li MIS.
Dinsdag
IS Mei
S8e Jaargang.
iten 1877.
No. 114.
1900.
heeft gedaan,
de zaak rucht
let. (Red.)
IN G K N.
44388
59904
44732
62418
46402
64496
46895
65836
46998
67980
53784
69021
55997
69397
58364
70959
59397
71640
59759
n
fr. 1000
25C
10,000
500
250
|fr. 150.
serie n.
53784 18
64496 21
6962 15
39152 10
55997 23
59759 11
Irs fr. 110.
VLISSINGSCHE COUBAKT
PrtJa per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneeit zich b(J alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTIEN van 1-4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. - By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prys slechts tweemaal berekend. (1 roote letters
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telephoonnummer IO.
Abonnements-AdvertontiCn op zeer voordeellge voorwaarden.
Visschers-Vlootrevue.
Men verzoekt ons het volgende op te
nemen
In de Ënkb. Ct. d.d. 2 Mei lezen wij
onderstaand artikel over de vlootrevue,
waarvan door verschillende couranten
een verkeerde voorstelling gemaakt is.
Door overname heeft ook ons blad
zich daaraan schuldig gemaakt, waarom
wij ter wille der waarheid dat stuk in
zijn geheel hieronder laten volgen.
„Verschillende couranten hebben ons
de laatste dagen de meest tegenstrijdige
berichten omtrent deze demonstratie
medegedeeld, thans kunnen wij echter
uit zuivere officiëele bron nader een en
ander berichten en binnenkort hopen
wij in breedvoeriger artikel, den juisten
toestand weer te geven.
Wat nog nooit geschied is, is thans
gebeurd wat vroeger door tweedracht
in onze visscherswereld onmogelijk was,
is nu door den eenheidsband langzamer
hand in onze visschersbevolking ontstaan,
verwezenlijkL kunnen worden.
Eene commissie uit de visschersbe
volking en Nederlandsche Visscherij
Vereeniging heeft H. M. de KoniDgin
ten paleize, Donderdag 26 April, hare
opwachting gemaakt en heeft onze jeug
dige Vorstin de hulde der visschers
bevolking aangeboden.
In tegenstelling met de bewering in
verscheidene couranten gedaan, als zoude
de commissie de vlootrevue bij H. M.
besproken hebben, kunnen wij voor
:t!;er rnededeeien dat hoegenaamd daar
over niet gerept is en dat de heer F.
A. 0. de Ridder met de Nederlandsche
Visscherij Vereeniging hoegenaamd niets
uit te staan heeft. Het andere vloot-
tevue plan is dan ook door geene Ver
eeniging, ook niet door het college voor
de Zeevisscherijen ontworpen, maar par-
tkulier door de beide heeren burgemees-
tets Galkoen en Kolff.
De Nederlandsche Visachery Vereeni
ging sluit op enkele plaatsen na de
geheele Zuiderzee in zich, alsmede
Zeeland, en dit lichaam nu heeft inder
tijd tot H. M. de Koningin het verzoek
lot Hoogstderzelver bijwoning der revue
gericht, vandaar dat deze Vereeniging
net het grootste deel der Zuiderzee-
bevolking en Zeeland, zich tegenover
liet initiatief plaatst van tweepersonen.
Zn mocht de Ned. Visscherij Vereeniging,
als het gerucht gaat, haar plan ook
doorzetten, dan zullen de 7 a 800
tchuiten aangesloten bij de burgemees-
iets daartegenover een allerdroevigst
'guur maken, want de Bond kan pl.m.
F E LIL T O M.
VAN
ERNST WICHEKT.
12.)
En nu lag er hun alles aan gelegen,
P® den oogst binnen te brengen. En
eerder hoe 'beter.
