falstraat H 220, iereuu JEM. m m m m m m m D D Woensdag aart. Gemeentebestuur. |CB1&¥6£V8K£K£££¥. FEUILLETON. No. 56. 1900. Ua m ScMu. te». lordjjueu. Fraajes. oppen. e soorten. ws en Kus- zeer solid^ U i t e r 11. U8R081ÜS •estkracht, akbeid en gewanden, 'ing tegen, kbeid ant- r Mannen :en immer op onge- aalt nooit, rygbaar te iddelburg. A*si W A® •6 28 7 39 •10 4 •10 ill 7*115 »11 18 'a le en 2e kh 24 125 310 3 50 44 4 32 616 68 726 85 8 31 8 38 S8e Jaargang. VLI»SiSI\ Prijs per drie maanden 1.30. Franco per post f 1.50. Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich by alle Boek handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever F. VAN DE VELDE Jr., Kleine Markt, I. 187. ADVERÏENÏIÊNvan 1 4 regels f 0.40. Voor eiken regel meer 10 cent. - By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzell'de advertentie wordt de prys slechts tweemaal berekend, Groote letters en cliché's worden naar plaatsruimte berekend. Verschijnt dagelQhs, uitgezonderd op Zon- en feestdagen. Telephoonnmnmer H). Abonnements-Advertr.ntiën op zeer voordeolige voorwaarden. Onveiligheid vaarwater. De Burgemeester van Vlissingen brengt ter kennis van zeevarenden, ilie daarbij belang kunnen hebben dat in de eerste helft dezer maand eenjge scherpe schoten zullen worden gedaan uit de zware kanonnen van het fort op de Harssens, reede van Teiel dat omtrent de regeling dier schiet oefeningen inlichtingen zijn te bekomen ter Gemeente-Secretarie, op eiken werk dag van 's morgens 9 tol des namiddags 4 uur. Vlissingen, den 6 Maart 1900. De Burgemeester voornoemd, VAN DOORN VAN KOUDEKERKS. Koloniale Defensie. De Standaard schrijft Van Duitsche zijde is in een gerucht makend artikel, dat zelfs te Londen de aandacht trok, botweg beweerd, dat Nederland buiten machte is, zijn koloniën te verdedigen. We onderschrijven dit oordeel aller minst, maar erkend dient, dat de Neder - landscbe regeering er een schijn van waarheid aan geeft. Immers van een ernstige poging om onze koloniën, voor het geval van nood, in staat van weer baarheid te brengen, blijkt niets, en de Staten-Generaal behandelden onze kolo niale defensie als bijzaak. Nog by het jongste koloniaal debat werd door Dr. Kuyper op dit uiterst gewichtig belang gewezen, maar de Minister maakte er zich met algemeene phrases van af, en de Kamer liet het ioopen. Onze koloniale defensie wordt als geen zaak van ernst opgevat. Van den éénen kant gevoelt men, dat er schatten mee gemoeid zyn, die men liever in kas houdt, en van den anderen kant staat men sceptisch tegenover de vraag, of verweer tegen een eenigszins beduiden den vijand mogelijk zou zyn. Voor ons staat deze houding, zoo er in volhard wordt, gelyk met de zeker heid, dat we binnen afzienbaren tijd onze koloniën verliezen. Dat men toch ophoude zich nog langer in te droomen in een voorstelling, die onverbiddeiyk afstuit op de realiteit. Eenerzijds paait men zich met het denkbeeld, dat, mits men welvaart onder de bevolking verspreide, die bevolkiDg het in geval van nood wel voor ons op Naar H. II KI M It l 14 O. fransje leeft gy nog? Het liep 'egen den avond van een warmen zomerdageen glans als van goud lag den Ryn en in scharen stroomden de menschen de poort uit. Nadenkend ''enterde ik voort. 'Tante," zei myn nichtje, „ik heb 'wgeten het lint te koopen, dat mama "'1de hebbenga nog eens met mij de 'tad in.» Ik ging met haar terug door de sche- zal nemen. En zoo durft men spreken, waar we te doen hebben met een Mohamedaansche bevolking, die uitslui tend door haar fatalisme stil blijft, maar die krachtens datzelfde fatalisme even plotseling zich tegen ons kan keeren.Of er in sommige streken zekere gehechtheid aan Nederland bestaat, durven we niet zeggen. Het valt niet in te zien, waarom men aan óns boven een Engelschen of Duitschen meester voorkeur zou geven. Doch in elk geval bestaat het gevaar, dat de bevolking in kas van oorlog, gelooven gaat dat Allah de kaffirs tegen komt, en aan zijn getrouwe geloovigen