lusen.
iüoo
ïtling
«ei.
Februari.
lid
kssss.
Woensdag
21 Februari.
AAN DE TRAPÉZE.
D
38e Jaargang.
Ik an omgaan
1 Adres bureau
VDIENST.
pO 6 30 6 50
1020 10 40
30 2 220
120 5 5 2o
6 40 7 20
10 10 10 30
110 1 20 1 40
150 4 10 4 30
8 80.
;"NST
B733~v7V
lm 4 50 5 55
eilmnrktTm
12 30 1 15
|55 6 55 7 45
i a rit Vlium
werkdagen
1 20 2 5
7 50 8 35
ildegtieiu.
10.37, 1.18,
L 6.9, 7.35,
18.24. 9.25 i
1.38, 4.32,
6,29. 8.10
5, 9.45,
ten hoog-
en.
|*»gen naar
123
39
'10 21
•ii
2e kl.
616
63
725
810
8 26
8 43
Prys per drie maanden 1.30. Franco per post 1.50.
Afzonderlijke nummers 5 cent. Men abonneert zich by alle Boek
handelaren, Postdirecteuren of rechtstreeks by den Uitgever
F. VAN DE VELDE Ji., Kleine Markt, I. 187.
ADVERTENTIÊN van 1 -4 regels 0.40. Voor eiken regel
meer 10 cent. - By directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfdo
advertentie wordt de prijs sluchts tweemaal berekend. Groote letters
en cliche's worden naar plaatsruimte berekend.
Verschijnt dagelQkn, uitgezonderd op Zon- en feestdagen.
Tele.plioonnu.mmer IO.
Aboniioments-Advcrtentiiin op zeer voordeellge voorwaarden.
Een eenzaam standpunt.
Onder de liberale bladen is het Nieuws
van den Dag het eenige blad dat tegen
het invoeren van leerplicht is, en moge
uu sommige bladen dier richting voor
waardelijk ingenomen zyn met deze
nieuwigheid op het gebied van het
onderwijs, het Nieuws wil er niets van
weten en is zelfs op dit punt zeer
conservatief. Het voert bezwaren aan,
die in het kamp van de tegenstanders
niet misplaatst zyn en ondubbelzinnig
bewijzen met welke tegeningenomenheid
dat blad het wetsontwerp van den heer
Borghesius begroet. Of het nu het
ligt anders niet in den aard van het
Nieuws met de tegenstanders den
strijd tegen leerplicht zal aanbinden,
moet nog blijken.
De bezwaren die het blad tegen den
leerplicht uit, munten niet uit door
nieuwheid omdat zij eene herhaling zijn
van die, welke reeds van verschillende
zijden zijn ingebracht. De wet, zegt
het Nieuws, is slechts gemaakt voor
een klein deel des volks dat zijn kinderen
niet laat onderwijzen,maar wringt daaren
tegen geheel de natie in een onaange
naam keursiyf en het vraagt of een beroep
op de consciëntie overvloediger toegepast,
niet baten zou.
Toch erkent het blad dat er wel wat
voor leerplicht is in te brengen, b.v.
dat er nog pl.m. 60,000 kinderen zonder
onderwijs zijn, dat het schoolverzuim
wel veel verminderd is, maar niet ver
dwijnt, dat waar bij onze buren leer
plicht is ingevoerd, wij dat ook dienen
te doen. Dit neemt echter niet weg
dat het leven onder de heerschappij van
zulk eene wet een zich krommen onder
het juk is en dat wil men iets doen
om het schoolverzuim tegen te gaan,
men zich tot het hoogst noodzakelijke
bepalen moet, waartoe dan ook dit „door
wrocht, doordacht, gematigd en goed
stuk werk," het leerplicbtsontwerp, van
één toevoegsel, het verplichte herhalings-
onderwys zou behooren ontdaan te
worden.
En, zegt het blad „Leerplicht uitge
vaardigd door den staat, is Heerplicht
voor de maatschappij. In Duitschland
zijn er dan ook particuliere vereenigingen,
die arme kinderen van kleeding en
schoeisel voorzien. En zulke vereenigin
gen moeten er, als het ontwerp wet is,
bij ons ook komen."