Dokter Frank werd ondervraagd, of
"tl het lijk onderzocht had. Hij moest
■''geven dat hij geen verdenking had
I gekocstc rd. Hoe zou hij dat ook,
Iter hij van de wonderlijke erfstelling
I teo vermoeden had. Nu stond de zaak
I fritter anders. Hy drukte zich zoo voor-
IMitig mogelijk uit; maar het bleek
i 11 toch, dat hy het bewijs van overlijden
2000 schepen met pl.m. 4 a 5000
koppen daar naast plaatsen dat is dan
toch eene voorstelling van eene vloot
en eene revue waar byna de geheele
visschersbevolking met hart en ziel voor
strjjdt, want al is ééne afdeeling afvallig
geworden, de Alg. Vergadering en het
Hoofdbestuur der Ned. Visscherij Ver
eeniging zullen een zoo eigendunkelijke
handelwijze zeer zeker niet ongestraft
kunnen laten, en enkeie afdeelingen
schijnen het bericht dan ook met ver
vallenverklaring dior afdeeling te zullen
beantwoorden. Waarschijnlijk zal nog in
de tweede helft van deze maand eene
groote vergadering van den Bond hier
over belegd worden.
Dat de visschersbond het volste recht
van bestaan heeft moge toch duidelijk
blijken uit het feit dat Hare Majesteit
met ingenomenheid en allerminnelijkst
de Commissie ontvangen heeft en de
visschers bedankte voor hun blijk van
hulde en belangstelling heeft toegezegd
voor den thans zoo kwijnenden tak van
volksbestaan.
Aangezien gedurende de audiëntie
vanzell geene gelegenheid was om Hare
Majesteit den ganschen droevigen toe
stand uiteen te zetten, verzocht de Voor
zitter der Commissie, of de Directeur de
heer J. Zwier Visser Hare Majesteit een
werkje van zijn hand, schrijvende over
de visscherijtoestanden, mocht aanbieden.
Hare Majesteit antwoordde dit gaarne in
ontvangst te willen nemen, waarop de
Directeur, het in een keurigen pracht
band gezette werkje overhandigde. Wij
mogen dus hieruit besluiten dat onze
eenvoudige visscherswereld de toegang
tot het hart onzer hooge gebiedster is
ontsloten en mettertijd de gezegende
vruchten daarvan mogen geoogst worden.
De Monnikendammer courant zegt dan
ook vol geestdrift
Laat de visscherswereld het begonnen
werk van haren wakkeren Directeur met
kracht voortzetten, en zich niet storen
aan losse courantenberichtjes en laster.
De heer Zwier Visser heeft den grond
slag gelegd, mannen,laten wij dat hoog
schatten, laat men nooit kunnen zeggen,
dat de visscherman ondankbaar of
ontrouw is. Laat ons in deze dagen van
strijd om nog nauwer aaneensluiten en
waken dat men onzen bond, hare be
sturen en Hoofdbestuur niet omverwerpe
en men onzen grondlegger niet de kroon
van het hoofd plukke. Het trouw aan
den Bond, zij onze leus. Ons mannen
woord doen wy als de Transvaalsche
Boeren gestand." Nieuwe Ct.)
Vermogensbelasting.
In haar verslag betreffende het ont
werp tot wijziging van de wet op de
na een slechts vluchtig onderzoek gegeven
had, en dat, na wat men thans wist,
meerder omzichtigheid plichtmatig ware
geweest.
Men sprak ook van een kastje met
medicijnen, dat aan het sterfbed had
gestaan, zij het, dat de dokter zich dit
herinnerde, of dat Romer daarover ge
sproken had. Waar was dat gebleven? Ver
moedelijk verdonkermaand. Misschien was
het toch nog niet te laat er eens onder
zoek naar te doen. Het publiek kwam
in gioote opgewondenheid. Men verlangde
de tusschenkomst van de politie, van
de jusoitie. Deze deed een voorbereidende
schrede, wellicht in de hoop, de gemoe
deren tot kalmte te brengen, als zij niets
verdachts vond. In alle stilte zou een
huiszoeking plaats vinden, onder voor
wendsel, nader de aanleiding van het
overlijden vast te stellen, waarbij natuur
lijk een lokaal onderzoek in de eerste
plaats noodig was.
