TEW:
rauis.
te Koop:
HÉl
Donderdag
14 Juni
|il Meisje w Mum.
ik te koop:
No. 138.
II. DOMMISSE,
38e Jaargang.
1900.
is en Erf etl
st-Souburg(Abeele),
en 510, groot 7'
ïans bewoond door
nen bij den Notaris
uidzande.
en WINKEL-
ie met Inventaris,
;ces een Kruide -
oefend, van alle
met ruime lucht
VAN ZWEDEN^
en.
ordt te Huur
500 gulden,
letter Jr», met
omschrijving van
DDELBURGSCH K
ÏRTREK
.'ENWON1NGEN,
rw gebouwd
ING te Huur, ad
oor Notaris DE
am I
u verschillende
ambozen, Aard-
net gratis recla-
prachtige Busjes
Vit Vsi Vo Vi
B looker's
•s Oaeao,
ew's t^Iik-
s.
jbaar bij
DIENST
AlLDELEÜEO v.v
va 4 50 5 55
n Zeilmarkt.- vin
nm 12 80 2
2 4-5 4 15 5 55
Zeümarkt Vlisain-
op werkdagen)
1 20 2 50 4 20
5 2 5 335 5 15
-Maldeglieiu.
jd.)
25, 10.37, 1.18,
5,31, 6.9, 7.35,
.33, 8.24. 9.25
0.—, 1.38, 4.32,
5.51, 6,29. 8.10
,3, 9.5, 9.45.
ENDIENST.
6 20 7—7 50
1020 10 40
10 1 30 2 220
4 20 5 5 20
6 10 6 30 7 10
50 10 10 10 30
.0 nm 1 20 1 40
3 50 4 10 4 30
8 8 10.
cbs&BS.
3 15 6 20b)
3 50 6 50
5a) 4 15
5a) 5 05
10 6 20Mf)
6 40f)
Breskene eu
iar Boraaele en
poorwagïUtiou
VlISSINSSCHE COIIRANT.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich by alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks bij den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, i. 187.
4J'
(S
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telephoonnummer TO
AD VKRTENTIËNvan 1-4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Abonnemunts-Advertontlën op zeer Toordeelige voorwaarden.
Mr. S. van Houten over de
Drankwet.
(Uit het Nieuws van den Dag.)
Te Groningen heeft Mr. S. van Houten
in eene buitengewone vergadering der
„Vereeniging van Handelaren" het woord
gevoerd over de Herziening van de
Drankwet.
Spreker wilde zijne stem doen hooren
tegen eene wet, waardoor zoo dringende
belangen worden bedreigd hij zou het
een zegen achten eene volkskwaal te
beteugelen, nog liever te doen veidwij-
nen, maar niet algemeen is men over
tuigd of ecu matig gebruik van sterken
drank een schadelijken invloed heeft op
bet lichaam-
In hoeverre iemand gebruik van sterken
drank wil maken zegt spreker is
iets, wat ieder persoonlijk moet weten,
en niet de Staat.
De drankhandelaren drijven —ondanks
het misbruik van velen misschien
evenzeer een eerlijken handel als wie
ock. Het is alleen de wijze van uit
oefening, welke onder omstandigheden
tot misbruik aanleiding kan geven, doch
i ieder heeft recht op bescherming. De
strijd tegen drankmisbruik wordt een
I strijd tegen de drankhandelaren.
Spreker wenschte de volgende vragen
te beantwoorden a. In hoeverre is de
I wet geweest een middel tot beteugeling
van sterken drank? b. Wat heeft zij
gedaan ten aanzien van den kleinhandel
in sterken- drank
Hij erkende, dat de beteugeling van
I de dronkenschap ten deele gelukt is
de openbare dronkenschap is aanmerke
lijk verminderd. Ten koste waarvan is
dit resultaat verkregen De goede zijde
wel gezien, de donkere niet. De ver-
I oordeeling van een groot aantal onzer
medeburgers is de schaduwzijde. Wan-
I neer men bedenkt welken invloed die
I veroordeeling, en als gevolg daarvan de
I aanraking met de andere bewoners van
[gevangenissen, op het leven dier leden
[kan hebben gehad, dan moet er twijfel
komenof misschien het weren van
[dronken lieden op den openbaren weg
[niet te duur is gekocht. Wel is het
kwaad beteugeld, doch niet uitgeroeid.
