Jh I
Vrijdag
30 Maart.
HET KIND.
38e Jaargang.
D
1900.
O O I s.
I Gemeentebestuur.
FEUILLETON.
Postelein
0.30
met
icholen
en
irige
5 ons,
I.
DIENST
MIDDEL B3BG v.v
e: vm 4 50 5 55
an Zeilmarletvm
lun 12 80 1 15
L0 5 55 6 55 745
Zeilmarkt Vtissin.
Q op werkdagen
12 35 1 20 2 5
- 7 7 50 8 35
g-Maldegiieiu,
lid.)
3.25, 10.37, 1.18,
5,31, 6.9, 7.35,
5.33, 8.24. 9.25
10.—, 1.38, 4.32,
5.51, 6,29. 8.10
3.3, 9.5, 9.45.
VENDIENST.
5 50 6 30 6 50
10— 1020 10 40
10 1 30 2 220
- 4 20 5 5 20
n 6 6 40 7 20
3 50 1010 10 30
12 10 1 20 1 40
3 50 4 10 4 30
8 8 30.
imsLm.
3 35 b)
4 05
,b)
skeue ten hoog-
minuteu.
Vlissingen naar
kt.
*6 23
30
>7 *11 5 *11 1
irs le en 2e kl.
7 39
•10 4
•10 21
D
24
6 16
125
6 3
310
7 25
3 50
85
44
8 21
4 22
838
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, X. 187.
ADVERTENTIËNvan 1 4 regels 0.40. Voor eiken regei
moer 10 cent. - By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Groote letters
en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
VtrrehlJnt dagelQke, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telephoonnummer IO.
Abonnements-Advertcntiën op zeer voordoelige voorwaarden.
,Sn\j.
en f 0.i;s
succes ge-
en te Am-
den Haag,
gedroogde
is, by
Pen abonné's van het Gcïlln-
I «treerd Zondagsblad deelen wij
I mede, dat wegens de enorme ver-
1 toeging der papierprijzeneen
Involg van de algemeen erkende
[jtijging van de waarde der grond-
doffen de prijs van dat blad
voortaan, dus met ingang van het
kwartaal 1900, eenigszins moet
I worden verhoogd.
Ofschoon de Illustratie uitermate
goedkoop is en de prijs niet in
I verhouding tot het vele dat zij
biedt, zullen wij voor een geheel
vartaai slechts 7 '/s cent meer
rekenen.
Wij houden ons overtuigd dat
niemand onzer lezers die het Ge-
illustreert! Zondagsblad ontvangen
lea hetzelve hebben leeren waar-
I deeren om zijn schat van keurige
I gravuren en belangwekkende ver
palen in den laatsten tijd ook
lom de vele en kostbare platen
I lietrekkelijk den oorlog zulk een
klein verschil te zwaar zal vallen
jlaaronj. zich den eigendom van
zoo fraaie Illustratie zullen
willen ontzeggen.
De prijs is dus te beginnen met
I het 2e kwartaal 1900 f 0,3Ï5 of
I franco per post f 0,45.
DE UITGEVERS.
KEHIÏIB3SYI2Ï3.
\erknjgbaarstdling soldijen Zeemacht.
De Burgemeester van Vlissingen
brengt ter kennis van belanghebbenden
dat de aanvragen tot uitbetaling van
I postwissels voor betrekkingen van offi-
lieren en mindere schepelingen, te wier
I behoeve, ingevolge koninklijk besluit
I van 28 Juni 1898 no. 42, een gedeelte
I reetraktement of soldij is afgestaan, ter
I Semeente-secretarie kunnen worden afge-
1 taald, dagelijks van des voormiddags
'O tot des namiddags 4 ure, uitgezon-
lerd Zon- en feestdagen.
Vlissingen, 29 Maart 1900.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
Naar het Hoogduitsch
VAN
E. W I C H E K T.
14.)
