ILOÖTEN,
it Meisje w Berk.
rao.
16 Juni
Zaterdag
BimeÉiÉclie berichten.
sbond.
E, Dok.
JSo. 140
38e Jaargang
1900.
G em een t ebes tuur
Van week tot week.
J t
jsondheid
afwezig.
afdeeiing Vlis-
at na 15 dezer
N meer aan-
r BESTUUR.
;*oen Liino-
lilas huis)
;er.
>at.
Éulj
'ING, Slager,
jebied, verSte-1
stoffen, ga ran- j
n den inhoud
de Aceademiel
ise en consl-!
nbcms variés 9
Banketbakkers I
E NS T
OEh Sïï&t} V.T
ra 4 50 5 55
Zeilmarkivrn
12 30 2
45 4 15 5 55
markt V lit tin-
p werkdagen)
0 2 50 4 20
2 5 3 35 5 15
nldeKbem.
10.37, 1.18,
31, 6.9, 7.35,
8.24. 9.25
1.38, 4.32,
L, 6,29. 8.10
1.5, 9.45.
ÏDIENST.
20 7— 7 50
10 20 10 40
30 2 220
20 5 5 20
10 6 30 7 10
1010 10 30
nn 1 20 1 40
50 4 10 4 30
S 30,
BSftfl
6 20b)
6 50
4 45
5 05
6 20b)f')
6 40Q
Breakene en
Boresele en
'•vagatatiou
VLISSINGSCHE COIIRANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post f 1.5®.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich by alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever
F. VAM DE VELDE Ji., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTIËNvan 1-4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. - By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfdo
advertentie wordt de prys slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telepliootinwrnwior* 5 O.
I!
Abonnements-Adverteutlën op zeer voordeellge voorwaarden.
HüiViDëftWiT.
Verkenen van vergunning tot het plaat
sen van eene stoommachinehet
oprichten eener kopergieterij
en draaierij.
Burg. en Weth. van Vlissingen
gelet op art. 8 der Hinderwet
geven bij deze kennis
dat bij hun besluit van heden ver
gunning is verleend aan P. VAN DER
STAD JBzn., te Vlissingen, tot het op
lichten en in werking brengen van eene
tweede stoommachine, van een koper-
gieterij en draaierij in perceel Z 71.
Vlissingen, den 14 Juni 1900.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
J. H. DOMMISSE S. a. i.
Wat in Natal geschied is komt geens
zins onverwacht, is wellicht niet van
buitengewoon groot6 beleekenis, maar
verdient niettemin onze volle aandacht.
Door de ontruiming van de sterkten,
welke de verbondenen daar nog bezet
hielden, - en hier denken wij niet
zonder weemoed aan den historischen
I Majuba is een einde gekomen aan
hunne bezetting van het vijandelijk
gebied, waarbij, sedert OetobeT van hef
vorige jaar, de Vrijstaters vooral menig
maal zulk een schitterende rol hebben
vervuld. De krijgsbedrijven, waarvan
de omstreken van Ladysmith getuigen
waren, zullen ten allen tijde eene roem
rijke bladzijde vormen der geschiedenis
van een worstelend volk, ook dan,
wanneer het uit de rij der volken mocht
worden gewischt.
We weten het, namens de Engelsche
regeering is dit reeds geschied maar
juist dit zal het wel wezen, wat den
Vrijstaters heeft genoopt zich opnieuw
tot een krachtiger voortzetten van den
krijg toe te rusten.
Wat er in de laatste dagen hier en
daar is voorgevallen, het moge op zich
zelf misschien niet zoo heel veel te
beteekenen hebben, toont duidelijk dat
ran een onderworpen land hoegenaamd
ïeen sprake is. Het vernielen van den
(spoorweg in den rug van den opperbe-
I velhebber is een stout stuk. Het bewijst
I zonneklaar, dat het groote Engelsche
I leger niet in staat is om over zulk een
I verbazende uitgestrektheid de verbinding
I te bewaren met het punt waarop het
rust.
