Gemengd Nieuws bekende Transvaalsche volkslied van C. van Kees, eene snaar doet trillen, die in Nederland steeds weerklank vindt, zij wist met haar heerlijk en zoo geoefend orgaan en vooral door haar wegsleepende voordracht het publiek steeds in extase te houden. Zij is een kunstenares, wie een glansrijke loopbaan mag voorspeld worden. Mogen wij ons een enkele opmerking verooriooven, dan is het deze dat ons de keus van het Transvaalsche volkslied minder geëigend voor èene stem als de hare toescheen. Den heer Jacques van Lier, violoncel list uit Rotterdam, zagen wij niet ver schijnen. Ter elfder ure schijnen zich zwarigheden voorgedaan te hebben, die hem beletten aan zijn voornemen gehoor te-geven. Het voor hem bestemde num mer „Kol Nidrij" werd nu in zjjne plaats door den heerR. Bekker met zijn bekende virtuositeit gespeeld. Aan deze hoedanigheid bleek het zjjn kapel bij de uitvoering van enkele nummers ook niet te ontbreken. De hoer Albert Bailleux vergastte ons op een paar solo's voor cornet a piston variaties op het bekende „Carnaval de Vénise", en een concertpolka. De tech nische moeielijkheden in eerstgenoemd nummer wist hij goed te overwinnen, en de uitbundige bijval aan zijn spel geschonken, moet hem overtuigd hebben dat het gewaardeerd werd. Een bijzonder woord van lof komt wel toe aan mej. R. Bekker. die den geheelen avond aan het werk wasmet me dewerken in het orkest, begeleiden van de solisten, begeleiden van den zang, en dat alles op onberispelijke wijze en onvermoeid. Wij vonden het dan ook eene goede gedachte van mej. van dei- Harst haar op den voorgrond te doen komen om haar in de toejuichingen van het publiek te doen deelen. Over het concert van Maandag kun nen wij kort zijn, omdat het behoudens eukele uitzonderingen eene herhaling van het vorige was. Het Mannenkoor zong zijne liederen naar het ons voor kom!, gelukkiger nog dan den vorigen avond. Mej. van der Harst gaf in een viertal Duitsche nummers en in het schoone „Ave Maria" van Lussi, weder nieuwe zijden van haar talent te be wonderen. Treffend schoon was o. a. de wedergave van „Die Uhr," van Carl Lüwe. Aan het eind van haar taak gaf zij, door den grooten bijval gedrongen, als toegift het Transvaalsche Volkslied, dat door het zeer talrijk publiek staande weid aangehoord. De heer R Bekker speelde na „Kol Nidrij" ais toegift ,,De Kanarie," en gaf daarmede blijk van zijn talent en groot genoegen aan het publiek. Ten slotte blijft rog te vermelden, dat de president van „Vlissing's Man nenkoor, de heer W. L. Winkelman, namens de vereeniging aan de dames van der Harst en R. Bekker met eenige waardeerende woorden voor het door haar geschonken kunstgenot, fraaie bouquetten aanbood. De sympathie met beide kunstenaressen uitte zich in daverende toejuichingen. En zoo behooren deze avonden weer tot het verledeD. Wij gelooven de tolk van velen te zijn, waar wij den wensch uitspreken dat het Vlissing's Mannen koor gegeven zij ons op meer dergelijke avonden van waar kunstgenot te ver gasten. Men onthoude het daartoe zijn steun niet. planken die van stofgoud glinsterden. Op de toonbank stond een fijn bewerkte schaal, waarop het stofgoud gewogen werd. Een jonge man, die zich bezig hield met schrijven en rooken, keek op, toen de deur geopend werd en de vreem deling binnentrad. Vergeleek men de beide mannen met elkander, zoo zou men oogenschijnlijk zeggen, dat de be ambte van de bank meer redenen had om argwaan te koesteren dan de gouddelver, want de