Maandag-
7 Mei
No. 107.
38e Jaargang.
1900.
IJl
eeuwarden,
laar,
vnssmescEE courant
tond toe,
Innen, Water
ervloten, De
Jeëmailleorde
Jrerkocht. Iedere
li die later met
liols te beden-
llt-.nkbare wijze,
ld, onze fijnste
In
Ind een BON en
2.50 per stuk
leur en smaak
11E N S T
DDELBOaa v.v
vm 4 50 5 55
I Zeilmarktvrn
im 12 30 1 15
f5 55 6 55 7 45
ilmarkl Pliélin-
lop werkdagen
,2 35 120 2 5
7 7 50 8 35
{alilegheui.
I)
5, 10.37, 1.18,
>,31, 6.9, 7.35,
53, 8.24. 9.25
1.38, 4.32,
51, 6,29. 8.10
I, 9.5, 9.45.
iNDIENST.
[6 20 7—7 50
1020 10 40
1 30 2 220
20 5 5 20
110 6 30 7 10
|0 1010 10 30
ma 1 20 1 40
|3 50 410 4 30
30.
1 15 6 20b)
150 6 50
L) 4 45
L) 5 05
6 20t.)f)
6 40f)
r Breakens en
ir Boraaela en
loorwegetation
Prös per drie maanden 1.30. Franco per poat 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bjj alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks b(j den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTIËNvan 1-4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing darzelfüe
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend, öroote letters
en eliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Vei-schQnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telephoonnummer IO.
Abonnements-AdvertentiBn op zeer voordeelige voorwaarden.
Ei te Courant Moort eeo bpepel.
IN ZAKE
Regeling van den kleinhandel in sterken drank
na 1 Mei 1901.
n.
Ofschoon wij, zooals aan het slot van
ons vorig artikel bleek, er geen ernstig
bezwaar in zouden zien de beslissing
der vraag, wie op 1 Mei 1901 in het
bezit der eenmaal uitgereikte vergun
ningen zullen worden gelaten, over te
laten aan de plaatselijke besturen, als
zijnde het best in staat locale toestanden
en behoeften te beoordeelen en bovendien
aan hooger toezicht onderworpen, zoo
schijnt dit toch niet in de bedoeling der
regeering te liggen, die voornemens moet
wezen daaromtrent een wetsvoorstel in
te dienen.
Bij dat wetsvoorstel zullen dan be
paalde regelen worden aangewezen, naar
welke burgemeester en wethouders op
liet bedoelde tijdstip zullen hebben te
bandelen.
Mag men de loopende geruchten ge-
iooven, dan zou de regeering het voor
nemen hebben om het stelsel van
openbare verpachting aan te nemen en
dan zou de opbrengst van die verpachting
strekken tot schadevergoeding voor de
uitvallende verkoopers van sterken drank
in het klein.
Wij kunnen, altijd aangenomen dat
het gerucht juist is, met dit denkbeeld
niet hoog wegloopen. Door schadeloos
stelling toe te kennen erkent men een
recht op schadeloosstelling en dit recht
kan op niets berusten. Hebben wij te
voren, en er zijn er met wie dit reeds
twintig jaar het geval is, geweten dat
wij ons eene zaak verschaften, die door
opheffing van hoogerhand kon worden
getroffen, dan hebben wij het geheel
aan ons zeiven te wijten, wanneer wij
niet in tijds maatregelen namen.
Hierbjj komt nog een tweede en veel
belangrijker bezwaar. Zij die het meest
kunnen betalen en dus het hoogst bieden,
zijn toch zeker niet altijd de meest
geschikte personen misschien wel voor
hun bedrijf, maar daarom nog niet voor
ie goede orde en de zeden. Nu kan
wel is waar, by eeDe openbare verpach
ting de gunniDg worden aangehouden,
maar indien burgemeester en wethouders
ian toch de bevoegdheid hebben om op
ie personen te letten en ten slotte te
gunnen aan diegenen der inschrijvers,
welke zij het meest geschikt oordeelen,
iau kan men even goed alles aan hen
overlaten.