De sterfkamer was dadelijk nadat het
lijk verwijderd was, uit gevoel van be
Vermogensbelasting verzoekt de commis
sie van rapporteurs der Tweede Kamer
aan den minister van Financiën, alsnog
de volgende vragen te beantwoorden
lo. Hoeveel vermogensaangiften zijn
by de op bi. 1 der Mem. v. Antw.
vermelde vergelijking met de in het
eerste halfjaar 1894 ingediende successie-
memoriën juist bevonden tegenover de
449, waarvan moest worden aangenomen,
dat zij te laag zijn geweest
2o. Op welke gegevens steunt de
uitgesproken onderstelling, dat hetgeen
aan Vermogensbelasting wordt ontdoken,
ƒ500,000 in 'tjaar bedraagt?
Ook zou de commissie gaarne ver
nemen, of voor de bepaling van het aan
successie-recht verschuldigde, het van
de erfgenamen na te vorderen bedrag
ais schuld van de nalatenschap zal
mogen worden afgetrokken.
Gevraagd werd, welke bezwaren er
zijn tegen den maatregel, door verschei
dene leden aanbevolen, om aan de raden
van beroep het recht toe te kennen,
het bestaan van schulden, die bij aan
gifte worden afgetrokken, door getuigen
te doen bewijzen.
Voorts zou de commissie gaarne nog
eenige inlichtingen van de Regeering
vernemen omtrent het opnemen in de
wet van onroerende goederen, die bij
schenking onder de levenden zijn over
gedragen, onder voorwaarde dat de
inkomsten zullen moeten dienen tot het
doen van verplichte uitkeeringen. Hier
tegen kan, naar het oordeel der com
missie, geen bezwaar bestaan.
Een nieuw dagblad te 's Gravenhage.
Men wil in de Hofstad een dagblad
oprichten, zooals men het noemt „tus-
schen het conservatieve Dagblad» en het
radicale «Vaderland."
De toelichting van de ontwerpers luidt
als volgt
Er is tegenwoordig een eenzijdige
richting op sociaal gebied ontworpen
sociale regelingen geschieden voor het
belang van éen klasse en alles wordt
zooveel mogelijk opgedragen aan den
Staat. Dit levert groot gevaar op voor
de industrie, en bovendien wordt de
taak van den Staat te omvangrijk en
te zwaar. Nu is dit laatste vooiai daar
om zoo erg, wijl het leven vol afwisse
ling is en voortdurend bezig zich te
ontwikkelen. Daarop kan natuurlijk een
uniform handelend en denkend heirieger
van bureaukraten geen oog houden.
Maar daarentegen de werkgevers, die
nu gedwongen werden door den Staat
om een en ander voor de arbeiders te
doen, verliezen alle belangstelling voor
speciale regelingen; z(j worden afgeschei
den van de arbeiders en gesteld onder
tamelijkheid door vrouw Becker afge
sloten en nog in den zelfden toestand
als toen. Daar werd niets bijzonders
opgemerkt.
Als in het voorbijgaan, werd naar het
kastje met medicijnen gevraagd. Vrouw
Becker zei, dat, zoo ver zij wist, nie
mand er bij was geweest, sinds zjj het
zelve op den bewusten morgen van het
bed had weggedragen en op zijne gewone
plaats had gezet. Daar moest het ook
thans nog staan.
Het stond er dan ook. Het deksel was
slechts los neergelaten, maar niet in het
slot gedrukt.
De sleutel stak er in. „Die zat er al'ijd
in," zeide de vrouw. „Binnen in het
kastje is echter een afzonderlijk vak,
dat afgesloten kan worden en waarvan
meneer den sleutel altyd bij zich droeg."
