No. 72.
ff
38e Jaargranjr.
1900.
ware schat
fbe waring.
IrSluis 5,31, 6.9, 7.36,
D
D
Gemeentebestuur.
FEUILLETON.
nde beveelt zich aan voor
van ASSURANTIËN, 0p
[otterdam, op Huizen, in.
|ansgoederen, Schepen en
Zeetransporten.
SEKER
die door jeugdige ver
lijden, ie liet beioemde
>r. Retail's
bbe uitgave, met Ï7 *fh. j
Idea. I<'dwr, die tan \t
|u xulk tw^Ad Lijdt, moet
lDuixeudeu bebbeji hun
Uu dank^b. Te ver
(bet Veriair»-llagatin ir
l;U!.ivfl.rkt Xu. M, tnuioo
Jidlïig vat; bet bedrup i
Iftzcsrelir) gr, la
1 ia )i(dlmid.
b{ W'.lïV -'«VrJK;
'RAMDIENST
I9SSJ en HIDBEL3US3 v.v
In Remise.- vm 4 50 5 55
pagen) Van Zeilmarlct.- vm
1145 mn 12 30 115
4 15 510 5 55 6 55 7 45
rg naar Zeilmarkt Vlissin-
j!3 (alleen op werkdagen
50 nm 12 35 1 20 2 5
5 15 6 7 7 50 8 35
regkeiiM-afnldegUoui.
|eenwichtijd.j
6.23, 8.25, 10.37, 1.18,
2.35, 5.33, 8.24. 9.25
lm 7.42, 10.—, 1.38, 4.32,
aaibrug 5.51, 6,29. 8.10
5.6, 8.3,9.5,9.45.
|1F. HAVENDIENST.
vm. 5 50 6 30 6 50
110 9 40 10— 1020 10 40
nm 1 10 1 30 2 220
I 40 4 4 20 5 5 20
145 8 20.
|aluisvm 6 6 40 7 20
9 20 9 50 10 10 10 30
h0 nm 12 10 1 20 1 40
110 3.30 3 50 4 10 4 30
140 7 30 8—8 30.
11900.
-a) nm 3 35b)
|!5a) 4 05
nm l 55
215
3 25b)
3 45
8 10
8 40
paar Breakene ten boog-
igste 15 minuten.
van Vliasihgen naar
I? gemaakt.
5 25
40
145
I 46
120
>46
1 29
17
1 16
f 45
33
HO
25
52
8 8
7 30
7 31
8 52
9 56
10 57
•6 23
7 39
•10 4
'115
•10 21
•ii i
>n reizigers le en 2e kl.
10 36
24
616
10 28
125
63
1140
310
7 25
12 22
3 50
85
12 38
44
8 21
12 55
4 22
8 88
VLISSIMiSIHE COURANT
Maandag
20 Maart.
Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever
F. VAN DE VELDE Jx., Kleine Markt, I. 187.
J'A rf
- ii
-yt
\4
r/* v/ -M v. ,®s
ADVERTENTIËNvan 1—4 regels f 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. - By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts (weemaal berekend. Groot6 letters
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschijnt dagelflks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
TelepbioonrmMixJEiex* IO.
Abonnements-Advcrtcntiën op zeer voordeolige voorwaarden.
Bü öeze CoüraDt Moor! ecu biiveisel.
Den abonné's van liet Geïllu
streerd Zondagsblad deelen wij
mede, dat wegens de enorme ver-
hoocring der papierprijzen een
gevolg van de algemeen erkende
stijging van de waarde der grond
stoffen de prijs van dat blad
voortaan, dus met ingang van het
2e kwartaal 1900, eenigszins moet
worden verhoogd.
Ofschoon de Illustratie uitermate
goedkoop is en de prijs niet in
verhouding tot het vele dat zij
biedt, zullen wij voor een geheel
kwartaal slechts 7'/» cent meer
rekenen.
Wij houden ons overtuigd dat
niemand onzer lezers die het Ge
ïllustreerd Zondagsblad ontvangen
en hetzelve hebben leeren waar-
deeren om zijn scliat van keurige
gravuren en belangwekkende ver
halen in den laatsten tijd ook
oui de vele en kostbare platen
betrekkelijk den oorlog zulk een
klein verschil te zwaar zal vallen
en daarom zich den eigendom van
eene zoo fraaie Illustratie zullen
willen ontzeggen.