FEUILLET®
VAN
ERNST WICHERT.
5.)
[hoor bet uitvallen van een gedeelte zetsel, is
het feuilleton van gisteren een gaping ontstaan
'aardoor bet verband en de lezing onbegrijpelijk
lorden.
Ion einde dit te herstellen herhalen -wij beden
I eerste twee alinea's van de 6e feuilletonskolom
lyi letten bet verbaal daal' voort.]
'En ook dan nog zullen wij geen
?ebrek hebben," zeide zijne vrouw met
overtuiging, dat de sergeant niets
j" het midden durfde brengen. „Wij
altyd zuinig en vlijtig geleefd,
kinderen kunnen er een voorbeeld
Acht men het zoo noodzakelyk, dat j
het gemeentebestuur tegenover de ge
meentenaren gedekt zij door hooger
gezag, wat wy overbodig vinden, welnu,
dat de wet dan eenige algemeene regelen
stelle, waarnaar burgemeester en wet
houders by het doen der keuze op 1
Mei 1901 zich zullen hebben te gedragen.
Wij vreezen echter, dat het ondoenlijk
zal blijken om, bij algemeenen maat
regel te voorzien in al die bijzondere
gevallen en omstandigheden, welke zich
kunnen voordoen in al die verschillende
centra van bevolking, met zoo uiteen-
loopende toestanden en behoeften.
Eene circulaire van den m'n'sf:er>
waarin de gemeentebesturen op de zaak
zelve en op de wijze waarop zij in deze
te werk zouden kunnen gaan, werden
gewezen, zou, dunkt ons, reeds voldoende
zijn. Men moet ook niet vergeten dat
er tal van kleinere plaatsen zijn, waar
het aantal vergunningen, dat volgens
de wet mag bestaan, reeds is bereikt.
Voor die gemeenten is dus geene voor
ziening noodig.
Een tweede weg iste bepalen dat
de beschikbare vergunningen zullen
worden verleend aan hen die gedurende
den langsten tijd onafgebroken in dezelfde
gemeente eene vergunning hebben be
zeten. Dit is in hoofdzaak hetzelfde wat
ook zonder wet gebeuren zal. Waartoe
dit dan in de wet bepaald? Dit laatste
heeft een nadeel tegen zich want wan
neer de wet voorschrift dat op die manier
moet gehandeld worden, dan is daarmede
tevens uitgemaakt dat zij, die de oudste
brieven hebben, ook steeds de meest
geschikte, de aangewezen personen zijn
en dit gaat, dunkt ons, niet altijd door.
Volgens enkele dagbladberichten zou
by de regeering ook het zoogenaamde
Gothenburger-stelsel in aanmeiking zijn
gekomen. Daar heeft men, naar wy
meenen, de zoogenaamde vrijvallende
vergunningen gegeven aan eene maat
schappij, die zich ten doel stelt den
drankverkoop onder de minst schadelijke
omstandigheden te doen plaats hebben.
Hierdoor wordt een soort van monopolie
geschapen en nu moge een monopolie
in handen van den Staat iD dit geval
zich van meer dan ééne zijde aanbevelen,
particuliere monopolies hebben alles
tegen. In ieder geval worden de over
tollige vergunningen door dit stelsel dan
toch niet wezenlijk vernietigd, zou het
doel der wet zelfs na twintig jaren nng
niet worden bereikt.
Dat de regeering alle stelsels over
woog, dit pleit trouwens voor haren
ernstmaar, hoe meer wij de zaak be
seeuwen, hoe meer wij tot de over
tuiging komen dat zjj, bovat het gerucht
aan nemen."
Nauwelijks had zij uitgesproken, toen
de deur werd opengeworpen en Romer
in de kamer stoof. Hij zag vuurrood en
zpn adem ging als van iemand, die te
hard geloopen heeft. Hij wierp zijn hoed
op de tafel en steunde zich aan een
stoel.
