Woensdag 21 Maart. bericht. 1900. het rii\d. No. 68. &8e J aargram?* DE UITGEVER. FEUILLETON. (TINT. Prijs Afzonderlijke handelaren, F. VAN DE per drie maanden 1.30. Franco per post 1.-5G. nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek- Postdirecteuren of rechtstreeks bjj den Uitgever VELDE Jr., Kleine Markt, X. 187. ADVEKTENTIËNvan 1-4 regels 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. - Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prils slechts tweemaal berekend Groote letters en cliché's worden naar plaatsruimte berekend. Verschijnt dagelQks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. II Telephoonnummer IO. Abonnements-Advertentiën op zeer voordcellge voorwaarden. Zij die zich met bet volgend kwartaal imvfmgen^e 1 April a. s., op de „Vlis- siigsche Courant" abonneeren, ontvangen de van beden af tot genoemden datum verschijnende nummers gratis. „De Vlissingscbe Courant" boudt bare lezers d a g e 1 ij k s op de boogte van de voornaamste gebeurtenissen in bet Binten- en Buitenlandbevat schier eiken dag telegrafische berichten over den OORLOG IN ZUID-AFRIKA en kost per drie maanden slechts f 1,30 fr. p. p. 1.50. Abonné's op bet z. g. Eiland, bij de Sluizen en die omgeving ontvangen de Courant nog denzelfden avond van uitgaaf en betalen, evenals zij die in de stad wonen, slechts f 1,30 per kwartaal. Men kan zich ook abon neeren tegen betaling van 10 cent per week. Doodelijke ernst. De Standaard bespreekt onder dit opschrift in een artikel het bekende door Kruger en Steyn aan Lord Salisbury telegram, diens antwoord en het verzoek door beide presi denten tot de mogendheden om bemid deling gericht. Verder schrijft het ad: „Europa ondergaat smaad na smaad. Ds Europeesche politiek, aan alle ideale gespeend, en op niets anders belust dan op materieelen buit, en des wege verteerd door onderlingen naijver, t eerst de 300,000 Armeniërs straf feloos door de Porte laten uitmoorden, en zal het nu even lijdelijk moeten aanzien, dat soortgelijke uitmoording in Zuid-Afrika begint. Gladstone stierf, en zijn epigonen zijn aan z(jn heroïsme ontzonken. Braaken- sielt trof het ook nu weer juist en De Brit, die eerst de Turken in Armenië begaan liet, doet thans zelf bet bloedige spel der Turken na op het Hoogland van Zuid-Afrika. De Parjjsche tentoonstelling mag niet gestoord, al zal ook het recht in plassen Denschenbloed vertreden worden en de 'ige angstkreet die in de geldkringen 5 weerklank vindt is de vraag, of, als Johannesburg met den grond wordt gelijk gemaakt, de mijn-actiën niet te zeer telen zullen. He consciëntie der volken spreekt '"Me. De pers van bijna heel het Continent roept om wrake. Maar de Naar het Hoogduitsch VAM E. WICHERT. ..Neen, dat willen zij ook niet," ver eerde de meid. jk heb het haar ®taagd, maar de oude mevrouw zeide, was nu geen tijd, en onze mevrouw vergeef my, meneer Holder, ik haar nog zoo uit oude gewoonte." nu En wat zeide zij dan lJ wilde het kind nooit van zich tl" Snan," zeide zij. En driemaal etj»>alde zij dat .nooit." De zusters waren stom van ontzet- diplomatie is machteloos, de hoofden der volken zjjn moedeloos, de geldmannen gewetenloos. En de natiën moeten het aanzien, al krimpt het hart er haar bij ineen. In Engeland is het vervalachte patrio tisme zoo hoog gestegen, dat wie nog tegen het onrecht roepen durft, voor zjjn leven gevaar loopt. Maar Kruger en Steyn hebben eerlijk gehandeld. Ze hebben eerst Engeland en toen de Mogendheden gewaarschuwd. Wachten tot Parijs zijn expositie genoten had, konden ze niet. Moeten ze doorgaan, dan zullen ze doorgaan, maar dan zal hun opworstelen tegen de ceutner-macht die hen volkomen verpletteren wil, ook ontzettend wezen. Kruger heeft voor vijf maanden reeds gewaarschuwdDe wereld zal ovel den prijs de? bloeds verbaasd staan, en liet historieblad zal er van getuigen. Welnu, aan dat vreeaelijko zijn we dan nu toegekomen. Dusver was het ernst, nu wordt het doodelijke ernsten zij, die