noT BEOORDEELD 4:&'y H ;id, Zaterdag 11 April. liienlaniMe berichten. No. 89. 38e Jaargang. 1900. FEUILLETON. bevelend. boden een geheel 'iA.rsriivo. '|KR BURG, Orgel. I Dekenstraat 202. jogelijk, een flinke Ir. Te bevragen; lurant. j f) 1E N S T MIDD2LBUS3 v., grc.- vrn 4 50 5 55 an Zeilmar/ctvm ma 1200 lig |i0 5 55 6 55 7 45 Zeilmarkt Vlatin- Lu oi. werkdagen 12 35 1 20 2 5 7 7 50 8 35 e-MaUleglueni, lijd.) |8.25, 10.37, 1.18, 5,31, 6.9, 7.35, 15.33, 8.24. 9.25 10.-, 1.38,4.32, i 5.51, 6,29. 8.10 8.3, 9.5, 9.45. IVENDIENST. 5 50 6 30 6 50 110 1020 1040 110 1 30 2 220 4 20 5 5 20 6 6 40 7 20 |9 50 10 10 10 30 12 10 1 20 140 |0 3 50 4 10 4.30 8— 8 30. ICfiS&llS. i 3 35 6 20b) 4 05 6 50 |55a) 4 45 llEa) 5 05 t 25 6 20b)f) 45 6 4öf) jeokeua ten hoog- minuten, naar Borasele en *6 23 7 39 •10 4 D 8 30 31 152 856 57*115 *11 1 ;era le en 2e kl. •10 21 B 24 616 125 63 310 7 2b 3 50 85 44 8 21 4 22 8 38 VLISSHVtlSCBE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.-50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks b(j den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. «jr. 'ië'cfevlt.. ADVEKTENTIÈN van 1-4 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters en cliché's worden naar plaatsruimte berekend. Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telephoonnummer IO. Abonnemonts-Advertentlën op zeer voordeelige voorwaarden. Legerzaken. jlen leest in de „Arnh. Ct." Dat de plaatsing in een strafklasse een gevreesde straf is en in vele gevallen ten goede werkt, mits de inrichting op deugdelijke grondslagen rust en de daarbij gedetacheerde officieren en onderofficieren ten volle voor hun belangrijke en zware Wlr berekend zijn, is door ervaring bewezen en wordt dan ook door niemand ernstig betwist. Iets anders is, of er telen zullen worden gevonden, die het huidige régime van de strengere krijgs tocht, zooals dat in het zoogenaamde Depót van Discipline te Vlissingen wordt zelfs maar in eenigerlei opzicht in bescherming nemen. Reeds lang is over het monsterachtig I systeem van ons depót de straf gebroken maat men schijnt het, zelfs in den tegenwoordigen, aan humanitair stre ven zoo rijken tijd, nog te moeten aitachreeuwen, om verbetering in dien ergelijken toestand te kunnen verkrijgen. Het warmte bevelen wij daarom de iezing van het artikel van deü heer Wesenhagen aan, die thans het tweede van zijn opstel„Strengere krijgstucht" in het jongste nummer van den „Militairen Spectator" publiceerde. Uit bet bezadigd geschreven stuk blijkt overduidelijk, dat de tuchtregelen, aan deze militair-paedagogische strafinrichting le, veelzins behoefte hebben aan herzieningze zijn dikwijls verre van menschkundig en schijnen er op gemaakt, om overtredingen te provo- teeren. Enkele verbodsbepalingen zijn pare plagerijen, al mogen ze ook als I zoodanig niet bedoeld zijn. Wij vinden I het kortweg een paskwil, om den lassianen te verbieden, de handen in e broekzakken te houden, zelfs als ze in I de cel opgeslotenzitten. Allerlei futiliteiten I zijn strafbaar gesteld en het is waarlijk I tiet te verwonderen, dat het dagelijksche rStaatje»waarop de delicten ter kennis den kommandant worden gebraeht, altijd vol is. Wat er bij zulke onoordeelkundige regeling van de opvoeding en verbetering I terecht komt, behoeven wij niet nader I »n te duiden maar dat het resultaat r negatief dan positief zal wezen, ligt voor de hand. En dit te stelliger, nu r Wesenhagen niet onduidelijk te I verstaan geeft, al doet hij het ook op |fo hem eigene zachte en milde wijze, Ito er aan den tact van het surveiliee- l'end personeel nog heel wat hapert. Te-recht eischt de geëerde schrijver 'ffi officieren en kader menschenkennis, Uit het Hoogduitsch VAN etmar weidbo». 