mg GEN: U Vu V». lU, v„ Ie. 1MMERMAN. la cao. Woensdag 1.6 Mei FfcUJLLgTCm 115. 88e Jaargang. 1900. H. DOMMISSE, rram 1>U)1. in verschillende rambozen, Aard- |met gratis recla- prachtige Busjes tïloolror'js 's Cacao. Iten's Clilj. pes. pgbaar bij Janna Hendrika," pet prima RUHR- lOLEN. h-k's herbromin-gehalte. lig! Heder-Cacac iü hart ld. he geur, delicieuse |keid des dranks. i-harten=45cent. 1 kop Cacao. lonflseursBanket- I Mattenklodt, It raat 103. |D I K N S T ttlDDELBOSS v.v vm 4 50 5 55 Zeilmarktvm urn 12 30 1 15 5 55 6 55 7 46 Zeilmarkt V lissin- op werkdagen 12 35 1 20 2 5 7 7 50 8 35 )-M»I<le8lR«ui. k) [.25, 10.37, 1.18, 5,31, 6.9, 7.35, ..33, 8.24. 9.25 J.O.—1.38, 4.32, 5.51, 6,29. 8.10 1.3, 9.5, 9.45. lENDIEKST. 6 20 7—7 50 I— 10 20 10 40 lo 1 30 2 220 4 20 5 5 20 6 10 6 30 7 10 50 1010 10 30 ÏO nm 1 20 1 *0 3 50 410 4 30 8— 8 30. 15 6 20b) I50 6 50 4 45 5 05 f0' 6 20b)f) |0 6 40f) ar Breskeus tar Borosele en poorwegstatioa VLISSIMiSl liK COURANT. Prys per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlyke nummers 5 cent. Men abonneert zich by alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. ADVEKTENTIËNvan 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. - By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prys slechts tweemaal berekend. Groote letters en cliché's worden naar plaatsruimte berekend. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telephoonnumtner IO. Abonnements-Advertentiën op zeer voordeellge voorwaarden. Bezwaren tegen de Ongevallenwet. In het Haagsche Dagblad ontwikkelt de heer Van Outshoorn de volgende bezwaren daaromtrent ,,De werkman komt er door in slech- teien toestand. liet klinkt heel mooi, dat de werk gever de premie niet mag aftrekken van het loon, anders gezegd dat de loonen niet mogen gekort worden om de ver meerdering der bedrijfskosten te dekken. Maar niet voorkomen kan worden, dat de loonstandaard in het algemeen na de invoering der wet lager wordt, en dus de zelfstandigheid en de vrije ontwikke ling voor den arbeider bezwaarlijker worden. „Hij was op weg zelfstandiger, in ethischen en ecouomischen zin, te wor den. Door samonwerking met lot- en standgenooten kan hij hopen zich een betere toekomst te verzekeren. Dat alles zal hem in het vervolg ontgaan. In zijn initiatief gekortwiekt, begunstigd op het papier en niettemin veiongelljkt, zal hij de hulp leeren misprijzen, die hem, in weerwil van het Burg. Wet boek, tot een eeuwigen minderjarige stempelt." De heer Van Outshoorn zegt geheel in te stemmen o.a. met wat onlangs door den heer s' Jacob, burgemeester tan Rotterdam, in de Eerste Kamer over Staatsbemoeiing is gezegd dat de mach tige Staat de arbeiders wil terugdringen tot de vroegere zorgeloosheid, door hen op te dringen zich de economisch zwakken te noemen. „De radicale wijze, waarop dit Ministerie meent te moeten ingrypen, vernietigt al dit werk, al het goede, dat is tot stand gekomen met bedoeling om den werkman op te heffen, te ontwikkelen en hem krachtig te doen zijn in den strijd om het bestaan." De heer Van Outshoorn voorziet voorts de volgende gevaren lo. De werkgever, die een vaste som betaalt aan het ondersteuningsfonds, wordt zorgeloozer. Men raadplege, zegt bij, de Duitsche ongevallen-statistiek 2o. de voorgewende ongeschiktheid zal menigvuldiger worden, wat een zedelijk nadeel is; het medisch toezicht zal scherper moeten worden 3o. het feit, dat het weduwpensioen ophoudt bij her trouwen, zal leiden tot gevolgen, door tar. I.ohman in de Tweede Kamer met Wtemoedige vèr-ziendheid aangewezen. De heer Van O. meent, dat zij, die 'ij noemt de neo-liberalen, hoe langer 'to verder afwijken van het hoofdbegin- 1 der echt liberale leer vrije samen- ill 1F1SB VAN ERNST WICHEBT. 