laatste zag er inderdaad uit als een bandiet. Maar de schijn bedriegt. Jimmy was een volkomen onschuldige man, die geen kind kwaad zou doen en die zijn revolver nog nooit voor een ernstig geval had gebruikt. Ja, als men hem plaagde en ergerde, dan kon hij driftig worden, maar toch niet zoo heel gemakkelijk er. dan kwam hij toch ook spoedig weer tot kalmte. De netgekleede heer achter de toonbank zag er daarentegen opgeprikt en onschuldig uithy droeg papieren manchetten, gouden ringen, een dito Bij kon. besluit is benoemd tot bur gemeester van Scherpenzeei A. Royaards van Scherpenzeei. Men schrijft ons uit Hulst dd. 12 Februari Hoe gevaarlijk het is zich bij dooi op broos ijs te wagen,ondervonden een paar schaatsenrijders gisternamiddag te Hulst Na dat zij eeDige malen een gedeelte van de Binnenvest op en neer gereden hadden, brak plotseling 't ijs voor de voeten van den schaatsenrijder Willem Thielens, die onmiddellijk in de diepte verdween. Zijn broeder August, die hem op eenigen afstand volgde, zag dit en snelde hem ter hulp. Ook deze verdween spoedig onder 't ijs. Op 't hulpgeroep der drenkelingen en der overige aan wezigen, kwamen spoedig verschillende menschen uit de buurt toegeschoten. Daar de Binnenvest ter plaatse, waar de twee gebroeders in de diepte waren ver dwenen, zeer diep is, en 't ijs onder de voeten van eiken volwassene golfde, durf de in de eerste oogenblikken niemand het wagen eene hand van nabij tot red ding uit to steken. Bleven velen beslui teloos, een moedige jongeling waagde zich met omzichtigheid tot bij de opening. Hij kwam juist bij tijd om August, den jongsten der twee drenkelingen, die voor de laatste maal boven kwam, te grjjpen en hem op 't ijs te trekken. De oudste kwam niet meer boven. Met be hulp van touwen en lange stokken be reikte de redder L. Strobbe met August behouden den wal. Hoe jammer, dat de reddende hand van den moedigen S. voor den oudste der twee broeders te laat kwam. De geredde werd onmiddel lijk huiswaarts gebracht, alwaar hij naar behooren werd verpleegd. Intusschen vischte men geruimen tijd te vergeefs naar 't lijk van den oudste. Eindelijk slaagde men er in 't iijk met een langen haak te ontdekken en boven te halen. Op den wal gebracht, werd het door dokter Maartin onderzocht en daarna op last der plaatselijke politie per draagbaar naar 't doodenhuis overgebracht. De moeder dezar twee jongens, eene arme weduwe, verliest zeer veel aan haren Wilhelm, daar hij de eenige uit haar gezin was, dio wat verdiende. Zaterdag werd de zoon van den rij tuigverhuurder E. de Kort te Hulst door een kar geladen met straatkeien overreden. De beide voeten werden zoodanig gekwetst, dat de jongen zeer waarschijnlijk het gebruik zijner beenen zal moeten missen. Kerk- en Sclioolnieuvvs. De heer C. Plasschaert te West- dorpe is benoemd tot onderwijzer te Rukphen (Noord-Brabant). Rechtszake n. Mishandeling te Neertosch. De rechtbank te Arnhem behandelde Zaterdag in een buitengewone zitting de zaak van Gorneiis L„ 26 jaren, opzichter te Velp, en Flora D„ 33 jaren, ver pleegster te Rotterdam, beiden ontslagen suppoosten van de Weesinrichting te Neerbosch, beklaagd in gemelde inrich ting 19 Augustus jl. te zamon en in vereeniging Johannes Fieken, verpleegde, mishandeld te hebben, door moedwillig en gewelddadig herhaaldelijk tegen diens lichaam te slaan, hebbende beklaagde L. daarbij gebruik gemaakt van eene horlogeketting en een zijden das naai de laatste mode. Had men hem echter