HUIS,
let Meisje van Mum.
FE KOOP i
iidsbond.
IAGD:
GD:
IS O. 139,
88e Jaargang.
Vrijdag*
15 Juni
BiieÉiÉck terictai.
FIPÏLLITM.
1900.
EN FUNK
ode,
de afdeeling Vlis.
dat na 15 dezei-
E N meer aan-
IET BESTUUR.
thuis te HUUE in
Kngsweg, no. 137.
>STHUIS.
taaf. Bureau VJis-
tONGEN.
pettenmaga-
I Groenewoud.
tte
Jan en v. g. g. i. v.
ICourant.
en Erf en
ISouburg(Abeele),
1 510, groot 7
Ins bewoond door
Jn bij den Notaris
Idzande.
pit zich aan voor
JRANTIËN, op
op Huizen, In
Jen, Schepen en
laporten.
Lii, de Echte
Jarigen, tesamen- I
Jeiningen in den
Jam des uitvinders
|gd op de beste
Bmde étabblisse- i
erck te Keulen,
melk gekookt
I-ank voor dage- j
Ibeclepeis van 't
Ie) Als genees- I
1 diarrhee slechts i
|ste H. H. Apo- j
proefbnsjes. j
cToaS-
Ivoor Nederland j
■odt,
ftraat 103
11 E N S T
|DDElBtJBa v.v
vm 4 50 5 55
I Zeilmarktvm
jim 12 30 2
|2 45 415 5 55
ilmarkl Vlitsin-
op werkdagen)
20 2 50 4 20
|2 5 3 35 5 15
.aldegüem.
5, 10.37, 1.18,
1,31, 6.9, 7.36,
3, 8.24. 9.25
1.38, 4.32,
li. 6,29. 8.10
|9.5, 9.45.
«DIENST.
i 20 7—7 50
10 20 10 40
II 30 2 220
1 20 5 5 20
|10 6 30 7 10
1010 10 30
nm 1 20 1 40
50 4 10 4 30
8 30.
Pr|js per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
mm.
AD VERTEN TlËNvan 1 4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. - B(j directe opgaaf van driemaal plaatsing darzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
VersehQut dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Teleplioonnummer 10
Abonnements-Advertentiën op zeer voordeellge voorwaarden.
Berechting van jeugdige personen.
In 1885 werd in ons land een straf
wetboek ingevoerd van modernen geest
doortrokken, dat als een modelwetboek
beschouwd werd en werkelijk zooveel
voortreffelijks bevat, dat menige natie
liet ons benijdt, die zich nog niet van
een verouderde rechtspleging heeft kun
nen bevrijden. Maar zooals het met
alle menschelijk werk gaat, met den
tijd zijn ook de schaduwzijden in dezen
zoo verdienstelijken arbeid aan het licht
gekomen de practijk beschaamde vaak
de schoonste theorie.
Vooral schoot de wet te kort in de
maatregelen die voorgeschreven waren
om de toenemende verwildering en
bandeloosheid der jeugd te beteugelen.
Zij bepaalde gevangenisstraf voor jeugdige
overtreders en zelfs werd dat middel
zoo ruim toegepast, dat in 1868 het
geval zich voordeed dat een kind van
5 jaar tot eene gevangenisstraf van 7
jaar en 6 maanden werd veroordeeld.
Dat straffen met gevangenis had o.a.
,tengevolge dat op den jeugdigen boos
doener een vlek kleefde, die hem zijn
geheele leven bij bleef, terwijl zijne
afzondering uit de maatschappij niet
altijd tot zijne zedelijke verbetering
strekte. Jn elk geval heeft dit stelsel
slechts poovere resultaten opgeleverd)
volstrekt niet beantwoordende aan de
verwachting van den wetgever.
Het wetsontwerp dat thans aan de
Kamer ter beoordeeling werd aangeboden,
beoogt de niet verbeterende, maar vooral
voor jeugdige personen zoo verderfelijke
gevangenisstraf tot een minimum te
brengen. De strafrechter begint nu met
eerst voor het misdrijf eene berisping
uit te deelen, daarna boete op te leggen,
en helpt dit alles niet, den jeugdigen
overtreder der wet naar eene tuchtschool
te zenden dus in geen geval bepaalde
gevangenisstraf zooals onder de oude wet.