„Wat was daarin? vroeg de rechter.
„Een aantal fleschjes en doosjes,"
antwoordde zy onbevangen.
„Maar hoe weet gij dat?"
„Wijl meneer mij meermalen, als hij
zware lasten, te zwaar voor hen om te
dragen. En heeft ook de werknemer geen
belang bij een bloeiende en krachtige
industrie
De Haagsche Ct. voegt er aan toe
„Juist dus zooals wy vóór een paar
maanden al melddeneen blad van den
Bond van Werkgevers, in den geest van
mr. Van Houten, om Nederland t6 be
veiligen tegen de invasie der „radicale*
barbare®."
De Kamerverkiezing te Haarlem.
Uit Haarlem schrijft men aan het
H.bld dat de uitslag der jongste Kamer
verkiezingen heeft aangetoond „dat de
volkspartij er nog lang zoo sterk niet
is als zij zelve, blijkens haar optreden in
de laatste dagen, wel gemeend had.
„Terwijl toch de twee liberale kandi
daten te samen 1413 stemmen behaalden,
verkreeg de volkscandidaat er maar 633,
waarbij men nog in 'toog dient te houden
dat er ruim 2400 kiezers niet zijn
opgekomen en gereedelijk aannemen mag
dat die eerder tot de oudere partijen
behooren, dan tot de jongere en ijverige
Volkspartij.
Voor de geavanceerd liberalen is het
een teleurstelling, dat hun candidaat mr.
de Kanter, niet tot herstemming is
kunnen komen, hetgeen waarschijnl\jk
by de herstemming de meesten hunner
toch niet beletten zal jhr. van Styrum
te stemmen, die als gematigd liberaal is
aanbevolen.
„Juist deze gematigdheid evenwel zal
hem bij de herstemming weinig steun
geven voor de volkspartij. 'tZal hier van
beteekenis zijn wat het Alg. Nederl.
Werkliedenverbond doet, welks candidaat
mr. de Kanter was. Dat deze bond jhr.
van Asch van Wijck zal stemmen, is
niet waarschijnlijk. Misschien heeft deze
ean aantal stemmen te verwachten, die
thans op prof. Muller (christ.hist.) en op
den heer van de Kamp uitgebracht
waren.
„Een profetie, die op vaste basis
berust, kan dus niemand geven. Vooral
niet, omdat by de herstemming 543
kiezers, die aan de eerste stemming
hebben kunnen deelnemen, om ver
schillende redenen geen kiezer meer zijn
en by die herstemming 1195 nieuwe
kiezers optreden, die bij eerste stemming
nog geeu kiezers waren. Hoe dezen en
de thans thuisgebleveneD stemmen zullen
is niet na te gaan.
„Men is nu ook zeer benieuwd naar
de houding van jhr. van Styrum die
verzocht heeft hem niet te candideeren,
omdat hij tegenover mr. De Kanter
geen candidatuur wilde aanvaarden. De
kiezers vragen zich af, of hij, ingeval
hij nu gekozen mocht worden, de
een buitengewoon hevigen aanval had,
den sleutel gaf, om het te openen. Dan
wenkte hij mij ook met de oogen, welk
flescbje of doosje ik hem moest aan-
ïeiken. Ik geloof dat er zwaar goed in
was, want boven de opschriften stond
meestal een doodshoofd. Ik moest het
ook altijd dadelijk weer afsluiten en hem
den sleutel geven."
„Weet gij, waar hij den sleutel be
waarde?"
„Ja wel, hij had voor mij geen ge
heimen, daar hy wist, dat ik te ver
trouwen was. Hy had een Ieeren taschje,
waarin hij ook nog andere kleinigheden
bewaarde, waar hij prijs op stelde, zooals
den zegelring met het familiewapen, die
te wyd voor ziine magere vingers was,
en een paar juweelen van zyne moeder.
