3So. 112. 38e Jaargang 1900. Zaterdag 12 Mei Prya per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderiyke nummers 5 cent. Men abonneert zich by alia Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever F. VAN DE VELDE Ji., Kleine Markt, I. 187. "Wiïp* ADVKRTENTIËNvan 1 4 regels 0.40. Voor eiken regel moer 10 cent. - By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prjjs slechts tweemaal berekend. Groote letcerh en cliché's worden naar plaatsruimte berekend. VtrsehQnt dageljks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telephoonniimmcr ÏO. Aaonaemonts-Adverteutiën op zoer voordeollge voorwaarden. Voorbarig geoordeeld. Aan een onzer Hollandsche bladen dat beweerd had dat de minister van oorlog zich de zaak van de klasse van discipline niet had aangetrokken, alsof dus deze minister zoodra het artikel van den heer Van Wesenhago over die strafinrichting verschellen was,met een wetsontwerp had klaar moeten staan, is van bevoegde militaire zijde onder 't oog gebracht, dat het onjuist heeft geoordeeld. „De minister toch heeft zoodra het artikel van mr. Van Wesenhagen in de „Militaire Spectator" in Februari was verschenen, zich de zaak aangetrokken en direct gevraagd om de vervolgen ten spoedigste van de uitgevers te ontvangen. Te Viissingen zelf zijn in de laatste maaDden op last van hoogerhand aan merkelijke wijzigingen bij het depot aangebracht en er zullen er nog meer volgen. Wat de minister doen kan laat hy niet na. Het is te hopen, dat hij aan de cellulair opgeslotenen wat bezigheid zal kunnen doen geven. Doch alles kan niet op eens. De Staten Generaal zullen moeten helpen de wet te veranderem om veldarbeid te geven." Kiezersklachten. Te Maastricht werden 812 personen niet op de kiezerslijst geplaatst wegens bedeeling. Daaronder zijn er zeer velen die alleen voor hun vrouw of kinderen geneesmiddelen genoten van het arm bestuur, maar voor zich zeiven hun geneesmiddelen betaalden. Vier hunner zijn daartegen in verzet gekomen en hebben de beslissing van het gemeente bestuur aan het oordeel van den kantonrechter onderworpen, maar deze heeft de beslissing van het gemeentebe stuur gehandhaafd. De zaak zal voor den Hoogen Raad gebracht worden om een beslissing te krijgen. De Boterwet, Onder de bestrijders van dit wets ontwerp mag in de eerste plaats genoemd worden de heer De Savornin Lohman, ia de Kamer o.a. vroeg waarom niet geèischt werd dat de boter het merk boter" drage als men zeker weet dat het koter ia.De regeering zegt wel dat het niet altoos mogeiyk is uit te maken of een 'etaitikel boter is, maar daaruit volgt oog niet de noodzakeiykheid om den margarine!abrikant verplichtingen op te kggen zijn artikel met margarine te FgttlLLE'TQN. VAK ERNST WICHEKT. 10.) Maar het was toch te overwegen, o' daaruit voor hemzelven niet kapitaal "as te slaan. Door' de erfenis was zijne Wsitie bij de familie Becker veranderd. Voeger had de ondergeschikte beambte Jai1 de familie van den portier eere """.zen, toen hij aanzoek deed om de dochternu kieeg het meer en meer eri schijn, aLof men wel van hem af "''de. Praktisch handelden de lieden 'Ver, als zij hem van zich afschoven t0 voor de dochter eene „goede - party stempelen. Hetzelfde doel zou bereikt worden als men den boterfabrikant ver plichtte zijn product als „boter" te stempelen. Het buitenland zou daardoor ook veel meer gebaat worden. De heer Boer vond dat het ontwerp niet vry is van proiectie voor den landbouw. De protectionistische agrariërs zullen bij deze boterbeweging het meest winnen. De titel isVoorkomen van bedrog in den boterhandel, maar hij vermoedt dat het ontwerp door zijn titel juist een nieuw bedrog is. Het eigenlijke doe! is een rechtstreeksche aanval op de margarine als concurrent van boter. Dat doel zal door dit ontwerp niet worden bereikt. Men beweert dat door- de knoeierijen onze boter op buitenland- sche markten niet den normalen prijs kan bedingen. Dat beweren eisebt nader onderzoek. De conclusie dat de depre ciatie der