s 2 April. «3 M |HET KIND. PATIËNTIE. oeri No. 78. 1900. INGEN: 5 Maandag- 88e Jaargang. 1900. D 1) reizigera le en 2e kl. 1255 FEUILLETON. logram T»utl. bin verschillende p, Frambozen, Aard. Jiz., met gratis recla- look prachtige Busjes Lao, a V„ Va, Ijzen. Blooker's iten's Cacao, outen's Fliir. lettes. tikiijgbaar bij H. Dommisse, A M1) 1E N S T on MIDDELBUBS Kemite.- vm 4 50 5 55 h>j Van Zeilmarkt 7m 111 45 11m 1230 1 15 J5 510 5 55 6 55 7 45 ■jaar Zeilmarkt Vlietm. I(alleeu op werkdagen na 12 35 1 20°2 5 15 6 7 7 50 8 36 <ke>iH-at»ldeglieui. wicktijd.) ..23, 8.25, 10.37, 1.18, Lsiuis 5,31, 6.9, 7.35 E.35, 5.33, 8.24.9.25 17.42,10.—, 1.38,4.32, jbrug 5.51, 6,29. 8.10 |5.6, 8.3,9.5,9.45. HAVENDIENST. vm. 5 50 6 80 6 50 I 9 40 10— 1020 10 40 am 1 10 1 30 2 220 |0 4 4 20 5 5 20 8 20. avm 6 6 40 7 20 120 9 50 1010 10 30 nm 12 10 1 20 1 40 10 3.30 3 50 4 10 4 30 l> 7 30 8— 8 30. 5SSGH3S,I9g. la) nm 3 35b) >1 4 05 hm 1 55 2 15 I» 3 25b) 3 45 8 10 8 40 ste 15 minuten. van Vlieaii.gen naar gemaakt. 25 •6 2S 10 15 46 88 50 7 30 16 29 7 39 6 7 31 15 8 52 13 0 9 56 •10 4 •10 21 !5 >2 58 36 1057 •U 5 •11 1 10 36 24 616 10 28 125 63 11 40 310 7 25 1222 3 50 85 12 38 44 8 21 4 22 8 38 VLISSINGSCHE COURANT. Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. ~.,fI 1 '.wow.. -71)1'.,.,^ ADVERTENTIEN van 1—4 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. - By directe opgaat' van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prys slechts tweemaal berekend, Groote letters en cliché's worden naar plaatsruimte berekend. VersclrQnt dngelQks, uitgezonderd op Zon- en feestdugen. II Telephoonnnmtner IO. Abonnements-AdvertontiBn op zeer voordeelige voorwaarden. biedt deze week vooral eenige prachtige platen VAN DEN 00KL0G. De eene geeft ons een blik op het woeste tooneel van den Slag hij Colenso en hoe de Engelsche hur. kanonnen verloren. Een andere gravure is getiteld Een laatste vriendendienst I en stelt voor een soldaat, die met de revolver in de hand, zijn doodelijk ge wond paard afmaakt en uit zijn lijden verlost. Verder geeft ons 't Geïllustreerd Zon- I öagsblad een paar zwartjes in uniform I van Kafferpolitie in Natal. Haast al deze tafereelen treffen wij in jn dit nummer een goed geslaagd Portret van Dr. Leyds, den gezant der Z.-Afr. Republiek. De prachtige titelplaat verplaatst ons I naar Ste Madeleine te Parijs, op den I eersten Gedenkdag van Faure's dood. Van meer gemoedelijken en vroolijker aard is de lieve plaat Een geestig prater. Ook de tekst is met veel zorg gekozen. Haast een keurig en boeiend verhaal tot titel voerend Voor een enkelen avond, vinden wjj er naast een schat van W etenswaardigheden, I artikelen, beschrijvingen en verhande- I iingen op allerlei gebied, ook een tlinke plaatsruimte afgestaan aan Pittige en gezonde Humor t geestige plaatjes geïllustreerd, zoo- Idat een ieder, die eenmaal met dittijd- I schrift heeft kennis gemaakt, telkens de 1 nieuwe nummers met de grootste be- I langstelling als een welkomen gast in I huiskamer of leesvertrek verwacht. Deze illustratie weike wekelijks in S la 10 pag. verschijnt, is voor de lezers au ons blad verkrijgbaar a 37'/s ets |;'--r drie maanden, fr. p. post 40 ets. Wie haar nog niet bij de courant I ontvangt, verzuime niet zulks aan te lar Breskana ten boog- I Naar het Hoogduitsch VAN F., n i c n e k x. 1G.) IX. Hoe srel gingen de volgende veertien |4agen om! Althans voor de jonge vrouw, die ze |;1I onrust telde en eiken morgen en Iton avond er aan denken moest, dat Pet geliefde kind haar spoedig zou worden Uitnomen. 