FlitiLST©».
Eene vertelling uit het circusleven.
l).
Wij hadden reeds tien jaren met el
kaar gewerkt en een nummer samen
gesteld, waarmede wy eiken avond
stormachtigen by val oogstten een voor
stelling in het „vliegen". Wy heetten
de gebroeders Darealli, „de koningen
der lucht," en dien laatsten bynaam
verdienden wij ook, want er was byna
geen toer of wij wisten hem uit te voeren.
Wij hadden veel hartstocht voor ons
beroep en waren zeer aan elkander
gehecht. Jim was 27 jaar oud, terwijl
ik 29 telde. Wy waren beiden jongge
zellen en kenden geen zorgen daarbij
waren wij zoo gelukkig ais twee jonge
mensehen slechts zjjn kunnen. Onze
wederzydsche aanhankelijkheid was zóo
poot dat onze collega's ons „de onaf-
„Welnu, besluit het blad, iaat dit alles
eerst zyn beslag krijgen, laat de omwen
teling die de Leerplicht in onze maat
schappij zal te weeg brengen, eerst tot
rust zijn gekomen laat onze natie in
hare onderste lagen eerst aan den Leer
plicht gewend zijn dan en niet eerder,
is het tijd om van gedachten te. wisselen
over verplicht herhalingsonderwijs."
Is het te verwonderen dat deze ziens
wijze van een liberaal blad sympathie
bij de anti-leerplichters opwekt.
Toch vindt de Standaard, niet willende
betwisten dat het Nieuws zich welwil
lend en voorkomend voor de tegenpartij
betoonde door te erlangen dat het her-
halingsonderwys van de leerplichtwet
afgekoppeld worde, toch nog aanleiding
tot de volgende beschouwing
„Maar klopt deze concessie nu op het
geopperde bezwaar
Ontstaat het „ingrijpen in het familie
leven" dan eerst door het herhalings-
onderwys? Wordt de persoonlijke vrijheid
dan niet meer aangerand, als het er
af gaat?
De controle op het huisonderwijs grijpt
stellig het diepst in. En die zal blijven.
Het verplichte gewone onderwijs bindt
eiken morgen en eiken middag. En dat
zal doorgaan.
Alleen het herhalingsonderwijs, dat
acht uren voor een enkele week zal
bedragen, moet als te langen staart aan
het vosje afgeknipt, en dan mag het
vosje zelf verder straffeloos onzen wijn
gaard ve-rderven.
Zeker, er is een do ut des, en bij
meer dan één ontwerp kan de oppositie
met het Kabinet tot accoord komen.
Maar toch, wie waande dat op die
wijze hier accoord te vinden ware, moet
niet zelf beginnen met te spreken van
een zich krommen onder het juk."
Eene treurige ervaring.
De heer A. S. van Reesema heeft zijn
halfmillioen voor eene stoomlijn van
Aden op Delagoabaai niet bijeen gekregen
en nu alle inteekenaars ontslagen. Wel
een treurige ervaring na zooveel inspan
ning.
Toch schijnt de heer Reesema nog den
moed niet verloren te hebben om weder
iets dergelyks op touw te zetten. Hy
vraagt ten minste de inschrijvers hem
eenige» tyd verder te volgen, waarmede
hij zeker bedoelt hem bij zijne andere
plannen te steunen. Welke die plannen
zyn kan hij niet zeggen, daar het onder
zoek nog niet is afgeloopen, maar zoo
veel blijkt reeds dat het weder een
scheidelyken" noemden en ons nu en
dan ook nog met andere namen aan
duidden, die ik mij niet meer weet te
herinneren. Ik herhaal het, wij waren
zóo gelukkig als men het slechts zijn
kan, tot een vrouw zich tussehen
ons beiden plaatste. Eene vrouw
Neen, 't was een heks, een demon
Waar zy eigenlijk van daan kwam,
kon ik niet zeggen. Zij was een mooi
meisje, had eene innemende stem en
eene fijne, elegante gestalte, doch was
even valsch als mooi. Ik viel haar het
eerst ten offer, en wanneer ooit een
man de willooze slaaf eener vrouw is
geweest, was ik het. Ik heb van slan
gen gehoord, die haar offer met de
oogen betooveren. Wanneer er mensche-
iyke slangen zyn, dan was Flora Den
bigh zoo'n reptiel, en wanneer er ooit
een arm, door haar betooverd schepsel
is geweest, dan kan ik op dien naam
aanspraak maken. Nooit van te voren
was ik verliefd geweest, maar haar viel
ik met lichaam en ziel ten offer. Op de
volgende wijze had ik kennis met haar
gemaakt
Op zekeren avond ontving Jim een
telegram. Ik bemerkte dat hij er erg
door van streek geraakte en vroeg hem
stoomlyn geldt, maar eene lyn die als
snelheid van vaart daarbij als eisch
wordt gesteld, een aanzienlijk tekort zal
opleveren en dus eene toelage vorderen.