boterpiyzen het gevolg is van de concurrentie der margarine, is min stens gewaagd. Het ligt aan de betere bereiding elders en aan honderden andere omstandigheden, die niets met knoeie rijen te maken hebben. De boterprijzen hangen af van de consumptie, die snel daalt of ryst omdat boter een weelde artikel is. Hij wil geenszins de waarde van de boterproductie verkleinen, maar ook niet overschatten. Het doel van de wet, de margarine te verdringen, zal niet bereikt worden. Hy zal intusschen misschien toch niet tegenstemmen, omdat ervaring afieen experimenteel is te ver krijgen en dp Regeering de margarine- industrie niet sterker bemoeilijkt dan volstrekt noodig is. In zijn antwoord op de ingebrachte bedenkingen zeide de minister dat de eisch van den heer Lohman, om niet aan margarine, maar aan boter een onderscheidingsmerk te geven, in strijd zou zijn met de internationale regeling, daar schier overal de margarine met een byzonder stempel werd aangeduid. Het gevolg zou dus zijn dat dan de ongemerkte Hollandsche margarine in het buitenland als boter zou worden aangemerkt en daardoor aan den natuur- boterhandel groot nadeel zou berokkenen. Op de Regeering zou dan ook een veel te groote verantwoordelijkheid worden gelegd. Wat de rede van den heer De Boer aangaat, de Min. erkent dat nog veel te doen is om bedrog te bestrijden, maar dit kan geen reden zijn om bedrog in den boterhandel niet te bestrijden. Dit begreep de heer De Boer en zou daarom ten slotte voorstemmen. Een groot nadeel van het bedrog in den boterhandel is dat tienduizenden mar garine voor boter koopen tegen veel te hoogen prijs, dat onze Hollandsche boter daardoor in het buitenland in discrediet mogelijk maakten.Eveline zelve hield hem altijd kort. Wie wist, wat er in dat eigen zinnig hoofdje omging? Romer gevoelde grooten lust ze allen eens .goed klein te maken." Het was niet kwaad hun, in weerwil van de rijke erfenis, hunne minderheid eens goed te doen gevoelen. Hij zelf stond dan des te hooger, en kon den grootmoedige spelen, die uit lieide voor Eveline zich over den slechten naam der familie heenzette. Hy nam nu het voorkomen aan van een man, die alle reden heeft, om ont stemd te zyn, en die liefst niet spreken zou, als langer zwyg-n niet tegen zijn plicht streed. „Wat men toch al moet beleven begon hij. „Ik zou nooit hebben gedroomd, dat zoo iets Maar men kan op niets zweren. Ik ben na tuurlijk de laatste, die zoo iets verneemt. Men had wel wat meer mogen letteD op mijne positie als ambtenaar men had mij op de hoogte moeten brengen, opdat ik niet zoo dom zou staan kijken. Als ik het vooruit geweten had, had ik komt, terwijl deze wet juist een moreele werking zal hebben op het buitenland. Als men ziet dat de wet is verscherpt, dan zal dit een uitstekenden indruk maken in het buitenland. De Minister kan wel toegeven dat nog lang niet voldoende i3 geschied. Dit ontwerp heeft een zeer beperkte strek king, hot geeft geen waarborg voor allerbeste boter, maar alleen dat geen margarine zal verkocht worden voor boter. De 'benoeming van een directeur-generaal der Staatsspoorwegen. In de algemeene vergadering der „Mij. tot expl. der Staatsspoorwegen", waarin de lieer Sprenger van Kyk tot directeur werd benoemd, werd door een der aan deelhouders de niet onnatuurlijke vraag aan het bestuur gedaan waarom het dezen heer als no. 1 op de voordracht had geplaatst. De voorzitter antwoordde dat dit tegen het gebruik streed, maar dat liet bestuur de redenen wel overwogen had, die het eenparig tot deze voordracht, ook wat de volgorde der candidaten betreft, leidde. Wat het bestuur niet deed, werd door den heer Tromp gedaan die eene rede hield op de scherpzinnigheid van den heer Sprenger van Eyk en djens ge schiktheid boven de andere candidaten om de betrekking van directeur te ver vuilen. Het einde was dat de heer Sprenger van Eyk met groote meerderheid ver kozen werd. De heer Sprenger van Eyk was van 27 Februari 1884 tot 21 April 1888 minister van Koloniën, terwijl