,Welk recht geeft de wet tot „oppak
ken?" Zij geeft rechtstreeks geen recht
een dronken man op te pakken. De
I circulaires, welke voor de uitvoering
Ivan de wet zijn gegeven, bevatten de
[verklaring van het feit, waarom dronken
|lieden worden opgepakt, die verklaring
FbU llLLETG M.
DOOK
W. F I S C H E B.
1.)
Voer meer dan vijftig jaren landde
'P een ongestadigen voorjaarsdag, met
Pet onbeholpen Emder veerschip, op
§tet toen ter tijd ook nog in den zomer
eenzame en weinig bezochte eiland
|Borkum een onverwachte gast. Het was
jonge heer van drie en twintig
■jaren, slank en groot, met bruin haar
Pi donkere oogen zijn aangenaam en
PP een snor na glad geschoren gelaat
l'ag een weinig bleek want de onstuimige
■■vereis had hem wat aangepaktvoor
iszij plegen overtreding. De politie
heeft het recht overtreders voor het
openbaar gezag te brengen, teneinde
tegen hen procesverbaal te doen uit
brengen.
Spreker zou alleen hem, die anderen
molesteert, opsluiten totdat zijn roes is
uitgeslapen, doch niet hem gevangen
zetten. Men vermijde alle aanraking van
dronkaards met gewone gevangenen.
Hij erkent, dat hij in zijne jeugd ook
wel eens in een toestand is geweest,
welke onder deze wet tot gevangenneming
had kunnen leiden.
Daarop besprak de heer Van Houten
het tweede doel der wetbeperking van
het aantal gelegenheden tot verkoop van
sterken drank.
Hier kunnen gevoegelijk de volgende
vragen gedaan worden Welk groot be
lang is er hij die regeling Welke zijn
de resultaten, daardoor verkregen
De voorstanders zeggen, dat in 1881
het drankverbruik in ons land per hoofd
9,38 L., in 1898 slechts 8,28 L. was.
Volgens spreker mag men die ver
mindering niet toeschrijven aan de wer
king der Drankwet. Nagaande de cijfers
van het verbruik over 1899 en over de
eerste 4 maanden van 1900, zal men
weer zien, dat het verbruik alweer ge
stegen is tot 8.50 L. per hoofd.
Er is verband tusschen de dagloonen
en het drankverbruik. Gaat het den
arbeider goed, dan is het drankverbruik
grooter beperking van het verbruik
heeft men in tijde van slapte.
Andere factoren hebben ook meege
holpen tot de vermindering. De twee
maal verhoogde accijnsde verbetering
van onze bieren, het prediken door veie
kringen tegen drankmisbruiken de
antidrankpropaganda der socialisten, als
weerzin der arbeiderskringen om den Staat
geld te verschaffen door drankgebruik.
De jeneverglaasjes zijn periodiek
kleiner geworden, het bierglas heeft het
grogglas verdrongen.
Wanneer er rechtstreeks verband
bestond tusschen drankverbruik en het
aantal gelegenheden om drank te ver-
koopen, dan moesten de cijfers gehee'
anders zijn;dan moesten zij zich verhouden
als 4 3, want in 1882 waren er 32000,
en nu 25,000 gelegenheden om sterken
drank in het klein te krijgen.
Deze cijfers moedigen niet aan om
den strijd tegen drankverbruik te blijven
voeren men bereikt er niets mee dan
den handel in een kleiner aantal handen
te concentreeren.