13.) Daar zaten nu de gelukkige erfgena- "en achter slot en grendel in voorloopige Jechtenis, man,vrouw en dochter tegen sergeant bestond geen verdenking -roder in eene afzonderlijke cel, zonder ronig veikeer met elkander, en werden I ««fes scherp ondervraagd. De aanwij zen, waarop eene aanklacht kon wor- gegrond, waren zeer zwak en '"toereikend; door het verhoor der ver- chte personen zouden er meerdere "«ten worden gevonden. Daarom werd werking, de eenig gezonde vorm van sociaal-wederopbouwende actie." I De „Nederlander" beweert dat slechts I hoog zelden zóó'n afkeurend verslag j door de Eerste Kamer is uitgebracht als 1 van de Ongevallenwet, maar toch geloolt het blad niet dat de verwerping vast staat, want de minister bezit eene 1 groote overredingskracht. Hij weet wat hij wil en dringt zijn meening, aan I welker onfeilbaarheid hij wefeens schijnt te 'gelooven, ook anderen op. Desniet temin schrijft de „Nederlander" toch zooveel gevoel van zelfstandigheid aan de Eerste Kamer toe dat zij zich niet zal laten inpakken door een man, die wel een goed ingenieur, maar geen industrieel is. j Daarentegen noemt de Werkmansbode, het orgaan van den Alg. Ned. Werk- liedenbond, het wetsontwerp in vele opzichten gunstig, gunstiger zelfs dan de wetten op ongevallen in het buiten land. Mocht de Eerste Kamer het wetsont werp verwerpen, dan is het einde nog niet te voorzien, want intusschen volgen de ongevallen elkander, niet dag aan dag, maar uur aan uur op, en hebben wij de wetenschap, dat de getroffenen of hun weduwen en kinderen zoo niet geheel onverzorgd dan toch ook zeer onvoldoende verzorgd zyn. Het blad hoopt dat de leden der Eerste Kamer dit ook zoo inzien en zy uit dien hoofde de belangen van maar weinig groote werkgevers ondergeschikt zal achten aan die van weiküeden in 't algemeen. Examens. Door den directeurgeneraal der Staats spoorwegen is aan het personeel mede gedeeld dat de aanvullingsexamens in vreemde talen nog twee jaar zullen worden afgenomen op de gewone wyze, in Maart 1901 en 1902. Voor elk dezer examens worden beschikbaar gesteld: voor de Fransche taal 8, voor de Duitsche 6 en voor de Engelsche 4 toelagen. Na het examen in 1902 zullen de bepalingen in zoover worden gewijzigd, dat de examens niet meer geregeld elk jaar maar op onbepaalde tijdstippen naar gelang van de behoefte van den dienst— zullen worden gehouden. Tot de examens zullen dan alleen worden toegelaten worden die ambtenaren, die daarvoor door den betrokken dienst of betrokken afdeeling worden voorgedragen op grond dat van hen in verband met de hun opgedragen werkzaamheden een bepaalde kennis van een of meer vreemde talen wordt geëischt. ieder afzonderlijk en meermalen ver hoord. Op elke ook nog zoo geringe af wijking of tegenspraak moest zorgvul dig worden gelet, om daarop verder te kunnen doorgaan. Het kwam er toch op aan, door geoorloofde middelen eene bekentenis uit te lokken. Daar scheen echter weinig uitzicht op. Vrouw Becker was als uit de wol ken gevallen, teen men haar zeide, waarvan zij eigenlyk werd beschuldigd. Aanvankeiyk scheen zy er alleen van te