hij van 9 Mei 1894 tot 26 Juli 1897 aan het hoofd stond van het departement van Financiën. Voorts was hij voor 1894 gedurende enkele jaren lid van den Haagschen Gemeenteraad. De kansen der Boeren. De heer N. Verhulst schreef onder dit opschrift eene beschouwing in de Midd. Ct., die zeker velen met instemming zullen lezen. Wij nemen er het volgende uit over „Het is dan ook wel aan overmacht en ongunstig terrein toe te schrijven, dat men in den laatsten tijd van geene nieuwe overwinningen van de Boeren heeft vernomen. Evenwel de Engelschen, die deze beide kansen voor hebben, be haalden 'er evenmin. Voor eene over winning is het noodig dat de vijand wordt verslagen. Niet voldoende is het zijne stellingen om te trekken, daar men dan den vijand in den rug of de flanken houdt, wat bij het binnenrukken in een dadelyk mijn ontslag genomen. Nu stond ik met gebonden handen." „Het schijnt, dat het u ook ter oore is gekomen zei vrouw Becker. „Ja, riep hy uit. „Om uwentwille heb ik groote onaangenaamheden op het bureau gehad heb my dingen in het gezicht moeten laten zeggen O, men zou wel van zich af willen slaan." „Ja, dat zou men," bevestigde Becker en sloeg met zijne lange armen een gat in de lucht. „Het zyn schandelijke lasteringen," verzekerde zijne vrouw, „wij weten alles door Arthur, wien het ook genoeg ver driet, dat zoo iets Zij brak in tranen uit. Romer liet het hoofd hangen en knipte met de oogen. „Lasteringen nu ja, dat zegt gij. Maar de geheele stad denkt er anders over en zal zich niet laten oveituigen. Men moet toch ook toegeven, dat de dingen dan eerst een behoorlijken samenhang verkrygen." „Dat is juist het ergerlykste," bromde vijandelijk land de grootste onheilen kan tengevolge hebben. Zoo zal dus Roberts moeten vechten, doch eerst dan wanneer het den Boeren gelegen komt hem en zijn plomp leger te vernietigen. Het terugtrek ken op Bloemfontein, daarna op Brand- fort, Smaldeel, Vetrivier, steeds meer naar de Vaal oi Witwatersrand kunnen we alleen als bewonderenswaardige tak- tiek der Boeren opvatten. Daardoor toch overwinnen ze de beide genoemde factoren, die nu in hun nadeel zijn overmacht en ongunstig terrein. Hoe verder de Engelsche troepen voortrukken, des te zwakker wordt hun macht tengevolge van het achterlaten van troepen in stellingen tot bescher ming der verbiudingslyn daarentegen kunnen de Boeren zich des te meer een- traliseeren. Hoe verder ook het Engelsche leger op weg naar Pretoria voortrukt, des te ongunstiger wordt het terrein. Dwars op hun weg ligt het Hooge veld met den Witwatersrand, terwijl ook de Drakenbergen als eene geweldige vesting voor de Boeren te beschouwen zijn. In den nu naderenden wintertyd zijn deze gebergten met sneeuw bedekt (Hann Hcindbuch der Klimatologie)-, en al moge overdag door de krachtige bestraling, tengevolge der heldere en droge atmos pheer, de temperatuur bijna eene zomer- sche warmte kunnen toonen, zoo zal deze zelfde droge lucht de uitstraling der warmte des nachts tot een maximum kunnen opvoeren, en felle koude doen heerschen op de ruim 1200 M. hooge plateaux.In deze streek zal de catastrophe, waarbij de Engelsche macht wordt ver nietigd, moeten plaats hebben. Tiendui zenden Boeren bespieden nu de bewegin gen van dit leger, bestemd om ver van zijne operatiebasis ten onder te gaan. Op een gegeven oogenblik zullen van alle zyden de Boerenstrijders optrekken, het meest daar waar ze het minst «verwacht worden want dat het Zuiden en Oosten van den Vrijstaat van Boeren „gezuiverd" zou zijn is eene onmogelijke stelling, die alleen door onkunde of door Engelsche leugenachtigheid kan zijn ingegeven. Geduld is evenwel een der schoonste deugden der Boeren laten wij dus kalm blijven onder hun slechts schijnbaren tegenspoed; hoop stellen op hun beleid en kracht. Een volk zoo vol vertrouwen en met zulke heerlijke eigenschappen als dappere strijders toegerust, moet overwinnen. Wanneer het geschikte oogenblik gekomen is, doch eerder niet, zullen -ze den oorlog tot een