Aan mama bevielen deze ontmoetingen
'Gstrekt niet. „Het is toch voor Chris-
taan goed," zoo verontschuldigde Julia
Zltni „als zijne ouders althans uiterlijk
'tl tegenover elkander zy'n. Hij zal
«t vroeg genoeg opmerken, dat hem
■js ontbreekt, wat andere kinderen tot
ll,n geluk bezitten.» Mama trok
®et de schouders. „Alsof ik niet be-
®erkte, dat gij hem den jongen zoekt
,f te troonengy zult echter uwe
SCHIETGEFEKIXGE».
Onveiligheid vaarwater.
De Burgemeester van Vlissingen
brengt ter kennis van zeevarenden,
die daarbij belang kunnen hebben
dat in de laatste helft van Maart of
in de eerste helft van April e. k. eenige
scherpe schoten zullen worden gedaan
uit een kanon van 30 c. M. van het
fort op de Harssens
dat omtrent de regeling dier oefeningen
inlichtingen zijn te bekomen ter Ge
meente-Secretarie, op eiken werkdag van
's morgens 9 tot des namiddags 4 uur.
Vlissingen, den 29 Maart 1900.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
Transvaal en de Mogendheden.
De heer D'Estournelles, die als afge
vaardigde van Frankrijk de Vredesconfe
rentie bijwoonde, heeft in een Fransch
tijdschrift zijn gevoelen over het uitsluiten
van Transvaal van de Conferentie gezegd
en betoogd dat Transvaal in liet belang
van een vrede werd opgeofferd.
Met alle waardeering voor den helden
moed van dit kleine volk en bij de
erkentenis dat zulk een onrechtvaardige
oorlog niet onverschillig, mag worden
aanschouwd, vraagt hij toch hoe een of
meer kleine mogendheden eenigermate
konden hopen, hare bemiddeling door
Engeland te zien aangenomen, nadat zij
zijne suzereiniteitsrephteD-.ov.er de Trans
vaal tastbaar duidelijk hadden erkend.
In allen goval moest worden gewacht
tot Engeland door ondubbelzinnige
bewijzen hoe de openbare meening
overal gestemd was, zou getroffen wor
den of van den oorlog genoeg zou
krijgen en een tusschenkomst verzoeken
zou. De Fransche schrijver kent den
Engelschen aard genoeg om te ge'.ooven,
dat geen van beide gevallen zich heel
spoedig zullen voordoen.
Hoe het zij, van Frankrijk, zegt de
schrijver,kan de eerste stoot niet komen.
Tusschen beide landen heerscht een
gevoel van toenemende bitterheid - om
geen vijandschap te zeggen— die zoo
groot is dat de Britscbe gezant onder
een voorwendsel Parijs verliet en de
Koningin afzag van haar j aarlij ksoh
verblijt in Frankrijk, gelijk duizenden
harer onderdanen zullen doen. Voegt
men daarbij de beleediging in de pers,
de gespannen verhoudingen tusschen
particulieren, de haarkloverijen en het
strijdgeschrijt, boycotting en maatregelen
van weerwraak, die de maatschappelijke
staatkunde en staathuishoudkundige
betrekkingen tusschen beide landen
vriendelijkheid verspild hebben." Een
ander maal zeide zij „Ga toch naar
binneD, opdat hij heenga. Eer vertrekt
hij toch niet."
Op zekeren dag ontmoette Holder
toevallig Julia op straat, toen zij juist
het huis van den burgemeester verliet.
Hij zocht haar weg te kruisen en
waagde het zelfs haar aan te spreken.
„Hebt gij zaken bij het bestuur der
stad vroeg hij nieuwsgierig.
„Och," zeide zij kleurend, maar zijn
geleide toch niet afwijzend, „ik zoek
eene betrekking."
«Voor u, Julia?"
„Ja, voor mij."
„Ik dacht, dat gij bij uwe moeder."
„Mijn hemel! Zij is niet rijk, en ik
wil haar niet langer dan noodig is, met
het kind tot last zijn."