Daarin bewaarde hij ook den sleutel."
„En droeg hij dat taschje altijd bij zich?"
„Des daags lag het meest op ziln
bedtafel, naast zijn horloge. Daar ligt
het nog, en alles is er nog in."
„Des nachts echter
benoeming zal aanvaarden, ja dan neen,
zyn vrienden maken zich sterk, dat hij
het doen zal, maar hy zelf heelt zich
daarover nog niet uitgelaten."
Het „Volk" bericht:
Naar wij vernemen zal de interpellatie-
van Kol over het weigeren van hét
gratieverzoek ten behoeve van Troelstra
nog in deze zittingsperiode gehouden
worden en wel na afloop van behandeling
der kinderwetten. Worden deze wetten
niet afgehandeld, wat mogelijk is, dan zal
toch vóór de Kamer met zomervacanlie
uiteengaat, de interpellatie plaats hebben.
Einde Juni dus, waarschijnlijk.
Terugkomst der Koninginnen.
Uit Soestdyk wordt gemeld dat op
het koninklijk lustslot alles in gereedheid
wordt gebraeht voor de komst aldaar
van de Koninginnen, in den avond van
5 Juni a.s., rechtstreeks uit het buiten
land.
Leger.
Door de regeering is voorgesteld door
een aanvulling van de miliewet aan
burgergeneeskundigen de verplichiing
op te leggen desgevoiderd, voor de
keuring van miliciens hunne diensten te
verleenen.
Een ander artikel, bij dezelfde aan-
vullingswet voorgesteld, luidt
„Vrystelling van den dienst bij de
militie wordt insgelyks verleend aan de
loteling, wiens wettige broeder of halve
broeder dient of gediend heeft by de
militie, bij de marinereserve, bij het
reservepersoneel, bij de landmacht ot in
een lageren rang dan dien van officier
als vrijwilliger bij de zeemacht, het
korps mariniers hieronder begrepen, bij
het leger hier te lande of bij de koloniale
troepen,"
Wegens de groote behoefte aan
reserveofficieren, vooral ten behoeve van
de landweer is het by nadere overweging
raadzaam geoordeeld— aldus zegt de
toelichting— dezen voor de toepassing
van dit artikel met de milit'eofficieren
geiyk te stellen, waardoor de benoeming
tot reserveoffieier, al geschiedt zij binnen
de eerste 5jaren van den reservediensttyd,
aan broeders of halfbroeders evenmin het
uitzicht op vrystelling wegens broeder-
dienst ontneemt.
By kon. besluit is benoemd bij het
personeel der militaire administratie tot
le luit.kwartiermeester by het 7e reg.
infanterie de 2e luit.kwartiermeester
J. Veenendaal, van het korps.
By de Ned. Z. Afr. vereeniging is tot
nu toe ingekomen of ingeschreven tot
een bedrag van 1,160,416,71.
„Dan lag het meestal onder zyn hoofd
kussen. Als ik het by het opmaken van
het bed vond, legde ik het op de tafel.
Het gebeurde ook wel dat hy het zelf
daar had laten liggen."
„Heeft hy u verboden, om zonder
zyn bepaald bevel den sleutel er uit te
nemen
„Wel waarom zou hy? Het sprak
immers van zelf, dat ik nooit aan zyn
goed kwam."
De beambte schudde den inhoud van
het taschje in zyne hand uit. „De sleutel
is er niet in," zeide hy.
„Neen, als ik my wel herinner, zat
hij, toen ik het deksel dicht deed, bin
nen in het deurtje," zeide zij, „en daar
zal hy nog wel zitten."
Dit bleek juist. In het vak stond een
open flesohje, waarvan de stop ontbrak.
Op den bodem van het kastje was eenig
wit poeder gestrooid, alsof eene bevende
hand een te vollen lepel gevoerd had.
„Is dit het laatste geneesmiddel, 't
welk den zieke is ingegeven vroeg