Vrijdag
9 Maart.
DE GEMSKONING.
üiieÉDtte Mteii.
1000
No. 58.
88e Jaargang.
■WSÖ^
'v ff
m
Gemeentebestuur.
zoitiiLiTii;.
FEilLLITQlU.
VLISSINGSCHE COÏRAIT.
Prijs per drio maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich bij alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever
F. VAN DE VELDE Ji., Kleine Markt, I. 187.
ADVEKTENTIËN van 1—4 regels 0.40. Voor olken regel
meer 10 cent. - Btj directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde
advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend, Groote letters
en cliché's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschijnt dagelijks, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Telephoonnuramer IO.
Abonnements-Advertantiën op zeer voordeellge voorwaarden.
Oproeping verlofgongers tot den wer-
kelijken dienst.
De Burgemeester van Vlissingen
gezien de circulaire van den Commis-
jjria der Koningin in dit gewest van
den 15 Februari 1900, A no. 688, Re
afl, N. M. (Prov. blad no. 27)
gelet op artikel 153bis der Militiewet,
roept bij deze op tot den werkelijken
dienst
de in deze gemeente wonende verlof
gangers der lichting 1898 en behoorende
tot de Zeemilitie
de Ridder, Jacob de Bidder, Jan Pie-
ter; Meeiman, Adriaan, lotelingen dei-
gemeente Vlissingen. Datum en plaats
van opkomst 3 april 1900, a/b Hr. Ms.
„Reinier Claeszen" te Hellevoetsluis,
Kamermans, Johannes, loteling der
gemeente Vlissingen. Datum en plaats
van opkomst 4 April 1900 a/b Hr. Ms.
„Evertsen» te Willemsoord.
de Waard, Johannes Martinus, loteling
der gemeente Middelburg en Sohier,
JacobTienpond, Fredericus, Johannes
Kloosterman, Leendert, lotelingen der ge
meente Vlissingen. Datum en plaats van
opkomst 5 April 1900 a/b Hr. Ms.
„Marnii" te Willemsoord.
Gelast:
den voormelden verlofgangers zich te
dien einde, elk op den voor hem be
paalden datum, voorzien van hunne bij
vertrek met groot verlof medegenomen
militaire kleedingstukken en voorzien
van hunne kooigoederen zoomede
van hunne zakboekjes voor zooveel
dit mogelijk is, te 12 uur des middags
aan te melden bii den commandant
van het schip waarop zij zullen worden
geoefend.
Zij moeten zich vooraf, en wel op
Zaterdag den 31 Maart a.s, des voor-
dags tusschen 9 en 12 uur, bij den
Burgemeester hunner woonplaats (ten
raadhuize) aanmelden, voorzien van bun
zakboekje teneinde die voor vertrek te
doen afteeken en
en geeft kennis
dat, voor het geval zij door ziekte of
andere reden buiten staat mochten zijn
om op te komen, zij daarvan kunnen
doen blijken, door op den dag voor de
opkomst bepaald, een op ongezegeld
papier geschreven geneeskundig attest
van den behandelenden geneesheer of
eenig ander bewijs of verklaring ter
Gemeente-secretarie over te leggen,
zullende de zieken, die niet op den be
paalden tjjd onder de wapenen komen
tedezer zake niet voor diligent worden ge-
teiden,maar verplicht zijnzich onverwijld
ua hun herstel bij den commandant van
det wachtschip ter plaatse te vervoegen,
wordende zij voor zooveel noodig er op
'ezen, dat, zoo zij in gebreke blijven
aan deze oproeping te voldoen, zij vol-
s Art. 145 der Militiewet, als deser
ter zullen worden behandeld.
Vlissingen, den 8 Maait 1900.
De Burgemeester voornoemd,
VAN DOORN VAN KOUDEKERKE.
"8 geschiedenis uit het Hooggebergte,
Van
t'RIEDBICH DOICH.
2).