Die spoorweg zal wel hersteld worden.
iMaar, wat zal er morgen dan weder
FE OIL LIT® SM.
DOOR
F I S C II E R.
3.)
Spoedig had hij zich omgekleed, zijn
lleunstoel bij het wenster gezet, eenige
|boeken opgezocht en nog een stoel bij
zijnen geschoven. Daar moestGerta
|plaats nemen, met wie hij nu eens,
als hij schertsend zeide, een leesles
|<vilde houden. Hij ging haar met een
d voorbeeld voor, en las voor haar
Itoet veel uitdrukking een paar gedichten
l'an Goethe. Zij hoorde opmerkzaam toe,
k hem, toen hij geëindigd had, met
Ibarc sprekende oogen ernstig aan en
f gebeuren Wat, als lord Roberts nog
eens eenige honderden kilometers verder
is doorgegaan
Bloemfontein door de verbondenen
heroverd Zeer zeker gelooven we
er niets van. Maar er kunnen zich dan
toch nog dingen voordoen, waarvan men
meende dat ze onmogelijk waren.
B.v. al die tegenspoeden in het oosten
van den gezuiverden en ingelijfden Vrij
staat, waar de Engelschen als in de
gulden dagen van voorheen bij honderden
worden vermistwaar de Boeren steeds
heeten omsingeld te zijn, maar altijd
nog gereed blijven om hun vijanden in
dezelfde aangename positie te brengen.
Tijding uit GriqualandOok al
zoo'n gepacificeerde scieek, waar dringeDd
om hulp gevraagd wordt tegen de
„rebellen", maar voorloopig nog niets
kan worden verkregen, omdateen
andere streek voorgaat.
En dan is er nog een streek, een
beetje meer in het noorden in, waar
ook wel eens een French of een Roberts
noodig was om geforceerde marschen
te maken.
Het zijn maar negers daar, maar de
Goudkust geeft het rijk van Victoria
handen vol werk en, voorhands nog
geen victorie. De Ashantijnen houden
de ontzettroepen tegen, het klimaat helpt
een beetje en het verluidt reeds dat
Goomassie gevallen is, wat vermoedelijk
niemand weten kan, doch zeer wel waar
kan zijn.
De Londensehe bladen dringen natuur
lijk op een tuchtigings-expeditie aan,en
we twijfelen geen oogenblik of die
zwarten zijn er wel weer onder te
krijgen maar, uit Zuid-Afrika kan men
moeilijk wat zenden. Aan dezen boom,
zoo vol geladen, zou men zelfs vijf, zes
pruimpjes missen.
Nog één Ashanti, en, men is in Londen
ten einde raad
Neen, dan gaat het veel aardiger zoo
„en compagnie", als in China. Een
troepenmacht, saamgesteld uit zeven
verschillende nationaliteiten, trekt broe
derlijk op om den spoorweg te herstellen
en vervolgens een feestelijk bezoek aan
Peking te brengen, na de Boxers te
hebben uiteengejaagd.
Maar dan? We zijn waarlijk be
nieuwd te vernemen, welke streken de
langstaarten nu weer zullen uithalen om
de ongenoode gasten weg te krijgen,
teneinde het spelletje opnieuw te be
ginnen.
China is de Zieke man van Azië, en
de Chineezen, men mag het gelooven
of niet, zijn even slim als de Zieke man
van Europa het is. Zoowel in China
als in het gebied van den Turk zullen
christenen vermoord en christenmoorden
was kennelpk getroffen. Eenige harts
tochtelijke tooneelen uit Schiller's treur
spelen, die hij daarna las, bevielen haar
nog beter. „Dat kan de dominee niet
beter," zeide zij bewonderend, nam
zelve het boek ter hand en las de op
geschroefde verzen luide en met de
juiste uitdrukking met veel welgevallen
nogmaals. Nu was de beurt aan Koert
om gespannen naar haar te zien, aan
den klank harer lippen te hangen en
wie weet het meest den dichter of haar
te bewonderen. En hoe gaarne deed hij
het! Van waar had het eenvoudig opge
voede meisje zooveel ontwikkeling?