De prijs is dus te beginnen met
bet 2e kwartaal 1900 f 0,375 of
franco per post f 0,45.
DE UITGEVERS.
HEKEN DMAKIJNG.
Vaststelling Kiezerslijst.
Burgemeester en Wethouders van
Vlisaingen
maken bekend
dat de kiezerslijst voor deze gemeente
over 1900/1901, en de alphabetische
HET KIND.
Naar het Iloogduitsch
VAN
F.. 11 I C HE K T.
10.)
„Heb maar geen zorg," viel hij reeds
geërgerd haar in de rede. „Het zal hem
kj mi] aan niets ontbreken. En in één
"oord; ik wil het nu eenmaal zoo."
„Lieve hemel goed! goed!" kal
meerde Eleonore. „Gij zijt ook dadelijk
Zn° heftig zeg aan je mevrouw, meisje,
Jet Christiaan een paar dagen bij ons
tó(jfi.»
„Neen, niet een paar dagen," maar
a%i,« verbeterde hij met beslistheid.
Lina verklaarde, dat zij die boodschap
Wet durfde overbrengen. Zij had het
vrgste te vreezen, als zij het kind niet
Weebracht.
„Het ergste wat je kan overkomen is
lijsten der namen en voornamen van
ben, die van de kiezerslijst zijn afge
voerd, en van hen die daarop zijn ge
bracht, door hen vastgesteld zyn en
van den 23 Maart tot en met den 21
April ter secretarie (bureau bevolking)
voor een ieder ter inzage liggen en dat
aldaar afdrukken van de meuwe kiezers
lijst tegen betaling van f 1.— per exem
plaar te bekomen zijn.
Verder vestigen zy er de aandacht op,
dat tot en met den 15 April 1900 een
ieder bevoegd is bij het gemeentebestuur
verbeteringen van de kiezerslijst te vra
gen, op grond dat hij zelf of een ander
in strijd met de wet, daarop voorkomt,
niet voorkomt of niet behoorlijk voor
komt.
Vlissingen, den 22 Maart 1900.
Burg. en Weth. voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
De Secretaris,
G. J. BISSCHOP.
pe teer vu jMtas.
lil. (Slot.)
Wanneer wij onze beschouwingen, in
de beide voorgaande artikelen opgenomen,
in kort begrip te zamen vatten, dan
komt dit hierop neer, dat het gewichtig
vraagstuk der bevolking, als zoovele
anderen een vraagstuk is van zedelyke
en stoffelijke ontwikkeling. Vooral de
zedelijke ontwikkeling zal er toe mede
werken, om de uitbreiding van de be
volking der aarde binnen zekere natuur
lijke grenzen te honden. De stoffelijke
ontwikkeling, die trouwens met de eerste
in zeer nauw verband staat, heeft meer
tot taak, om, door allerlei maatregelen,
de bronnen van bestaan en welvaart op
zoodanige wijze uit te breiden, dat hoe
langer hoe meer in alle redelijke behoef
ten van alle menschen kan worden
voorzien.
Voor hen, die nu eenmaal van meening
zijn, dat er beslist te veel menschen
op de wereld zijn of komen, is de oDze
misschien niet zeer troostrijk. Er volgt
toch vrij duidelijk uit, dat wij in het
gunstigste geval slechts eenige beperking
in de toeneming der bevolking durven
aannemen, en die beperking zal nog
geringer zijn, wanneer de zorg voor
gezondheid, reinheid en veiligheid hoe
langer hoe meer met goed gevolg ziekten,
kwalen en onheilen zal bekampen.
Voor hen hebben wij intusschen een
anderen troost. Hoe meer eeuwen men
teruggaat in de geschiedenis der mensch-
heid, hoe meer de geschiedenis spreekt
van den vreeselljken toestand waarin
toch wel, dat men je de deur uitjaagt,"
zeide „Holder. „En dat zou mij juist naar
den zin zijn Gij kunt dan dadelijk in
mijn dienst treden."