Wil het Nederlandsche volk, zegt do
lleer Reesema verder, zijn vlag, als van
ouds, weder in Zuid-Afrika zien wappe
ren wil het een broederhand reiken
aan de stamgenooten daarginds, dan
moet het bereid zijn tot hel offer van
een aanzienlijke jaariijksohe som, voor-
loopig voor zeker niet minder dan 10
jaren. Een werkelijke toelage moet het
zyn, geen vergoeding van eenige duizen
den voor een postverbinding.
Men moet het vraagstuk goed en
scherp onder de oogen zien. Is liet ons
een groote som per jaar waard, onze
vlag daar te planten, om niet slechts
mede te dingen met andere volken, maar
om een eerste plaats in te nemen
in de vaart naar dat jonge Nieuw-Neder
land, met zijn krachtige mannen van
edelen zin, waar ons oude bloed ver
jongd en verfrischt zal worden Meent
men, dat het onze zedelijke plicht is,
die stamgenooten door toevoer van man
nen en vrouwen van hun eigen stam
zooveel maar mogelijk te versterken, en
dat wij het niet aan andere volken
moeten overlaten, hen te overstroomen
na het eind van dezen oorlog en hen in
zich te verzwelgen, dan is het antwoord
niet twijfelachtig.
Het geldt hier een geheel bijzonder
vraagstuk. Het is nog meer een volks
belang dan een stooiuvaru„belang, liet
is het openen van de deur, die toegang
geeft tot het kanaal, waarheen onze
overbevolking z'ch moet richten het
banen van een gemakkelijken, eigen weg
naar dat land der toekomst voor onzen
Nederduitschen stam.
Wil men dezen weg tot stand brengen
dan zal het noodig zijn, dat al onze
goede financieele lichamen samenwerken
en dat de Nederlandsche gemeenschap,
de staat der Nederlanden zich zijner
roeping in deze bewust worde."
Bygevolg waar particuliere krachten
te kort schieten om eene verbinding
met Zuid-Afrika tot stand te brengen,
acht de heer Reesema de hulp van den
staat onmisbaar. Gelukkig dat onze
wakkere minister van waterstaat zich
reeds bereid heeft verklaard te helpen,
maar onder voorwaarde dat de op te
richten maatschappij hare soliditeit kunne
aantoonen.
Mr. Van Houten weer aan 't woord.
Mr. Van Houten zal weer eene serie
naar de oorzaak daarvan.
„Mijne moeder is gevaarlijk ziek,"
antwoordde hij, „en verlangt mij te
te zien ik moet dus onmiddellijk ver
trekken."
„Wel zeker moet je dat, natuurlyk
„Ja, maar hoe moet het dan gaan
met onze verbintenis hier De oude
Morris zal daar geen genoegen mee
nemen en in elk geval zullen wy de
boete moeten betalen die er op con
tractbreuk staat, en dat zal op onze
beurs aankomen, Jack."
„Dat is niet zoo erg als wanneer je
niet meer in de gelegenheid waart je
moeder te zien en te spreken," ant
woordde ik„die boete zal ons niet
ruïneeren, Jim. en bovendien laat Morris
my misschien we! alleen in onze num
mers optreden tot je terugkomt."