zegevierend einde brengen. Leger en Marine, Het Vaderland deelt mede dat Hr. Becker en zwaaide met zyn arm een glas van de tafel, waaruit hij zoo juist gedronken had. „Het hoofd loopt een mensch er van om." Eveline raapte de scherven op. „Gy schijnt myne moeder niet te gelooven," zeide zij daarby tegen Romer. „Wat komt het daarop aan?' vroeg hij wederkeerig. „Wat mij betreft ik geef er weinig om. of het waar is, wat de stad zegt, of niet. Weet gy, dat het niet waar is, zoo is het niet waar en bemoei ik mij er verder niet meer mee. Maar men moet toch weten, hoe men tegenover de menschen staat men moet kunnen zeggen het is mij volkomen onverschillig, wat gij denkt en zegt, de erfenis blijft toch ons. Zoo als ik echter in dienst der regeering ben, en collega's en chefs heb „Als gij u over ons schaamt," viel zij hem in de rede, „dan kunt gy weg- blyven." Hy schrikte. „Wegblijven! Maar ver geet toch niet, dat ik u mijn woord Ms. „Zeeland" uit West-Indië vroeger teruggeroepen is dan bepaald was. Deze bodem zal bij terugkomst gereed gemaakt worden om de „Friesland" in de Delagou- baai te vervangen. De deputatie, bestaande uit generaal Kool, kapitein graaf Schim melpenninek en luitenant Loudon, die door H. M. de Koningin in buitengewone zending waren afgevaardigd naar den Duitschen keizer ter gelegenheid der ineei derjarig wording van den kroonpring van dat Rijk, is gisteren uit Berlijn in de Residentie terug- gekeeld. Vlissincren, 11 Mei. Gisterenavond trad voor de afdeeling van de Chr. Nat. Geh. onth. vereeniging op in het Vereenigingsgebouw de heer Pinot, vroeger colporteur in Zuid-Afrika, die voor eene goed bezette zaal een serie schoone lichtbeelden vertoonde en daarby tal van inededeelingen ten beste gaf. Op zeer eenvoudige wijze knoopte hij hieraan zijne ervaringen vast, welke ons deden zien dat de taak der Boeren wel eene zware doch geenszins eene hope- looze is. Treffend in deze zaak waren zyne mededeelingen hoe slecht in Kaap stad en ook in Engeland het volk met den waren toestand van den oorlog op de hoogte wordt gebracht. Eene schande noemde spreker de wijze waarop de Engelschen hunne gevangenen behande len. Hij had zulks zelf gezien. De lichtbeelden verplaatsten ons in Kaapstad, Port-Elisabeth, Kimberley, Bloemfontein, Pretoria en gaven tevens eenige bijzonderheden van het leven dei- blanken en kleurlingen. De vergadering werd door den heer Schmelzer met gebed geopend en door ds. Hunnigher met dankzegging gesloten. De colecte bedroeg f 13,35® Het onderzoek van de verlofgangers der nationale militie te land'in het jaar 1900, zal in de provincie Zeeland plaats hebben: Te Viissingen 7, voor de gemeenten Koudekerke, Biggekerke, Oo3t- en West- Souburg, Ritthem, Westkapelle en Zou- telande, Middelburg 8, Veere 9 Juni. Voor het examen stenografie, stelsel Groote, te Amersfoort, slaagden de heeren J. J. Boasson, en J. Verbagen, beiden te Middelburg en P. J. Koole, te Terneuzen Bij kon. besluit is benoemd tot notaris te Zierikzee A. P.Fortamer Jr., candidaat- notaris te Amsterdam. gegeven heb, Eveline." „Dat kunt gij elk oogenblik terug nemen,' zeide zij koel, „elk oogenblik. En als gij het niet doet, hebt gij alleen de erfenis op het oog. Als men zoo slecht over ons gesproken had, zonder die erfenis, zoudt gij u niet lang bedacht hebben." „Maar die erfenis is immers juist de reden „Zeker! En het is den menschen niet eens zoo kwaiyk te nemen, dat zij zoo iels vernomen hebben; de erfenis heeft hen eerst met ons bestaan in kennis gebracht. Gy echter kendet ons sinds jaren, gingt by ons uit en in, zaagt hoe wij leefden en noemdet mij uw verloofde. „Wat is nu in uwe oogen anders ge worden door de opening van het testa ment? Als gij ons zoo lang vertrouwt hebt, welke reden hebt gij dan thans om ons te mistrouwen? Maar al zeggen wy nu ook duizendmaal: het is domme praat, die de menschep zwetsen —gij zult j uist zoo verstandig zyn als zy. U terug-

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1900 | | pagina 1