„Mijn hemel, wat is er toch wat
hebt gy wel is er een ongeluk ge
beurd? werd hem van alle kanteD toe
geroepen.
Hij schudde met het hoofd. „Een
geluk een groot geluk. Ik heb
zoo hard geloopen om het u schielijk
te berichten Een buitengewoon
geluk
„Maar spreek toch begrijpelijk, zei de
sergeant. „Wat voor geluk?»
„Laat mij eerst op adem komen,"
zei Romer. „Een geluk, wie had zoo
iets durven denken Zelfs in den droom
niet. Eveline, gtj zult het niet ge-
looven
„Wat zal ik niet geiooven?" vroeg zij,
waarheid, in de keuze niet bijzonder
gelukkig is geweest.
Spoedig hopen wij in de gelegenheid
te zyn, een nieuw outwerp van wet
tot regeling van den kleinhandel in
sterken drank te bespreken. Wij ver
moeden dat de zaak, die ons in deze
opstellen bezig hield, daarbij van zelf
te berde zal komen of althans, tegelijker
tijd, een onderwerp van regeling zal
uitmaken.
Schiedamsche toestanden.
In het Maandblad tegen de Verval-
schingen is door Ro. een zeer merkwaar
dig stuk geplaatst, waarin de schrijver
onder bovengemeld opschrift de oorzaken
aanduidt, waaraan het eenmaal zoo
bloeiende Schiedam zijn verval te wijten
heeft.
„Nergens misschien, zegt Ro., is meer
geknoeid dan in Schiedam nergens is
zooveel geld verdiend, maar ook nergens
is zooveel geld verkwist als te Schiedam
omdat dat geld was verkregen op een
wijze, die hier moeieiijk kan worden
beschreven men zou te veel geknoei
ineens zien aan de kaak gesteld, en de
courant met walging van zich afwerpen.
Schiedam heeft een gouden tijd be-
ieefd toen de gisthandeL'nier ter plaatse
bloeide, en men nog geen concurrentie
van vreemde fabrieken had te duchten,
toen men met een branderij, in 5 jaren
tijd, een branderij verdiende, toen was
het in Schiedam de goede tijd met een
zeker soort welgevallen verteilen u nog
sommige oudjes, die dezen tijd hebben
meegemaakt, hoe men in de branderijen,
zoogenaamde enkele of 4 baks brande
rijen, die gewoonlijk 60 a 70 K.G. gist
produceerden, de kunst wist, om z. g.
persen van 120 of 130 K.G. te maken,
n.l. door een zak meel in water tot een
brij te mengen, en die door de (dan nog
vloeibare) gist heen te werken terwijl
dan in de pakkerij, waar de gist te land
kwam om verwerkt en verpakt in kleine
zakken, de wereld te worden ingezonden,
nog eens wat aardappelmeel door de
gist werd gemengd, varieerende van 30
tot 50 percent, benevens een zeker per
centage z.g. Pruisische of biergist.
Wanneer wij nu aannemen dat hierbij,
zooals bij alle overleveringen, wat is
overdreven, en men stelt de vermenging
op V» van het genoemde, dan is het
nog erg genoeg geweest.
Men had toen natuuriyk, evenals
thans, uitzonderingen, eerlijke fabrikan
ten, die dan ook voor het grootste ge-
thans weer geheel kalm. „Het schijnt,
dat gy te diep in het glaasje hebt ge
keken."
„Dat zou zoo'n wonder niet zijn,"
antwoordde hij. „En het is zoo, ik ben
dronken. Mijnheer Becker mevrouw
Becker, denkt eens, het testament
„Is het geopend?"
„Zoo even.»
„En wie zijn de erfgenamen
„Gy zijt het!»
„Wat wij De erfge
namen zegt gy?"
„Meneer van Brunsig heeft alles aan
u vermaakt gij zijt zijne eenige erf
genamen."