„Als wij het eens worden over de
voorwaarden,* voegde Cornelia er bij.
„Daar zijn wij het reeds over eens,"
merkte Holder op.
„Zoo, heb je.
„Ja, ik heb."
Dat is in allen gevalle wat buitenge
woons. Ge zult toch minstens aan je
zusters veroorloven, om eens goed na
te gaan -
„Eleonore stiet haar heimeiyk aan.
„Laat dat nu Cornelia hij is thans
zoo opgewonden.
„Doe wat ik zeg," zeide Holder, een
hooge borst zettend. „Het zal je schade
niet zijn, Lina," voegde hp, haar toe
knikkend, er vriendelijk bij.
Lina gaf toe. „Met geweld kan ik
het kind immers niet meenemen," zoo
troostte zij zich.
Nu echter wilde Christiaan haar niet
loslaten. Het gaf eene scène. Alles wat
zy maar van speelgoed hadden, werd
door de tantes aangesleept, om hem te
lokken. De jongen hield zich krampachtig
aan Lina vast, en draaide zelfs het
sommige volken zich bevonden. Van de
ontzaglijke ellende toenmaals geleden,
van de verbazende rampen, die geheele
streken der aarde troffen en die soms
na honderden van jaren nog werden
gevoeld, kunnen wij ons zelfs geen
denkbeeld vormen. Eu toch was de
bevolking, bij de tegenwoordige verge
leken, in die tijden gering. Er is een
tijd gewe st, waarin een vreeselijke
ramp binnen betrekkelijk korten tijd een
derde gedeelte van de bevolking van
Europa wegmaaide. Toch heeft men er
nimmer van vernomen, dat daardoor de
welvaart toenam. Het tegendeel is
waar. Tegen het einde der middeneeuwen
heerschten alom armoede en ellende
het volk verkeerde in den diepsten
nacht van onwetendheid en bijgeloof
het werd onderdrukt en uitgezogen het
verschil tusschen rijkdom en armoede
was oneindig grootev dan thansrecht
en persoonlijke vrijheid stonden op zeer
lagen trap.
Genoeg misschien ten bewijze van
het onhoudbare van de stelling, dat het
de concurrentie tusschen het aantal
monden zou wezen, die oorzaak is van
zoovele minder gewenschte toestanden
als wij thans nog moeten aanschouwen,
en dat verbetering van die toestanden
alleen te wachten is langs den weg
dien wij boven aanduidden.
Niet dat wij aan een volmaakte toe
komst zouden gelooven. Integendeel,
alles wijst er op, dat de menschheid
zich nooit boven zich zelve zal kunnen
verheffen. Is ieder menseh in het bij
zonder in alles beperkt, dan moet de
menschheid het van zelf ook zijn.
Maar dit sluit het denkbeeld van
verbetering niet uit, mits met inspanning
van alle krachten daarnaar gestreefd
worde.
Een voorval uit de allerlaatste tijden
heeft ons weer zooveel geleerd. Omdat
op zekere plaats der wereld de edelge
steenten niet uit den grond kunnen
worden genomen en niet naar elders
verplaatst, daarom lijden duizenden
gebrek, die deze steenen plegen te be
werken. Dergelijke rampen eenvoudig
tot het rijk der onmogelijkheden te
verwijzen, dit zal der menschheid nooit
gelukken. Maar wel kan en zal er
waarschijnlijk een tijd komen, waarin,
bij voorbeeld door betere vakorganisatie,
of door uitbreiding van de staatsbemoei
ing, of hoe dan ook, de voornaamste
gevolgen van dergelijke rampen worden
afgewend.
In Vóór Indië, dat groote land onder
hoofd niet om. Het meisje voelde zich
onontbeerlijk. Eindelijk gelukte het Hol
der zijn tegenzin te breken, door te
beloven dat zij terug zou komen en zijn
soldaafjes meebrengen. Doch eerst, toen
zij dit bevestigde, liet hij haar los.