een kans biedt, om hun onafhankelijkheid te herwinnen. Te vertrouwen op de Mohamedaansche bevolking, omdat ze thans rustig is, is ongerijmd. De Islam zit niet stil, maar woelt, woelt ook in onze Indien, en poogt juist thans inten siever macht over het volk te gewinnen. Op de Christen-inlanders zal men rekenen kunnen, maar wat beduidt hun aantal, althans op Java? En is dit vertrouwen op de bevolking een rietstaf die ons de hand dreigt te doorboren, niet beter staat het met het vage denkbeeld, dat de onderlinge naijver der mogendheden ons duurzaam ons koloniaal bezit waarborgt. Vóór den Fransch-Duitschen oorlog kón men nog zoo spreken. Als koloniale machten traden toen alleen Engeland, Frankrijk en Rusland op. Rusland liet zijn gletscher op het vasteland van Azië voortschuiven. Frankrijk deed maar nominaal in koloniën. Engeland zon op China en Afrika, en had aan deze beide werk te over. Maar die toestand bestaat niet meer. Von Bismarck heelt Frankrijk het kolo niale veld ingejaagd. Duitschland kreeg behoefte aan koloniale markten. Japan begon meê te spreken, en nestelde zich reeds op Formosa. En, last not least, Amerika kreeg Expand m-hartstocht, en zit thans op de Philippynen vlak bij Borneo. En wat nog meer zegt, de koloniale beweging is algemeen een puur conmercieele actie geworden. Voor de over-productie binnenslands moet afvoer naar buiten gezocht. Het is niet om een strook lands, maar om land met hoopers te doen. Koloniën met koop kracht worden voor alle groote stalen het to he or not to be van het kapitalisme. Hoe kan men dan volhouden, dat de onderlinge naijver der mogendheden ons duurzaam het veilig bezit onzer koloniën verzekert, waar slag op slag bleek, hoe de koloniale mogendheden in allerlei schikking traden en allerlei overeenkomst sloten, om elkander over en weer de uitbreiding van hun koloniaal bezit te waarborgen merende straten en trad achter haar aan een modewinkel binnen. Voor de toonbank stond eene dame met een rouwhoed op, sierlijk, slank, in een donker kleed zij kwam my zoo be kend voor. „Belachelijk 1' zeg ik in myzelf, ,,'t komt, omdat ik zoo aan Fransje dacht.' Daarop schrik ik dat is hare stem, die eigenaardige, fluweelachtige stem, zooals zy alleen had. En nu wendt zij zich om - dat is het fijn besneden gelaat, dat zijn de bruine haren en inzonderheid hare oogen, maar toch weer anders ook de trekken zyn andors, verwrongen door weenen en diepe treurigheid. „Fransje,» zeg ik zacht, „kent gij mij nog Verwonderd ziet zij my aanzij herkent mij eerst, nadat ik mijn naam genoemd heb. Daarop breekt zij in een hartstochtelijk snikken uit, dat zy te vergeefs tracht meester te worden. ,Ua naar huis," 'zei ik tot mijn Vergeet bovendien niet, dat onze kolo niën op een gevaarlijk punt liggen. Vlak bij de Amerikaansehe en Engelsche bezittingen. Dicht bij Formosa en Japan. Met haar rug gekeerd naar het oosten van Azië, waar zich groote gebeurtenis sen voorbereiden. Vergeet ook niet, dat Duitschland dusver nog geen enkele kolonie met dichte bevolking verkreeg, en ze buiten onze koloniën niet licht zal vinden. Wat beteekeat als koop kracht Samoa of Kameiun? De Duitsche nederzetting in China is pas een begin. We zeggen daarom niet, dat, wie ook, in vollen vrede, een aanslag op onze koloniën zal doen. Maar breekt de oorlog in Europa uit, en mengt men er ons in, dan valt van zelf ook ons koloniaal terrein onder de krijgsoperatiën. Zelfs ware het verre van ondenkbaar, dat men ons in Europa opzettelijk in den krijg mengde, om naar krygsrecht iets tegen onze koloniën te ondernemen. Onze koloniën zouden het lokaas kunnen worden, om ook onze zelfstandigheid als natie op het vasteland van Europa te vernietigen. Stellig zouden we in Europa veiliger staan zonder, onze koloniën, daar nu juist die rijke koloniën ons tot zoo aanzienlijken buit maken. De roover laat den reiziger zonder bagage loopen, den reiziger met de groote koffers valt bij aan. Onder deze omstandigheden vinden we het