Bij de discussiën in de Kamer werd
menig woord gewijd aan de oorzaken
die medewerken tot de ontaarding der
Nederlandsche jeugd. De heer Lohman
vond die in de overdreven ziekelijke
opvatting omtrent het karakter der
misdaad, in de meer en meer veldwin
nende meening dat de misdadiger ontoe
rekenbaar is, zoodat de begrippen van
misdrijf, onrecht en schande der straf
meer en meer verdwijnen, en meende
dat alleen terugkeer tot den godsdienst
de jeugd weer op het rechte spoor kan
brengen.
De heer Troelstra schreef de oorzaak
toe aan maatschappelijke toestanden.
DOOR
W. FISCHER.
2.)
In dat verkwikkelijk uitzicht zette
de jonge man zich welbehagelijk in den
ouderwetschen'leunstoel, zóo, dat hij de
deur in het oog hield. En daar deed hij
wel aan.
Want eenige oogenblikken later trad,
door het morgenlicht omstraald, het
meisje binnen, dat het onderwerp van
dit verhaal is. Koert, die alleen aan eten
en drinken gedacht had, schrikte er
bijna van. Was dat een kind? De blauwe
«ogen zagen hem zoo rein en onbevan-
Naarmate die beter worden,zal de crimi
naliteit ook verminderen. En dat de
godsdienst hierin geen verbetering aan
brengt, bewijst het groote aantal mis
daden dat in rechtgeloovige landen
gepleegd wordt.
Wat hem in het wetsontwerp beviel
was dat in plaats van straf meer gelet
wordt op verbetering van het individu;
minder was hij ingenomen met de bijna
onbegrensde macht die daaraan aan den
rechter wordt gegeven.
Natuurlijk liet de minister in zijn
antwoord deze quaestie rusten en be
paalde zich tot de hoofdzaak wat moet
er gedaan worden om zulke straffen
voor de zich misdragende jeugd te be
denken, die niet enkel het kwaad straffen,
maar tevens tot verbetering leiden Hij
stelde zich niet voor dat hij eene ideaal-
regeling had verkregen, maar dat toch
zeker een belangrijke stap in de goede
richting was gedaan.
Daarna werd tot de artikelsgewyze
behandeling overgegaan.
Art. 1 luidtBij veroordeeling van
een minderjarigen persoon die tijdens de
uitspraak van het eindvonnis in eersten
aanleg den leeftijd van achttien jaren
nog niet bereikt heeft, wordt behoudens
het bepaalde bij art. 39 ter eerste lid,
in plaSts van de op het feit gestelde
hoofdstraf, eene der volgende hoofdstraf
fen opgelegd, plaatsing in eene tucht
school, geldboete, berisping, welke artikel
zonder hoofdelijke stemming werd aan
genomen. Art. IX van het ontwerp,
waarin den rechter de bevoegdheid wordt
gegeven om een minderjarigen persoon
beneden de 18 jaren zonder eenige straf
aan zijne ouders of voogden terug te
geven, dat iets geheel nieuws invoeit;
werd mede zonder hoofdelijke stemming
aangenomen, nadat op voorstel van de
heeron Lucasse en Loeff daarin de leeftijd
op 16 jaren was teruggebracht. Een
amendement op dat artikel van den heer
Troelstra om in de wet op te nemen,
dat een kind niet strafrechterlijk wordt
vervolgd wegens een feit begaan voor
dat bet den leeftijd van 12 jaren heeft
bereikt, mocht slechts 5 stemmen ver
werven. Dezelfde heeren Lucasse en Loeff
hebben mede in de wet doen opnemen,
dat de jeugdige misdadiger die veroor
deeld wordt tot verblijf in een Rijksop
voedingsgesticht tot zijn 21ste jaar met
goedvinden van de RegeeriDg evengoed
zal kunnen toevertrouwd worden aan
een particulier gesticht of gezin ter op
voeding.