9.) winter was verstreken en onder *l°tm en regen bereidde d6 natuur zich ,00r tot een nieuw ontwaken. In de 8 re®k, waarin onze geschiedenis speelt, '8 ®t echter geen zoet, liefelijk ontwaken een nieuw leven, geen vriendelijk 9 v°orschijn komen van jonge kiemen I lJ Ue eerste warme stralen eener heer- „./lentezon, maar een strijd met vree- I. Jke machten, die het opnieuw ont hande leven zoo gaarne naar den kalmte en bezadigdheid nevens vastheid van wil en scherp onderscheidingsver mogen, en ieder die weet, hoe de aanvulling van opengevallen plaatsen in de „klas" vaak toegaat, houdt zyn hart vast bij de gedachte, wat er van de jonge klassianen worden zal. Men vergete toch niet, dat de klassianen geen mis dadigers zijn. Het zijn meestal woelige knapen, die niet aan de militaire tucht konden wennen of die, uit den band springende, in hun garnizoen zich te veel aan wijntje en Trijntje overgaven. Om dit slag jonge mannen weer op het rechte pad te brengen, is een inate van toewijding, tact en liefde noodig, die zoo maar niet bij den eersten den besten wordt aangetroffen. De heer Wesenhagen heeft de ervaring opgedaan, dat het recruteeren van het kader voor het depót op zeer bedenke lijke, om niet te zeggen lichtvaardige wijze geschiedt, en het is dus niet te verwonderen, dat wij lezen van onder officieren, die, zonder eenig menschelijk gevoel of mededoogen, den manschappen het leven zoo zuur mogelijk maakten van strafregisters, die den stempel van heetgebakerdheid in het „rapport maken* droegenvan een jong korporaal, die, bij het dépot verzeild geraakt, beneden aan de trap uit angst stond te huilen, als hij naar de chambrée der klassianen moest; van superieuren, die »zogen", opestten" en „judasten" van gemis aan zeemanschap bij het kader, enz. enz. Hetgeen de schrijver over de straffen bij deze militair-paedagogische tucht school mededeelt, gaat alle beschrijving te boven en is in waarheid verschrik kelijker dan het strengste régime, waar onder moordenaars en dieven van het slechtste allooi opgestoten worden ge houden. De straffen in de arrestkamer bestaan, behalve in de iets mildere politiekamer, uit provoost, cachot, water en brood en sluiting in de boeien, een en ander onmenschelijk verzwaard door een ge dwongen nietsdoen. Bedenkt men, dat de betrekkelijk lage straf-maxima door de opeenstapeling van straffen voor ver schillende opeenvolgende vergrijpen soms zeer snel kunnen aangroeien, zelfs tot 6 a 8 maanden achtereen, dan kan men zich eenig denkbeeld vormen van de gemoedsstemming der jeugdige ver doolden, die, steeds zonder bezigheid en in onverwarmde cellen opgesloten, soms gelijk worden aan wilde beesten en alles kort en klein slaan wat maar onder hun bereik is of komt. Deze cellulaire gedetineerden, soms nog gekweld door een hongerige maag, waarbij nu en dan een paar boeien als appendix, ondergaan op den duur, behalve schoot der aarde terug zouden willeD dringen. En dit nieuwe leven verschijnt niet in liefelijke gestalte, peen, met stormen, donder en bliksem bezegelt het voorjaar zijn met moeite behaalde over winning. Een nog somberder beeld dan gewoon lijk bood in dit jaargetijde het uitge strekte veen aande