nauwkeuriger onderzocht, dan zou men eene revolver in zijn zak gevonden heb ben, terwijl een tweede onder de toon bank binnen het bereik zijner hand lag. Jimmy was de eenige bezoeker, en zoo was er dus niemand die op hem lette of hem spottehd aankeek, en toch was hij links in zijne bewegingen en blijkbaar niet op zijn gemaksedert jaren had hij geen „gentleman-' gezien, ten minste geen net en zindelijk gekleed wezen. En nu nog wel een met ringen aan de vingers en met helderwitte manchetten Jimmy was geheel onder den indruk. „De boot is reeds vertrokken, mister," zeide bij tot den beambte „nu kan ik morgen zeker niet meer naar Frisco (afkorting van San Francisco) komen „Neen." „Dan zit ik danig in verlegenheid. Ik wil naar het Oosten terug, heb twee duizend dollars bij mij en ken geen karwats, tengevolge van welke mishan deling J. Fieken is gestorven. De zitting werd door 22 getuigen bij gewoond. Beklaagden erkennen den 12jarigen Fieken geslagen te hebben. L, sloeg hem met de karwats op zijn knie, D. met de hand om zijn oojjen. Ais oorzaak der mishandeling gaven ze op dat de jongen in bed gebleven was, terwijl de 60 andere jongens reeds uit de zaal waren vertrokken en hij bovendien grond en bed bevuild had. Het ventje zeide dat hij hoofdpijn had, wat door beklaagden niet geloofd werd. Zij bevalen hem op te staan toen hij dit niet deed, heeft eerst L. geslagen, daarna D., die hem onder de armen uit het bed tilde en aankleeddetoen wan kelde het ventje, L. verwijderde zich. D. bracht den jongen naar het privaat waar hij geweldig braakte. Daarna werd het knaapje naar het ziekenhuis gebracht, waar hjj nog den eigen morgen overleed. L. ging toen naar den directeur Van 'tLindenhout, wien hij het geval mede deelde, en naar den dokter om dezen te verzoeken een onderzoek iD te stellen of de jongen tengevolge van mishandeling gestorven was. Deze stelde hem echter gerust. Sedert heeft L. niets meer van de zaak gehoord, voor de justitie zich met liet geval bemoeide. Door den president werd opgemerkt dat de ongesteldheid van Fieken reeds den vorigen avond bekend was en men L. er opmerkzaam op gemaakt had dat ieder de ongesteldheid bemerkte, alleen beklaagden niet. Bovendien is hier sprake van plichtverzuim. L. moest tegelijk met de jongens op zijn te 6 uur en stond om 7 uur, Jsorns half acht op dan waren de groole meisjes reeds op de zaal bezig met schoonhouden en werd beklaagde zelfs door een meisje koffie op zijn bed gebracht. Wisten, vroeg de president, de heeren Van 't Lindenhout dit Beklaagden weten dit niet. Controle was er niet. Verboden te slaan was er nooit, wel in bepaalde gevallen en in het algemeen bevolen instiucties kreeg beklaagde bij bet in dienst treden niet. De oude heer Van 't Lindenhout bemoeit zich niet met de controle en is tegenwoordig te zenuw achtig. Jacob Van 't Lindenhout komt twee- of driemaal per jaar in de zalen, nooit voor 8 uur 's morgens. Deze heeft het meestal te druk of is op reis. Een zware taak hadden de suppoosten, veel kinderen onder toezicht. Soms had bekl. 220 kinderen en veel bezoekers in den zomer te leiden. Regel en orde lieten veel te wenschen over. Kastijding met stokjes was algemeen; ieder wist dat. De Rechtbank hoorde voor de pauze eenige verpleegden, die op de zaal tegen woordig waren bij het slaan van Fieken. De juffrouw was driftig en riep Je gaat dood, je gaat dood.» De klappen waren niet hard. De, juffrouw zond de meisjes weg van de zaal, de jongen kreunde. Allen zeggen, dat