Zeker niet door hem of zijne vluchtige
opmerkingen. Wie leerde haar, zich zoo
in geheel vreemde personen en toestan
den in te denken Gevoelens te deelen,
die haar tot dusverre geheel vreemd
waren? Was het de geheime macht der
poëzie, die alles meesleept? Neen I niet
alles, slechts de uitverkorenen, de fijn
gevoelenden, en tot deze behoorde Gerta,
terwijl zoo menig wel onderwezen ge.
ongestraft blijven, en voor deze zieken
is geen genezing, omdat de genezing
zelve erger zou zijn dan de kwaal.
Het heet dan nu, dat de mogendheden
het eens zijn geworden, om gemeen-
schappelyk de rust iD China te herstel
len, aldus doende wat des langstaarts
was, zonder daarbij een zekere leiding
aan Rusland en Engeland te geven,
natuurlijk omdat deze zich anders later
op die goedgekeurde leiding ten eigen bate
zouden kunnen beroepen. Dat Frankrijk
tegenover Engeland, dat Japan, dat
Italië, gedachtig aan de gelaten veer,
daar niets van wil weten, is te begrijpen
maar of het hun baten zal is een andere
vraag.
De demping van den opstand zal dan,
zooals het heet, van geheel Europa plus
Japan uitgaan.
Wij voorzien dat het gebeurde zal
leiden tot herstel van het feitelijk regee-
ringsbeleid des keizers van het Hemelsche
rijk, den zoogenaamden man der her
vormingen. Weet u wat wij gelooven
van Chineesche hervormingen Precies
wat we gelooven van Turksche her
vormingen.
In China en in het rijk van den Islam
(en misschien nog wel ergens elders)
geldt zeker het kernachtig spreekwoord,
dat het volmaakt voor hetzelfde verklaart
of men van de kat, dan wel van den
kater gebeten wordt.
's Hijks middelen.
Deze brachten in Mei dezes jaars byna
20 millioen op, d.i. f718,000 meer dan
in die maand van 1899 en sedert 1 Jan.
f53,363,996, zijnde ruim 4 millioen
meer dan in die vijf maanden van 't
vorige jaar.
Hooger was tot dusver dit jaar de
opbrengst van: Personeel 5 ton, Grond
belasting f 18,000, Bedrijfsbelasting
f215,000en vermogensbelasting f124,000;
de invoerrechten f 412.000, de Accijnzen
op suiker f 680,000,gedistilleerd ƒ287,000
en geslacht f 69,000, Zegel en Registra
tierechten f175,000 en f189,000, het
Successierecht f 1,218,000, Post en
Telegraaf f187,000 en ƒ56,000 en de
Loodsgelden f 66,000.
Lager waren de acljnzen op wijn, Zout
en Bier f45,000, f4000 en f25000.
De toestand onzer visscherij.
Dat onze visscherijen tegenwoordig
een treurig bestaan lijden en de tijd
misschien niét ver meer af, dat het zee-
visschersbedrijf, vroeger in ons land zoo
moed, als met leder ompantserd is.
Het meisje was hem in éen oogenblik
veel nader getreden, stond geestelijk
bijna met hein gelijk en toen zij diep
ademend en met gloeiende wangen het
boek liet zinten en de schitterende oogen
tot hem ophief, toen hunne liefdevolle
en opgewonden blikken elkaar ontmoet
ten, werden zij onweerstaanbaar tot
elkander getokken, en had hij haar
omvat en eelige kussen op hare frissche
lippen gedruit, eer hii zelf wist hoe dit
gekomen wss. Een oogenblik zaten zij
zoo, de weriid om zich heen vergetend
toen rukte lij zich los en sprong op.
„Zijt gij ioos op mij, Gerta?