Begaat de jeudige misdadiger een
ernstig misdrijf, een waarop als maximum
eene gevangenisstraf van drie jaren of
meer is gesteld, dan kan de rechter hem
veroordeelen tot hoogstens de helft van
gen aanhet bloeiende, door blonde
lokken omgeven gelaat, lachte zoo on
schuldig. Maar de geheele bouw van
het bevallige lichaam, de ronding van
den arm, de licht gewelfde boezem ver
rieden de jonkvrouw. Zij zeide hem
vriendelijk „goeden morgen vroeg hoe
hij geslapen had en of alles naar zijn
zin was. Hare stem klonk liefelijk en
had voor hem door hare vreemde uit
spraak iets bijzonder aantrekkelijks.
„Wij hebben het zoo goed gemaakt, als
wij konden," voer zij voort. «Maar wij
zijn aan zulk een bezoek niet gewoon.
Zeg u het maar dadelijk, als er iets
aan ontbreekt, of u het anders wenscht.
Anders bromt moeder op mij, want ik
moet u bedienen."
Koert vond niets te berispen, vond
alles voortreffelijk, vond nauwelijks iets
te antwoorden. Hij zat nog eenigen ti
peinzend neder, toen Gerta het vertri
reeds verlaten had. Een jonge man t
de groote wereld, die reeds met damt
uit den eersten stand had gedanst e
het maximum geldt het een misdrijf
waarop levenslange gevangenisstraf is
gesteld, dan wordt hem ten hoogste
eene gevangenisstraf van 10 jaren op
gelegd. En dan moet die straf worden
ondergaan, van af den dag dat zijne op
voeding van Regeeringswege eindigt.
Maar voor mindere vergrijpen zal voor
den jeugdigen misdadiger alleen beneden
de 14 jaar berisping worden toegepast.
Maakt dezulke zich binnen twee jaar
wederom aan een strafbaar feit schuldig,
dan kan die berisping worden vervangen
door geldboete of plaatsing in een tucht
school. Geldboete wordt alleen opgelegd
indien den rechter blijkt, dat de opbrengst
van den arbeid van den schuldige deze
tot betaling in staat stelt. Zoo wilde het
ontwerp, in artikel 39, maar door de
aanneming van de amendementen van
de heeren van Karnebeek, Troelstra en
Willinge, werd het zoo gewijzigd, lo.
dat de rechter geldboete toch kan opleg
gen al wordt die ook niet betaald uit
eigen arbeid, 2o. dat berisping ook kan
toegediend worden, ook al heeft de be
klaagde niet bekend, 3o. dat al is dit
geheele ontwerp wet geworden, de rechter
toch de vrijheid zal behouden ten op
zichte van personen van 16 tot 18 jaar
de gewone strafwet toe te passen.
Toen kwam de quaestie in behande
ling aan wie de dagvaarding moet wor
den uitgereikt. De minister wil dat zoo
lang de verdachte nog geen 18 jaren is,
dit aan ouders of voogd zal geschieden,
de Commissie van Voorbereiding wil dat
dit zal geschieden, zoolang de verdachte
nog geen 16 jaren is.
De ketooging te 's Hage.
De Standaard verklaart nader waarom
zij de betooging inzake de Ongevallenwet
te 'sHage fataal noemde.Deze betooging
was „fataal", meent het blad, omdat
vermoed mag worden dat zij tot de
verwerping der wet bijdroeg. Immers
zulk een betooging is öf een openbaring
van overtuiging, en alsdan te eeren, öf
een poging om vrees aan te jagen, en
in dat geval alleen op lieden zonder
karakter van de gewenschte uitwerking.
Nu was openbaring van overtuiging
hier èn volstrekt èn algeheel overbodig.
Niet éen enkel lid der Eerste Kamer
twijfelde er aan, of de werklieden zijn
liever wel dan niet tegen ongevalschade
verzekerd.
Dat behoefde niemand hen te komen
zeggen. Voor dat doel was elke betooging
dwaasheid.