Daarmee was echter weinig gewon
nen, want elk oogenblik vroeg hij of
Lina nog niet kwam. Deze scheen echter
geen baast te maken misschien wilde
zij het nog duidelijker doen uitkomen,
dat men met haar moest rekenen. Holder
zei, haar te willen halen. In werkelijk
heid echter kocht hij in de buurt een
groote doos met soldaten en bracht die
aan Christiaan. Een poosje hielp dat.
Daarna echter brak de storm te heftiger
los. Hij wilde naar zijn mama, was niet
van de deur te krijgen, stampte met
de voetjes en schreeuwde te luider,naar
mate men poogde hem tot kalmte te
brengen.
„Gij hebt een groote dwaasheid be
gaan, Frans," waagde Eleonore te zeg
gen.
„Hoe kon je zoo iets doen," verweet
Cornelia, „zonder het vooraf met ons
te bespreken Wij hadden het je be
paald afgeraden."
„Bekommer je er maar niet over,'
Britsche heerschappij, wordt door mis
lukken van den oogst door millioenen
honger geleden. De tijd zal komen,
waarin, ook in dien hoek der wereld,
betere bearbeiding van den grond en
verbeterde middelen van gemeenschap,
het arme volk zullen behoeden voor de
ergste gevolgen eener ramp, die in ons
eigen werelddeel in vroegere eeuwen
aan de orde van den dag was, in een
tijd, toen de bevolking toch nog maar
zeer schaars den bodem bedekte.
Wanneer wij ernstig over deze dingen
nadenken, dan zullen wij er van zelf
toe komen, orn het onhoudbare van de
meening in te zien, dat er een dadelijk
verband zou bestaan tusschen de toe
neming der bevolking en de misstanden
die wij in de maatschappij aantreffen.
Dut verband is integendeel tamelijk los
on kan hoogstens tijdelijk en plaatselijk
bestaan. Al ware die toeneming nog
sneller dan ze is, dan zou er toch in
de toekomst een tijd kunnen wezen,
waarin ieder in de gelegenheid was,
otn zich door ijverigen en eerlijken
arbeid een behoorlijke mate van wel
stand t.e verzekeren. En, met alle
krachten hiernaar te streven, dit moet
het groote doel wezen van staat en
maatschappij.
Tweede Kamer.
By de debatten over hot amendement-
Schaepman, waarin de wenschelijkheid
werd uitgedrukt om de leerplichtwet
eerst in te voeren na nieuwe regeling
van de subsidiën voor het bijzonder
onderwijs, heefi minister Borgesius zich
zoo uitdrukkelyk tegen dit amendement
verklaard, met de bijvoeging echter dat
de regeering voor het bijzonder onder
wijs alles zal doen wat mogeiyk is,dat de
heer Schaepman op raad van den heer
Lohman zijn voorstel introk en daardoor
zeer waarschijnlijk eene kabinetscrisis
afsneed.
De heer Lohman verklaarde dat hij
dien raad gegeven had niet uit vrees
voor eene portefeuille-quaestie, maar om
de welwillendheid door den minister
tegenover het bijzonder onderwijs betoond.
Hierna werden de overige artikelen
goedgekeurd.
De eindstemming over de wet is be
paald op a.s. Vrydag 30 dezer.
zeide hij, al was zijn toon ook al niel
meer zoo zeker; „ik zal het met mijn
Christiaan wel vinden."
Dat was echter gemakkelijker gezegd
dan gedaan.
Er kwam een brief. De bediende van
den advocaat Meck wachtte op ant
woord.
Zoo Dus was er mannelijke en rechts
geleerde hulp ingeroepen.
De brief bevatte den verwachten
eisch, het kind dadelijk aan de moeder
terug te zenden. De advocaat nam den
schijn aan, alsof hij aan de opvolging
geen oogenblik twijfelde. „Gij hebt nu
uw zin doorgedreven," schreef hij, „maar
laat de moeder nu niet langer in angst.
De dames willen naar deD schouwburg
en wenschen het kind voor dien tijd
weer te huis.» Daarover was Holder
echter niet te spreken. Hij geloofde dat
de advocaat zich over hem vroolijk wilde
maken. In der haast schreef hij een
kort afwijzend antwoord en zond den
klerk daarmee terug.