„Nu, wat Christiaau betreft
„Ik verlang ook naar zelfstandigheid,"
zoo sneed zij hem ras het woord af.
„Dat kan niemand mij euvel duiden.
Hoe goed mijne moeder ook ia, zoo
bedenkelijk beginnen te wijzigen, dan
ziet de schrijver niet hoe Frankrijk thans
tusschen Engelschen en Boeren zou
kunnen bemiddelen.
Er rest ons niets dan na zoo duidelijk
mogelijk onze sympathie voor de zwak
ken te hebben betuigd, ons terug te
trekken en ons als iedereen, te wape
nen in afwachting van de ontwape
ning.
Daarna behandelt de schrijver de vraag
of Frankrijk niet gewapend tusschenbeiue
kan treden, niet alleen om de Boeren
te helpen, maar om van de gelegenheid
ten zijnen voordeeie gebruik te maken,
en ook om te beletten dat Engeland het
na den oorlog eenige kolonie ontneemt.
Zulk eene politiek veroordeelt de schrijver
scherp. Frankrijk mag niet aldus de ver
antwoordelijkheid voor 't verbreken van
den vrede op zich laden. De chauvinisten
die tot zulk optreden aansporen, spreken
niet van de maatschappelijke gevolgen
die zulke oorlogzuchtige plannen zouden
hebben. Ook houden zij geen rekening
met de Europeesehe politiek.Duitschiand
laat zich van een bemiddeling weerhou
den door de vrees aan Frankrijk een
reden te geven om de zoolang beraamde
wraak te nemen voor 1870/71. Frank
rijk kan, zelfs met het Russisch verbond,
niet tusschenbeide komen zonder Duitsch
iand te verleiden, ingeval van tegen
spoed daarvan gebruik te maken teneinde
voorgoed aan de kans op revanche een
einde te maken. Duitschiand en Frank
rijk zijn dus tegenover Engeland tot
werkeloosheid gedwongen. Engeland
daarentegen heeft de handen vrij.
Een andere omstandigheid die te vaak
over het hoofd wordt gezien, is dat de
Engelsoh-Transvaalsche oorlog veel
meer gedaan heeft dan tractaten om de
verschillende schakels van het Angelsak
sische ras aaneen te smeden. Voor de
tweede maal binnen enkele jaren zijn
aldus al deze over de gcheele wereld
verspreide en op elkaar naijverige,soms
zelfs vijandige elementen— vereenigd
tegenover een gemesnschappelijken
mededingerhet oude Europa.
De Spaansch-Amerikaansohe oorlog
was de eerste waarschuwing, de
Transvaalsche is een tweede.
In den eerstgenoemden strijd deed
Europa alsof het niets bemerkte, niets
zag, niets begreep. Evenzoo in de Ame-
rikaansche quaestie. Wat de Z.A.R.
betreft, heeft Europa de vernedering
ondergaan lijdelijk te moeten zien dat
zijn openlijk verkondigde sympathieën
vertreden werden. 2-maal heeft het zijn
onmacht verraden.Drijft men nuFrankrijk
en Rusland tot een oorlog met Engeland
zonder dat zij vooraf met Berlijn een
komen er toch bij het samenwonen
altijd Zij vond het niet noodig
te vervolgen.
Daar het geregend had, lag er hiel
en daar nog een plas, dien zij over
moest. Zij tilde haar kleed een weinig
op en zocht opmerkzaam de drooge
plaatsen, om haar sierlijk schoeisel zoo
min mogelijk te bemorsen.
Hij wendde er geen oog af. „Mag ik
u mijne hand bieden vroeg hy, haar
die ook reeds toereikende.
„Het zal niet meer noodig zijn,"
antwoordde zij, doch steunde toch een
oogenblik op zijn arm.
„En als ik u soms van dienst kan
zijn
„Ik dank u. De raadsheer Lemmel
was een goed vriend van mijn vader
en heeft beloofd aan mij te denken, als
zich een geschikte gelegenheid voordoet."