„Praatjes
En een derde deel zal voor Eveline
worden vastgezet."
„Waarvan een derde?»
„Van het geheel natuuriyk. Alles
behoort u. Gy zijt thans rijk. Evenals
gij het groote lot had gewonnen en
nog veel meer!»
Hy liet zich op een stoel vallen
deelte in den strijd om het bestaan
overwinnaars zijn gebleven.
Maar diezelfde menschen zullen u ook
verhalen, hoe de orders allengs afnamen,
hoe de Duitsche fabrieken, die inmiddels
waren verrezen, ons de concurrentie be
gonnen aan te doenhoe Engeland,
Frankrijk, Denemarken en eindelijk
België, ons verdrongen van de vreemde
markten, totdat eindelyk de gisthandel,
de eens zoo beroemde Schiedamsche
gisthandel, eerst nummer één op alle
vreemde markten, nu nummer vijf of
zes kwam te staan, om misschien na
verloop van enkele jaren geheel te gronde
te gaan, overvleugeld door eerlijke con
currentie, en gezelfmoord door zijn ver
regaande knoeierijen.
Toch is de gisthandel in de laatste
jaren weer begonnen eerlijk spel te
spelenmen heeft de inrichting der
fabrieken zoodanig verbeterd, en men
tracht het verloren terrein met zooveel
ernst en energie te herwinnen, dat er
misschien nog eenige hoop is, dat de
handel na verloop van tijd zijn goeden
naam weer zal terugkrygen sommigen
vermengen de gist nog wel, maar dit
geschiedt op kleine schaal, en eigenlijk
niet met het doel om te vervalschen,
om de eenvoudige reden, dat de gist
tegenwoordig even duur of goedkooper
is dan het aardappelmeel.
Men beweert wel eens, dat lijders aan
besmettelijke ziekten het gevaarlijkst
zijn, wanneer zij aan de betere hand
zynd.i. dus wanneer ziekte aan het
afnemen isen inderdaad schijnt dit
ook met de vermenging te Schiedam
zoo te zijn gesteld is de gisthandel zoo
goed als genezen, bij den Moutwynhan-
del en vooral by eenige distillateurs,
begint de ziekte zich met vernieuwde
hevigheid te openbaren.
Werd vroeger de moutwyn, het zuivere
product der graanstokeryen, door de
distillateuis alleen overgehaald en onver-
valscht afgeleverd, thans is dit, althans
b\j velen, niet meer het gevalhet
product der melassestokerijen, de spiritus,
wordt in Schiedam met honderden vaten
aangevoerd en de eens zoo beroemde
Schiedamsche jenever wordt op erbar
melijke wyze versneden en vervalscht;
versneden door bijvoeging van water,
en weer op de sterkte gebracht door
bijvoeging van spiritus.
Er zijn distillateurs, die ook tegelijk
brander zijn, sommigen daarvan verkoopen
den door hun gefabriceerden moutwijn
en koopen spiritus, omdat het werken
daarmee meer winst afwerpt.
Sic transit gloria mundi!
Mag dus de Gisthandel de huide niet
worden onthouden, dat zij van het
glibberige pad der knoeierij gekomen is
strekte de beenen uit en wrong zijn
balsdoek wijder, om zich lucht te ver
schaffen. Het was in de kamer stil ge
worden. Ied6r zocht zich in het ge
hoorde in te denken. Dit gelukte echter
niemand. Als Romer het bericht had
gebracht, dat hun duizend gulden was
vermaakt, dan zouden zy bly zijn ge
weest. Nu begreep de oude Becker er
niets van en lachte verlegen voor zich
heen zijne vrouw trok met de schou
ders, alsof zij te kennen wilde geven,
dat men haar een poets bakte. De ser
geant trommelde met zijne vingers op
de tafel en Eveline nam haar werk
weer op dat een paar minuten op haar
schoot had gerust. „Men heeft u wat
wijs gemaakt," zeide zy spottend."