„Neen, Jack," riep hy, „dat gaat niet
jij kunt den doodssprong niet maken
bedenk toch dat jij my in de laatste
i jaren steeds hebt vastgehouden." Dat
j was waar; ik had Jim steeds vastge
houden wanneer hij van zijn trapeze
naar mij kwam toevliegen. Maar ik had
vertrouwen in mijije kracht en stelde
Jim daarom op dit punt gerust.
Eindelijk werd besloten dat ik alleen
„Nieuwe Staatkundige Brieven" uitgeven.
Hij verklaart aldns deze uitgave
„Mijn doel met de afzonderlijke uit
gaaf is geenzins om mij een eigen lezers
kring te vormen, maar om tot het publiek
te spreken op myn tijd en zonder redactie-
censuur en tevens om belangstellenden
in staat te stellen mijn artikelen voor
latere raadpleging bijeen te houden.
De eerste van het nieuwe tiental
Brieven is gewijd aan art. 243 en 240
der Gemeentewet, naar aanleiding van
het desbetreffend wetsontwerp. De schrij
ver betoogt dat de regeering dit zonder
ling wetje voorstelt om de door min.
Borgesius aangestookte beweging tegen
de in 1897 aangenomen redactie van
art. 243 der Gemeentewet weer te sussen
en niet om de principieele bestrijding
daarvan te bevredigen. De principieele
bestrijding toch komt van de voorstanders
van progressieve belasting, d.i. van de
oplegging der verplichting om van elke
toeneming van inkomen een verhoogd
percentage te betalen, en de Regeering
houdt vast aan het beginsel der wet vhn
1897,om van het belastbaar inkomen,
d.i. van het na aftrek van een som voor
levensonderhoud overblijvende inkomen,
hetzelfde percentage te betalen.
Mr. Troelstra.
De Sociaaldemocraat deelt mede dat
mr. Troelstra eene aanschrijving van den
officier van justitie, mr. Maclaine Pont,
ontving, waarin hem wordt gelast zich
op 21 dezer 's morgens 10 uur, - aan het
parket van dien officier te vervoegen,
teneinde zijn maand gevangenisstraf te
ondergaan.
Troelstra, schrijft het blad, heeft den
min. van justitie verzocht met het oog
op de belangrijke werkzaamheden die in
den loop van deze zitting in de 2e
Kamer worden behandeld, hem te ver
gunnen, na afloop dier werkzaamheden
dus in Juli, zijn straf te doen ingaan.
In andere landen kan een volksver
tegenwoordiger niet gevangen worsen
gezet, zoolang de zitting duurt.
Wij stellen ons dan ook voor, dat
tegen dit verzoek, in het publiek belang
gedaan, geen bezwaar zal gemaakt
worden.
Voor de schatkist.
De door de regeering ontworpen tariefs
herziening d. i. eene verhooging dei-
invoerrechten naar waarde van 5 tot
ö'/j pet. en het heffen van rechten van
verschillende tot dusver vrij ingevoerde
materialen, zal naar 't Handelsblad he
als parterre-gymnast zou optreden, d.
w. z. op den vlakken grond, maar
Monis trachtte mij te bewegen ook nog
een klein „vliegnummer" op het pro
gramma te zetten. Ik nam er eindelyk
genoegen mee en nog dienzelfden avond
vertrok Jim naar Londen.
Den tweeden avond na zijn vertrek
begaf ik mij naar de wachtkamer van
ons hotel en daar vond ik mijn „noodlot."
By den eersten blik, dien zy met
hare donkere oogen op mij wierp, ge
voelde ik al dat ik in hare macht was
Ik bestelde eene veifrisscliing en sta
melde toen „Goeden avond, juffrouw
ik heb tot nu toe nog niet het genoe
gen gehad u hier te zien.u
„Maar ik heb gezien," antwoordde
zy. Melodieuser stem kon men zich
niet denken en zy lachte alsof men
een engel zag lachen. „Ja, ik heb u
gezien," herhaalde zij, „en wel gister
avond in het circus. Wat zaagt ge er
prachtig uit en wat een moed bezit ge
't Verheugt mij u te leeren kennen."