ook ten onzent van„onnoozele naïviteit" spraken, toonden eenvoudig, dat ze een leeuwen hart als dat van Kruger niet verstaan. Vinde die doodelijke ernst, die thans aanvangt, in ons Hollandsch hart den passenden weerklank. Geen opgewondenheid, maar de stil heid der ontzettting, de stilheid ook der zelfbeschaming, dat wij, vijf miljoen Nederlanders, die doodaworsteling van onze stamgenooten uit de verte moeten aanzien, en geen hand mogen uitsteken. Een der aanzienlijkste leden van de Haagsche Vredesconferentie, de heer d'Estournelles, schreef de vorige week in de Indépendance, dat Europa daarom niets doen kan, omdat het op de Vredes conferentie zich de handen had gebonden. Door Transvaal en den Oranje-Vrijstaat uit te sluiten, zoo schreef hij, heeft de Conferentie feitelijk de Suzereiniteit van Engeland erkend. Men weet, hoe tegen die houding onzerzijds geprotesteerd is. Men weet ook, hoe onze Regeering zich hierin de medeplichtige van Europa heeft gemaakt. Doch daarover geen klacht meer. De kleinzieligheid dezer politiek verdient niet meer gehoord te worden, waar zóó doodelijke ernst in het te vergieten bloed gaat spreken. Wat ons blijft, bij de stille ontzetting die ons aangrijpt, is alleen de offergave onzer liefde en het nooit aflatend gebed. Emigratie naar de Zuid-Afrikaansche Republieken. Er heeft zich een comité gevormd, ting. Cornelia sloeg de oogen ten hemel, Eleonore vouwde de handen en keek medelijdend naar haar broeder, die zooveel onrecht moest verduren. Frans Holder zelf gevoelde, dat hij iets moest zeggen, om aan den pijnlijken toestand een einde te maken. „Het is goed, Doortje," zeide hij, „ik weet nu, waar ik aan toe ben. Ik verzoek je," zoo wendde hij zich tot zijne zusters, „om geen opmerkingen te maken over de vreemde handelwijze van de dames. Zij hebben klaarblijkelijk niet aan de gevolgen gedacht. Ik ben de vader en laat mij mijn recht niet ontnemen. In dit opzicht weet ik van geen toegeven. Zij zullen zien wees maar kalm Ik zal aan de dames een brief schrij ven, die haar de zaak duidelijk zal maken. Gun mij een half uur." Hij schreef vlug een opgewonden brief en zond daarmee Doortje nogmaals heen. Zij moest op antwoord wachten. Nu zou men haar Christiaan stellig meegeven. waarin o.a. ook mannen zittin m ben die kennis bezitten van deze republieken, om hen die naar Zuid-Afrika willen ver huizen van raad en daad te dienen geschikte personen te heipen in hun voornemen en zoo noodig van de mid delen ter volvoering van die plannen te voorzien en hen, van wie het beter is dat ze hier blijven, onpartijdig te dienen van advies, opdat die daar niet in hun ongeluk loopen, na hier hun laatste bescheiden middelen er voor ge offerd te hebben. Uit deze laat3te woorden blijkt dat bet vooi emigranten naar Zuid-Afrika wel niet onverschillig is tot welk adres zij zich richten. Er z\jn toch in den laatsten tijd wel eens pogingen beproefd om in dezer, geest werkzaam te zijn,die slechts tot teleurstelling en schade van hen, die meenden in Afrika een bestaan te vinden, zouden uitgeloopen zijn. Bovengenoemd comité heeft dit voor, dat het belangeloos van advies dient. Wordt het nu genoegzaam door bijdragen ge- steund, dan kan het voor Zuid-Afrika en Nederland tevens nuttig werkzaam zijn. Tot het inwinnen van advies kunnen belanghebbenden zich richten tot den secretaris dr. Van Dam, Bezuidenhout 131, den Haag, die ook bijdragen ont vangt. Een ander adres is aan den pen ningmeester F. Beelaerts van Blokland, Koninginnegracht 62, den Haag. Een gedenkdag. In eene vergadering van den Socialis- tenbond en de Soc. Dem. arbeiderspartij te Amsterdam is de Parijsche commune herdacht. De opkomst pleitte echter niet voor algemeene belangstelling, want zij was slechts matig. Een tweetal sprekers voerden het woord, de heeren Bergmeyer en Fortuyn. Eerstgenoemde vatte in het kort de ge schiedenis der Parijsche commune samen en kwam tot de conclusie, dat alle den kende arbeiders moeten medewerken om