De Regeering heeft het plan in het
volgend jaar nog 8-300 vergunningeu op
te ruimen én het maximum met 1 Mei
1901 te brengen op 16,087. In de stad
Groningen werden er van de 469 niet
het overige verried zjjn geheele optreden
levendigheid en kracht. Zijn naam, Koert
von Kolmeneck, was, evenals hij zelf
den bewoners van het eiland geheel
vreemd. Hy bracht geenerlei aanbeveling
mede, dan alleen die eene, gewichtige,
welke reeds vroeger een vreemdeling,
die aan eene stapspoort gevraagd werd,
welke landsman hij was, met trotsch
zelfbewustzijn deed antwoorden„Jk
ben een rijke De jonge edelman was
voornaam gekleed, bracht zware koffers
mee en toonde bij gelegenheid eene
welgevulde beurs. Zoo vond zijn ver
langen, om een tijdlang op het eiland
te vertoeven, geen tegenspraak bij de
op de reede verzamelden, al begrepen
zij ook niet wat hem daartoe dreef.
Want badgasten kwamen er toen ter
tijd nog bijna niet, en dan toch ook
meer in den zomer. Wat, buiten de zee,
een jongen, voornamen heer kon be
wegen zich weken lang van zjjne gewone
omgeving op een eenzaam eiland terug
te trekken, daarvan hadden zij geen
minder dan 336 in deze provincie van de
2012 970 opgeruimd.
Het aantal vergunningen dat er bij
de wet zal mogen zijn is-zegtspr,
door een bureaucraat bepaald volgens
een arithmetische reeks, waartegen de
Kamer niet is opgekomen. Er zal, van
het getal inwoners afhangende, éene
vergunning mogen zjjn op 250, 300,
400 of 500 inwoners.
01 een stad een belangrijke marktplaats
is (en andere redenen worden niet in
aanmerking genomen bij het bepalen
van het getal établissementen tot verkoop
van sterken drank.) Een gemeente met
50,000 zielen kan éen vergunning op
elke 400 inwoners krijgen, stijgt het
aantal inwoners dezer gemeente, zoodat
zij in een andere klasse komt, dan
verminderen de vergunningen, omdat er
dan slechts éen mag voorkomen op elke
500 menschen.
Voor een Minister van sociale recht
vaardigheid zeide dé heer van Houten
is het wel raadzaam zich goed in te
denken of het rechtvaardig is in te grijpen
in het bestaan van zooveel gezinnen. De
Minister is zich dit bewust, wanneer hij
zegt dat de koopers van vergunningen
wisten de bedoeling van minister
Modderman om alle vergunningen welke
sedert 1881 zijn verkocht, met 1 Mei
1901 op te heffen.
Maar elke vergunning staat ender de
hoede van art. 7, dat de vergunning tel
kens voor éen jaar verlengt, indien het
vergunningsrecht wordt betaald, en ge
zorgd dat de vergunning niet ingetrokken
wordt. Eens vergunnen ia levenslang
vergunnen. Met 1 Mei 1901 wordt eene
pennestreek gehaald door 8300 kost
winningen, doch de Minister wil hen
een fooitje bezorgen in den vorm van
schadeloosstelling, waarbij de liefde van
dezen minister voor den kleinen man
bovenkomt wijl bij het betalen van
zeker bedrag boven het vergunningsrecht
de relatieve belangrijkheid van het
aangeboden bedrag in aanmerking zal
worden genomen.
Waarom zich zulk eene reeks van
onaangenaamheden op den hals gehaald?
Waarom die 8000menschen tebenadeelen?
Vergoeding hadden zij niet noodig gehad.
Waarom art. 2 niet te schrappen? Goede
rede en gezond verstand hebben niet
altijd overmacht op de mode.
Verwacht men van de wijziging van
art. éen, om het aantal liters van 2 op 5
te brengen, vermindering van drankmis
bruik? Meer drank in huis kon leiden tot
meer drinken.
Volgens deze wet kan bij uitbreiding
van eene stad is een geheel kwartier
geen gelegenheid tot koopen van sterken
drank voorkomen. Ook wees spr. op den
begrip.