begrypen, dat de heer van Brunsig door vergif om het leven was gekomen. Bij haar stond het vaat, dat er dan slechts van zelfmoord sprake kon zijn, en zoo bezwaarde zij zich dan ook cenig en alleen met de gedachte hoe het te verklaren was, dat de goede en zeker ook vrome heer er toe gekomen was. Nooit in al de jaren had hij er ook maar op gezinspeeld en ook nooit ge klaagd, dat aan zijne verpleging iets ontbrak. Het is waar, hij had veel ge leden, maar het steeds met gelatenheid Leger en Marine. Kolonel van Stein Callenfels, kom- mandant van het le reg. veldartillerie, wordt belast met de leiding der tactische en schietoefeningen van 14 17 Juni a.s. in de legerplaats bij Oldebroek te houden. Majoor titulair Moggenstorm, benoemd administrateur van het mil. hospitaal te Amsterdam zal binnenkort, den dienst met pensioen verlaten. Vechtende schooljongens. In het Hbld. komt het onderstaande voor Ouders Acht gij het met mij te bejammeren, dat ome jongens zoo vaak hun spel vergeten, om in jeugdige onbezonnenheid en opgewondenheid „straatgevechten" te gaan leveren Zijt gij het met mij eens, dat dit kwaad in de laatste maanden helaas maar al te groote afmetingen heeft aangenomen Rilt gij met mij bij de gedachte, dat gij straks misschien een uwer jongens, waarop ge zoo trotsch zyt, gekwetst, verminkt, of misschien dood thuis zult krijgen Durft gij met mij u niet voorstellen, wat ge zoudt gevoelen, zoo wellicht uw naamgenoot door zijne ruwheid den dood van een medemensch op zijn geweten had Leest dan uw jongens het onderstaande eens voor, spreekt er ernstig met hen over, niet eens, maar telkens, als er aanleiding toe bestaat. Gij zult daarmede hen ten zeerste verplichten. Een vader van vier jongens. Jongens Wilt ge een oogenblik naar mij luiste ren Ik moet u iets verschrikkelijks vertellen. Terwyl gisteren duizenden uwer vroolijk naar school stapten, vroolijk ook omdat voor de meesten over een paar uur een vrije Woensdagmiddag zou aanbreken, werden ergens in onze stad laatste en daardoor juist zoo treurige toebereidselen gemaakt. Een flinke, tot voor weinige dagen door en door gezonde tien-jarige knaap lag daar koud en stijf op zijn doodbed uitgestrekt. Zijne arme troostelooze moeder, die nog maar altijd niet gelooven kon, dat haar jongen dood was, sidderde telkens als er gebeld werd, vreezende, dat men hem kwam halen. Zijn beklagenswaardige vader, die dag aan dag hard werkte, om het zijn gezin toch maar aan niets te laten ontbreken, liep gebogen en gebroken van het eene vertrek naar het andere, met brandende oogen en diepe rimpels in het doodsbleek gelaat. Zijn eenige broer snikte het tel kens uitzijn broer, zijn speelkameraad, zijn vriend, alles te gelijk had hy ver loren. Zijn zusje Jongens, als ge gedragen, als eene beschikking van den h6mel, en er nooit over gemord. En als hij het zoo lang had uitgehouden, hoe kon het hem den eensklaps ondragelijk zyn geworden? Er was toch niets bij zonders voorgevallen de eene dag was als de andere geweest. „Ik begrijp het niet. Ik kan alleen denken, dat hij door pijn zijne bezinning verloren en een verkeerd geneesmiddel genomen heeft.Die arme meneerToen men het haar duide lijk zocht te maken, datzy zelve van de daad verdacht werd, was zij geruimen tyd totaal verbluft en schudde by elke vraag met het hoofd, zondereen woord te zeg gen. Toen zij weer eenigszins tot zichzelf was gekomen, zeide zyj weenende „Maar, mijne heeren, hoe