slaan gewoonte was en deze beklaagde zeer hardhandig was. De officier van justitie zeide nog, dat de verpleegden voor de instructie steeds door den heer Van 't Lindenhout Sr. vermaand werden om de waarheid te zeggen, van welke vermaning het gevolg was, dat zij in den beginne voortdurend logen. Uit het verhoor der getuigen bleek o.a. dat de meisjes dikwijls getuigen waren van hel. aankleeden der jongens. De directeur, de heer Van 't Linden hout, verklaarde in zijn verhoor o.a. dat ieder op Neerbosch wist dat er niet geslagen mag worden. Slechts in buiten gewone gevallen behield zien de directie dit recht. Het iaat opstaan had niet dan aanleiding tot vermaning gegeven. Hij verklaarde den jongen Fieken in het ziekenhuis te hebben bezochthij hield hem niet voor erg ziek, maar de ver pleegster zag het ernstiger in en daarom telephoneerde hij naar den dokter. Toen de jongen gestorven was, liet hij zjjn levend wezen in deze stad. Het kon mij inel al dat goud wel eens slecht vergaan, ik kon licht bestolen worden." „Dat is waar. °Dan wilt gij ons uw goud waarschijnlijk in bewaring geven Ja juist l' Dat was mijn plan. Berg het zorgvuldig wegmorgen vroeg kom ik het terughalen." De beambte knikte hem grijnslachend toe en zeide met een valsche uitdruk king op het gelaat„Na dan, voor den dag er mee 1" Jimmy ging in een hoek van het vertrek, trok zijn hemdrok omhoog en haalde uit de slippen een aantal vijftig- dollarstukken te voorschijn, eene munt die tegenwoordig bijna niet meer in omloop is. Uit den gordel kwam daarna een groot pak stofgoud te voorschijn. De beambte had zoo iets zeker reeds meer gezien, want hij maakte niet de minste opmerking over de vernuftige wijze, waarop Jimmy zijne schatten had verborgen. i Daarna word geheel n den vorm een zoon een onderzoek instellen. Hij ver klaarde nog dat de op Neerbosch gebrui kelijke gevangenisstraf geen nulopleverde en daarom wordtkalm en met overleg gekastijd. Dat het aan controle op zijn inrichting ontbreekt,werd door hom tegengesproken. Hij beweegt zich den ganschen dag op de terreinen en zag nooit dat iemand een kind sloeg. De deur staat voor allen open om te kunnen zeggen wat hun op het hart ligt. Rechter van Haersolte verklaarde met smart geconstateerd te hebben dat de laatste woorden van den weesvader van eene christelijke inrichting aan het stervende kind, een verwijt waren over het eten van onrijp ooft en niet een zacht vaderlijk woord. Beklaagden wisten niet dat zij een ziek kind sloegen dat is het ergste, want daaruit blijkt dat men hen niet op de hoogte had gebrachte daar de jongen toch reeds om half vijf van den vorigen dag te'bed lag. Ook de ambtenaar van het O. M. wees op gebrek aan opzicht en de heer Van 't Lindenhout in zijn blad „Het Oosten" stelde aan het publiek de toestanden geheel anders voor dan za werkelijk waren. De heer Jacob van 't Lindsnliouc ver klaarde dut zijn vader hem het onderzoek had opgedragen in de zaak van den gestorven jongen, met L. gesproken en dien eene vermaning gegeven had en vervolgens de politie liet roepen, die hij alleen liet handelen. Verder trok hij zich de zaak niet aan. Het O. M. verweet hem zijne onverschilligheid. Hij had het onderzoek moeten voortzetten, iu het belang der inrichting. Verder bleek uit het verhoor van dezen getuige- dat hij meermalen last had gegeven tot kastijdingen. Hij was nog al eens in tegenspraak met de verklaringen der beklaagden en andere getuigen. Na hem werden enkele verpleegsters als getuigen