„Neen, maar dit was als een bliksem
slag en ik; houd niet van onweer. Dat
moogt gij 'niet weer doen. Wij zullen
niet meer Iszen, hoe.mooi het ook is."
„Integenteel, wij zullen dikwijls lezen,
en ik zal doen en laten wat gij wilt.
Maar éen genoegen moet ge my daarbij
doen. Zeg jij tot mij, opdat wij geheel
gelijk staat. Dat is niet meer dan recht
bloeiend en zooveel welvaart verschaf
fende, zal ten ondergegaan zijn,
het is bekend genoeg. De oorzaak
van dien toestand ligt echter niet alleen
in de sedert eenige jaren als 't ware om
gekeerde toestanden, waarbij door velen
nog maar steeds de oude sleur gevolgd
wordt als bleef voor hen de wereld stil
staan, 7,ij ligt ook in verkeerde practijken,
die moeten geweerd worden en niet het
mins', daarindat onze regeeringdiezooveel
voor land- en tuinbouw over heeft,meent
genoeg voor de visscherij gedaan te
hebben met haar een subsidie te ver-
leenen van f 20,000, maar zooals de
heer Zwier Visser, van Alkmaar, zeide
de visscher krijgt er niets van en toch
brengt de visschery zooveel in de schat
kist.
't Is bedroevend, en de gevolgen
blijven dan ook niet uit. In onze pro
vincie is de oesterteelt, vroeger een rijke
bron van bestaan, achteruitgaande, met
de mosselteelt is het even zoo gesteld.
Duitschland begrijpt dat anders, zegt
de heer Zwier Visser. Daar heeft het
rijk door de visscherij met subsidies te
steunen, gemaakt dat b.v. te Geestemimde
de aanvoer verdertigvoudigd is.
Met onze vischmarkten is het treurig
gesteld. Die van Amsterdam b.v. kan
een verzamelplaats van ongerechtigheden,
eene kweekplaats van ziekten genoemd
worden. Een ryksafslager is er niet zoo
als in het buitenland. Te Antwerpen is
een personeel van 32 man aan de markt
verbonden. Daarenboven wordt de visch
op onze markten slecht behandeld. Rot
terdam en Utrecht maken daarop eene
uitzondering omdat de handel hier niet
afhankelijk is van particulieren, van
commissionnaiis.
Een weinig meer ontwikkeling zou
ook aan den visschersstand niet schaden.
In Duitschland heeft men verplichte
examens voor schippers op de loggers,
wat zegt de heer Zwier Visser voor ons
land nu wel niet noodig, maar zeker
aanbevelenswaard is.
Duitschland heeft een afzonderiyk
departement voor de visscherij en daar
mede is nu nog wel niet het ideaal
bereikt, maar het is reeds zoover ge
komen dat wij van de Duitschers moeten
leeren, terwyi wy vroeger zelf lessen
konden geven. Noorwegen en Denemar
ken doen ook zeer veel voor de vis-
scheryen.
Wat de visscherij in billykheid van
de regeering kan verwachten, is betere
verzending op onze spoorwegen, maar
zeiven moeten de handelaren medewer
ken tot een beteren toestand door de
handen ineen te slaan tegenover de bui-
tenlandsche concurrentie. Bovendien moet
in den bouw der vaartuigen voor de
en billijk. Gij hadt het van den beginne
af moeten doen. Anders moet ik mij
schamen, dat ik zoo vrij ben geweest,
en ik kan het mij me niet meer afwen
nen, nu wij zoo vertrouwelijk, zulke
goede vrienden zijn geworden. Het staat
aan u om de gelijkvormigheid te her
stellen.
Zeg „jij," van dit oogenblik af
wilt gij, Gerta?"
Hij praatte en vleide, zij dacht na
en draalde, maar gaf eindelijk toe.
Gemeenzame arbeid bindt de menscben
aan elkander, gemeenschappelijke gees
tesarbeid het vast en het innigst. Vooral
als beide nog jong ziin, en bijzonder
als zij van verschillende kunne zijn.
