It Meisje m Berkum.
38e Jaargatg
1900
Dinsdag
19 Juni
Binaenlandsche berichten.
No. 142.
VL!SSIN«SC1E COURANT.
Prys per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich by alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever
F. VAJSf DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTIËNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. B(J directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prJJs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschuilt dagelQks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telephoonnnmmer ÏO.
Abonnements-Advertentlën op zeer roordeellge voorwaarden.
Uit de Kamerdebatten.
Men zal zich herinneren dat door de
Tweede Kamer het wetsvoorstel der
regeering om de grens der meerderjarig
heid te verlagen van 23 op 21 jaar
aanleiding gaf tot eenige discussie.
De heer Van Karnebeeke bestreed dit
voorstel. Hij achtte het wenschelijk den
leeftijd van 23 jaar te behouden en
voerde daartoe verschillende gronden
aan, o.a. dat, waar in de ons omrin
gende landen de meerderjarigheidgrens
op 21 jaar is gesteld, dit voor Neder
land geen reden is hetzelfde te doen.
Dit is zeker waar, maar of dit nu, zoo
als hy zich uitdrukte, hierin gelegen is
dat onze jongelui op 21jarigen leeftijd
zooveel minder ontwikkeld, zooveel
minder mensch zyn, zooveel minder
vol zijn dan in de naburige landen, zal
toch zeker wel niet zonder bedenking
aangenomen mogen worden, als men de
vele klachten, die opgaan over de vroeg
tijdige rijpheid onzer tegenwoordige
Nederlandsche jeugd daarmee in verband
brengt.
Ook was de heer Van Karnebeeke
beducht dat bij het aannemen van den
21jarigen leeftijd het aantal onberaden
huwelijken nog grooter zou worden dan
thans.
Hiertegen had de heer Hartogh het
een en ander aan te voeren. O.a. merkte
hij op dat het den heer Van Karnebeeke
wel moeite zou kosten om het verschil
in „klimaat» en „landaard" aan te
toonen tusschen b.v. Westphaalsche en
Vlaamsche en Hollandsehe jongelieden,
en of het niet waar was dat de over
groots meerderheid der bevolking, man
nelijke zoowel als vrouwelijke, reeds
vóór den 21-jarigen leeftijd op eigen
beenen moet staan.
Men denke daarbij slechts aan het
legio dienstmeisjes dat dikwijls reeds
vóór dien leeftijd het ouderlijke huis
verlaat, de duizenden jeugdige werklieden
die in den vreemde zich in hun vak
trachten te bekwamen of meerder geld
te verdienen,en het groote aantal jongelui
dat elders eene betrekking bezoekt. De
motieven der tegenstanders van een
lageren meerderjarigheidsgrens komen
ons dus al tamelijk gezocht voor.
Voor de gestichten die nu de verant
woordelijkheid van de aan hunne voogdij
toevertrouwde kinderen tot hun 21e
jaar op zich nemen, zou de last te zwaar
kunnen worden, indien de 23jarige leef
tijd gehandhaafd werd, was eene andere
opmerking van den heer Hartogh, die
de voldoening had dat de bezwaren van
F EII DLLS T Q) fö.
DOOR
W. FISCHER.
5.)
Dat zij zoo instemde met alles wat
hem toen belAng inboezemde, was voor
Koert niet de minste bekoorlijkheid. Nooit
vond hij haar stomp en zonder deel
neming overal waar hij aan de poor
ten van haar geest aanklopte, vond hij
een geopende deur. Al zijne uitingen,
eene opmerking over een plant of over
een dichter, eene aardigheid of eene
diepzinnige gedachte, alles vond weer
klank in haar opgewekten geest.
Natuurlijk werden ook de gemeenschap
den heer Van Karnebeek geen weerklank
vonden bij zijne collega's. Deze spreker
vond toch by niemand steun.
Afwisseling in de Kamerdebatten,
De heeren van Kol en de Klerk hebben
bij de laatste Kamerdebatten elkander
echt jongensachtig „grappenmaker'
en «.kalf» genoemd. De heer van Kol
antwoordde daarop dat dat hij den
«grappenmaker" waarschuwde niet te
veel op zijn kalverennatuur te vertrouwen
en tevens verweet hij den voorzitter
zijdelings dat deze het „kalf" had laten
passeeren.
De voorzitter, de heer Gleichman,
antwoordde daarop„Mij dunkt, laten
wij dit debat, op deze wyze gevoerd
voor gesloten houden. Het verhoogt het
prestige der Kamer niet en ook niet het
prestige der sprekers."
Baden voor telefonisten.