Intusschen braken de rechtschapen
Friezen, die de landing van het schip
als eene welkome afwisseling hadden
bijgewoond, zich niet langer het hoofd
daarover, maar dachten er liever aan,
waar de vreemdeling het best huisvesting
zou vinden. Daarin werd ook spoedig
raad geschaft. Meerdere toonden zich
genegen den statigen vreemdeling voor
goed geld en weinig woorden op te ne
men. „Ik kan hem de grootste kamer
geven," fluisterde de een. «Ik, als het
zijn moet, twee," zeide een ander. „Ik
woon dicht, bij de kerk," aldus beval
een derde zich aan. „En ik aan het
duin, daar heeft hij het jachtveld en de
zee in de nabijheid," merkte de vierde
op. De gryze voogd van het eiland, Roelf,
want meer tot dezen dan tot den vreem
deling zelf werden deze opmerkingen
gericht, hoorde in kalme rust toe, schoof
daarop zijn pruim tabak naar de andere
zijde van den mond, en verklaarde
zich, tot aller tevredenheid, voor geen
maatregel waarvan een drankbestrijder
die toevallig Minister van Binnenlandsche
Zaken is, gebruik kan maken, namelijk
vaa de bevoegdheid om eischen te stellen
aan de lokalen, waarin sterke drank
verkocht wordt. Is het de bedoeling om
verkoop alleen toe te laten in lokalen
als de groote zaal der Harmonie te Gro.
ningen
Staking van het bedrijf bij gelegen
heden (loting, enz.), die de vrees wetti
gen voor misbruik, kan tot onbillijkheden
leiden. Men denke zich een burgemeester
van Haarlem als minister: Wat heeft
men dan in dat opzicht niet te wachten
Spreker noemde een curiosum om de
bepaling van spel of weddenschap ook
toe te passen op verkoop van sterken
drank. Waarom aan den verkooper in
in dat geval eene actie te onthouden
De heer van Houten zou wenschen
een weinig meer toezicht op hen, die
de wet niet naar behooren uitvoeren,
door bv. aan beschenken lieden te
tappen. Voor dezulken zou een schorsing
uitgesproken door Burg. en Weth,
van 't recht om gedurende 8 dagen te
mogen tappen, goed zijn.
Ook wil spreker drankmisbruik doen
opnemen onder de redenen voor het
aanvragen van echtscheiding. Hy noemt
het ergerlijk, dat de wet de vrouw
verplicht voort te leven meteen dronk
aard. Wist de man dat echlscheidin
het gevolg kan wezen van drankmisbruik,
dan zou hij daarvan teruggehouden
worden.
De heer van Houten zeide ten slotte
dat hij de voornaamste bepalingen had
besproken van een wetsontwerp, dat de
handteekening draagt van een antidrank-
fanaticus en van minister Cort van
der Linden en dat door den geheelen
Minsterraad is goedgekeurd.
Ongevallenwet.
De heer P. Tak, een vooruitstrevend
liberaal, heeft in de „Kroniek" zijn ge
voelen gezegd over de verwerping der
Ongevallenwet door de Eerste Kamer.
Hij betreurt die beslissing en zou een
optreden tegen de Eerste Kamer zeer
natuurlijk achten als uiting van recht-
matigen wrevel, maar van dat optreden
is niets te wachten dan een verdwijnen
der wet misschien voor jaren.
„De inhoud van het nieuwe voorstel
moet worden afgewacht. Maar als de
regeering niet meer toegeeft dan uit
de woorden van den heer Pierson is te
verstaan, en daardoor de partij wint,
dan verdient zij dat alle voorstanders
van den belangrijken maatregel haar in
deze dagen zonder voorbehoud steunen.
Haar plan moet sterk gemaakt worden
tegen de Eerste Kamer door de houding
van de liefhebbers, maar voor de we
duwe Meeuwsen. Haar gunden de meesten
een klein extra verdienste bijna even
goed als aan zich zelf, en Roelf was
nog in de verte met haar verwant en,
sinds den vroegen dood van haar man,
voogd over hare eenige dochter Gerta.
«En Edzard kan voor de koffers zor
gen," voer Roelf glimlachend voort
„mij dunkt, hij kent het best den weg."
De omstanders toonden door een ver
genoegd vertrekken van hunne breede
gezichten, dat zij de zinspeling hadden
begrepen, en een lange jonge man sloeg,
een weinig verlegen lachend, bereid
willig de haDd aan het werk.