kan men zoo iets van my denken Ik heb tot dus verre niet eens een vlieg vergeven, hoe zou ik dan mijn goede meneer Maar men mag het zeggen ook dat, ook dat. Het is niet schandelyker, dan dat men mij uit boosheid en nijd tot eene slechte vrouw maakt en zelfs mijn eens een kijkje hadt kunnen nemen in deze woning in de Govert Flinekstraat, zelfs de ruwste onder u zou zijne tranen niet hebben kunnen bedwingen. En eenige straten verder. Ook daar werd vreeselyk geleden. Ook daar rilden de ouders, telkens als de schel over ging. Dan blikten ze elkander in het doods- bleeke gelaat, uit vrees, dat toch nog hun zoon gehaald zou worden, dat op het laatste oogenblik toch nog de rechter in de zaak zou worden betrokken, dat toch nog hun wel wat ruwe, maar in deD grond toch goede jongen, van wien zij zoo veel houden, in de gevangenis of in een „verbeterhuis" zou geraken. En die zoon Jongens, diep moeten we hem beklagen vreeselijk is hij gestraft voor zijne wildheidverschrikkelijk waren de gevolgen van zyne onbezon nenheid, want niet eene ziekte heeft den armen knaap, van wien ik u zoo even vertelde, aan zijn ouders ontrukt, maar een met woeste vaart geworpen steen trof den vroolyk spelenden knaap zóó noodlottig, dat hy weinige uren later na een vreeselijk lijden stierf. Arme wederzijdsche oudersArme knapen, van wie de een het heerlijke zonnelicht nimmer zal wederzien, waar van de ander gebukt gaat onder zyn vreeselijk zelfverwijt, terwijl hem nog jaren lang en juist na jaren eene hui vering zal overvallen, telkens wanneer hij een woord hoort, dat hem zelfs alleen maar door den klank herinnert aan den naam van het ongelukkige slachtoffer van zijn ruw optreden. Voelt ge, hoe vreeselijk er gisteren geleden werd, jongens En begrypt ge, hoelang dit leed nog zal nawerken Zoudt ge u zelf of uwe ouders zoo ongelukkig willen zien Gewis neen. Maar jongens, staakt dan dit domme, wilde en zoo hoogst gevaarlijke spel Vecht niet langer tegen jongens van een andere straat of van andere scholen Gij hebt immers geen hekel aan hen Ge doet het maar omdat anderen het ook doen. Welnu, houdt er allen mede op Bedenkt andere, meer flinke, echte jongensspelenMaar bovenal, werpt geene steenen Dat ge uwen steen hebt weggegooid, weet ge waar hij neerkomt, wien hij treft, weet ge niet. Welk verschrikkelijk onheil hy kan aanrichten, hebt ge zoo pas gelezen. Van harte hoop ik, dat ge uit medelijden met de beide slachtoffers, waarvan ieder uwer er een had kunnen zijn, en uit liefde voor uwe ouders naar mij zult luisteren Amsterdam, 10 Mei 1900. Wij hebben hier niets bij te voegen, alleen dat wy hopen dat deze les niet zal verloren gaan. man zóo tegen my opzet, dat hij het ergste van mij gelooft. Laat men het zeggen het gaat in eenen door. On gelukkiger kan ik toch niet worden." By elk volgend verhoor gaf zij gereedeltjk antwoord op het gevraagde, maar hield steeds haar onschuld vol. Het is waar, zij kon niet verklaren waarom de heer van Brunsig haar tot erfgenaam had ingesteld zy wilde er echter wel een eed op doen, dat zy daar vooraf ook niet het geringste vermoeden van had gehad. Nu jaEen beklaagde weet wel, dat men geen eed van hem vraagt of aan neemt. Vrouw Becker had voor het overige zich over geen slechte behandeling te beklagen. Men veroorloofde haar het ge bruik van een eigen bed, goede voeding op eigen kosten en des avonds licht maar zy wist toch dat zij in eene cel was, hoorde