„U ziet, dat ik langen tijd afwezig
ben geweest," ging zij voort; „ik ben
de dochter des huizes. „Zij lachte
rroolyk en ik bleef als betooverd zitten,
terwijl haar vader ging sluiten. Sedert
rekent, ongeveer 3 millioen in de schat
kist doen vloeien.
Als artikelen, waarvan het recht zal
worden verhoogd, noemt de N. R. Ct.
o a. petroleum van 55 tot 70 cent per
100 K.G., manufacturen en stoffen van
5 tot 6'/o pet.sucade van 3 tot
18 per K.G. Van tabak en sigaren
wordt eene vermeerdering van pl.m.
430,000 verwacht, van vruchten (van
5 op 10 pet. recht gebracht) 95,585.
Hout en onversmolten rundervet, thans
vrij, zullen worden belasthout met 3
van de waarde, vet met 3 per 100
K.G. Vermoedelijke opbrengst van het
hout 75,000, van het vet 60,000.
Personeele belasting.
Ter uitvoering van art. 38 der wet
op de Personeele belasting heeft de Min.
van Financien o.a. het volgende bepaald:
Als niet bekend is, of iemand die m
den loop van liet jaar een perceel in
gebruik lieei't genomen daardoor al dan
niet belastingplichtig is geworden, moet
dit door een onderzoek uitgemaakt wor
den voordat tot aanslag of vrijlating
wordt besloten.
Voortaan zal geen perceel, dat na 15
Jan. in gebruik is genomen, op het re
gister van aanslagen worden gebracht
als niet uit een aanteekening van den
ontvanger op het beschrijvingsbiljet
volgt dat de betrokken persoon inderdaad
belastingplichtig is.
Dit voorschrift mag intusschen r.iet de
neiging doen ontstaan om van het oe-
trekken van een perceel-in den loop van
het jaar alleen dan notitie te nemen, als
bekend is of zonder moeite blijkt, dat
een aanslag moet worden opgelegd. Den
ontvangers wordt aanbevolen daartegen
ernstig te waken.
Een groote nieuwigheid op kerkelijk
gebied.
Dat ook in de Ned. Herv. kerk de
tijdgeest zich baan breekt, bewijst het
besluit door de Synode dier kerk geno
men, om in eene volgende zitting te
bespreken een voorstel om ook aan
vrouweiyke lidmaten het stemrecht in
gemeentezaken toe te kennen.
De Synode erkent dat de invloed van
mannen en vrouwen, volgens het wezen
dier kerk, die in alles de gemeente voor
op stelt, gelijkstaat en daarop aan de
vrouwelijke lidmaten het stemrecht van
zelve toekomt. Het eenige argument dat
er tegen aangevoerd wordt is dat de
vrouwen het niet zouden verlangen.
dien tyd bracht ik elk uur en elke
minuut, die ik vry had, in hare naby-
heid door. Eindelyk verzamelde ik al
mijn moed, verklaarde haar dat ik haar
liefhad en aanbad, en vroeg haar myn
vrouw te worden. Zy wilde mij geen
beslist antwoord geven, maar ik meende
toch de beste verwachtingen te mogen
koesteren, zóo lief was zij tegen mij.
Drie weken gingen op deze wijze
voorbij en ik leefde als in een paradys,
toen ik op een avoDd uit mijn roes
ontwaakte op het oogenbiik dat ik Jim
de kamer zag binnentreden. Natuurlyk
verheugde het mij ten zeerste hem
terug te zien, en terwijl wij elkaar de
hand drukten deelde by my mede dat
zyne moeder weer volkomen hersteld was.
„Stel mij je vriend voor, mr. Dare
alli," zeide Flora, terwijl zy een snellen
blik op Jim wierp.
Toen mijne oogen Flora's blik volg
den, zag ik voor de eerste maal hoeveel
jeugdiger en trisscher Jim er uitzag
dan ik zelf.
Wij namen ons oud nummer weer
op, en ik ontdekte al heel spoedig dat
Flora thans veel drukker in den circus
verscheen dan vroeger toen ik alleen
optrad. Wordt vervolgd.)
irrurai, vervolgd.)