onverantwoordelijk, dat voor de defensie onzer koloniën nog zoo goed als niets gedaan is. Dat niet heel ons bezit te verdedigen is, geven we voetstoets toe maar Java en Sumatra zyn van te groot gewicht, om deze groote eilanden voortdurend open te laten liggen voor den vijand. Van ons onbeduidend eskader is in geval van nood niets te verwachten. Het kan hoogstens dienst do6n, om bp de eerste demonstratie onze ambtenaren in de buitenbezittingen in veiligheid te brengen, en de communicatie tusschen Java en Sumatra te onderhouden. Is die taak volbracht, dan is een zich terug trekken binnen een schietlijn van een versteikte plaats, toch eenig middel om aan vernietiging te ontkomen. Alles komt er dus op aan, dat op Java en Sumatra zoodanige versterkte posities bevestigd en van het beste geschut voorzien worden, dat de kans bestaat, om een beleg uit zee geruimen tijd uit te houden. Doch dan moet ook alles bij tijds gereed, de versterking der plaatsen vol tooid, haar voorraad van amunitie en provisie aanwezig, en het ter verdediging vereischte garnizoen in de buurt zijn. Thans echter is van dat alles niets gereed. nichtje, „en zeg aan mama, dat ik een kennis heb aangetroffen en zy dus niet op mij moet wachten.' Daarop wendde ik my om. „Kom, Fransje, ik ga met u mee.' Zij volgde mij. „Wij wonen in den wagen,zeide zij, „ik weet niet of „Wel zeker," antwoordde ik schielijk. Dat ik u heden juist moest treffen heden mompelde zij. „Gij zijt in den rouw, Fransje, welk verlies trof u „Het grootste!" zei zy zacht. „Hy hy en perste haar zakdoek op den mond, om een smartkreet te onder drukken. In de wonderlijke ruimte, die de wagen aanbood, dit wankele, enge te huis, dat zij zich gekozen n»d in plaats van de eerwaardige pastorie, zat ik naast haar. Er was, God weet het, van alles daarin: een kanapé, tafel, stoelen, bloemen, een kanarievogel, een naaimachine, een ka chel, ik weet niet, wat at. Daar een Op Sumatra is niets gedaan dat mee rekent en wat Java aangaat, zyn zelfs de plannen voor Tandjong Priok en Soerabaja nog steeds in de maak. Stellig verloopen er nog jaren eer die plannen er zijn, en nogmaals andere jaren eer ze zijn uitgevoerd. En dat terwijl in kas van oorlog de weg door het Suez- kanaal ons versperd kan zijn, en do weg om de Kaap voor onze geïsoleerde krui sers onbegaanbaar is. En nu weten we wel, dat onze stem ook ditmaal die eens roependen in de woestijn zal wezen. Er is niet te veel geld in kas, en het geld, dat er is, heeft men voor sociale verbeteringen brood- noodig. De Minister van Koloniën is daardoor kopschuw. En al komt nu de nieuwe gouverneur-generaal met plannen, omdat hij militair is, men zal die plan nen eindeloos in advies houden. Maar de pers mag juist daarom niet zwijgen. Voor het wezenlijke gevaar, dat niet alleen onze koloniën, maar, ter oorzake van onze koloniën, ook het moederland bedreigt, moet hoe langer zoo meer aller oog geopend worden. Onze koloniale defensie moet in orde komen, desnoods van moederlandsgeld. Leerplicht. Dat leerplicht met of zonder herhalings- onderwijs geeDe onbekende zaak is in het buitenland, blijkt uit de volgende opgaaf. In Beieren bestaat de leerplicht voor, kinderen van tot 13 jaar, met voort gezet onderwijs tot het 16e jaar op Zondagscholen. In Engeland is het schoolbezoek ver plicht tot het 14e jaar, met bevoegdheid om bij voldoende bekwaamheid vrijstel ling te geven na het He jaar. Leeg- loopende kinderen worden daar van overheidswege op scholen geplaatst. In Frankrijk bestaat de leerplicht (6—13 jaar) sedert 1882. Hongarije heeft leerplicht van 't 6e tot het 12e jaar en daarna herhaling op avondscholen tot 't 15e. De leerplicht bestaat in Oostenrijk sinds 1802 in 1869 werd hij uitgebreid tot het 14e jaar, met herhalingscholen. In Pruisen is leerplicht van 't 6e tot het 14e jaar. In Saksen bestaat dezelfde verplich ting, met herhalingscholen tot 17 jaar. In Schotland zijn alle ouders verplicht, hun kinderen onderwijs te doen geven. Wurtemberg heeft