Als het zóo gesteld is," krtjschte de
ir> ,,dan zal ik er wel voor zorgen,
111 gij ongetrouwd blijft 1 Gij wilt van
niets weten, goed, maar dan zal
u ook niet hebben, zelfs niet als
"'ader zich nog liet overhalen en ja
Dat genoegen zal ik u in elk
wal vergallenDenk aan mijne
worden
en enkele sprong en Waldhauser
Tweede Kamer.
Gisteren zijn in de Tweede Kamer bij
de leerplichtdebatten verscheidene spre
kers aan 't woord geweest, de heer de
Visser om op te komen tegen de ver
keerde voorstelling dat de Christ. Hist.
Kiezersbond ooit leeiplicht op zijn
programma zou gehad hebben en de
15000 leden van den R.K. Volksbond
en de 13000 van Patrimonium die zich
uitspraken tegen leer plicht, dit zouden
gedaan hebben onder pressie van geeste
lijke heeren.
Overigens bleef dit lid zijne bezwaren
tegen het wetsontwerp handhaven.
De heeren Pijnappel en Staalman
betuigden ook tegenstanders te zijn van
het ontwerp. Laatstgenoemde zegt wel
voor volksontwikkeling te zijn,maar niet
op de door den minister voorgestelde
wijze, die een groote last is voor de
arbeiders.
Ook de heer Schaepman wierp den
heer Ivuyper tegen dat deze ten opzichte
van leerplicht van standpunt veranderd
is. De heer Kuyper verdedigde zich met
er op te wijzen dat hij bij de discussiën
over van Houten's Kinderwet en nu ook
wering van schoolverzuim verdedigt,maar
wering, niet door staatsdwang, maar
door indirecte middelen. Erkennende
de tegemoetkomende houding van den
minister, zullen hij en de zijnen om
beginselredenen tegen leerplicht stem
men. Tevens deelde hij mede dat hij
niet namens 46 zijner geestverwanten
sprak, maar slechts namens 15 zijner
partij; overigens had hij van het getal
46 sprekende, slechts de rekening opge
maakt.
De heer Schaepman heeft verklaard dat
hij een amendement zal indienen, waarbij
hy zal uiteenzetten dat de subsidiën op
zoodanige wijze moeten geregeld worden,
dat het vrije onderwijs meer en meer
voor het volk bereikbaar wordt.
Het is ook nu weder gebleken dat de
socialisten ook na de rede van den
minister niet voldaan zijn. Aan hun
bezwaren is geen aandacht geschonken
en daarom is hun stemming over het
ontwerp er niet beter op geworden. De
heer Troelstra vertolkte dit gevoelen
zijner medestanders. Hij voegde er bij
dat als de socialisten, zij het tegen hun
zin dan, zullen tegenstemmen wegens
het niet opheffen der door hen gewraakte
misstanden, dit z. i. te wijten is aan
het gemis van algemeen kiesrecht.
Be heer Lohman bleef zijne oppositie
tegen leerplicht handhaven, niet uit
was in den nevel verdwenen. Vol angst
zag Cenz hem nahet was haar bang
om het hart geworden bij de bedreiging
van den jager, maar zij had niet lang
tyd om hierover na te denken, want
reeds hoorde zij opnieuw voetstappen
langzaam naderkomen en dook Urbi
met gebogen hoofd uit den nevel op.
Op mistroostigen toon begroette hy het
meisje, dat hem zonder spreken ontving
rn in de hut leidde.
„Nu, hoe staat het er mee riep de
oude Hanna, die juist bezig was eene
pan met pruimen over het vuur te
hangen. „Urbi is zeker door den boer
afgewezen, want gij zet beiden een
gezicht alsof men u de kaas van het
brood had gegetenMaar vertel eens
boe het u gegaan is wat heeft de
boer al zoo gezegd
Urbi liet zich op de bank bij den
haard nedervallen en staarde mistroostig
in de vlammen. „Natuurlijk heeft hij
mij afgewezen," zeide hij op droefgees-
tigen toon. „Hij zeide, dat hij aan zoo'n
beginsellooze oppositie, maar om princi-
pieele bezwaren.