wegsmeltende sneeuw maakte het bijna onbegaanbaar, terwijl in de nabij gelegen steengroeven het vuile water met veel geruisch naar omlaag stortte. De Veenhoeve was alleen door de houten noodbrug te bereiken, die haar met den straatweg verbond. Zelden echter kiaikten de vermolmde planken van deze noodbrug onder den voet van een naderenden bezoeker. De Veenhoeve, met haar bouwvallig, grauw muurwerk, was hier iD de eenzaamheid niet alleen schijnbaar van de wereld afgesloten, zij was het ook metterdaad. De gezworenen hadden Rupert, zooals deze vreesde, niet tot een moordenaar gemaakt, de volksmeening echter wel. een ware lichamelijke marteling 's zomers slapen ze o.a. op de planken en van geregelde luchtvel versching is weinig sprake een langzame maar geestelijke aftakeling. Men sluit ze maar op en laat ze verder aan hun droevig tot en aan hun gedachten en verkeerde neigingen over, zonder te denken aan het kwaad, dat daardoor wordt geboren en gevoed. Waar gepaste bezigheid aan het strengste régime veel van zijn ver schrikkingen ontneemt, daar smoort het gedwongen niets-doen meesttijds elke goede opwelling en brengt het van de nog plooibare naturen tot baioorigheid, verbittering en verzet. Wy horinneren er in dit verband aan, dat zelfs Lucchini, de moordenaar van de Oostenrijksche keizerin, in de cel te Genève lot nu toe geregeld aan het werk werd gehouden. Eerst onlangs is hij, wegens den bekenden aanslag op den directeur der gevangenis, zeer tijdelijk zonder werk opgesloten. Waarschijnlijk reeds 30 April zal hem echter weder bezigheid worden gegevenwel een bewüs, hoezeer men zelfs voor zulke individuen het gedwongen niets-doen een te hevige kwelling acht. Er is, schrijft mr. Wesenhagen, door het gewraakte régime in de strafklasse te Vlissingen bij zeer vele jeugdige klassianen een abnormale toestand ont staan. Er is bij hen óf overprikkeling van den geest óf onnatuurlijke, doffe onverschilligheid waar .te, nemen geen wonder trouwens,nu voor enkelen hunner wel eens een half jaar en langer voor bijgaat, zonder dat ze hun gewone kamer betreden en in hun eigen bed slapen. Waarlijk, als wij den kundigen en humanen auditeur niet als een zeer ernstig en bezadigd man kenden, we zouden geneigd zijn, aan te schelle kleuren te denken. Thans is dat uitge sloten en moeten wij met nadruk her halen, wat wij reeds bij een vroegere gelegenheid den minister van oorlog als plicht voorhielden, namelijk dat het dringend noodig is, door middel van een enquête te laten uitmaken, wat er gedaan moet worden om aan dezen ergerlijken slaat van zaken een einde te maken. Wel is waar geeft het opstel van mr. Wesenhagen veel licht in dezen angstig donkeren toestandmaar een bepaald gedocumenteerd artikel kon hij, door het ambtsgeheim gebonden, uiteraard maar zeer ten deele leveren. Ook thans weer blijkt overtuigend, dat hier groote behoefte is aan algeheele openbaarheid want het lijdt helaas geen twyfel of er zal uit het archief der auditie te 's Gravenhage, zoomede uit de dossiers van de „klas* te Vlissingen De vraag hoe Bernard in het water ge komen was, was onbeantwoord gebleven, en het was den boeren niet uit het hoofd te praten, dat Rupert hem er in moest hebben geholpen. Rupert merkte in alles, dat hij vogelvrij verklaard washy gevoelde en hoorde het, zonder dat het hem ooit gezegd was, zonder dat hem ooit de gelegenheid gegeven werd er een woord met anderen over te wisselen. Niemand sprak de verdenking rechtstreeks