te krijgen eene economische revolutie, waartoe eerst moet verkregen worden besliste eenheid, waarna de overwinning van het proletariaat niet kan achter blijven. De heer Fortuyn sprak ook voor een heid onder de arbeiders, want de oorlog in Transvaal, ook alweer eene uiting van het kapitalistisch doordrijven, gaf een bewijs dat de kapitalisten voor niets letterlijk terugdeinzen waar het geldt hunne brandkasten te vullen. Uitwisseling van krijgsgevangenen. Waarom Engeland weigerachtig blijft om zijn krijgsgevangenen uit te wis selen, wordt door de Standaard heel Maar zij kwam wederom zonder het kind terugde dames hadden gezegd, dat het er bij bleef, en ztj verzochten geen verdere brieven. Meneer Holder kon zich, als hij wat te zeggen had, aan den advocaat Meck wenden. „Ongehoordriepen de zusters uit éenen mond. „Ben je niet overtuigd," vroeg Cor nelia, dat deze vrouw geen hart heeft „Gewen je maai' aan de gedachte, mijn arme jongen," voegde Eleonore er bij, „dat je ook geen kind meer hebt." „Nooit, nooit, nooit!" riep hij uit. De oude Doortje telde weder tot drie, maar natuurlijk in stilte. „Ik ben toch wel nieuwsgierig," dacht zij, „wie het 't langst zal uithouden. Verdeelen kunnen zjj het kind toch niet." IV. Holder liet den dag voorbijgaan. Den volgenden ochtend echter ging hij naar het huis van mevrouw Wingebeit. Lina deed hem open. „O, meneer didMfck verklaard. Het ziet in, zegt het j i^HJprat één Boer meer waarde verte genwoordigt dan drie Engelsche sol daten, en dat het dus met drieduizend Boerenhelden vrij t0 laten, eene militaire macht overgeeft die met negenduizend Engelsche soldaten gelijk zou staan. Kreeg het er nu maar drieduizend van zijn eigen leger vrij, dan bleef er een verschil in waarde van zesduizend. En omdat men dien kwaden ruii Diet aan wil, laat het zijn eigen officieren en soldaten krijgsgevangen te Pretoria. „Hard, bitter hard voor Cronjé en zijn helden, zegt het blad, maar toch, ook bij hun verbanning naar St. Helena nemen ze de feitelijke erkentenis van het machtige Brittanje mede, dat zelfs een Engelsche garde-soldaat tegen een „Boerenschutter" niet opweegt. Eerste Kamer. De leden van de Eerste Kamer zijn ter vergadering bijeengeroepen tegen Maandag 2 April, des avonds te half negen uur. Eindexamen gymnasia. Zij, die wenscben deel te nemen aan de eindexamens der gymnasia of aan het daarmede gelijkgesteld examen vol gens art. 12 der' wet op het Hooger Onderwijs, moeten daarvan vóór 6 April a.s. opgaaf doen aan den Inspecteur der Gymnasia te 's Gravenhage, met vermel ding van hunne woonplaats en van de faculteit, waarvoor zij het getuigschrift verlangen. Ook moet worden medegedeeld of zij leerlingen zijn van de zesde klasse van een gymnasium en of zij aar. het eind examen van een der gymnasia dan wel aan het examen voor eene Staatscom missie wenschen deel te nemen. Zondagsrust Bij de Post. Bij verschillende postkantoren wordt thans opgaaf gedaan van het aantal brieven en drukwerken, welke op Zondag worden verzonden. Een en ander heeft ten doel, zoo mogelijk den Zondagsdienst belangrijk te beperken. De „Friesland" die kort na het uit breken van den oorlog ia Zuid-Afrika in de Delagobaai is gestationneerd en zich daar nog bevindt, zal naar de Kaap gaan om te dokken. Vlissingen SO Maart. KAMER VAM KOOPHANDEL. Zitting van 19 Maart. Voorzitter de heer J. Verkuyl Quak- kelaar. Holder, u Hij kwam om zijn zoon te zien, zeide hij, daar men dezen Diet tot hem wilde laten gaan. Het meisje was zeer verlegen. „Ik weet niet, meneer Holder, of ik u wel mag aandienen." Hij stopte haar een geldstuk in de hand en zeide „Laat mij maar liever dadelijk binnen, afwijzen laat ik mij toch niet.» Hij klopte aan de kamerdeur en trad op het hetzelfde oogenblik binnen. Julia zat bij het raam, met den rug naar de deur, en was met eenig naaiwerk bezig. Christiaan speelde naast haar op den grond met zijne bouwdoos. „Papa liep hij en sprong op. Julia keek om, liet haar werk vallen, nam