Daaraan had de adellijke Koert niet ge
dacht, die nog steeds geloofde, dat slechts
eene verstandige vriendschap en ver
klaarbare deelneminghem aan hetschoone
meisje bond. Als een bewijs daarvoor
voerde hij bij ziehzelven aan, dat zij zoo
zelden liefkoosden, wat echter meer het
Noordzeevisscherij verbetering gebracht
en krachtig geijverd worden voor de
verzekering van den visscherman.
Wat dus den visschers, behalve dat
zij te veel gehecht zijn aan het oude,
ontbreekt, is voornamelijk de kracht die
in samenwerking en samen stryden
voor gemeenschappelijke belangen ligt
en tot groote dingen voeren kan.
Klagen en morren over wat voorbij
gegaan is en niet meer terugkomt, baat
niet. De blik moet naar voren gericht
worden en het ijzer gesmeed terwijl het
heet is. ^Andere tijden, andere behoef
ten", maar ook „andere tijden, andere
zeden." Wie dit inziet en daarnaar
handelt, heeft kans dat het hem in de
wereld goed gaat.
Wij moeten nu in een vlugger schuit
varen dan de trekschuit.
Geen meevallertje.
De Friesland die in de Delagoabaai
gestationneerd ligt,zal waarschijnlijk daar
tot September moeten blyven. Men
rekent tenminste dat dan de oorlog zal
gedaan zyn.
De onkosten vallen niet erg mee.
Oorspronkelijk geschat op 30,000, zijn
ze rc-eds geklommen tot 367,000, welk
bedrag natuurlijk nog aanzienlijk zal
toenemen als de oorlog nog een tydlang
blyft voortduren. Daarby komt dat de
diensttijd op dat schip in Z.Afrika dubbel
zal tellen voor pensioen, evenals Indische
dienstjaren.
Een misrekening van den minister
dus aangaande den duur van den oorlog,
die hy echter met meerderen gemeen
heeft.
Inciië.
De minister van koloniën heeft in
een nota aan de Kamer gezegd dat met
opzicht tot de Atjehsche eigennamen tot
regel is aangenomen ze voortaan in de
regeeringsstukken teschryven naar het
inlandsch spraakgebruik.
Men zal op Java nu wel het denkbeeld
opgegeven hebben om een weerbaar -
heidsbond aldaar op te richten. Op eene
vergadering met dat doel te Djombang
belegd, verschenen slechts 45 personen.
Verkiezingen.
Bij hei-stemming is te Utrecht tot lid
van de Prov. staten gekozen prof. W.L.P.
A. Molengraaff (lib.) met 1359 stemmen
tegen 1095 op den heer C. van Straaten
(R.K.)
Een practisch denkbeeld oppert een
onzer collega's naar aanleiding van het
hooggewichtig vraagstuk der verkeers
vrijheid in 't aan de meeste Hagenaars
gevolg was van hare terughouding dan
van zyne matiging.
„Een verliefde zou dat niet kunnen!"
dacht hij, als soms een leesuur eindigde,
zonder door een kus bezegeld te worden,
en was daar grootsch op; „hoe zou ik
kunnen studeeren en botaniseeren en
mij uren lang uit hare nabijheid ver
wijderen, als ik verliefd was?" zeide
hij dan met volle tevredenheid totzich-
zelven.Maar toch wendde hij zijne schre
den altyd gaarne naar het nederige
huisje en deed het hem onaangenaam
aan, als Gerta soms door huiselijken
arbeid verhinderd werd hem dadelijk
behulpzaam te zyn. Trof hy haar eens
niet te huis of stond zij met haar reus-
achtigen neef in den tuin te praten, dan
voelde hij zich in zijne heiligste rechten
gekrenkt. Daar hij zich schaamde de
reden van zijne ontstemming aan haar
te zeggen, moest zyne wrevelige en luit
mige houding het meisje dan wel vreemd
voorkomen.
In den loop van den zomer kwamen