Zij waren thans op een kruispunt en
Julia scheen aan te nemen, dat hunne
wegen zich hier scheidden. Zij maakte
eene buiging voor hem. Hij kon wel
eervolle en voor ailen aannemelijke
overeenkomst hebben gesloten, dan wordt
een fout te meer begaan. Zoo zou Frank
rijk- zich niet alleen den oorlog met
Engeland op den hals halen, maar ook
met Australië, de buur van Caledonië,
met de V.S. en misschien met nog meer
mogendheden van den Grooten Oceaan,
die krachtig gewapend zijn en op een
strijd voorbereid.
Eene wereldoorlog zou elders ont
branden.
Op Frankrijk kan dus ook niet gerekend
worden, het moet de beide republieken
aan haar lot overlaten, is de sombere
slotsom waartoe de schrijver komt.
De heer Van der
Zwaag contra den heer Tydens.
Op de volgende lang niet malsche
wijze wordt de beer Tydens in het blad
De Klok over zijn houding tegenover
het herhalingsonderwijs door den heer
van der Zwaag onder handen genomen
„En wie gaf hier den doorslag dooi'
beide keeren tegen te stemmen Men
raadt 't niet in tienen. Het was
Tydens, de afgevaardigde van Winscho
ten. Niemand, die hiervan de minste
vermoedens had het werkte dan ook
als een donderslag. De Kamer was heele-
maal in agitatie, aan de rechterzijde
groote verheuging dat het gehate her
halingsonderwijs was verworpen met
behulp van iemand, die zich God
beter-'t nog wel radicaal noemt,
en aan den linkerkant algemeene ver
ontwaardiging. Verontwaardiging, ja,
want de gevoelens waren verdeeld, wat
den geachten afgevaardigde van Win
schoten bewogen had tegen te stemmen.
„Men fluisterde van 'n „opgewonden
toestand" of ook dat z'n haat tegen de
„schoolmeesters" het hem had gedaan.
„Nemen we nu maar het laatste eens
aan, dan blijft het nog waar, dat hier
iemand den doorslag heeft gegeven, die
niet toerekenbaar mocht worden geacht
want welk normaal of toerekenbaar
mensch zal het in zijn hersens krijgen
om een belang van duizenden kinderen,
vooral arbeiderskinderen,op te offeren aan
z'n haat jegens personen die met de wet
als zoodanig niet te maken hebben
„Eerlijk gezegd, kon ik, die weet wat
het herhaliugsonderwijs voor de ontwik
keling van het volk zou kunen zijn en
die daarvoor dus medegewerkt heeft op
de Kamer en naar ik meen niet
zonder succes het huilen haast niet
laten, toen ik hier de stem van iemand,
die in dit oogenblik in allen gevalle
toonde niet het minste benul van het
gewicht der zaak te hebben, hoorde be-
lissen ten nadeele van duizenden arbei
niet anders zyn dan zijn hoed afnemen
en terugblijven, ofschoon ook hij in
dezelfde richting wilde gaan. Hij zag
haar een wijl na en keek daarbij naar
hare slanke figuur en haar zwevenden
gang. Daarbij dacht hij er 'over na,
waarom Julia toch zelfstandig wilde
zijn, daar de verhouding tusschen moe
der en dochter anders zoo innig scheen.
Of was dat niet meer zoo Hy wist
niet waarom hij met Julia's besluit
ingenomen was, maar het deed hem
genoegen.
Kort na deze ontmoeting bracht Hol
der by een bezoek aan Ghristiaan iets
ter sprake wat Julia verraste.. Onze
afspraak luidt," zeide hy, „dat ik af
wisselend Christiaan hier en bij mij mag
zien. Het zou mij aangenaam zijn,
indien gij dit niet zoo nauwkeurig
wildet nemen.
„Hoe bedeelt gij dat?" vroeg zij
twijfelend.