Ook de heer Ketelaar toonde zich
teleurgesteld door 's ministers rede. Des
niettemin blijft hij leerplicht verdedigen
in het belang van volksontwikkeling.
Van de waarde van vele adressen spre
kende,die tegen leerplicht ingekomen zijn,
haalde hij als voorbeeld aan adressen
uit Steenbergen waarbij hem gebleken
is dat 20 personen geteekend hadde i
zoowel op adressen vóór als tegen
leerplicht
Nog deden zich kennen als tegen
standers van leerplicht de heeren Harte,
en Brummelkamp.
Het socialistisch lid, de heer Schaper,
scheen toch Diet geheel het standpunt
van den heer Troelstra ten opzichte van
het ontwerp toegedaan te zijn. Hij zou
dan slechts tegen de wet stemmen als
zij (door amendementen) nog meer werd
verslechterd.Den heer Staalman die hem
gewaarschuwd had dat het behoud van
zijn (Schaper'a) Kamerzetel afhing van
zijn over leerplicht uitte brengen stem,
voegde hij toe dat zulk een waarschuwing
eene beleediging voor hem is, dat dit
misschien in den Helder gewoonte is,
maar niet in Groningen. By stemming
gaat spr. slechts te rade met plicht en
geweten.
Interventie,
Nu de EDgelsche wapenen in Zuid-
Afrika eenigen voorspoed gehad hebben,
duiken de geruchten omtrent eene inter
ventie der mogendheden1 weer weiig op,
en menigeen zou wel willen dat die
geruchten waarheid behelsden en werke
lijk het einde van den gruwelijken oorlog
tusschen twee christenvolken nabij was.
De Standaard bespreekt in een artikel
„Ook nu niet" deze geruchten en be
antwoordt daarin de vraagwaartoe
dan op dit oogenblik een interventie
der mogendheden zou leiden op de vol
gende wijze
„O, GewisselLjk, er isééne interventie
die ook wij van harte zouden toejuichen.
Indien de gezamenlijke groote mogend
heden van het vasteland in den naam
van recht en gerechtigheid het zwaard
aangordden, om aan Engeland een „tot
hiertoe en niet verder" toe te roepen,
en de algeheele vrijmaking der Boeren,
als loon voor hun heldenmoed, door te
zetten, dan zou dat daarom schoon
wezen, omdat het een triomf van het
ideaal zou zijn.
Maar zóó is het niet bedoeld.
Bedoeld is interventie om een einde
aan den oorlog te maken, en voor de
Zuid-Afrikaansche republieken dragelijke
voorwaarden te bedingen. En die voor
waarden, wat zouden ze anders kunnen
armen duivel, als ik ben, zijne dochter
in der eeuwigheid niet zou geven, en
zoo hij het ook al wilde, zou hij het
toch niet kunnen doen, wijl hij Wald
hauser van Schonach zijne dochter be
loofd had. En zijne belofte kon hy niet
schenden."
„En ik neem Waldhauser in der
eeuwigheid niet," zei het meisje, „daar
kunt gij op aan, Urbi Ik laat mij niet
dwingen tot een huwelijk, dat mij niet
aanstaat. Er moge van komen wat wil
„Ik geloof gaarne, Cenz, dat gij mij
trouw zult blijven," zuchtte de jonge
man, „maar het zal tot niets leiden,
want als het met Waldhauser niet tot
een huwelijk komt, zal uw vader toch
naar een anderen ryken schoonzoon
omzien. Weet gij, wat hy my gezegd
heeft Ik moest trachten ergens een
verborgen schat te vinden, of ik moest
heden nacht de Donderrots beklimmen j
en mijn geluk eens bij den Gemskoning 1
beproevenEn als ik dan een paar
kisten vol geld bad bemachtigd, moest 1
zijn op dit oogenblik, dan dat èn de
Oranje-Vrijstaat én Transvaal van zwak
ker rechtsconditie werden dan vóór den
oorlog.