'Dat bet Holder ernst was, U-Maan kon zij niet twijfelen. Hij dreigde |i'et, hij oefende geeu dwang hij te slechts gebruik van zijn recht, |f,enals zij vroeger van het hare. En hij dit met de meeste welwillendheid voorkomendheid tegenover haar. Waarover kon zij zich dus beklagen? •Het weder was inmiddels omgeslagen. ,e tog, dien zij samen aan den vijver laadden doorgebracht, was de laatste ■-hoone en zonnige. De wandelingen |®oesten ophouden. Holder kwam nu rVtjks bij haar aan huis. Daar hij zich I'1" niet om hare moeder had te bekom- i, sloeg hij ook weinig acht op pt bepaalde uur. (Veelal kwam hij des Sïonds, en bleef dan zoo lang, dat Julia fj'ao wel een kop thee moest aanbieden. i zaten dan zeer gemoedeiyk te zamen Van dat woord kennen we allen de beteekenis, al wordt het in het dageiy'ksch leven niet zoo vaak gebruikt. En de afleidingen van dit vreemde woord kennen we ook wel. Meermalen wel- j licht waren we patient, anders gezegd onder dokters handen patient, want, die genezen wil worden moet geduld bezitten. Nu kunnen we niet zeggen, dat de I patiëntie van den patient het ware beeld j van het geduld is. De oude dichter moge het gezongen hebben „fortuin meest hem bezoekt, die wacht en stille zit", hier is toch maar sprake- van een lijdelijken toestand, die veel weg heeft van een noodzakelijk kwaad. Het staat als een paal boven water, i dat we er met wachten en stilzitten, I met de kat uit den boom te kijken, of met de rol van de kat te vervullen en uren lang te loeren, niet altijd komer.. In onzen tijd vooral geldt dit, want van Luilekkerland en de gebraden duiven I zijn we hier een aardig eindje verwijderd. Geduld is niet uitsluitend iets pas siefs het is ook wel degelijk iets actiefs. We hoorden het in onze jeugd al be schrijven als „een schoone zaak, om in een moeielyke taak zyn oogwit uit te voeren." En al loopen we nu niet hoog weg met de moraal van den dichter der jeugd, die dit zong, de man sloeg volstrekt niet altoos den bal mis, en ook hier zeker niet. Actief zijn we al dadelijk, wanneer een kluwen in de war geraakt is en we dat willen ontwarren. Hier zou wachten eenvoudig niets helpen. We moeten ons zettén tot den soms verdrietigen arbeid, wparbij men o zoo slecht opschiet en zijn tijd maar wat verknoeit. Jawel, dat gepluk, waarom een mensch heel goed „kriebelig" kan worden, zal misschien wel een half uur duren maar, gaan we nu ons geduld verliezen, dat wil zeggen driftig aan het trekken en desnoods aan het snyden, dan kost het ons een uur, öf, we bereiken het doel absoluut niet. aan de tatel, Christiaan tusschen hen in, beiden zich met hem bemoeiend, waarbij het niet kon uitblijven, dat zij elkaar wederkeerig dikwerf in de oogen zagen. Holder vond zijne gescheidene vrouw dan zoo aantrekkelijk, dat hij zeker op haar verliefd zou geworden zijn, als dat nog noodig ware. Julia hield streng aan de vormen, hare eenige beschuttiug in haar moeielijken toestand. Zy voelde zich echter in hare verschansing bij lange niet meer zoo zeker als vroeger. Soms scheen hunne verhouding haar zoo dwaas, dat zij er in zichzelf om lachen moest. Als zij alleen was, had zij buien van droefgeestigheid, die toch niet alleen veroorzaakt werden door de aanstaande scheiding van haar kind. Zoo kwam Christiaan's verjaardag. Van Grootmama kwam een pakket met de post, met een langen brief voor Julia, die