Hij scheen verlegen. „Mijne zusters
weten niet met het kind om te gaan.
derskinderen, ten voordeeie van dom-
perzucht en aarts-conservatisme.
„Nu is de wet een zeer, zeer weinig
beteekenend ding geworden, waarvoor
ik niet het minste meer gevoel."
Leger en Marine,
Dit jaar zullen van 3 tot 15 Septem
ber de veldbataljons van het regim. gren.
en jagers, bataljons- en regimentsoefenin
gen houden in de legerplaats bij Laren.
Bij den hoofdcursus te Kampen zullen
dit jaar 50 onderofficieren het examen
ter verkrijging van den rang van 2e luit.
afleggen.
Telefoondisnsj,
Met ingang van 1 April wordt de
internationale-telefoondienst geopend tus
schen de telefoonnetten, de publieke
spreekcellen in de rijkstelefoonbuieaux
en de aan deze bureaux rechtstreeks
aangesloten perceelen te Almeloo,Amers
foort, Apeldoorn, Dordrecht, Gouda,Haar
lem, Hengeloo, Hoogezand, Hoorn, IJmui-
den, Maassluis, Oss, Roermond, Tiel,
Veendam, Vlaardingen, Wageningen en
Zaandam, alsmede de publieke spreek
cellen in de rykstelefoonbureaux en de
aan deze bureaux rechtstreeks aange
sloten perceelen te Baarn, Breda,Bussum,
Deventer, Enschedé, 's Grave nhage,
Hilversum, Leeuwarden, Leiden, Maas
tricht, Middelburg, Nijmegen, Schiedam,
Tilburg, Vlissingen, Zandvoort, Zutphen
en Zwolle eenerzijds en Benrath, Bremen,
Orefeld, Dortmund, Duisburg, Emmerik,
Dusseldorf, Hagen (Westfalen), Hamburg,
Keulen, Neuss, Ratingen, Rees en Wesel
anderzijds.
De prijs van een enkelvoudig gesprek
bedraagt in het verkeer met Hamburg
f 1.70 en met de overige Duitsche plaat
sen f 1.45, behalve in het verkeer met
Crefeld en Neuss, waarop het grenstarief
van f 0,60 per enkelvoudig gesprek van
toepassing is.
Overigens gelden voor het in den
aanhef bedoelde verkeer de regelen en
voorwaarden, welke voor dat tusschen
Nederlandsche plaatsen en Bremen vast
gesteld en in den Rijksgids vermeld zijn.
Het blijkt nu dat de berichtgever van
de Controleur die mededeelde, dat pastoor
Thissen het krantenschrljveu door zijn
bisschop verboden was, onjuist was in
gelicht. Pastoor Thissen spreekt dit zelf
tegen met de verklaring dat de/macht,
die hem belette de pen te voeren, was
de influenza. Hij zal dus met
zijn schrijven voortgaan.
Uit goede bron wordt medegedeeld,
dat omtrent een in de Berlijnsche bladen
Zij willen hein allerhande kunstjes
leeren en hy is eigenzinnig daartegen.
Ik kan daar weinig tegen doen en hem
ook weer niet in bescherming nemen
ais hy koppig is, en aan den anderen
kant verwennen zij hem weer ongeloof
lijk, om hem maar in een goede luim
te houden en gunstig voor Elmira te
stemmen."
„Wie Elmira
„O, weet gy dat niet? Een jonge
dame, die mijne zusters in huis hebben
genomenik wil niet vragen met
welk doel. Christiaan houdt nu eenmaal
niet van haar, hoewel zy veel geduld
met hem heeft"
Julia was niet volkomen eerlijk. Chris
tiaan had reeds dikwyis over Elmira
gesproken. Nu voor het eerst noemde
Holder haar naam wat haar zoozeer
interesseerde, dat zij vuurrood werd.
„Het ware beter," voer hjj voort, „dat
Christiaau wat minder by my kwam,
als ik hem daarvoor meerdere malen
tenuwent mocht bezoeken. Wilt gij mij
k