van de
vreemdelingen te ontslaan; eene onzinnige
poging natuurlijk, omdat zjj moet uit-
loopen op nog meer concessies, en kan
uitloopen op een oorlog, die wel niet
aan een Ghineesch rijk een einde zal
maken, maar zyn grenzen toch wel
aanmerkelijk zal inkrimpen.
Maar voor het zoover is kunnen in
ieder geval verschrikkeiyke dingen voor
vallen, daar de Chineezen, laf en kruipend
tegen de overmacht, trouweloos en wreed
zijn, waar zij die overmacht zelf be
zitten, zooals op het oogenblik te Peking
en in den omtrek het geval is.
Kan de Europeesch-Japansche expeditie,
die thans naar Peking oprukt, er niet
in slagen haar doe! te bereiken, dan is
het te voorzien, dat wij nog geruimen
tijd verwarde en tegenstrijdige berichten
zullen ontvangen.
Voor Engeland is het drama te Peking
een leelijke geschiedenis minder om de
zaak zelve, dan wel om de gevolgen.
Het zal er nu op aankomen, de con
currentie met Rusland te kunnen vol
houden en wij vreeseix dat, naast de
waarschijnlijk reusachtige krachtsont
wikkeling, die men, komt de nood aan
den man, van dit laatste rijk te wachten
heeft, Engeland eene armelijke vertooning
zal maken.
Het heet dan ook reeds, dat lord
Roberts wel wat van zijn groot leger
missen kan en wij wenachten wel, dat
de man het zelf ook geloofde, dan zouden
onze vrienden in Zuid-Afrika wat meer
lucht krijgen en wat meer kunnen pro-
fiteeren van de slagen, die zij hun vijand
in de laatste dagen hebben toegebracht
en die bleken nog harder te zyn aan
gekomen dan men eerst dacht.
Het is wel gemakkelijk, te rapportee
ren Heidelberg zal binnenkort bezet
worden en dan zal de Oranjerivier-kolonie
volkomen van Transvaal zijn afgesneden
maar het is volstrekt niet zeker, dat
men die belofte zal kunnen houden, en
wat zou die afsluiting baten, waar het
verzet in het afgesloten gedeelte voort
durend en niet zonder succes wordt
onderhouden
Hoe men de zaak ook beschouwe,
de groote gebeurtenissen op het wereld-
tooneel kunnen aan Zuid-Afrika niet
anders dan te stade komen. De Engel-
sche regeering moet hare aandacht wijden
aan China en de Goudkustdaardoor
hem nauweiyks .terug, meer zijn trots
tegenover Roelf.
Gaarne had hp zich openhartig tegen
over haar verklaard, en zoo dikwijls hij
alleen was, overlegde hij hoe te begin
nen. Dat moest toch kunnen, op meer
dan eene wijze, en zou zijn gemoed
verlichten. Ja, zoodra Gerta weer binnen
komt, zal hij het stellig doen. Maar
wonderlijk, als zy kwam en hem met
hare ernstige oogen zoo doordringend
aanzag, stokten hem de wel overlegde
woorden in de keel. Zijn geweten fluis
terde hem toeWees maar tevreden dat
zij niet klaagt, dat zij haar onrecht
zwijgend draagt.
Beproefde hij het, door een omweg
de gevaarlijke plek te naderen, dan
bracht Gerta hem door een passend
woord bijna tot vertwijfelingzij gaf
hem in alles gelijk. Sprak hij, als het
gelezene daartoe aanleiding gaf, van de
kloof, die de verschillende standen scheidt,
van de moeielijkheid een brug daarover
te leggen, dan stemde zij volkomen met
zijn troepenverzendiDgen naar het oor-
logstooneel alvast onmogelijk geworden.
Maar bovendien zijn er verwikkelingen
te wachten, waarbij Engeland zal staan
tusschen de keuze, om zich uit mach
teloosheid te onthouden en alles prijs te
geven, of zich met den tegenstander te
meten maar dan zal een groote krachts
inspanning worden vereischt.
Engeland heeft zeer veel aan zich zelf
te wijten en daarmee kan men geen
medelijden hebben doch den algemeenen
politieken toestand kunnen wij niet
gunstig inzien en slechts de hoop voeden,
dat zijne gevolgen den minst schuldigen
ten goede zullen komen.
Onrustige tijden,
Wij leven, lezen wij ergens, beslist
in een tijd, waarin het onvergeeflijk
en bijna onmogelijk is zich te vervelen,
waarin het alle moeite kost optimist te zijn
en zich de toekomst rooskleurig voor te
stellen. Inderdaad zijn er in de ge
schiedenis weinig tgdstippen rjjker in
beroering en koortsachtige opgewonden
heid dan die der laatste jaren, daaren
boven zyn er slechts weinig waarin
redenen tot ongerustheid meer voor
kwamen.
Sedert vyf jaar, sedert den oorlog
tusschen Japan en China, hebben wjj
om zoo te zeggen geene week zien
voorbijgaan, die niet door eenige. gebeur
tenis op geweld berustende, gekenmerkt
werd. Er waait, zou men zeggen, over
de aarde een wind van brutaal geweld,
en overal op de aarde en onder de
menschen herleeft de begeerte om het
recht van den sterkste te deen gelden.