de deur achter zich sluiten en kon door het hooge venster slechts een stukje van den hemel zien en die De Generaal Pel. De Soer. ct. vernam omtrent het opsporen van de bedryvers van den moord op de opvarenden van het stoomschip Generaal Pel op Nieuw Guinea by den 141en lengtegraad dat, toen de Serdang daar kwam met den controleur van Fak-fak en den djooroemoedi van de Pel, waarin de ongelukxigen zich hadden bevonden, besloten werd door de lan dingsdivisie van de Serdang eerst een verkenning te laten maken, en dan den volgenden dag te debarkeeren. Het debarkeeren ging met groote moeielijk- heden gepaard, waarbij de manschappen ongeveer een uur tot hun midden door het water moesten loopen. Toen men aan wal was gekomen, bleek er bij de bevolking weifeling te bestaan om zich al dan niet te verzetten. Na lang over en weer praten door den controleur werden 11 der daders over geleverd zoodat geen schot behoefde te worden gelost. Vrijwillig gingen de gevangenen mede, niet andersdenkende of ook zij zouden terstond het lot van de drie vermoorde Europeanen ondergaan. De commandant hield daarop uit de kust, ten einde ontvluchting onmogelijk te maken, ongeveer 8 Eng. mijlen. Vyf van de 11 gevangenen wisten bij het aflossen der wacht te ontsnappen en sprongen over boord zij moeten onver- mijdeltjkallen verdronken zyn,de overigen werden vrywel onhandelbaar, ja zelfs woest, en moesten zwaar geboeid worden, Toen zij na een paar dagen bemerkten dat zy niet vermoord en opgegeten werden, kwam de kalmte terug, en waren zij zeer gewillig. Zij zijn naar Fak-fak overgebracht in het pakje van dwangarbeiders ge stoken, en men zal trachten van hen tolken te maken, ten einde later met hen de zaak verder uit te maken. Een oud man onder hen is onderweg gestor ven, waarop de overigen te kennen gaven hem te willen opeten. Omtrent het lot van de verslagenen is weinig bekend zegt het blad, doch het staat vast dat zij vermoord, en daarna, volgens de gewoonte van het land, zijn opgegeten. Niet naar Zuid-Afrika. De correspondent te Pretoria van de N. R. Ct. raadt op de volgende gronden af naar Zuid-Afrika te emigreeren Vooreerst zijn in Transvaal geen be trekkingen verkrijgbaar, enkele groote uitzonderingen daargelaten. Alle bezigheden zij a gestopt, behalve voor oorlogsdoeleinden alle gouverne mentskantoren zijn gesloten, behalve enkele. De spoorwegbesturen hebben hun personeel sterk ingekrompen. Overal zijn eindeloos lange tyd zonder de gewone bezigheden. En zulke gedachten als thans, hadden haar nooit in haar leven gekweld. Hoe kon God een rechtvaardig God zyn, als hy zulk onrecht toeliet? Was zy niet volkomen tevreden ge weest met haar bescheiden lot, en had zij Hem er niet steeds van harte voor dank gezegd Had zy ooit den zondigen wensch gekoesterd meer te bezitten dan het lot haar had toegewezen Had zy ooit iemand om zyn ruimer deel benyd Waarvoor moest zy dan nu ïyden, het vertrouwen en de achting van haar man verliezen, en in verdenking komen van eene zware misdaad En als zy nu eens onschuldig werd veroordeeld. Zy herin nerde zich eens van Romer te hebben gehoord, dat heden ten dage geen vol slagen bewijs meer noodig was, maar dat het voldoende was, wanneer de rechter overtuigd was van de schuld I Overtuigd En dat bi) zulk een onvol doende reden 1 Da geheele stad was immers van haar schuld uvertuigd, en

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1900 | | pagina 1