Het resultaat zou dan zijn, dat bij slot
van rekening Engelands positie aan de
Kaap weer iets gesterkt, en de positie
der Boeren weer iets verzwakt werd.
Dit zou ten gevolge hebben, dat de oude
strijd voortduurdedat Engeland zijn
militaire positie verbeterde en dat over
kort of lang de oorlog toch weer uitbrak,
en dan voof Transvaal onder min gun
stige conditiën.
Na al het vergoten bloed moeten de
Republieken thans finaal overwinnen, of
finaal overwonnen worden. Alleen daarin
ligt voor de toekomst hun behoud.
Blijven ze finaal overwinnen, dan zijn
ze nu reeds waar ze wezen wilden. Gaan
ze, wat God verhoede, finaal onder, dan
zal ook hier wie zijn leven wist te
verliezen, juist daardoor zijn leven in
het eind behouden.
Alleen de halve uitkomst zou hun
ideaal breken, en de toekomst aan Enge
land laten.
Niet zoo de veer tijdelijk geheel wordt
neergedrukt, maar zoo ze omwoeld wordt,
verliest ze de virtuositeit van haar span
kracht.
Doch zelfs zóóver is het op verre na
nog niet.
Laat het eens tot een beleg van
Pretoria komen, en wacht dan eens af,
wat aan het Engelsche leger boven het
hoofd hangt.
Het boleg van een vesting van 23
K.M. omtrek, op zulk een afstand van
de basis van operatie, en met den
guerrilla-oorlog langs de verbindingslijn
en om zich heen, is een militair waag
stuk van de uiterste bedenkelijkheid.
En daarom van tweeën één
Er zij een interventie, die gewapend
voor de algeheele vrijmaking der Boeren
opkomt, of ze blijve uit.
In niets ligt voor de Boeren doodelijker
gevaar, dan in halve maatregelen.
Wordt het op een voor hen onaan
nemelijk accoord geworpen, dan is het
voor goed met hen uitdan is hun
zedelijke kracht gebroken en zullen ze
binnen ettelijke jaren voor Engeland een
gemakkelijke prooi worden.
Daarentegen, al mocht het zijn, dat
ze tijdelijk geheel ten onder werden
gebracht, dan zullen ze hun ideaal be
houden hoogere veerkracht zal hen tot
nieuwen strijd sterken en dan komt er
vroeg of laat wel een algemeene ver
wikkeling, waarvan zij partij kunnen
trekken, om dan, met de hulp van
Engelands vijandeD, den grooten slag te
slaan.
ik maar eens weer aankloppen."
„Wat Heeft hij u zulk een raad
gegeven riep de oude uit. „Durft hij
zich zóo te bezondigen, door u op zulke
gedachten te brengen Dat zou wat
moois zijn, als gy uw geluk bij den
Gemskoning gingt beproeven I Gij zoudt
dan met lichaam en ziel verloren zjjn
Maar is het dan werkelijk zoo ge
vaarlijk om die rots eens te beklim
men?" vroeg Urbi en schoof dichterbij
den haard. „Ik heb zoo dikwyls van
dien Gemskoning hooren spreken, maar
weet er het rechte eigenlijk nog niet
van -
„Och kom," zeide Cenz, «dat is toch
immers maar een sprookje, daar is geen
woord van waar -."
„Zóo moet gij niet praten," viel de
oude haar in de rede. „De geschiedenis
is wel degelijk waar, zij moet werkeljjk
gebeurd zijn, mijne moeder heeft mij
haar dikwijls verteld, toen ik nog een
kind was. Zal ik haar u ook eens ver
tellen Zij is maai' kort, en de pruimen
Bestrijding van schoolverzuim.