De juffers, wien het lot toebedeeld is,
de verbindingen tot stand te brengen
tusschen gejaagde en knorrige geabon-
neerden van de telefoon, verkeeren den
heelen dag in een gemoedsstemming,
welke een kalmeering niet overbodig
maakt. Onder de middelen, die misschien
daarvoor in aanmerking zouden kunnen
komen, heeft de Fransche minister van
Openbare Werken zooals wg weten, er
een uitgekozen, waarover de vrienden
van het water zich zullen verheugen
Zijne Excellentie heeft gemeend, dat
een bad de dames weer op de normale
temperatuur zal kunnen brengen, en
daarom den aanleg van badgelegenheden
in de telefoonstations gelast.
„Natuuriyk zegt 't Nieuws" ietwat
ironisch zal dit in een klein landje
aan de zee navolging vinden en ge
dachtig aan het daar geldende adagium
„wasschen is goed baden is beter
zwemmen is het best", kan men dan
eerlang boven in het perceel in de Raad
huisstraat te Amsterdam den aanleg
van een dames-zwembassin tegemoet
zien.
„Hangende tuinen", eenmaal 't won
der van Niniveh, zijn in de wereldsteden
van onzen tijd al niets bijzonders meer
maar zwemmen boven op een dak is
nog iets nieuws.
Een aanval op dr. Kuyper.
Naar aanleiding van de beschouwing
der Standaard over den val der Onge
vallenwet en de vraag van dat blad:
hoeveleD van de 7000 betoogers te
'sHage wiste i wat nu juist het karakter
van dit onderwerp was, richt „Het Volk
een aanval op dr. Kuyper als ..christen
democraat."
pelijke leesuren met groot genot en
niet zonder vrucht voortgezet, en slechts
zelden werd Gerta door hare moeder er
afgeroepen. Het verkeer der beide jonge
lieden werd niet onder opzicht gesteld,
niet moeielijk gemaakt of verhinderd.
Gerta bad Koert op al zijne tochtjes en
wandelingen kunnen vergezellen, wat
zij ook soms werkelijk deed. Hare rijke
en bevattelijke geest ontwikkelde zich
in dezen voor hem zoo passende kring,
in den dagelgkschen omgang met een
meer ontwikkelde gelukkig en snel,
evenals eene plant, die in den loop van
een zomer zich tot aanzienlyke hoogte
verheft, groent, bloeit en geurt ach
om in den herfst weggeraapt en ver
treden te worden 1 Zou dit ook het lot
van het arme meisje zijn Of zou zij
de kracht hebben om de scheiding te
verduren en na het zonnige en liefelijke
samenzijn de lange eenzaamheid te
verdragen
September liep ten einde. De laatste
vreemden hadden bet eiland verlaten.
„Hoe waanwijs wordt hier zegt
dat blad door een professor den staf ge
broken over de bekwaamheid der arbeiders
om hun eigen zaak te beoordeelen.
De groote vraag in deze is, of de wet
de arbeiders zal waarborgen: rentebetaling
in overeenstemming met de werkelyke
invaliditeit in verband met de bepalingen
der wet.
Nu weet niemand beter dan de arbeider
zelf, hoe deze waarborg alleen dan
bestaat, als de patroon niet het minst
belang heeft bij de zaak; als niet
doktoren en beambten, door de patroons
benoemd, de mate van invaliditeit
constateeren en op het bedrag der rente
invloed uitoefenen, doch dit alles buiten
hen omgaat.
Daarover liep de groote strgd en
wanneer dr. Kuyper door de indiening
van zijn amendement, dat aan de groote
werkgevers in dezen zulk een overwe
genden invloed toekende, heeft getoond
van deze kwestie niets te snappen -
tenzij men, wat wij nimmer deden,
mocht willen beweren, dat hij daarmede
opzettelijk de groote werkgevers wil
bevoordeelen en de arbeiders benadeelen,
wanneer, zeggen wij, dr. Kuyper van
uit zijnstudeerkameren by zynloochening
van den klassenstrgd heeft getoond,hier
van niets te begrijpen, dan weet ieder
werkman, hoe ongeletterd ook, over die
quaestie het juiste oordeel te vellen.
Dat heeft hij niet uit de boekon geleerd,
maar die kennis is hem ingedreven door
de dagehjksche werkelijkheid, die hem
met feiten, vaak aan eigen lijf en leven
gevoeld of in zijn maag en beurs bespeurd,
aan 't verstand heeft gebracht, dat hij
al bijzonder slecht uit is, als hg moet
afhangen van zijn patroon.
De groote blunder door dr. Kuyper in
dit opzicht geslagen, had hem tot wat
meer bescheidenheid in deze zaak moeten
brengen.