De regeeringen maken den oorlog, de
volkeren de opstanden. De geschiedenis
van deze vijf laatste jaren bevat niets
anders de Chineesch-Japansche oorlog,
de Turksch-Grieksche ooilog,de Spaansch-
Amerikaansche oorlog, de expeditie naar
Soedan enjde Transvaal-oorlog als deze
worstelingen tusschen de natiën een
oogenblik van verademing voor de onrust
van wijze mannen schenken, zyn het
weder andere vormen van geweld die de
aandacht vorderen. Het waren de werk
stakingen in Amerika, Frankrijk en
Engeland, de onlusten te Praag, die in
Spanje, die te Parijs, de ontketening van
Woestheid als gevolg van de Dreyfus-
zaak, de anti-semietische gruwelen in
Duitschland, Oostenrijk en Algiers, het
misbruik van macht en opstand in de
koloniën. Thans is het de opstand der
Boeren. Wat zal het morgen zijn
hem in en haalde zelfs nog voorbeelden
er bjj aan. Opperde hij de vraag of
platonische vriendschap tusschen lieden
van verschillende kunne, zelfs jonge
lieden, mogelijk was, dan hielp zij hem
bereidwillig die vraag toestemmend te
beantwoorden. En meende hij, dat ont
wikkeling van geest en gemoed, het
genot van de werken der verheven gees
ten, geen voorrecht was alleen van rijken
en voornamen, maar ieders deel kon zijn,
dan viel zij hem met volle overtuiging
bij, maar sloot hem tevens den mond,
door er bij te voegen: „evenals liefde
en vertrouwen,zelfachting en eeriykheid."
Zoo verliep voor beiden eene onver
getelijke week in bitterzoet samenzyn.
Er stond iets tusschen hen, dat de vroe
gere vertrouwelgkheid en zelfs de vroo
lijke onbevangenheid van hun verkeer
onbarmhartig verhinderde,maar de enkele
stralen, die door de donkere wolken
braken, herinnerden smartelijk en wee
moedig aan het verloren geluk.
Koert waagde, dringend smeekcnd, de
Want het is eene koorts, een kwade
koorts, die de mensehheid achterwaarts
doet gaan, de vorderingen der beschaving
en der broederschap vernietigt en den
mensch terugdrijft naar die afschuwelyke
tijden toen het brutaal geweld altyd
dreigde en het laatste argument was.
Zeker hebben wij nooit tijden gekend
van volmaakten vrede en eendracht, die
sommigen in de toekomst zien. Maar
wij hebben toch tyden gekend, minder
onrustig en waarin pijnlijke schokken
minder veelvuldig voorkwamen.
Sedert vijf jaat heeft de wind zich
geen oogenblik gelegdberoepen op
geweld, beroepen op brutale kracht zijn
aan de orde van den dag. Men zou
denken aan eene epidemie, aan een ge-
heimzinnigen invloed, die de geheele
wereld beheerscht.
Misschien heeft de schrijver gelijk en
zijn wy in het onheilvolle tijdperk,
waarvan hg de teekenen aanwees.
Vooruitgang in Indië.
Het Handelsblad haalt uit het Soer.
Handelsblad de volgende waardeerende
beschouwing aan over wat het Nederl.
bestuur voor Indië in de laatste 50 jaar
is geweest.
„Wanneer ik met myn gedachten een
50 jaar terugga, en ik vergelyk het
verleden met het heden in (onze) In
dische gewesten, waar onder de soepter
van Nederland de vrede en de rust
gehandhaafd en het recht beschermd
worden, waar de bevolking verdubbeld,
zeeroof uitgeroeid en oproer by na on -
bekend is: waar de verkeerswegen
vermenigvuldigd,de middelen van bestaan
vermeerderd zgn en de algemeene
ontwikkeling overal vooruitgaat, dan vind
ik daarin veel dat een vaderlandslievend
hart streelt en dat eene hand, die er
zich toe zetten gaat om van dat alles
een tafereel te schilderen met geestdrift
en zelfvertrouwen moet bezielen. Wat
elders waar is over het tijdvak van een
halve eeuw, over het geheele Indische
rijk, geldt ook voor kortere tydvakken
in een begrensden plaatselijken kring,
wanneer de pen niet bestuurd wordt
door mopperzucht en wanneer niet de
„Geist der stets verneint" over alles den
grauwen sluier der ontkenning spreidt."
Staatsexploitatie.
Ook in Engeland is het vraagstuk
van de staatsexploitatie der spoorwegen
aan de orde gekomen. In eene verga
dering van de vereeniging der Britsche
ijzerfabrikanten zyn door den voorzitter,
het parlementslid Jenkens, de volgende
gronden opgegeven, waarom hg het
wenschelijk acht dat men de spoorwegen
naaste. Ze zijn als volgt
bede, dat zij een prachtigen brillanten
ring, welks steenen zij naar verkiezen
kon laten verzetten, van hem ter her
innering zou aannemen. „Ik heb geen
teeken ter herinnering aan u noodig,"
zeide zij kalm. Daarentegen koos zy uit
zijne boeken zonder bedenken die uit,
welke haar het best waren bevallen.
Lichameiyk was Koert thans weer
geheel hersteld.
Op zekeren dag lieten zich de mannen
die hem bewaakten, onverwacht zien,
zonder dat het veerschip in aantocht
was. Koert noch Gerta begrepen waarom.
Spoedig echter vernam zij het. Lord
Elphinstone was met eenige mannen
geland, om vóór hij naar Engeland terug
keerde ook dit eiland te bezoeken.
„Schrgf hem!" drong Gerta, „schieiyk 1
Ik zal den brief bezorgen."
Koert gehoorzaamde met zeer uiteen-
loopende gevoelens, waarin echter de
zucht naar vrijheid den boventoon voerde.
Het antwoord, 't welk hij eveneens
door Gerta's bemiddeling ontving, liet