Hoog wordt, zegt het Handelsblad
opgegeven van zedelijke middelen, vooral
tegen ongeregeld schoolbezoek. Zulke
middelen zijn jaren lang op allerlei wijzen
beproefd, maar in vele gemeenten zonder
goed gevolg. Duizenden kinderen blijven
de slachtoffers van de achteloosheid der
ouders en het belang dier kinderen
wordt bij de vergoelijking hiervan weder
schromelijk uit het oog verloren. In
andere gevallen ziet men niet op tegen
dwang en straf. Waar door smokkelarij
aan de schatkist een vaak gering gelde
lijk nadeel wordt toegebracht en toch
een zware straf wordt opgelegd, hoort
men geen klacht over inbreuk op de
vrijheid der burgersmaar het moet
wel vrij staan een hulpeloos kind tot
een vagebond te doen opgroeien en een
kostbaren tijd te doen verliezen, die vaak
nooit weder is in te halen
Verder zegt het blad
En dan de vrijheid, die ons Nederlan
ders zoo lief is, waarop wij te recht zoo
fier zijnEr is met trots op gewezen,
dat ons volk tot de weinigen behoort,
die nog niet aan den leerplicht zijn
onderworpen en niet als de Pruisen „ge-
massregelt" worden. Is het niet alsof
wy in Europa de eenige vrijheidlievenden
zijn, en alsof die vrijheid eischt dat zelfs
de kinderen worden opgeofferd aan de
vrijheid der ouders om hen naar harte,
lust te verwaarloozen. Zijn de
Engelschen, zijn de Zweden en Noren,
zijn de Denen en de Zwitsers min
der vrijheidlievend dan wij Nederlanders
En toch getroosten zich die volkeren
reeds lang den vreeselijken dwang, die
slechte of achtelooze ouders tot hun
plicht brengt.
Zou dit niet hierin zijn verklaring
vinden dat deze volken den moed of
liever het gezond verstand toonen
in zake onderwijs het kind als den
hoofdpersoon te beschouwen, voor wien
de wetgever heeft te zorgen, wiens toe
komst en belangen het heeft te ontzien,
en niet een vrjjheid der burgers, welke
verderfelijk kan zijn voor het opkomend
geslacht? En als men dan tevens be
denkt, dat juist in die landen het gods
dienstig leven onder de vrijheidlievende
bevolking zeer is ontwikkeld, dan heeft
men aanleiding tot een opmerkelijke ver
gelijking. Bij ons gaat de strijd tegen
leerplicht, die inderdaad een stryd is
tegen het recht van het kind, voorname
lijk van hen, die bij elke gelegenheid
van hun liefde voor godsdienst opgeven
en dat zeker ook veelal oprecht meenen.
Is het niet merkwaardig, dat de gods
dienst in de onderscheidene laDden zoo
geheel verschillenden invloed heeft
De EDgelschman, de Zweed, de Noor
zijn dan in dien tijd gaar."
„Ja, vertel eens op," zeide Urbi, „wij
zullen gaarne luisteren."
„Nu dan, er was eens, vele jaren
geleden, een arme jagersgezel,* zoo
begon de oude, „die zjjne zinnen gezet
had op een rijke boerendochter, die hem
ook lief had. De jager vroeg haar vader
om de hand zijner dochter, maar hjj
werd op dezelfde wjjze afgewezen, als
gij door boer Martens. Toen is de jager
van verdriet en ergernis zwaarmoedig
en menschenschuw geworden en ver
toonde zich niet meer onder de men-
schen. Dag en nacht dwaalde hij dooi
de bosschen en op de bergen en ver
wilderde letteriyk geheel. Zoo klom hjj
ook in 'den Johannesnacht eens een
gems na op de Donderrots en toen hjj
juist zijn geweer wilde aanleggen op
een prachtstuk vaD een bok, stond er
opeens een vreemde jager naast hem
die stoot hem het geweer omlaag en
zegt„Laat dien armzaligen bok het
leven, kameraad! Met mij moet gij eeni