Eenige tijd later kwam de advocaat
zelf. Afwijzen kon men hem niet, maar
den schreienden jongen zou hij ook niet
hooren. Holder ontving hem daarom op
zijn kantoor, niet in den besten luim,
Zonderlinge houding van een Kamerlid.
De houding van den heer Tydens, lid
der Tweede Kamer voor Winschoten,
tegenover het leerpiichtsontwerp heeft
algemeen verbazing gewekt. Dit als
radicaal door zijne kiezers naar het Bin
nenhof afgevaardigd Kamerlid, heelt ge
stemd niet alleen tegen verplichting tot
het bijwonen van herhalingsonderwys,
maar ook tegen den plicht der gemeen
tebesturen om dat onderwijs te doen
geven. Het vreemdste van al is dat de
heer Tydens inde Kamer zijne stem niet
motiveerde, dus de gelegenheid afsneed
om zijne bezwaren te beoordeelen.
Thans is gebleken dat hij tegen her-
halingsonderwijs stemde, omdat er ge
gronde bezwaren bestaan tegen het her
halingsonderwys en bepaaldelijk het
vei plicht stellen er van voor het plat
teland, vooral in het door hem vertegen
woordigde district.
Door dit verzuim, voegt het Hdbl.
hier aan toe, is het verplicht herha-
lingsonderwijs nu ook verijdeld voor de
vele gemeenten, waar het bezwaar van
den heer Tydens niet te duchten is.
De N. Arnh. Ct. deelt omtrent dien
heer Tydens het een en ander mede, dat
op de wijze, waarop deze afgevaardigde
zijn mandaat vervulde, een even zonder
ling licht werpt als op zijne houding
tegenover het leerpiichtsontwerp. Het
blad zegt dat toen deze afgevaardigde
zitting nam, de booze wereld beweerde
dat hij aan den leiband der socialisten
liep en toen voor het algemeen kiesrecht
ijverde. Later maakte hij zich van dien
band los, veranderde geheel van houding
zijn moties tot onmiddellijke uitbreiding'
van het kiesrecht bleven achterwege en de
radicaal van vroeger ontpopte zich tot
een protectionist en voorstander van
graanrechten. Gelukkig voor zijn voor
malige geestverwanten was deze ver
tegenwoordiger des volks meestal af
wezig. Bij de stemming overde verplichting
tot het geven van herhalingsonderwijs
was hij dit wel, en gaf zijne stem den
doorslag, waardoor nu, zegt het blad,
het herhalingsonderwijs van de baan
geschoven werd, wat de heer Savornin
Lohman door zijne welsprekendheid,
noch dr. Kuyper door zijn vernuftig
uitgedachte bezwaren of dr. Vermeulen
door zijn anathema gedaan konden krijgen
De Nederlandsche Opera.
Deze Nederlandsche inrichting heeft in
dit speelseizoen zich, dank zij de energie
van haar directeur, den heer Van der Lin
en ook niet zonder eanig hartkloppen.
„Maar wat zjjt gij nu begonneD, mijn
beste meneer Holder?' riep de onge-
wenschte bezoeker hem te gemoet. „Ik
hield mij overtuigd, dat gij uw onrecht
reeds zoudt hebben ingezien, en blij zyn,
door mijne tusschenkomst de zaak weer
op den ouden voet te kunnen herstellen.
In plaats daarvan schryft gy mij op bijna
beleedigende wijzewel wel
dat is niet aardig."
Mijn onrecht, mijnheer?" antwoordde
Holder. „Ik meen, dat ik geheel in mijn
recht ben."
„Dat gelooft u in het geheel niet.
Hoe kunt gij dat denken En al meent
gij het ook zoo leven wij toch in een
beschaafden staat, waar men maar zoo
niet zijn vermeent recht neemt."
„Als men het mij echter niet goed
willig
„Dat beteekent niets, hoegenaamd
niets! Geef u maar geen moeite om u
te verdedigen. Gij hebt onverantwoorde-
lyk gehandeld. Het kind met geweld
aan de moeder te ontvoeren Weet gij
wel, hoe men dat noemt? Roof
kinderroof
„Gij vergeet, dat ik de vader ben 1"
Wordt vervolgd.)