uitniemand noemde het spook by den naam, dat op den drempel van den Veenhoeve een vaste standplaats had ingenomen doch ieder meed voortaan het sombere huis, waar de ledige plaats aan den haard en aan de tafel den moordenaar voort durend aan den vermoorde moesten herinneren. De bewoners van de Veenhoeve lieten zich door dit alles niet ter neder druk ken. Verlost van den vreeselijken angst, dat Ruperjc schuldig zou kunnen worden bevonden, en verlost van Bernard's ruwe nog heelwat aan den dag komen, waaruit het hoogst ernstige van den tegenwoor- gen toestand afdoende wordt verklaard. in geen geval ten laste mogen komen van de gemeentekas. Geschiedenis eener motie. Een correspondent van De Tijd, ge wagende van de motie van de studen ten vereeniging Albertus Magnus te Gro ningen, waarin instemming werd betuigd met het optreden der heeren Schaep- man en Kolkman in de leerplichtquaes- tie, heeft aan dit blad bericht dat genoemde vereeniging bestaat uit ongeveer elf leden, benevens een viertal jongeheeren uit de hoogere klassen van het Gro- ningsch gymnasium. Volgens deze lezing zou dus de motie door zoo'n luttel aantal studenten en een viertal jongeheeren uitgebracht, al heel weinig om het lijf hebben. Uit de rectificatie van het bestuur der Studenten Vereeniging blijkt echter, dat de ver eeniging niet uit elf, maar 24 leden bestaat en hierbij zijn geen 4 jongeheeren, maar wel vier heeren geestelijken, tevens student. Het bestuur was echter dank baar dat de correspondent zich de moeite gegeven had de vereeniging te willen verkleinen en daardoor den indruk, dien de motie op sommigen zou kunnen gemaakt hebben, weg te nemen. De Tijd heeft beloofd als het blijkt dat haar correspondent zich vergist heeft, de fout te zullen herstellen. Het bestuur der S. V. is eebter ontstemd dat De Tijd zijn opgave wantrouwt. Leerplicht, Ook de Kern, onderafdeeling van den Ned. R.K. Volksbond te Arnhemheeft een motie aangenomen, waarbij zij aan dr. Scliaepman en mr.Kolkman hulde brengt voor hunne houding inzake leerplicht. Schoolwandelingen. Door een paar onderwijzersvereenigin- gen te Amsterdam is eenigen tyd geleden aan den gemeenteraad aldaar gevraagd door subsidie het doen van schoolwandelingen mogelijk te maken en op de gemeentetrams voor dat doel vry vervoer toe te staan voor schoolkinderen onder geleide hunner onderwyzers. B. en W. hebben aan den gemeenteraad voorgesteld dit verzoek niet in té willigen omdat het hun voorkomt dat school wandelingen kunnen gedaan worden zonder dat daarvoor uitgaven gevorderd worden of vervoer per tram noodig is. Worden de wandelingen te ver uitgestrekt dan geschiedt dit ten nadeele van het onderwijs en worden het schoolreisjes, die volgens het oordeel van B. en W. niet gerekend kunnen worden te behooren tot het onderwijs op de lagere school, en heerschzucht en dwingelandy, scheen Thomas geheel op te leven. Wel griefde het hem zeer, dat Rupert onder zoo zware verdenking stond, doch bij was niet gewoon aan onverdeeld geluk hoe meer de buitenwereld zyne woning meed, des te meer stelde hij den vrede en de huiselijkheid op zijne hoeve op prijs. Zyn grootste zorg was, dat Rupert de geruchten, die over hem gingen, ter eeniger tyd ter oore zouden komen want hy geloofde of misschien wilde hy het zich zelf maar wys maken dat deze in het geheel niet bemerkte hoe men hem vreesde en meed. Wel viel het hem meermalen op hoe Rupert de mensehen uit den weg ging, en hen niet in