a décharge gehoord. De behandeling der zaak is geschorst tot Vrijdag a.s. Dan komen de eerste deskundigen aan de beurt. Naar (le Preanger-Regentschappen. I. Marseille, '10 Febr. 1900. Voor ruim drie jaren vertrok ik naai de binnenlanden van Zuid-Amerika, en heb toen op verzoek der Redactie in eenige brieven mijne reisindrukken naai en in die tamelijk onbekende streken in de Vlissingsclie Courant mIngedeeld. Thans, i;u mijn weg Oostwaarts naar meer bekende, maar nog meer verwij derde streken gaat, wil ik hetzelfde doen. Er zijn er toch velen in Vlissingen, wier betrekkingen dezelfde reis maken of zullen maken, en vooral dezen kan het niet ongevallig zijn in gedachten de reizigers op hun weg te begeleiden. 11 Febr. te 4 ure zou onze boot de „Annam" der Messageries maritimes, de haven van Marseille verlaten maar reeds in de laatste dagen van Januari ging ik er heen, omdat het koude, mis tige en zeer afwisselende weder een verblijf in een zachter klimaat voor mijn door ziekte verzwakt gestel hoog- noodig maakte. Wat ben ik dankbaar, dat ik tot dit vervroegd vertrek besluiten kon. Want in Marseille aangekomen, ja reeds nadat wij Valenpe waren gepasseerd, scheen de zon zoo heerlijk, én woei ons zulk een zachte en warme koelte tegen, dat ik mij niet kon begrijpen, dat wij nog in Januari waren. Marseille ligt dan ook ruim 10 graden zuidelijker dan Vlissingen, en de onmiddellijke nabijheid der Middellandsche Zee draagt er toe bij om den winter zacht en kort te maxen. Toch is het aantal sterfgevallen hier, vooral in dezen tijd, grooter dan dat der geboorten, en niet zelden heer- schen er besmettelijke ziekten, maar deze verschijnselen doen zich vooral voor in de onzindelijke en onzedelijke bewijsstuk opgemaakt, dat James Still- mann zoo heette Jimmy twee duizend dollars bij de bank gedeponeerd had. Jimmy zag het stuk aan met een blik, alsof hij zeggen wilde, dat hij zich nauwelijks kon begrijpen, dat dit nietig papier thans evenveel waarde bezat als zijn hoop goud, die op de toonbank lag. Hij was echter blij van den last en de verantwoordelijkheid bevrijd te zij n. haalde verruimd adem, vouwde het bewijsstuk op en zeide«Ziezoo, nu kan ik voor de eerste maal sedert vele dagen weer rustig eten en slapen. Ik had vroeger nooit gedacht, dat het geld iemand zoo angstig kon makenGij zyt er hier natuurlijk aan gewoon De beambte zag den zoon der wil dernis, die zich omkeerde om het lokaal te verlaten, met een zeer eigenaaraigen blik na - verwonderde hij zich over de naïveteit van den goudzoeker of had hij een andere reden voor zijn duivel- schen glimlach Jimmy Stillmann, wiens eigen naam buurten, die in den omtrek der ha»: en der vischmarkt gelegen zijn. h ^een vreemdeling behoeft daar te komen en wie toch ook iets wil leerea kerm, van de onderste lagen der Marseillaani maatschappij,kan het bij één bezoek late De goede logementen zijn te vinj. in de breede en luchtige, aan weet zijden met hoornen beplante atrate- waar ook de prachtige winkels en hooge, monumentale huizen te vinds zijn. Wil men echter de interessair monumenten, die sporen drager. hoogen ouderdom, zien, bv. de ke; Saint Victor, met hare catacomben, <1 uit de 5e eeuw na Christus dagteekene, dan moet men noodzakelijk de oude afzichtelijke buurten der stad doorkruiset De hoofdkerk ligt onmiddellijk aan 1 zee, en is een gebouw van hooge archi tectonische beteakeuis, en kan met schoonste kerken vau Europa wedijveren De meest interessante kerk van Marseil is