Nadat onze geleerde professor aldus
de arbeiders zeiven tot oordeelen on
bevoegd heeft verklaard, ligt de conclusie
voor de hand: voor de verzekering in
't algemeen behoefden de arbeiders niet
te betoogen; voor het ontwerp konden
zij het niet; dushet was alleen te
doen om met de „volkswraak" te
dreigen.
Tot welk een onzin, tot welk eene
verkrachtiging van de schoone volksuiting
op dien dag moet dr. Kuyper al niet
komen, om zgn aristocratische uiting van
minachting voor deze arbeidersbetooging
een schijn van recht te geven.
En de man die zoo beleedigend laag
over de arbeiders denkt, noemt zich nog
wel „christendemocraat."
Wij begrijpen volkomen, dat er onder
de orthodox geloovige arbeiders steeds
Koert kon nog altijd niet besluiten hun
voorbeeld te volgen. Integendeel, het
scheen hem bekoorlijk en verdiensteiyk
ook den herfst in den dienst der weten
schap hier door te brengen. Zelfs de
winter schrikte hem niet af. Als het
ys alle verkeer met het vaste land be
lette, de vorst alle deelen van het eiland
begaanbaar maakte, de sneeuw het in
haar toovermantel hulde en dan weer
vreeselijke stormen het duinzand over
joegen en de krakende tjsschollen zich
huizen hoog op het Strang opstuwden
hoeveel nieuwe indrukken zou hij dan
ontvangen, welk een ruim veld voor
eigenaardige natuurbeschouwingen 1 En
hoe vertrouweiyk moest het zijn gedu
rende de lange avonden, terwgl de storm
buiten woedde, in de warme binnen
kamer te zitten, Gerta's bevallig gelaat
tegenover zich, bezield door een voor-
treffeiyk boek, en door den helderen
schgn der lamp verlicht!
Deze schoone uitzichten werden plot
seling en onverwacht verstoord.
meerderen komen, die, hoewel dr. Kuyper
in geesteiyke zaken zeer hoog stellend,
hem als leidsman in maatschappeiyke
zaken niet wenschen te aanvaarden."
Geen obstnioticnisme.
Onder dit opschrift bevat de Standaard
een artikel waarin zy verklaart dat
tegenover het door de regeering nieuw
in te dienen wetsontwerp in zake de
Ongevallenwet geen sprake mag zyn
van obstructionisms.
„Al staat men, zegt het blad, voor
een nieuw ontwerp, men mag niet doen,
alsof de behandeling van het eerste
ontwerp niet had plaats gegrepen. Al
datgene waarover destyds het vereischte
licht is verspreid en waarover men nog
wel tot eenparig» conclusie was geko
men, kan thans buiten bespreking blyven,
tenzij opnieuw bezwaren opdoken, of
iets beters dan het toen gevondene ont
dekt was.
Wat nu inkomt zal in veel verschil
len van het oorspronkelijke oude ont
werp. We vermoeden althans, dat de
wijzigingen van de Tweede Kamer, ook
in weerwil van het protest der Regee
ring in het oude ontwerp aangebracht,
nu door het Kabinet zelf zullen worden
voorgedragen, terwgl vaststaat dat er
bovendien nog een wijziging in zal
worden aangebracht, in den geest van
de twee verongelukte amendementen.
Er is dus geen reden om te vermoe
den, dat we de aanneming van het
nieuwe ontwerp zouden moeten ontraden,
altoos onder de uitdrukkelijke opmer
king, dat juist het stelsel van het
Kabinet elk jaar finale afrekening moge-
lgk zal maken, en dus den weg voor
het overgaan tot een ander stelsel vrij
laat.
Dat we desniettemin op de juiste
wyze van behandeling ditmaal byzon-
derlyk de aandacht vestigden, was om
het precedent.
Voor zoover ons heugt, is het de
eerste maal, dat een' door de Eerste
Kamer verworpen wet ten tweeden
male in de Tweede Kamer aan de orde
zal komen.
Slaagt deze poging, dan staat het te
voorzien, dat dit zich herhalen zal. De
Eerste Kamer zal lichter een ontwerp
verwerpen, als ze vooruit weet, dat het
daarmee niet van de baan raakt, en
haar binnenkort weer zal bereiken in
een, overeenkomstig haar wensch, ge-
wijzigden vorm. En het zittend Kabinet
zal allicht geneigd zijn de Koningin tot
het indienen van een gewijzigde wet
te adviseereu, als het hierdoor het ver
lies van een zijner leden, of zelf eene
ministrieele crisis ontgaan kan.
Doch dan ontstaat ook een toestand,
In Norden woonde in welstand eene
oude, kinderlooze petemoei van Gerta,
die zich in hare gezonde dagen weinig
om hare minder bemiddelde verwanten
had bekommerd, maar thans, ernstig
ziek, dringend om de overkomst en de
verpleging van haar petekind verzocht.