„Wat wijs gemaakt!" riep hy ge-
ergerd. „Ik ben ook wel iemand, die
zich gemakkeiyk by den neus laat lei
den ik weet het van den notarisklerk
zelf, die het testament heeft voorge
lezen."
„Het is wel mogelijk," zeide vrouw
op den effen weg van den eerlijken
handel, een onvergeeflyke kortzichtigheid
is het van de distillateurs, dat zy aan
den treurigen toestand, waarin de gist
handel door zijn vroegere praktijken
langen tyd heeft verkeerd, geen voorbeeld
hebben genomen, en ten minste dat
gedeelte van Schiedam's langen tyd te
recht zeer beroemde nijverheid, niet
behoeden voor een wissen ondergang.
De moutwijn die te Schiedam wordt
geproduceerd, waar blijft die dan zult
gij vragen. Wel die wordt voor het
grootste gedeelte verkocht aan buiten
Schiedam gevestigde distillateurs, die het
nut niet inzien van een vermenging
van dit product met spiritus.
Het is voor Schiedam's industrie te
hopen, dat de ziekte zich zal bepalen,
tot eenige distillateurs en dat zij daar
spoedig een gunstig verloop moge nemen
of. hen moge vernietigen."
Werkzaamheden Tweede Kamer.
De voorzitter dezer Kamer zal Dins
dag als de leden weder bijeenkomen
voorstellen de volgende wetsontwerpen
in behandeling te nemen:
verhooging der justitiebegrooting voor
1900, ten behoeve van de inrichting
van het vroegere paleis van prins Frede-
rik tot gerechtsgebouw
aanvulling der wet van 1896 tot hst
verleenen van vergoeding wegens de
mindere opbrengst van gemeenteopcenten
op de Personeele belasting;
onteigening voor een overbrugging van
de Oude Maas bij Spijkenisse, voor den
stoomtramweg van Hellevoet naar
Rotterdam;
de wijziging van de Boterwet,
de wyziging van het Burgeriyk Wet
boek omtrent de vaderlijke macht en de
voogdij en daarmede samenhangende
artikelen, en tot wijziging der strafbe
palingen betreffende het straffen en de
strafrechtspleging ten aanzien van
jeugdige personen.
Examens.
Eerlang zullen worden afgenomen de
examens ter verkryging van een getuig
schrift als vroedvrouw.
Deze examens zullen plaats hebben
vóór 1 Augustus te Amsterdam en
tussehen 1 Augustus en 31 December
te Groningen.
Zij, die tot die examens wenschen te
worden toegelaten, worden uitgenoodigd,
daarvan vóór 1 Juni schriftelijke opgaaf
te doen aan den inspecteur van het
Geneeskundig Staatstoezicht voor N.-
Holland, dr. J. P. Dozy, te Amsterdam,
zoo zij te Amsterdam wenschen te wor
den geëxamineerd, en aan den inspecteur
Becker, „dat de zalige heer ons een
aandenken vermaakt heeft."
„Neen, hy heeft u tot ergenaam inge
steld," verzekerde Romer yverig. „Ik
zal toch wel het onderscheid kennen
tussehen een erfgenaam en een legataris.
Er is u geen legaat gemaakt, maar gij
zyt erfgenamen van den verstorvene ge
worden, wees daar zeker van. De ge-
heele rechtbank weet het reeds."
Roza schudde ongeloovig met het
hoofd. „Zoo iets gebeurt nooit," zeide
zij.
Haar zoon, de sergeant, hief de kin
uit de stijve stropdas op. „Er zal toch
wel iets van aan zyn," zeide hy. „En
eigenlijk was het toch ook geheel in
den regel. Niemand was hem by zyn
leven zoo na als wy, nocb heeft hem
zooveel goeds bewezen."
„Onzin," verklaarde de oude. „Ik ben
toch maar zyn portier geweest.
„Hy was een zonderling," zei Romer.
„Menigmaal heeft zoo iemand een recht
goede gedachte.