Als bovendien gevraagd werd hoe
velen van die 7000 betoogers wisten
wat nu juist het karakter van dit
ontioerp was, zou het antwoord moeten
luiden, dat, op zeer enkele na, de
met menige erkende schoonheid op zijn
gemak had omgegaan, en nu schuchter
en verlegen tegenover eene eenvoudige
eilandbewoonster het was vreemd
Hij verwonderde zich, hij schaamde zich
bijna voor zich zelf. Eindelijk greep hij
hartelijk de goede dingen aan, die voor
hem stonden, en dat was in het gegeven
geval wel het verstandigste. Want met
de lichamelijke sterking wies zijn moed,
en eer hij nog gedaan had, was hij
reeds vast besloten, het meisje, als het
kwam opruimen, vrijmoedig toe te spre
ken. Wat meer was, hij bleef trouw
aan zijn voornemen. En wat nog het
allerbeste was, zooals hij later meende
hij sprak de liefelijke verschijning, alsof
het hem zoo werd ingegeven, dadelyk
met „jij en jou* aan, en plaatste zich
r.nn met haar op een vertrouwelijken
nam zijne vrijpostigheid vriendelijk
ils iets, dat van zelve sprak, en
e niet de minste bevangenheid,
lig stond zij den vreemdeling te
dnizenden betoogers met een mond vol
tanden zouden gestaan hebben. Voor het
blad, bestaat dan ook niet de minste
twijfel of wat tot deze betooging dreef,
was het schrikaanjagend denkbeeld: Als
wij in massa op het Binnenhof gaan
demonstreeren, zullen de heeren de
volkswraak duchten en niet tegenstem
men durven.
En nu zeggen wij niet, besluit het
blad, dat een betooging met zulk een
doel altoos ongeoorloofd is.
Kon zulk een volksbetooging op dit
oogenblik voor bet huis van Chamberlain
plaats grijpen, we zouden haar toejuichen,
evenals ze eertijds op haar plaats zou zjjn
geweest voor een huis van Al va of
Vargas.
Als er een gruwel der ongerechtigheid
gaande is, heeft de beleedigde volkscon
sciëntie behoefte zich te uiten en haar
verontwaardiging te toonen.
Maar dit hooger motief ontbrak hier
geheel. Dat de werkman tegen ongeval-
lenschade moet verzekerd worden, staat
onder alle partijen vast. Alleen over de
modus quo verschilt men.
De betooging kon dus goen oogenblik
het effect hebben,dat ze op het Binnenhof
eene slapende consciëntie wakker riep,
Ze kon niet tot zelfbeschaming brengen.
Al wat ze doen kon was, het karakter
beleedigen van wie te stemmen hebben
zou.
Of wien kwetst het niet elk gevoel van
eer, zoo hy merkt, dat men hem in
staat acht, onder bedreiging voor te
stemmen, als hij naar zijn beste
overtuiging de wet verwerpelijk acht.
Meisjes op gymnasia.
Men weet dat de Bossche gemeente
raad op advies van den rector van het
gymnasium aldaar, dr. Smit, afwijzend
beschikt heeft op een verzoek om meis
jes tot die inrichting toe te laten.
De hoogleeraar P. van Geer, te Leiden
heeft in de N. R. Ct. zijn verbazing uit-
gediukt over do motieven door dr. Smit
aangevoerd en daartegenover zijne eigene
ervaring gesteld.
„Ook mijne academische lessen werden
door verscheidene vrouwelijke studenten
bijgewoond, en hierbij vertoonden zich
duidelijk zeer gunstige verschijn
selen. In ijver en opgewektheid stonden
zij bij geen der mannelijke studenten
ten achter; en de gunstige invloed van
het samenzijn op de collegebanken zal
door geen mijner leerlingen worden
ontkend.
„Doch in éen opzicht was verschil
merkbaar. Soms bleek mij, dat de vrou
welijke leerlingen meer moeite hadden
om zich het voorgedragene eigen te
maken en behoorlijk te verwerken. Van
woord en vertelde op zijne vragen,
waardoor hij haar tot vertoeven aan
leiding gaf, dat haar vader reeds voor
jaren bij een schipbreuk was omgeko
men; dat zij, het eenige kind, sinds dien
tijd alleen met hare moeder het huis
bewoondedat Roelf haar voogd was
en Edzard zich een neef van hare moe
der noemde. „Die verwantschap strekt
zich echter wat ver uit," voegde zij er-
lachend aan toe.
„Hy zou echter gaarne wat nader in
de familie willen komen?" viel Koert
levendig in.
zy scheen hem eerst niet te begrijpen,
lachtte daarop weder en zeide„Dat
is wel mogeiy'k, maar daar is geen
haast by."