den jongen, die zijn vader tegemoet wilde loopen, op den arm en verliet met hem, zonder een woord te spreken, ijliDgs de kamer. De jongen verzette zich en begon te schreien. Door de gesloten deur hoorde Holder hem ai harder en harder roepen ,Ik wil naai- mijn papa ik wil toch Tegenwoordig 7 leden. Afwezig de heer Kloppers. Eén vacature. Nadat de notulen der vorige vergade ring waren gelezen en goedgekeurd, werd mededeeling gedaan van het overlijden van bet lid dezer vergadering, den heer C.M. Dommisse. De kennisgeving van dit overlijden is met een brief van rouwbeklag aan do familie beantwoord. De Voorzitter zeide dat de Kamer het zeker met hem zal betreuren dat een nuttig lid in den heer Dommisse is heen gegaan. „Wij verliezen in hem, zeide de voorzitter, iemand die al zijn krachte,n veil had voor de belangen van handel en nijverheid in 't algemeen en voor deze Kamer in het bijzonder. Zijne nagedach tenis zal, ik twijfel er niet aan, in dank bare herinnering blijven voortleven." De leden gaven blijk van instemming met het gesprokene. Overgelegd werd een verslag betreffende den staat van handel en nijverheid in het Britscho Koninkrijk gedurende de maanden December 1899 en Januari 1900 en een suppletoirts lijst van den staat der Nederl. Koopvaardijvloot. Van de Kamer te Rotterdam was ingekomen een verzoek om instemming te betuigen met een door haar verzonden adres aati den min. van Waterstaat, betreffende spoorwegexpioitatie. De meer dan ergerlijke toestanden op dit gebied, waarvan in den laatsten tijd het reizend publiek het slachtoffer is, nopen de Rotterdamsche Kamer haar stem te verheffen, teneinde aan te dringen op het nemen van maatregelen om aan dien toestand een einde te maken of hem voor het vervolg te voorkomen. Na eenige discussie, waarbij de heer Wilkens op adhaesiebetuiging aandrong, wordt alzoo besloten. De motie van den heer mr. E. E. van Raalte, lid der Tweede Kamer, om die Kamer te doen uitspreken „dat eene betere en meer stelselmatige inrichting van ons consulaatwezen noodzakelijk is" heeft de Kamer te Utrecht aanleiding om opnieuw hare meening over dit voor den handel en nijverheid zoo belangrijk ODderwerp te doen blijken. Zij verzocht dan ook onder aanbieding van een door haar aan de Tweede Kamer gericht adros om, bij instemming ook bij deze Kamer, op de aanneming dier motie te willen aandringen. Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten de motie van den heer van Raalte te ondersteunen. Nog was van de Kamer te Utrecht ingekomen een afschrift van een rapport over het wetsontwerp tot regeling van arbeids- en rusttijden, door eene com missie uit haar midden aan die Kamer uitgebracht. Dit rapport zal nader aan de orde worden gesteld, doch de Kamer heeft gemeend dat reeds thans de toe zending nuttig konde zijn, uit hoofde van de overwegende bezwaren, welke naar het oordeel der commissie, de voorgenomen regeling voor de industrie met zich brengen zal. In bedoeld rap port komt de commissie tot de volgende conelusiënlo. dat het ontwerp is in strijd met de individueele vrijheid en naar mijn papa Deze ontvangst beloofde niets goeds. De heer Holder wachtte met een klop pend harte een tjjdlang staande af, wat men zou besluiten. Daar niemand kwam, nam hij eindelijk op een stoel plaats en kruiste de armen over de borst. „Ik wil toch zien, hoe ver zij zullen gaan,» zeide hij in zichzelf. Na een goed kwartier kwam eindelijk de oude mevrouw. Zij zag er zeer rood en opgewonden uit. „Mijnheer,» zeide zij dadelijk, „ik vind uwe handelwijze zeer vreemd. Gij driDgt hier de kamer binnen Hij ging opstaan en boog beleefd. „Het was geenszins mijn doel," ant woordde hy, „om iemand lastig te val len. Ik kom alleen mjjn zoon bezoeken." „Maar ik neem de vrijheid, u er op merkzaam op te maken, dat gjj hier in mijne woning zijt-* „Dat hindert mij zelf. Maar Christiaan is nu eenmaal hier." „Bij zijne moeder."

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1900 | | pagina 1