den schoolplicht van 7 tot 14 jaar met 2 jaren verlen ging, indien de vorderingen onvoldoende biijken, en 2 jaren volmakingsonderwijs. Zaak Hogerhuis. De conclusie, waarbij advokaat gene raal mr. Patijn requireert, dat de Hooge Raad liet verzoek om revisie van de zaak Hogerhuis zal moeten afwijzen, is gegrond op de stukken van het door mr. Laman Trip ingestelde onderzoek en berust op de volgende overwegingen: ,,dat uit dat onderzoek is gebleken, dat het lantaarntje in den nacht van de inbraak, waarvoor verzoekers zijn veroordeeld, moet zijn geweest in het be zit van Wiebren Hogerhuis en dat daar entegen de opgaven van de twee eenige personen, die verklaren het vroeger in het bezit van Paulus van Dijk te hebben gezien, vergezeld zyn van bijzonderheden, waarvan de onjuistheid is gebleken „dat nog daargelaten de vraag, in hoever al de personen die omtrent de z.g. buitengerechtelijke bekentenissen verklaringen hebben afgelegd, geloof waardig zijn, ia ieder geval de omstan digheden waaronder de wijze waarop die uitlatingen zijn gedaan, niet van dien aard zyn dat zy doen twyfelen aan de waarheid en juistheid van de verklaringen der personen die zich in den nacht der inbraak in en by de woning van G. Ilaitsraa hebben bevonden „dat ookde bewering dat AliardDijkstra aan J. Middelkoop te Leeuwarden zou hebben verklaard, voordat de inbraak werd gepleegd te hebben geweten dat ze zou worden gepleegd, blijkens bet on derzoek „onaannemol(jk"i3 voorgekomen; „dat mitsdien de aanvraag tot her ziening van het ten iaste van verzoekers gewezen arrest niet voldoende gerecht vaardigd is." lauwerkrans en verwelkte bloemen, hier een bont zijden kleed, programma, hoe pels en te midden van dat alles de treu rende vrouw, haar eene hand begraven in het haar van een prachtigen poedel, en die vrouw schreiend en snikkend, zoo hartochtelijk bedroefd, dat Doortje het niet erger kon zijn bij het verliezen van haar domiDé. „Fransje, wanneer stiert hy „Van morgen, in de vroegte." „Was hij lang ziek, arme ziel?" „Hij viel by eene voorstelling in Keu len en de dokter zei dat het niets beteekende, en van ochtend in de vroegte, toen op eens „Arm kind „Hij is reeds op het kerkhof," fluis terde zy, weer in snikken uitbrekend „ik kon hem hier niet laten." „Hebt gy kinderen «Een zoonZy lichte zich op. „Maria, gy moet hem zien hij is zoo knap, zoo mooi ais zyn vader.» Zij wenkt uit het venster van den Eene waarschuwing, De Leeuw. Gt. is door een van de meest gezaghebbende juristen van ons land op de waarschynUjkheid gewezen van een groote zwendeiarij gepleegd door personen die zij nog niet noemen kan, en wel door te speculeeren op on3 mede leven en lijden met de Zuid-Afrikaansche Republieken. Het blad spoort nu tot voorzichtigheid aan. Men zende niet te gauw zyn gave aan den eersten den besten vrager,maar liever aan personen en vereenigingen, die het voile vertiouwen verdienen. Hel blad denkt spoedig meer aangaande bedoelden zwendel te kunnen meedeelen Leger en Marine. Onze zeemacht bestaat thans uit Gepantserde schepen en vaartuigen 8 pantserschepen, waarvan 2 in aan bouw 7 pantserdekschepen, waarvan 3 wagen en kort daarop trad een jong- mensch van achttien jaren binnen. Mooi is hy, zy heeft gelijk, heel mooi maar goed is hij ook, want zonder zich om mij te bekommeren, valt hy zyne moeder om den hals, en weenen beiden. „Wij hadden elkaar zoo lief, wij drieën," wendde hij zich als verontschuldigend tot mij. Daar ginds, in de groote tent, begint de muziek te spelen - de voorstelling vangt aan Hy gaat henen, zy zit stom, in ge dachten verzonken neder. „Weet gij nog," vroeg zy eindelyk, „hoe gy met my zyt gegaan, toen ik hem zien wilde „Ja, Fransje, en duizend maal heb ik my daarvan een verwijt gemaakt." „Waarom? Ik ben zoo gelukkig ge weest, o, zoo gelukkig. Meermalen was ik voornemens u te schrilven. Maar zoudt g(j een brief van mij hebben aangenomen „Ik Ja maar

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1900 | | pagina 1