Gerta werd onaangenaam aangedaan,
toen zij dit opontbot eerst vernam, maar
verklaarde zich daarna met kalme zelf
opoffering bereid er heen te gaan.
Eenmaal besloten konden alle harts-
tochteiyke bedenkingen en beden van
Koert er niets aan veranderen. „Het
moet," zeide zy berustend en drong
dapper hare tranen terug. Zoo zecht
ook hg zich by het harteiyke afscheid
met de hoop te troosten Tot spoedig
weerziens.
Gerta was echter nauwelyks weg, of bet
geheele eiland scheen hem onttooverd.Hy
trachtte eeriyk haar voorbeeld te volgen
en in geregelden arbeid zjjn leed te
vergeten, te bestryden, maar het gelukte
hem slecht. De avond werd ontzaglijk
waarin de Eerste Kamer feiteiyk het
recht van amendement verkrijgt. Zelfs
zou ze haar wenschen dan in een motie
of in een verklaring kunnen formuleeren.
Dit nu ware een niet zoo onbelangrjjke
wyziging in ons constitutioneel staats
recht, en uit dien hoofde scheen het
ons noodzakelyk, dat de Tweede Kamer
zich niet verlokken liet, om, door te
groote tooschieteiykheid, ongemerkt, deze
wijziging in de hand te werken.
Wil men aan de Eerste Kamer het
recht van amendement geven, wyzig
dan de Grondwet, maar werk er niet
toe mede, om onder de vigueur van een
Grondwet, die haar dit recht onthoudt,
feitelijk tegen de Grondwet in haar dit
recht te verleenen.»
Muzikale toestanden.
Richard Hol schrijft aan de Haag-
sche Ct.
't Was een gelukkige gedachte van
het bestuur der Nederlandsche Toon-
kunstenaarsvereeniging, om op 't program
der muziekuitvoeringen, by gelegenheid
van het vgf-en-twintig jubileum, ook
aan de Nederlandsche dramatische kunst
te denken. Dit gewichtig punt in ons
volksleven erlangt daardoor meer betee-
kenis.
Behalve de tentoonstelling van muziek
instrumenten, welke op Maandag 25
Juni te drie uur geopend wordt, een
orgelconcert op dienzelfden dag en sen
instrumentaal en vocaal-coneert op
Woensdag 27 Juni, zal op Dinsdag 26
Juni een voorstelling plaats vinden van
twee Nederlandsche dramatische werken
en wel van Seleneia, woorden van M.
Constant, muziek van Emil van Brucken
Fock, en Darthula, tekst van Emil Coen-
ders, muziek van S. van Milligen.
Deze voorstelling is natuurlijk alleen
mogelgk door de medewerking der artis-
ten van de Opera van der Linden, wier
bekwame regisseur, de heer Coini, nu
ook in beslag is genomen.
Het is een verblijdend verschynsel,
dat onder de Nederlanders meer voeling
komt op dit gebied en dat wij in de
laatste twintig jaren vooruit zyn gegaan,
daar vroeger een voorstelling als de
aangekondigde onmogeiyk zou zyn. 't Is
voldoende eén feit in herinnering te
brengen het zal ongeveer een 20 A 25
tal jaren geleden zyn, dat men de opera
„Het beleg van Culemborg", van Daniël
de Lange, te Amsterdam, in den Haag
en te Rotterdam ten tooneele wilde
brengen. En waarop is het plan afge
sprongen Het benoodigde personeel
was niet bgeen te brengen, vooral haper
de het aan een tenorzanger 1
We hebben dus waarlijk aan den
lang en het werk gelukte niet.
Den tweeden dag ging het hem nog
minder. Rusteloos en radeloos doolde hy
overal rond en kwam, in weerwil van
zyne vermoeidheid, eerst laat in den
nacht in slaap.
De derde dag bracht hem tot een
besluit en daardoor tot zekere rust. Hy
was geneigd, deze ongedachte scheiding
als een wenk van het noodlot te be
trachten, en om de bittere smart, die
hy doorgestaan waande, niet nogmaals
te ondervinden, baar tot een duurzame
te maken. Hij geloofde zich daarby weer
zeer krachtig en zelfverloochenend, zoo
als hij in het algemeen met trots terug -
zag op zyn gehouden gedrag. Hoezeer
toch had iemand, die minder edel dacht,
misbruik kunnen maken van hare nei
ging, van haar vertrouwen.
Zoo besloot hy dan met het veer
schip, 't welk den volgenden dag voer,
naar Emden te vertrekken. Hij schreef
een langen en mooien afscheidsbrief aau
Gerta, dien zg by haar terugkomst in