Daar hij met de gebruiken van het
eiland en de gelegenheden geheel onbe
kend was, liet de vreemdeling rustig
toe, dat er op die wijze over hem be
schikt werd en voer daarbij niet slecht.
Het huis der weduwe was klein en
:g, maar glom van netheid en had
een welverzorgd tuintje voor de deur.
Over de voorwaarden was hy het spoedig
van de Tweede, en van de voorstanders
daarbuiten. Zij redt op deze wijze de
hoofdzaak, en daar komt het op aan.
„Zij geeft een stuk prijs, dat men
niet zonder leedwezen ziet verdwijnen,
maar zjj wint het spel. Het offer dat
zij brengt is dat van den bekwamen en
wél beraden schaker.
„Tegenover den gemeenschappelijken
vijand past nu, als het voorstel naar d«
verwachting uitvalt, aaneensluiting van
allen die de hoofdzaak willen redden."
Ons consulaatwezen.
Als een staaltje hoe het met ons con
sulaatwezen gesteld is, kan b.v. gewezen
worden op het feit dat in Amerika ge
klaagd wordt dat onze consuls geen
Hollandsch verstaan. Hoe zij dan de
belangen van Nederlanders naar eisch
kunnen behartigen, is een raadsel. Verder
dat van de 530 consuls die Nederland
er op na houdt in het buitenland, slechts
150 onze taal verstaan.
Onze regeering is bovendien oorzaak
dat de consuls soms niet den gewensch-
ten ijver betoonen, daar zij van hunne
rapporten te weinig of in 't geheel geen
notitie neemt. Dat er dus zeer weinig
rapporten door de consuls worden inge
leverd, spreekt van zelf. De heer O.
Kamerlingh Onnes, die te Haarlem in
eene vergadering van de leden der
Maatschappij van Nijverheid deze feiten
releveerde, sprak er van dat van som
mige consuls de regeering eenvoudig de
rapporten niet openbaar maakt.
Dat deze quaestie voor onzen handel
van zoo overwegend belang,in de Kamer
moge ter sprake gebracht worden, met
dien wensch van den spreker zullen
zeker allen die een reorganisatie van
ons consulaatwezen een dringenden eisch
des tijds achten, instemmen.
En ook dat de minister van buiten-
landsche zaken zich meer geneigd betoone
naar de klachten te luisteren, die reeds
over de gebrekkige samenstelling van
ons consulaatwezen tot hem gericht zijn.
Voor de Boeren.
De N. R. Ct. meldt het volgende:
De heeren J. Gérard Leendertz, lid der
firma P. Leendertz Go., kassiers en
commissionnairs in effecten te Nijmegen,
Carel de Jongh, gepens. kapitein van het
O.-I. leger te Breda, en de heer W. Her
man de Groot, hebben het plan opge
maakt voor een Nederlandsche
Zuid-Afrikaansche premie-
lot e r ij ter ondersteuning van de
verminkte burgers en de achtergebleven
betrekkingen van de gesneuvelde burgers
van de Zuid-Afrikaansche Republiek en
den Oranje-Vrystaat. Zij stellen zich
met de bleeke, stille vrouw eens. Hy
wierp slechts een blik in zijne toekom
stige kamer, die nog voor hem in orde
moest worden gebracht. Hij sterkte
zich door eenig voedsel en ijlde daarop
weer naar buiten, om het verdere van
den dag te besteden aan eene kennis
making met het eiland. Als wij zeggen,
dat hy uit het binnenland afstamde en
zich voor de eerste maal aan zee be
vond, behoeven wij er niet bij te voegen
waarheen hij het eerst zijne schreden
richtte.
Toen Koert de duinen was overge-
klauterd en de laatste steile half glij
dend en half springend achter den rug
had, bevond hij zich in volstrekte een
zaamheid. Want het noordwester strand
was, althans op dit uur, bijna altijd
geheel verlaten. Daar lag zij dan ein
delijk voor hem, de opene zee, waarvan
hij zooveel had gehoord en gelezen en
waarover hij slapend en wakend had
gedroomd, geheel zooais hy zich die had
voorgesteld en toch ook weer zoo ge-