Notre Dame de la Garde, hoog, j een schutsengel over de zeevarendei op een berg gelegen, en van waar me een heerlijk schouwspel over de sta, en de Middellandsche zee geniet. Er dan ook bijna geen winkel in Marseille waar men geen afbeelding van de® eigenaardige kerk tentoongesteld of n koop aangeboden vindt. Marseille bezit 12 groote Roomsck Katholieke kerken en vele kapellen, et ook de Protestanten hebben er vele, z, het ook kleinere plaatsen voor godi dienstige samenkomsten. Natuurlijk zijn, er nog andere interessante gebouwei in Marseille, waaronder de Beurs eer der meest bezochte is. Zij is gelegen it de Rue Cannebière, die met haar ver lengde de rue Noailles, het schoonst gedeelte van Marseille vormt. Theaten zijn er vele, maar de kunst wordt s maar stiefmoederlijk gediend. Op weten, schappelijk gebied heeft Marseille een beteren naam, en algemeen gewaardeeri zijn de populaire voordrachten, die doo; professoren der Universiteit worden ge. houden. In de onmiddelijke nabijheii dier Universiteit vindt men een aan grijpend monument ter eere van de „Zonen van de monden der Rhone', dio in den krijg van 1870 en '71 gt sneuveld zijn. Niemand die Marseille bezoekt, moei verzuimen een bezoek te brengen aai het kasteel van Longchamps, dat tegelijï Dierentuin, Plantentuin en Museum vai Schilderijen en beeldhouwwerken is. li en uitwendig is dit kasteel een der sie raden van Frankrijk. Niet verzuimd ma{ worden eene wandeling of een rit lange de zeezijde, de z. g. Corniche, waar met een heerlijk uitzicht heeft van de 'and- zijde op de met groen bedekte heuvels, en van de andere zijde op de Middel landsche zee met haar tal van grooten en kleinere schepen. Onder de lezers der Vliss. Ct. zuilen velen Marseille voor kortoren of langere tijd hebben bezocht, en mij in gedachtei toeroepen Maar er is toeti nog zooveel meer te zien en op te merken. Da', is ook zoo. Doch ik schrijf geen reis boek, maar slechts reisbeelden, persoon lijke indrukken. En daarmede wensch it voort te gaan, zoo lang de reis duurt, die niet eindigt, als ik te Batavia ben aan gekomen. Onder het schrijven van dezen briel verheft zich de mistral, die koude, door dringende droge wind. Dat belooft nie: veel voor morgen. Maar het kan oot best zijn, dat de mistral binnen eenigt uren' uitwoedt, en wij de reis met heerlijk weder beginnen. God geve liet! P. Te 's Gravenhage wordt do nachts veel lood gestolen bij de i» aanbouw zijnde huizen in de buiten- nauwelijks een zijner kameraden uit bf. kamp in het gebergte kende, was als matroos, natuurlijk als deserteur, in be; land gekomen. Zulks werd destijdsi nauwelijks als een vergrijp beschouw en kon in de meeste gevallen nie!, gestraft wordende scheepskapiteins en reeders hadden het dan ook reeds lang opgegeven om hierbij de hulp de: politie in te roepen. Zij wisten dat de geheele bemanning deserteeren zou als de gelegenheid daartoe gunstig was. Jimmy had eene vrouw en twee kin deren te huis aan de Oostkust in Con necticut. Het geluk was hem tot dus verre niet bijzonder gunstig geweest, maar had hem toch ook niet geheel i» den steek gelaten. Toen hij drie jaren lang een armzalig bestaan had geleid in het kamp op de Sierra Nevada e» onder veel ontberingen twee duizen' dollars bijeen had gespaard, word tl het ruwe leven en het aandringen van zjjne iieve, jonge vrouw moede et besloot met zijne spaarpenningen naai huis te keeren. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Vlissingse Courant | 1900 | | pagina 2