Hoe mooi hij haar ook aan de praat
hield, eindelijk moest hy het meisje
toch laton gaan voor zijn gevoel,
veel te spoedig. Een poosje bleef hy
nog nadenkend achterover zitten, sprong
toen op, hing de botaniseertrommel om
en stormde in den zonnigen lentemorgen
waar dat verschil De oorzaak lag dan
altijd in de voorbereiding. Zij hadden
niet het voorrecht gehad van eene be
hoorlijke voorbereiding op het gymna
sium; met moeite hadden zy door pri
vaatlessen of op andere individueels
wijze de noodige kennis opgedaan om
het staats-examen, dat toegang opent
tot de academische examens, af te leg
gen. Maar de veelzijdige ontwikkeling,
die het bijwonen van een volledigen
gymnasialerr leercursus veroorzaakt, ont
brak; nooit was dit goed te maken en
slechts met groote moeite en inspanning
konden de hierdoor veroorzaakte bezwa
ren worden overwonnen.
„Daarom verheugde het mij zoo dik-
wyls ik las, dat opnieuw een gymna
sium voor vrouwelijke leerlingen werd
opengesteld daarom deed het mij innig
leed, toen ik vernam, hoe door uw toe
doen de gymnasiale voorbereiding voor
de plaats uwer inwoDing aan vrouwe
lijke leerlingen wordt onthouden.
„Geenszins kies ik party voor de
moderne feministische beweging, waar
mede deze zaak slechts zijdelings in
velband staat. Maar onbegrijpelyk is het
my, waarom aan meisjes wordt ont
houden, wat voor jongens als het hoogste
ideaal wordt aangeprezeneene veel
zijdige ontwikkeling van verstand en
gemoed. Als rector zult gy my toch
toegeveD, dat dit voorrecht nergens beter
dan aan een behoorlijk ingericht gym
nasium wordt verkregen. Wat moeten
dan de meisjes beginnen die zich dit
ideaal voorstellen en de deur, die den
toegang opent, hardnekkig gesloten vin -
den, terwyl de jongens met open armen
worden ontvangen Zoo dwingt gij ze
naar privaat-lessen, terwyl juist onze
ervaring getuige hoe gebrekkig en on
doelmatig dit hulpmiddel is.
Staatkunde.
Op 11 Juni zijn wy in Afrika de
negende oorlogsmaand ingegaan.
De Fransch-Duitsche oorlog van
1870, waarin de partijen veel meer
gelijk stonden —hier is het 10 tegen 1
duurde maar zeven maanden. »Welk
een moed en volharding derhalve, dooi
de dappere strijders voor de goede zaak
van recht en vrijheid aan den dag gelegd!
merkt 't Nieuws op. En hoe weinig
werden zy daarbij gesteund. Geen enkele
mogendheid die eens de stem verhief 1
Des te walgelijker nu dat gesmoes, die
overeenstemming, die aanhankeiykneid,
nu in China gevaar dreigt en iets te
halen is
Naar het Vad. verneemt, zal in Sept.
een commissie naar Zwitserland worden
gezonden om het legerstelsel aldaar nader
naar buiten.
Ja, hij ging nog sneller dan gisteren
en toch had hij de zee reeds gezien, de
eerste lust reeds geboet. Het was of hy
vleugels had, en het bescheidene duindal,
't welk hy betrad, lachte hem als een
paradys toehy floot en zong onop-
houdelykde eenzaamheid, die hem
omgaf, had niets treurige of beklem
mends meerhet vreemde, zandige
eiland kwam hem lief en vertrouwd
voor. Zekerlijk zag het er nu anders
uit dan gisterenhet lag daar niet meer
voor hem onder sombere wolken en
wegstervend avondrood,maar in den vroo-
lijken glans der morgenzon, die van den
blauwen hemel warm afstraalde.Maar dat
was het toch niet alleen. Was het liefde?
Onzin 1 De baron van Kolmeneck en een
eenvoudig visschersmeisjeboven
dien, alleen in romans ontstaat de liefde
zoo plotseling domheidhij was im
mers zoo helder, zoo verstandig, zoo
kalm hy deed immers juist wat hy
zich voorgenomen had neen I Het was.