haar scheen te ontstemmen. Van de tantes Cornelia en Eleonore een mand met allerlei speelgoed. Advocaat Meck bracht een trompet, kuste Julia de hand en vroeg verlof om na eenige dagen als zij het weer rustig zou hebben terug te mogen komen, wijl hij iets op het hart had. Bij het uitgaan v.m de deur ontmoette hij Holder, die beide armen vol had. Nu papa er was, begon de pret eerst recht. Hij bracht zooveel mee en zooveel moois, dat Julia zeide: „Veel te veel, weer veel te veel." „Hij is immers de eenige," veront schuldigde Holder zich, haar weemoedig lachend aanziende. Zij sloeg de oogen neer en zeide ont wijkend „Hij stelt het niet meer op Het gebeurt ons maar al te vaak, dat wij, een zeker doel willende bereiken, dat ten deele van onze werkzaamheid afhangt, ten deele van omstandigheden die van onzen wil onafhankelijk zijn, op dezelfde wyze het geduld verliezen. Waar we zulk een gewichtig dool ons voor oogen stellen, wetende, dat het slechts met inspanning van alle krachten te bereiken is, wanneer de omstandig heden ons overigens gunstig zijn, daar hebben we ons tot patiëntie te dwingen daar moeten we Ijverig en kalm voortwerken nooit tot het andere overgaan als het eene nog niet bereikt isnooit het doel uit het oog verlie zen. Komt er tegenspoed, dan het ge duld niet verloren, maar met verdub belden ijver aan het werk. Blijkt de eindpaal verder te liggen dan we dach ten, dan toch niet aan het hollen, maar met denzelfden gelijkmatigan stap voor waarts geschreden. Geduld verliezen, dat wil hetzelfde zeggen als gejaagd worden, gaan hollen maar dan ook hetzelfde als gaan knoeien, tijd vermorsen, alles dooreen werpen, en op die wijze zelf oorzaak worden, dat ons ontgaat of dat we slechts ten deele bereiken, wat in vollen omvang ons deel had kunnen zijn. Neem eens den trek die elk mensch bezielt, de zucht naar zekeren welstand. Gesteld dat iemand zich een bepaald inkomen wil verzekeren en met zeer veel werkkracht begaafd is. Hij heeft een hoofdvak en kan daarin werk genoeg vinden. Maar hij zoekt bovendien allerlei bijbaantjes en neemt zooveel hooi op den vork, dat twee gewone menschen het nauwelijks dragen kunnen. Wat zal het gevolg wezen van zijn gebrek aan patiëntie Dat hij niet eens zijn wezenlijken arbeid naar behooren vervultdat hy zijn lichaam afmat en zijn tijd vermorstdat zijn bijbaantjes zoovele blokken aan het been zijn. Hij wilde in ééns wezen waar hij zijn moet en hij komt er niet half in den tijd dat hij er gemakkelijk zijn kon. Er zijn een aantal van die menschen, die maar steeds zitten te rekenen, prijs." „Het mooiste heb ik nog niet eens meegebrachtzeide Holder, zich tot Chiistiaan wendend. „Gij zult straks bij mij nog een groot hobbelpaard vinden." Julia, die hem begreep, wendde zich af en onderdrukte een traan. Christiaan's oogen straalden echter van vreugde en aan Holder's arm hangende, vroeg hij „Zullen wij dadelijk gaan, papa?" Deze zag, dat Julia eensklaps treurig werd. „Zooveel haast hebben wij niet, morgen," zeide hij. „Het zal u toch wel aangenaam zijn,« zoo wendde hij zich tot Julia, „als Chris tiaan zijn verjaardag hier overblijft." „Zeker, zeker!" zeide zij met eene door tranen gedempte stem. Zij noodigde hem plaats te nemen en beproefde ook, hem een glas wijn in te schenken, maar daarbij beefde hare hand zoozeer, dat hij Jiaar moest aflossen. „Dat was een vreugdevolle dag, heden voor vier jaren!" riep hij uit. #De schoonste dag mijns levens. En toen het heette: een jongen! Met een meisje was ik even gelukkig geweest, maar nu het een jongen was, werd ik dol van vreugde. Weet gij het nog, Julia? Zoo iets beleven is toch de grootste zaligheid op aarde." Hij vatte hare hand en kuste die herhaaldeiyk. Zy voelde, hoe zijn mond er op brandde geheel haar gelaat werd als met purper overtogen. „O, waarom herinnert gy daaraan," zuchtte zij, „juist op zijn verjaardag, nu ik het kind weer zal verliezen, nadat het vier korte jaren het mijne is geweest." De tranen liepen haar daarby over de wangen. „Verliezen? zeide hij. „Gij zult hem I niet verliezen, als hij by mij is. Myn plannen te maken, te overleggen die ontzaglijk veel zenuwachtige drukte maken,maar inderdaad niet verder komen. Ze loopen van kastje naar den muur, en het was toch zoo hoog noodig, dat ze eens eventjes kalm gingen zitten, om feitelijk wat uit te voeren en niet met passen en rnetenden tijd voortdurend te verslijten. Het geheelg menschelijke leven is een pationtiespei. We worden lot veel ge roepen, waarvan we het resultaat nooit zullen zien we planten menigen boom zonder op de vruchten te kunnen hopen laten wij hot toch maar heel geduldig, heel kalm en heel goed doen. We zijn metselaars en timmerlieden aan een groot gebouw. Hoe het eens worden zal, wanneer het gereed zal zijn, dal weet alleen de groote bouwheer. Als wij het einde niet bereiken,dan zal een ander het misschien zien. Op ons werk mag dat geen invloed hebben, patiëntie En de eigen levenstaak, die we zelf ons stelden, ook die zien we soms in een periode van jarenlang, waarin ze alleen met wachten verder kan komen. Als we dan maar in ons binnenste het heilige vuur onderhouden, om den sprong goed te doen als het oogenblik van handelen gekomeiq is, dan zal de lang geoefende patiëntie ons ten waren zegen zijn. Tweede Kamer. De groote slag is gevallen de leer plichtwet is door de Tweede Kamer aangenomen, 't Geschiedde slechts met één stem meerderheid, die echter grooter zou geweest zijn indien niet de socialisten in het ontbreken van de bepaling in de wet omtrent kindervoeding en kleedsel eene voldoende roden hadden gevonden om eene wet af te stemmen met wier beginsel zy het volkomen eens zijn, en meer liberalen misschien voorstanders van den zeer bedaarden vooruitgang op maatschappelijk gebied, niet hunne stem huis zal altijd voor zijne moeder open staan, en ik zal niet ophouden zijn liefde voor u te onderhouden en aan te kweeken." Het werd Christiaan nu in de kamer te benauwd. Papa en mama keken zoo ernstig, mama schreide zelfs, zoodat hij de armen vol speelgoed pakte en naar de keuken liep, om het aan de meid te laten zien. Men liet hem gaan. Het onaangename onderwerp was nu eenmaal op het tapijt en liet zich het best onder vier oogen bespreken. Julia bepleitte nogmaals harts tochtelijk het g -ede recht der moeder op het bezit v„n haar kind, maar te vergeefs. Holder bleef op zijn recht staan. „Ik kan niet toegeven, Julia," zeide hy, „ik kan niet Als ik u het kind laat, verlies ik u ook. En al het leed, mij aangedaan, heeft toch mijn hart niet van u vervreemd. Ik voel het op dit oogenblik meer dan ooit, dat ik nooit heb opgehouden u te beminnen." Julia wendde zich af, wierp zich op de canapé en drukte het gelaat in het kussen. Zij antwoordde niets, maar hij hoorde haar snikken. Na eenige oogenblikken stond hy op, trad op haar toe en legde de hand op haar schouder. „Julia," zeide hy bewo gen, „er is een middel, om u het kind