de gelegenheid stelde vriendelijk of onvriendelijk tegen hem te zyn. Hy wilde het oogenblik verschuiven, dat toch eenmaal moest komen, waarop de ver denking in woorden tegen hem zou worden geuithij wilde het verschuiven, want hij geloofde het niet te zullen kunnen dragen, dat men hem „moor- Een veelpratende gemeenteraad. In den gemeenteraad van het vorstelijk 's Gravenhage is niet korter dan ander half uur gedebatteerd over de gewichtige quaestie of men den muntgasprys met slechts I»/, ct. of 3 ct. zou verhoogen. Hoe de toehoorders onder al dat gepraat niet in slaap gevallen zijn, is nog niet verklaard. Dus ook te 's Hage schijnt men er niet tegen op te zien den stedeiyken tyd te vermorsen met over min gewichtige quaesties lang en breed te disputeeren. Het verschijnsel is trouwens meer beleefd dat bij zulke binnen elks bereik liggende zaken, elk lid wat te zeggen heeft al is het maar eene herhaling van hetgeen een vorige spreker gezegd heeft. De kiezers weten dan in ieder geval dat hun gekozene niet de rol van zwijgend lid vervult. Zionisme. Wat het Zionisme wil, is door dr. Max Nordau te 's Hage in een openbar» lezing duidelijk uiteengezet, en komt hierop neer dat het den 7 millioen joden, die aan vervolging en verdrukking in verschillende deelen der wereld, voor namelijk Rusland, Oostenryk, Gallicië en Roemenië zyn blootgesteld, de mid delen wil verschaffen om niet alleen een bestaan te vinden in het land htnner voorvaderen, Palestina, maar ook eene zelfstandige, door Turkije erkende en door de mogendheden gewaarborgde publiek-rechterlijke positie aldaar wil verschaffen. De joden naar Palestina verhuisd, zouden dan een zelfstandigen staat vormen onder suzereiniteit van den sultan. Om dit grootsche doel te bereiken,en dus den joden eene plaats te verzekeren, waar zij zich ongestoord kunnen ont wikkelen en hun geen nieuwe vervol gingen van andersdenkenden te wachten staan, wordt nu een beroep gedaan op geldeiyken steun van joden en niet- joden, die deernis hebben met een ras, dat in verschillende zich noemende christelijke staten van de beschaafde wereld als paria's behandeld wordt. Een spreker uitte de vrees dat van het op zoo breede schaal aangelegde plan niets zou komen en raadde aan zich aan te sluiten bij de practische Zionisten, die zoo dan niet aan milli- oenen, toch aan duizenden ongelukkigen dadelijke hulp en redding willen ver leen en. Het groote bezwaar daartegen was, antwoordde dr. Nordau, dat de practische denaar* toeriep. En toch verlangde hy er weder naar, om zijn hart eens lucht te geven, om de verspreiders van het valsche gerucht eens met zyne vuisten kennis te laten maken Na zyne vryiating uit de gevangenis had hy de Otterhoeve niet weder be treden, Eva niet meer gezien. En toch had hy thans aanzoek kunnen doen om hare handhy was de erfgenaam van eene boerenhoeve en daardoor in stand met haar gelijk, en met het geld, dat zy dadeiyk mede ten buweiyk bracht, zou hy de hoeve kunnen vergrooten en vernieuwen, de steengroeven exploiteeren en aldus van het sombere huis eene welgestelde bezitting maken,eene woning, der ryke boerendochter waardig. Hy gevoelde echter maar al te dui- deiyk, dat Jakob zijn meest verbitterde tegenstander was, wiens machtige invloed de verdenking tegen hem wakker hield, die het niet duldde, dat de geruchten in het vergeetboek kwamen. Rupert bleef dus bij zijn voornemen

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1900 | | pagina 1