voor altijd te laten behouden." Zy zweeg. „Kom met het kind bij mij terug.» Een schok voer haar door de leden. Zij drukte het gelaat nog vaster in de banden. „Kom met Christiaan bij mij teiug," herhaalde hij, „en van scheiding is geen bij die der socialisten en van de rechter zijde hadden gevoegd. De rechterzijde was ook niet unisone. Aan het koor ontbraken de heeren Sehaepman en Kolkman, zoodat én rechter èn linkerzijde op geheele homo geniteit in zake leerplicht niet mogen bogen. De heer Sehaepman, voor wien, nadat het verplicht herhalingsonderwys uit de wet gel cht was, de meeste bezwaren tegen het ontwerp waren weg genomen, onthield zijn stem niet, de heer Kolkman van de rechterzijde moti veerde zijne goedkeuring door de verkla ring dat hij tijdens de staatscommissie voor de arbeiders-enquête reeds voor leer plicht zonder herhalingsonderwys was. Overigens is niets gebleken van de sympathie van vele katholieke Kamer leden voor leerplicht, zooals door dr. Nolens beweerd werd. Onder de voor stemmers worden zij althans niet ge vonden. Gebleken is nog dat de christ -histo- rischen in zake leerplicht met de anti revolutionairen van andere kleur mede gaan, aangezien ook de heer De Visser tegenstemde. Biyfi nu nog over de beslissing der Eerste Kamer in hoogste ressort. Ge lukkig houdt daar het spel van loven en bieden op en is er dus uitzicht, dat wy binnen een niet al te lang tijdsverloop zullen weten of het Nederlandsche volk al dan niet eene wet op den leerplicht zal hebben. Steenkolen. De Steenkolen-Handelsvereeniging(Ver. koopkantoor voor Nederland van het Rheinisch-Westfalische Kolen Syndicaat), heeft aan hare afnemers een circulaire gezonden met bericht, dat zij voor kachelgebruik voorloopig ongeveer een derde van de 1899/1900 hiervoor be trokken hoeveelheden beschikbaar zal hebben. Mocht de productie op de Westfa.ii- sche mijnen zich echter verder ontwik kelen, zooals dat in den laatsten tijd het geval is geweest, dan hoopt zij binnen kort groote hoeveelheden te kunnen toedeelen. sprake meer. Om der wille van het kind heb mij weer lief!» Zij scheen in tweestrijdhaar gansche lichaam schokte. Plotseling richtte zij zich op, wierp zich aan zyne borst, sloeg hare armen om zijn hals en riep „Frans, Frans! gij zljt beter dan ik! Gij zyt oprechter! Neen, ik wil mij zelf niet langer beliegen en bedriegen. Niet om het kind reeds lang, lang heb ik u weer lief. En nu vergeet ik het ook nooit weer Christiaan kwam binnen, in de eene hand een trompet, in de andere een klokje. Op den drempel hield plotseling de muziek op. "Wat hij zag, was voor hem heel iets nieuws; vader en moeder die elkaar omarmd hielden. Hij lachte hen toe. Het scheen wel, dat hy er eenig denkbeeld van had, dat er iets zeer gelukkigs plaats had. Toen echter beiden op hem toeijlden en hem met liefkozingen overstelpten, begon hy te weenen. Nu lachten zy hem uit. „Jon gen," zeiden zy, „gij hebt er het meeste aan toegebracht." De dames Cornelia en Eleonore ver schenen aan de koffie. Het moet gezegd, dat zij zich waardiglijk in het onver- mijdelyke schikten. Moeielijker toonde zich de oude me vrouw, die schriftelijk kennis kreeg. Daar Julia by haar besluit bleef, wilde mama zich voortaan aan haar zieken broeder wijden. Die niet geraden wil zjjn, schreef zij, is ook niet te helpen. Zoo spoedig de wet zulks toeliet, werden de gescheidenen weer hereenigd. EINDE.

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1900 | | pagina 1